2014/65/EU, Euratom: Definitieve vaststelling van de gewijzigde begroting nr. 8 van de EU voor het begrotingsjaar 2013

1.

Wettekst

19.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 49/13

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING

van de gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

(2014/65/EU, Euratom)

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (2),

Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, definitief vastgesteld op 12 december 2012 (3),

Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, goedgekeurd door de Commissie op 25 september 2013,

Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2013, vastgesteld door de Raad op 30 oktober 2013,

Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,

Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 19 november 2013,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 19 november 2013.

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ
 

 

GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 8 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2013

INHOUD

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

Afdeling III: Commissie

— Uitgaven

— Titel 02: Ondernemingen

— Titel 04: Werkgelegenheid en sociale zaken

— Titel 05: Landbouw en plattelandsontwikkeling

— Titel 07: Milieu- en klimaatmaatregelen

— Titel 08: Onderzoek

— Titel 09: Communicatienetwerken, inhoud en technologie

— Titel 10: Eigen onderzoek

— Titel 11: Maritieme zaken en visserij

— Titel 12: Interne markt

— Titel 13: Regionaal beleid

— Titel 14: Belastingen en douane-unie

— Titel 15: Onderwijs en cultuur

— Titel 18: Binnenlandse zaken

— Titel 19: Externe betrekkingen

— Titel 20: Handel

— Titel 21: Ontwikkeling en betrekkingen met de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten)

— Titel 22: Uitbreiding

— Titel 23: Humanitaire hulp

— Titel 26: Administratie van de Commissie

— Titel 29: Statistiek

— Titel 40: Reserves

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

— Ontvangsten

— Titel 1: Eigen middelen

 

AFDELING III

COMMISSIE

UITGAVEN

 

Titel

Omschrijving

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

555 684 796

428 350 972

   

555 684 796

428 350 972

02

ONDERNEMINGEN

1 157 245 386

1 304 818 477

 

71 296 862

1 157 245 386

1 376 115 339

03

CONCURRENTIE

92 219 149

92 219 149

   

92 219 149

92 219 149

04

WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

12 214 158 933

12 593 728 861

 

1 149 922 345

12 214 158 933

13 743 651 206

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

58 851 894 643

56 734 357 629

 

161 000 000

58 851 894 643

56 895 357 629

06

MOBILITEIT EN VERVOER

1 740 800 530

983 961 494

   

1 740 800 530

983 961 494

07

MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN

498 383 275

397 680 274

 

6 496 799

498 383 275

404 177 073

08

ONDERZOEK

6 901 336 033

5 088 171 210

 

143 771 762

6 901 336 033

5 231 942 972

09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

1 810 829 637

1 466 740 211

 

40 965 000

1 810 829 637

1 507 705 211

 

40 01 40, 40 02 41

391 985

391 985

   

391 985

391 985

   

1 811 221 622

1 467 132 196

   

1 811 221 622

1 508 097 196

10

EIGEN ONDERZOEK

424 319 156

416 522 703

 

2 797 440

424 319 156

419 320 143

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

919 262 394

708 756 335

 

54 514 603

919 262 394

763 270 938

 

40 01 40, 40 02 41

115 220 000

113 885 651

 

–43 695 651

115 220 000

70 190 000

   

1 034 482 394

822 641 986

 

10 818 952

1 034 482 394

833 460 938

12

INTERNE MARKT

103 313 472

101 433 656

 

504 538

103 313 472

101 938 194

 

40 02 41

3 000 000

3 000 000

   

3 000 000

3 000 000

   

106 313 472

104 433 656

   

106 313 472

104 938 194

13

REGIONAAL BELEID

43 792 849 672

41 405 215 843

 

2 012 460 268

43 792 849 672

43 417 676 111

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

144 620 394

121 807 617

 

5 420 038

144 620 394

127 227 655

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

2 829 575 587

2 497 061 739

 

67 493 938

2 829 575 587

2 564 555 677

16

COMMUNICATIE

265 992 159

252 703 941

   

265 992 159

252 703 941

17

GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING

634 370 124

598 986 674

   

634 370 124

598 986 674

18

BINNENLANDSE ZAKEN

1 227 109 539

857 143 815

 

49 252 413

1 227 109 539

906 396 228

 

40 01 40, 40 02 41

111 280 000

66 442 946

   

111 280 000

66 442 946

   

1 338 389 539

923 586 761

   

1 338 389 539

972 839 174

19

EXTERNE BETREKKINGEN

5 001 226 243

3 231 193 639

 

61 543 662

5 001 226 243

3 292 737 301

20

HANDEL

107 473 453

103 477 972

 

699 360

107 473 453

104 177 332

21

ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

1 571 699 626

1 227 715 563

 

7 692 957

1 571 699 626

1 235 408 520

22

UITBREIDING

1 091 261 928

905 504 113

 

7 692 958

1 091 261 928

913 197 071

23

HUMANITAIRE HULP

917 322 828

858 578 994

 

120 910 054

917 322 828

979 489 048

24

FRAUDEBESTRIJDING

75 427 800

69 443 664

   

75 427 800

69 443 664

 

40 01 40

3 929 200

3 929 200

   

3 929 200

3 929 200

   

79 357 000

73 372 864

   

79 357 000

73 372 864

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

193 336 661

194 086 661

   

193 336 661

194 086 661

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

1 030 021 548

1 019 808 608

 

3 496 799

1 030 021 548

1 023 305 407

27

BEGROTING

142 450 570

142 450 570

   

142 450 570

142 450 570

28

AUDIT

11 879 141

11 879 141

   

11 879 141

11 879 141

29

STATISTIEK

82 071 571

113 760 614

 

1 000 000

82 071 571

114 760 614

 

40 01 40, 40 02 41

51 900 000

7 743 254

   

51 900 000

7 743 254

   

133 971 571

121 503 868

   

133 971 571

122 503 868

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

1 399 471 000

1 399 471 000

   

1 399 471 000

1 399 471 000

31

TALENDIENSTEN

396 815 433

396 815 433

   

396 815 433

396 815 433

32

ENERGIE

738 302 781

814 608 051

   

738 302 781

814 608 051

33

JUSTITIE

218 238 524

184 498 972

   

218 238 524

184 498 972

40

RESERVES

1 049 836 185

275 393 036

 

–43 695 651

1 049 836 185

231 697 385

 

Totaal

148 190 800 171

136 998 346 631

 

3 925 236 145

148 190 800 171

140 923 582 776

 

Of which Reserves: 40 01 40, 40 02 41

285 721 185

195 393 036

 

–43 695 651

285 721 185

151 697 385

TITEL 02

ONDERNEMINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN”

 

120 830 851

120 830 851

   

120 830 851

120 830 851

02 02

CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

 

223 790 000

207 453 070

 

18 652 433

223 790 000

226 105 503

02 03

INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

 

46 500 000

31 389 364

 

891 684

46 500 000

32 281 048

02 04

SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

1

754 424 535

564 607 908

 

44 759 147

754 424 535

609 367 055

02 05

EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

1

11 700 000

380 537 284

 

6 993 598

11 700 000

387 530 882

 

Titel 02 — Totaal

 

1 157 245 386

1 304 818 477

 

71 296 862

1 157 245 386

1 376 115 339

HOOFDSTUK 02 02 — CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 02

CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

02 02 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

1.1

161 500 000

154 019 206

 

14 980 794

161 500 000

169 000 000

02 02 02

Aanvulling van de werkzaamheden betreffende concurrentievermogen, innovatie en ondernemerschap

02 02 02 01

Bijdrage aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan en lidmaatschap van internationale studiegroepen

1.1

2 290 000

1 877 996

   

2 290 000

1 877 996

02 02 02 02

Voltooiing en aanvulling van de werkzaamheden betreffende het programma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat voornamelijk gericht is op het midden- en kleinbedrijf

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 02 02 02 — Subtotaal

 

2 290 000

1 877 996

   

2 290 000

1 877 996

02 02 03

Verbetering van het ondernemingsklimaat voor het midden- en kleinbedrijf

02 02 03 01

Proefproject — Consolidering van de interne markt — Proefproject „Samenwerking en clustervorming van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb)”

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 03 02

Voorbereidende actie — Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen in de nieuwe financiële omgeving

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 03 04

Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 03 05

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

1.1

p.m.

1 500 000

   

p.m.

1 500 000

02 02 03 06

Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 02 02 03 — Subtotaal

 

p.m.

1 500 000

   

p.m.

1 500 000

02 02 04

Small Business Act

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 07

Proefproject — Maatregelen op het gebied van de textiel- en schoenensector

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 08

Maatregelen in verband met toerisme

02 02 08 01

Voorbereidende actie — Europese topbestemmingen

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 08 02

Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 08 03

Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

1.1

p.m.

700 000

   

p.m.

700 000

02 02 08 04

Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

1.1

2 000 000

1 520 000

   

2 000 000

1 520 000

02 02 08 05

Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

1.1

1 000 000

1 000 000

   

1 000 000

1 000 000

 

Artikel 02 02 08 — Subtotaal

 

3 000 000

3 220 000

   

3 000 000

3 220 000

02 02 09

Voorbereidende actie — De Europese Unie speelt zijn rol in een geglobaliseerde wereld

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

1.1

2 000 000

1 000 000

   

2 000 000

1 000 000

02 02 11

Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

1.1

p.m.

1 350 000

   

p.m.

1 350 000

02 02 12

Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

1.1

p.m.

286 000

   

p.m.

286 000

02 02 13

Voorbereidende actie — Kansen voor de internationalisering van het midden- en kleinbedrijf (mkb)

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 02 15

Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

1.1

55 000 000

43 399 868

 

3 671 639

55 000 000

47 071 507

02 02 16

Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

1.1

p.m.

300 000

   

p.m.

300 000

02 02 17

Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

3.2

p.m.

500 000

   

p.m.

500 000

 

Hoofdstuk 02 02 — Totaal

 

223 790 000

207 453 070

 

18 652 433

223 790 000

226 105 503

02 02 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

161 500 000

154 019 206

 

14 980 794

161 500 000

169 000 000

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel het concurrentievermogen van bedrijven, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf (mkb), te stimuleren, innovatie en onder meer eco-innovatie te bevorderen en bedrijfs- en aan innovatie gerelateerde economische en administratieve hervormingen te steunen.

De uitvoeringsmaatregelen betreffen met name:

 

netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden;

 

markttoepassingsprojecten en andere maatregelen ter ondersteuning van de verbreiding van innovatie;

 

analyse, ontwikkeling en coördinatie van beleid met deelnemende landen;

 

uitwisseling en verspreiding van informatie, bewustmakingscampagnes;

 

steun voor gezamenlijke acties van lidstaten of regio's,

en andere maatregelen die in het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie zijn opgenomen.

De Unie zal steun verlenen aan activiteiten zoals het Enterprise Europe Network, innovatie en bevordering van ondernemerschap. De Unie zal ook eco-innovatieprojecten steunen in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van innovatieve of eco-innovatieve technieken, producten of praktijken van belang voor de Unie die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico's nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de penetratie op de markt te vergemakkelijken.

Omdat de voorbereidende actie „Erasmus voor jonge ondernemers” in 2011 afloopt en pas in 2014 in het nieuwe meerjarig financieel kader zal worden geïntegreerd, is voor de voortzetting ervan financiering nodig voor de jaren 2012 en 2013. Het programma heeft als doel de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen. Een deel van dit krediet moet worden gebruikt om de soepele werking en voortzetting van „Erasmus voor jonge ondernemers” te waarborgen door middel van het programma voor ondernemerschap en innovatie van het CIP, totdat het nieuwe financieel kader is ingevoerd.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Het voorgestelde project beoogt innovatieondersteunende diensten te ontwikkelen en te testen ten behoeve van beginnende Europese kennisbedrijven die gebruikmaken van de uitgebreide netwerken van Europese expatriates in de wetenschappelijke sector en het bedrijfsleven in Silicon Valley. Zo zullen jonge bedrijven sneller toegang tot de overzeese markt krijgen en groeien, en tegelijk hoogwaardige banen scheppen in Europa. Dit vereist een gecoördineerd optreden van de Europese verleners van innovatieondersteuning. Daarom zal in het kader van het project uiteindelijk de haalbaarheid worden onderzocht van een gezamenlijk „Europees innovatiecentrum” op een innovatiehotspot. Dit centrum zal officiële vertegenwoordigingen (kamers van koophandel, consulaten en vertegenwoordigers van bedrijven) en Europese verleners van innovatieondersteuning voor start-ups in contact brengen met Europese ondernemers en wetenschappers die in Silicon Valley wonen en werken, met het oog op een beter gecoördineerde ondersteuning van potentiële groeibedrijven.

Doelgroepen

Centraal in deze actie staat het ontwikkelen en uittesten van innovatieve diensten die jonge kennisbedrijven helpen om snel te groeien en toegang tot kapitaal te krijgen door de netwerken van geëxpatrieerde Europese ondernemers en wetenschappers in Silicon Valley te laten samenwerken met regionale en nationale bureaus voor innovatieondersteuning in Europa.

In elke lidstaat zal één jong kennisbedrijf worden verzocht de diensten uit te testen, eigen netwerken in Silicon Valley op te zetten en feedback te geven over zijn ervaringen en advies te geven over de toekomstige opzet van deze diensten.

De innovatieagentschappen in de lidstaten worden verzocht de jonge bedrijven te selecteren, het project te begeleiden en hun knowhow op het gebied van ondersteuning van jonge bedrijven in te brengen. De bureaus die kantoren hebben in Silicon Valley zal worden verzocht bij te dragen tot de opzet en de verlening van de diensten, met name de verschaffing van kantoorruimte voor jonge Europese bedrijven.

De netwerken van geëxpatrieerde Europese ondernemers en wetenschappers (1) zullen worden verzocht bij te dragen tot de opleiding en networking van jonge Europese bedrijven en de opzet van innovatie-ondersteunende diensten voor jonge kennisbedrijven.

Voorgestelde activiteiten

 

1.

Twee workshops of conferenties (één in de Verenigde Staten, één in Europa) waar Europese verleners van innovatieondersteuning en geëxpatrieerde ondernemers en wetenschappers elkaar kunnen ontmoeten om verder te werken aan een aanpak van de gezamenlijke verlening van ondersteuning voor jonge bedrijven met groeipotentieel.

 

2.

Een begeleidende studie naar de verwachtingen en ervaringen van jonge kennisbedrijven en van de deelnemende netwerken van expats.

 

3.

De opzet en verlening van specifieke ondersteuningsdiensten voor een groep van 27 jonge kennisbedrijven met groeipotentieel uit alle lidstaten. Deze diensten omvatten de organisatie van sectorspecifieke networkingevenementen en opleidingen in Silicon Valley.

 

4.

Een slotconferentie met stakeholders van het Europees Parlement, de diensten van de Commissie, jonge bedrijven die van het proefproject gebruik maken en vertegenwoordigers van de netwerken van expatriates en de innovatieondersteuningsbureaus.

 

5.

Specifieke communicatieacties met betrekking tot de actie.

Een geschikt platform voor de voorgestelde actie is het initiatief ProInno Europe/Europe Innova van het directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie, dat de beleidsontwikkeling en de gezamenlijke dienstverlening van regionale en nationale innovatiebureaus bevordert.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Bovendien dient een deel van dit krediet ter financiering van een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”. Het wordt algemeen erkend dat beroepsmobiliteit van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een veelzijdige beroepsbevolking, de totstandbrenging van een gevoel van Europees burgerschap en de versterking van de concurrentiekracht van Europa. Innovatieve ideeën dienen niet te worden tegengehouden aan de nationale grenzen, ze moeten groeien door middel van kruisbestuiving, toetsing en validatie binnen een zo breed mogelijke Europese pool van talent, faciliteiten, infrastructuur en financiering. Net zoals Europese studenten een beroep kunnen doen op de mobiliteitservaring van het Erasmus-programma, jonge onderzoekers van de Marie Curie-acties en jonge ondernemers van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, verdienen ook jonge innovatoren de kans op grensoverschrijdende mobiliteitservaring, wat de innovatie in Europa vooruit zou helpen. De bestaande mobiliteitsprogramma’s dekken niet alle aspecten die vallen onder de actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”, dat gericht is op het innovatieproces dat bestaat in het ontwikkelen van nieuwe prille ideeën tot demonstratiemodellen. Dit programma is bijvoorbeeld verschillend van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, dat vooral een professioneel uitwisselingsprogramma is dat gericht is op de fase na de innovatie, en dat nieuwe ondernemers in staat stelt zakelijke vaardigheden aan te leren of te verbeteren. Door te zorgen voor een combinatie van de voordelen van mobiliteit, de noodzaak de innovatiekloof te verkleinen en de noodzaak een mentaliteitswijziging teweeg te brengen met het oog op de bevordering van innovatie, vormt het voorstel voor een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” een concrete stap met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, en met name de vlaggeschipinitiatieven „Innovatie-Unie” en „Jeugd in beweging”.

De actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” heeft tot doel ten minste 100 jonge innovatoren te steunen. Mobiliteit voor jonge innovatoren wordt georganiseerd als een residentieprogramma voor mobiliteit en innovatie zonder grenzen, dat jonge (25-36 jaar oud) en potentiële (18-24 jaar oud) innovatoren in staat stelt te werken aan hun eigen prille ideeën als „Jonge bezoekende innovator” bij een gastorganisatie, zoals een groot of klein bedrijf, een startende onderneming, een laboratorium, een universiteit, een instelling, een overheidsagentschap of een ngo.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 02 15

Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

55 000 000

43 399 868

 

3 671 639

55 000 000

47 071 507

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

initiële operationele GMES-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd;

 

bij te dragen tot het garanderen van de beschikbaarheid van de observatie-infrastructuur die voor de levering van GMES-diensten noodzakelijk is;

 

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker te maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

De ontwikkeling van diensten die op monitoring van de aarde gebaseerd zijn, speelt vooral een essentiële rol bij de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie in bedrijven in deze sector en in de downstreammarkten. In Europa vergt de duurzame levering van diensten die verband houden met monitoring van de aarde nog steeds een consequent overheidsoptreden. Dit is niet alleen het gevolg van de markttekortkomingen waardoor niet aan diverse overheidsbehoeften wordt voldaan, maar ook van het feit dat de downstreammarkt een onvolgroeide markt is die sterk afhankelijk is van overheidsfinanciering en waarvan de ontwikkeling tot op heden sterk wordt ingetoomd door onzekerheden omtrent de betaalbaarheid en de beschikbaarheid op lange termijn van de basisdiensten en de gegevens waarop zij bouwen. Wanneer de bovengenoemde specifieke doelstellingen worden verwezenlijkt, zal dat bijdragen tot de groei en de schepping van werkgelegenheid in een innovatieve sector, waarvan het downstreamsegment vooral uit kleine en middelgrote bedrijven bestaat. Deze diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op uniaal, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient eveneens ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten, onder meer van de huishoudelijke kosten die zijn gemaakt door entiteiten waaraan de Commissie taken voor het GMES-programma delegeert, overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 911/2010 en artikel 54 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2010/67/EU van de Commissie van 5 februari 2010 tot oprichting van de GMES-partnerraad (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 23).

HOOFDSTUK 02 03 — INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 03

INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie

1.1

19 300 000

14 260 576

 

227 292

19 300 000

14 487 868

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen

02 03 03 01

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot de titels 1 en 2

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 03 03 02

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot titel 3

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 02 03 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 03 04

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 04 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

1.1

23 500 000

16 061 895

 

664 392

23 500 000

16 726 287

02 03 04 02

Steun aan organisaties die het mkb en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

1.1

3 700 000

691 893

   

3 700 000

691 893

 

Artikel 02 03 04 — Subtotaal

 

27 200 000

16 753 788

 

664 392

27 200 000

17 418 180

02 03 05

Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

2

p.m.

375 000

   

p.m.

375 000

 

Hoofdstuk 02 03 — Totaal

 

46 500 000

31 389 364

 

891 684

46 500 000

32 281 048

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 300 000

14 260 576

 

227 292

19 300 000

14 487 868

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de maatregelen die moeten bijdragen tot de werking van de interne markt:

 

harmonisatie van normen en totstandbrenging van een informatiesysteem op het gebied van normen en technische voorschriften;

 

financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties;

 

onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten en de EVA-staten kennis is gegeven en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften;

 

toepassing van het Unierecht op het gebied van medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, geneesmiddelen, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en preparaten, auto’s en veiligheid, en kwaliteit van het milieu;

 

sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren;

 

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel voor de infrastructuren als voor het markttoezicht;

 

uitvoeringsmaatregelen voor Verordening (EG) nr. 764/2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht;

 

uitvoeringsmaatregelen voor Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie;

 

organisatie van partnerschappen met de lidstaten, steun voor administratieve samenwerking tussen de autoriteiten die bevoegd zijn voor markttoezicht en de tenuitvoerlegging van de internemarktwetgeving;

 

subsidies ter ondersteuning van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie;

 

informatie- en communicatieacties, verbetering van de kennis van de wet- en regelgeving van de Unie;

 

uitvoering van het strategische programma voor de interne markt en toezicht op de markt;

 

subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor technische goedkeuring (EOTA);

 

subsidie voor de Raad van Europa in het kader van het Verdrag inzake een Europese farmacopee;

 

deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).

Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).

Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).

Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).

Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).

Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen (PB L 52 van 4.3.1993, blz. 18).

Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 74 van 27.3.1993, blz. 74).

Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).

Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).

Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).

Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).

Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).

Richtlijn 96/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 60 van 1.3.1997, blz. 59).

Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA's) (document 8453/97).

Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).

Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).

Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).

Richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, uitstoot van motorvoertuigen, explosieven, pyrotechnische artikelen enz.

Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).

Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).

Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).

Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).

Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PB L 106 van 3.5.2000, blz. 21).

Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).

Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2580/2000 van de Raad van 20 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).

Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).

Richtlijn 2003/102/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (gecodificeerde versie) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).

Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (gecodificeerde versie) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).

Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).

02 03 04

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 04 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 500 000

16 061 895

 

664 392

23 500 000

16 726 287

Toelichting

Oud artikel 02 03 04

In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor normalisatie (CEN) en Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen;

 

de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten;

 

de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten;

 

versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten;

 

bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop;

 

steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan;

 

acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie;

 

de secretariaten van de technische comités;

 

de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen;

 

samenwerkings- en bijstandsprogramma’s voor derde landen;

 

de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken;

 

de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden;

 

de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten;

 

de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.).

De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te brengen door overleg met de voornaamste betrokkenen: bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, van het midden- en kleinbedrijf, nationale en Europese normalisatie-instellingen, uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.

In het geval van IT-apparatuur zijn met het oog op de interoperabiliteit in Beschikking 87/95/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de normalisatie op het gebied van de informatietechnologieën en de telecommunicatie (PB L 36 van 7.2.1987, blz. 31) specifieke bepalingen opgenomen volgens welke de lidstaten ervoor moeten zorgen dat in overheidsopdrachten Europese of internationale normen worden vermeld.

Rechtsgronden

Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).

Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 04 02

Steun aan organisaties die het mkb en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 700 000

691 893

   

3 700 000

691 893

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de werking en de activiteiten van Europese niet-gouvernementele en non-profitorganisaties die de belangen van het mkb en de consumenten, alsmede de belangen van het milieu en de samenleving bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen.

Zulke vertegenwoordiging bij normalisatiewerkzaamheden op Europees niveau maakt deel uit van het statutair doel van deze organisaties en zij hebben van nationale non-profitorganisaties uit ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht gekregen deze belangen te vertegenwoordigen.

Bijdragen aan deze Europese organisaties werden vroeger gedekt door het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, het consumentenbeleid en het financieringsinstrument voor het milieu (Life +). In haar recente voorstel voor een verordening betreffende Europese normalisatie heeft de Commissie voorgesteld om de door specifieke programma’s gefinancierde acties op het gebied van normalisatie in één rechtshandeling samen te brengen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life +) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 17).

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

HOOFDSTUK 02 04 — SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 04

SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

02 04 01

Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid

02 04 01 01

Onderzoek op het gebied van ruimtevaart

1.1

312 710 000

271 517 662

 

13 287 956

312 710 000

284 805 618

02 04 01 02

Onderzoek op het gebied van veiligheid

1.1

300 730 000

186 709 387

 

17 483 995

300 730 000

204 193 382

02 04 01 03

Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)

1.1

140 984 535

106 084 333

 

13 987 196

140 984 535

120 071 529

 

Artikel 02 04 01 — Subtotaal

 

754 424 535

564 311 382

 

44 759 147

754 424 535

609 070 529

02 04 02

Voorbereidende actie — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 04 03

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

02 04 04

Voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma’s

02 04 04 01

Voltooiing van programma’s van vóór 2003

1.1

p.m.

   

p.m.

02 04 04 02

Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap (2003-2006)

1.1

296 526

   

296 526

 

Artikel 02 04 04 — Subtotaal

 

296 526

   

296 526

 

Hoofdstuk 02 04 — Totaal

 

754 424 535

564 607 908

 

44 759 147

754 424 535

609 367 055

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen in dit hoofdstuk.

Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.

Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.

Deze kredieten zullen worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 02 04 03.

02 04 01

Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid

02 04 01 01

Onderzoek op het gebied van ruimtevaart

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

312 710 000

271 517 662

 

13 287 956

312 710 000

284 805 618

Toelichting

De acties die op dit gebied worden uitgevoerd, hebben tot doel een Europees ruimteprogramma te ondersteunen dat zich vooral toespitst op toepassingen zoals GMES (Global Monitoring for Environment and Security — wereldwijde monitoring van milieu en veiligheid) met voordelen voor de burgers en het concurrentievermogen van de Europese industrie, alsook de grondslagen van de ruimtevaart te versterken met in het bijzonder voordelen voor het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een Europees ruimtevaartbeleid waarmee de inspanningen van de lidstaten en andere hoofdrolspelers, zoals het Europees Ruimteagentschap, worden aangevuld. Verwacht wordt dat onderzoek op het gebied van ruimtevaart aanzienlijk zal bijdragen tot de prioriteiten van de Europa 2020-strategie, in het bijzonder wat het aanpakken van grote maatschappelijke uitdagingen, de bijdrage tot een slimme en duurzame groei en innovatie betreft.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 01 02

Onderzoek op het gebied van veiligheid

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 730 000

186 709 387

 

17 483 995

300 730 000

204 193 382

Toelichting

De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is de technologieën en kennis te ontwikkelen die nodig zijn voor het opbouwen van capaciteiten waarbij de nadruk op civiele toepassing ligt teneinde de burger te beschermen tegen dreigingen zoals terrorisme en criminaliteit, alsmede tegen de effecten van ongewilde incidenten zoals natuurrampen en industriële ongevallen; te zorgen voor een optimaal en gecoördineerd gebruik van beschikbare en zich ontwikkelende technologieën ten behoeve van de Europese veiligheid met inachtneming van de fundamentele mensenrechten; de samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen te stimuleren; door middel van deze activiteiten de technologische basis van de Europese beveiligingsindustrie te versterken en tegelijkertijd het concurrentievermogen ervan te verbeteren. In dit verband moeten speciale inspanningen worden verricht voor de ontwikkeling van een Europese strategie voor cyberveiligheid.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 01 03

Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

140 984 535

106 084 333

 

13 987 196

140 984 535

120 071 529

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor de ontwikkeling van het Europees satellietnavigatiesysteem (Galileo) voor alle vervoerswijzen, met inbegrip van intermodaliteit, met het oog op de volgende technologische generatie.

Het is de bedoeling dat deze onderzoeksmaatregelen tot een verbetering van het vervoer bijdragen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 02 05 — EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 05

EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

02 05 01

Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

1.1

p.m.

368 837 284

 

6 993 598

p.m.

375 830 882

02 05 02

Europees GNSS-Agentschap (GSA)

02 05 02 01

Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

9 337 065

9 337 065

   

9 337 065

9 337 065

02 05 02 02

Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titel 3

1.1

2 362 935

2 362 935

   

2 362 935

2 362 935

 

Artikel 02 05 02 — Subtotaal

 

11 700 000

11 700 000

   

11 700 000

11 700 000

 

Hoofdstuk 02 05 — Totaal

 

11 700 000

380 537 284

 

6 993 598

11 700 000

387 530 882

02 05 01

Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

368 837 284

 

6 993 598

p.m.

375 830 882

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op medefinanciering van:

 

activiteiten die verband houden met de afronding van de ontwikkelingsfase;

 

activiteiten die verband houden met de stationeringsfase, die de bouw en de lancering van de satellieten en de volledige totstandbrenging van de grondinfrastructuur omvat;

 

de eerste reeks activiteiten in verband met de start van de exploitatiefase, die enerzijds het beheer van de satelliet- en grondinfrastructuur en anderzijds de permanente onderhouds- en bijwerkingswerkzaamheden omvat.

Overeenkomstig het financieel memorandum bij het voorstel van Verordening (EG) nr. 683/2008 is er voor de begroting voor 2013 niet in vastleggingen voorzien.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).

TITEL 04

WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

 

94 756 546

94 756 546

   

94 756 546

94 756 546

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

1

11 804 862 310

12 221 049 142

 

1 137 508 709

11 804 862 310

13 358 557 851

04 03

WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

1

79 097 000

58 354 054

   

79 097 000

58 354 054

04 04

WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

1

122 286 000

108 376 020

   

122 286 000

108 376 020

04 05

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

1

p.m.

58 454 161

   

p.m.

58 454 161

04 06

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

4

113 157 077

52 738 938

 

12 413 636

113 157 077

65 152 574

 

Titel 04 — Totaal

 

12 214 158 933

12 593 728 861

 

1 149 922 345

12 214 158 933

13 743 651 206

HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

799 461 133

 

146 724 713

p.m.

946 185 846

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006)

1.2

p.m.

55 024 594

   

p.m.

55 024 594

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

1.2

p.m.

7 000 000

   

p.m.

7 000 000

04 02 09

Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006)

1.2

p.m.

   

p.m.

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

1.2

   

04 02 17

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

1.2

8 354 332 569

8 471 518 565

 

566 481 435

8 354 332 569

9 038 000 000

04 02 18

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

04 02 19

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1.2

3 440 529 741

2 881 544 850

 

424 302 561

3 440 529 741

3 305 847 411

04 02 20

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

1.2

10 000 000

6 500 000

   

10 000 000

6 500 000

 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

11 804 862 310

12 221 049 142

 

1 137 508 709

11 804 862 310

13 358 557 851

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annuleringsrisico's of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald, hetgeen niet tot gevolg heeft dat het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst wordt verminderd. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor terugbetaling van voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, om 500 000 000 EUR voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

799 461 133

 

146 724 713

p.m.

946 185 846

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 17

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 354 332 569

8 471 518 565

 

566 481 435

8 354 332 569

9 038 000 000

Toelichting

Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, als gevolg van de versnelling van de economische en sociale herstructurering en van de veroudering van de bevolking.

Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale insluiting, en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

De convergentiedoelstelling beoogt de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de verbetering van de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in fysiek en menselijk kapitaal, de ontwikkeling van de innovatie en van de kennismaatschappij, het vermogen zich aan economische en sociale veranderingen aan te passen, milieubescherming en -verbetering en bestuurlijke efficiëntie. Deze doelstelling vormt de prioriteit van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van een verbetering van de kinderopvang, om kinderen de kans te geven te leven in een familiale omgeving. Deze steun omvat:

 

samenwerking tussen en technische steun voor niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden, onder meer door hen te helpen bij het te weten komen welke projecten in aanmerking komen voor Uniefinanciering;

 

identificatie en uitwisseling van beste praktijken alsook een bredere toepassing van deze praktijken, met inbegrip van grondig toezicht op het niveau van het kind.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om het probleem aan te pakken van intraregionale verschillen en om specifieke bijstand te verlenen aan personen die wonen in achtergestelde territoriale eenheden in de Europese regio's waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede. Bij deze bijstand moet vooral worden gefocust op:

 

de integratie van gemeenschappen met zichzelf bestendigende armoede in de mainstream van de regionale bevolking, via civiele educatie en de bevordering van verdraagzaamheid en cultureel begrip;

 

een versterking van de plaatselijke autoriteiten met betrekking tot de evaluatie van de behoeften, projectplanning en projectuitvoering;

 

het terugdringen van de intraregionale economische en sociale verschillen via een tijdelijke reeks positieve acties, met focus op werkgelegenheid en onderwijs.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 19

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 440 529 741

2 881 544 850

 

424 302 561

3 440 529 741

3 305 847 411

Toelichting

Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

De doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, die geldt voor andere dan de minst ontwikkelde regio’s, beoogt om het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s alsmede de werkgelegenheid te vergroten door op economische en sociale veranderingen, inclusief die welke met de vrijmaking van de handel verband houden, te anticiperen via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in menselijk kapitaal, innovatie en de bevordering van de kennismaatschappij, ondernemerschap, milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de toegankelijkheid, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, en de ontwikkeling van inclusieve arbeidsmarkten. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

HOOFDSTUK 04 06 — INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 06

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

04 06 01

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

4

113 157 077

52 738 938

 

12 413 636

113 157 077

65 152 574

 

Hoofdstuk 04 06 — Totaal

 

113 157 077

52 738 938

 

12 413 636

113 157 077

65 152 574

04 06 01

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

113 157 077

52 738 938

 

12 413 636

113 157 077

65 152 574

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de steun van de Unie aan de kandidaat-landen die onder het IPA vallen, voor hun geleidelijke aanpassing aan de normen en het beleid van de Unie, waar van toepassing met inbegrip van het acquis van de Unie, met het oog op toetreding. De afdeling Ontwikkeling van het menselijke potentieel dient ter ondersteuning van landen bij de ontwikkeling van beleid en de voorbereiding van de tenuitvoerlegging en het beheer van het cohesiebeleid van de Unie, in het bijzonder de voorbereiding van deze landen op het Europees Sociaal Fonds.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

TITEL 05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

133 234 504

133 234 504

   

133 234 504

133 234 504

05 02

INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

2

2 773 440 000

2 772 526 798

   

2 773 440 000

2 772 526 798

05 03

RECHTSTREEKSE STEUN

2

40 931 900 000

40 931 900 000

   

40 931 900 000

40 931 900 000

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

2

14 804 955 797

12 861 586 520

 

161 000 000

14 804 955 797

13 022 586 520

05 05

PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

4

259 328 000

81 470 000

   

259 328 000

81 470 000

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

4

6 629 000

5 069 602

   

6 629 000

5 069 602

05 07

AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

2

–84 900 000

–84 900 000

   

–84 900 000

–84 900 000

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

2

27 307 342

33 470 205

   

27 307 342

33 470 205

 

Titel 05 — Totaal

 

58 851 894 643

56 734 357 629

 

161 000 000

58 851 894 643

56 895 357 629

HOOFDSTUK 05 04 — PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

05 04 01

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

05 04 01 14

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 05 04 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 04 02

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s

05 04 02 01

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

62 376 271

 

121 133 000

p.m.

183 509 271

05 04 02 02

Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

2

p.m.

1 423 617

 

765 485

p.m.

2 189 102

05 04 02 03

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 04 02 04

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 04 02 05

Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 04 02 06

Voltooiing van Leader (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 04 02 07

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 04 02 08

Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 04 02 09

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 05 04 02 — Subtotaal

 

p.m.

63 799 888

 

121 898 485

p.m.

185 698 373

05 04 03

Overige maatregelen

05 04 03 01

Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

2

1 500 000

750 000

   

1 500 000

750 000

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 05 04 03 — Subtotaal

 

1 500 000

750 000

   

1 500 000

750 000

05 04 04

Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 04 05

Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

2

14 788 920 797

12 787 822 799

 

39 101 515

14 788 920 797

12 826 924 314

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

2

14 535 000

8 463 833

   

14 535 000

8 463 833

05 04 05 03

Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

2

p.m.

750 000

   

p.m.

750 000

 

Artikel 05 04 05 — Subtotaal

 

14 803 455 797

12 797 036 632

 

39 101 515

14 803 455 797

12 836 138 147

 

Hoofdstuk 05 04 — Totaal

 

14 804 955 797

12 861 586 520

 

161 000 000

14 804 955 797

13 022 586 520

05 04 02

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat de nodige financiële correcties moeten worden verricht. De eventueel hieruit voortvloeiende ontvangsten worden geboekt op post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Met deze ontvangsten kunnen, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, aanvullende kredieten worden geopend in specifieke gevallen waarin die nodig zijn om het risico dat vooraf vastgestelde correcties worden geannuleerd of verlaagd, te dekken.

Rechtsgronden

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald:

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

05 04 02 01

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

62 376 271

 

121 133 000

p.m.

183 509 271

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 02

Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 423 617

 

765 485

p.m.

2 189 102

Toelichting

Het speciaal programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van de nog resterende betaalbaar te stellen verplichtingen van de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

05 04 02 03

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 04

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5b.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 05

Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 06

Voltooiing van Leader (2000-2006)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resterende uit de programmeringsperiode 2000-2006 uit het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) (PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5).

05 04 02 07

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

05 04 02 08

Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in vorige programmeringsperioden zijn aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien.

Voorts dient het ter dekking van resterende bedragen in verband met oude meerjarenacties, en met name voor die acties welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen.

In voorkomend geval zal dit krediet ook worden aangewend voor de dekking van de bedragen die in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 09

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, van resterende betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2000-2006 voor maatregelen op het gebied van technische bijstand waarin artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet. De technische bijstand omvat de voorbereidings-, toezicht-, evaluatie-, controle- en beheersmaatregelen die voor de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, nodig zijn. In dit kader kan dit krediet in het bijzonder worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven in verband met voorlichting en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en telecommunicatietechnologie;

 

contracten met dienstverleners;

 

subsidies.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 05

Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement..

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr.1782/2003 voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 788 920 797

12 787 822 799

 

39 101 515

14 788 920 797

12 826 924 314

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2007-2013.

Van het totale bedrag aan vastleggingskredieten in deze post heeft 2 355 300 000 EUR betrekking op de verplichte modulatie in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009. Bovendien heeft een bedrag van 347 900 000 EUR betrekking op de vrijwillige modulatie in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 378/2007. Alle soorten maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over de actie die is ondernomen naar aanleiding van de nieuwe uitdagingen in het kader van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen, ook in de zuivelsector.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 535 000

8 463 833

   

14 535 000

8 463 833

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.

Een deel van dit krediet dient voor de gestage uitbreiding van het Europees solidariteitsnetwerk voor het platteland, dat ondertussen twee jaar werkzaam is.

 

1.

Doel: tot stand brengen van een Europese ruimte van solidariteit, preventie en onderzoek

 

Fase 1: consolidering van het huidige solidariteitsnetwerk.

 

Fase 2: uitbreiding van het netwerk om andere Europese landen de opgebouwde expertise te bieden, zodat er preventieve acties kunnen worden gestart om de werkgelegenheid in de landbouw en de economische levensvatbaarheid van de plattelandsgebieden te behouden. De bestaande regelingen op het gebied van de alomvattende ondersteuning moeten met spoed worden uitgewisseld en geformaliseerd, en er moet van gedachten worden gewisseld over wat onder precaire situaties verstaan wordt, zodat die kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van gemeenschappelijke criteria in de vorm van „alarmsignalen”. Deze preventie-instrumenten zullen pas opgerichte steunverenigingen helpen om de moeilijkheden waarmee plattelandsgebieden worden geconfronteerd, doeltreffender aan te pakken.

 

2.

Te ondernemen acties: verspreiding van preventie-instrumenten

De volgende preventie-instrumenten moeten zo breed mogelijk onder de Europese landbouwers worden verspreid:

 

„alarmsignalen”: kaderinstrument voor het voorkomen en de zelfbeoordeling van de moeilijkheden door landbouwers. Dit instrument zal landbouwers in staat stellen precies te bepalen hoe slecht hun situatie is, zodat ze steun kunnen zoeken bij agentschappen die hen kunnen helpen hun moeilijkheden in een zo vroeg mogelijk stadium te overwinnen;

 

„vereenvoudigd beheersinstrument”: met dit instrument voor het zelf beoordelen van de financiële situatie van zijn bedrijf kan de landbouwer anticiperen op de moeilijkheden, vaststellen over welk investerings- of diversificatiepotentieel hij beschikt en zijn herstelplan op de voet volgen. Elke vereniging op nationaal niveau organiseert cursussen in het gebruik van dit vereenvoudigd beheersinstrument. De cursussen zijn bestemd voor degenen die landbouwers die in moeilijkheden verkeren opvangen en begeleiden.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

05 04 05 03

Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

   

p.m.

750 000

Toelichting

Dit proefproject dient voor het opstarten van een uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers, met als doel grensoverschrijdende uitwisselingen van beste praktijken op het vlak van landbouwbeheer mogelijk te maken, met name met betrekking tot de uitdagingen waarmee de Europese landbouw te maken krijgt, om op die manier een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de plattelandsgebieden in Europa.

Dit programma biedt jonge landbouwers een unieke kans om uit de eerste hand kennis te nemen van de diverse landbouwpraktijken in de Unie door tijd door te brengen op boerderijen in verschillende lidstaten. Deze uitwisseling van kennis en ervaringen tussen jonge Europese landbouwers stelt hen beter in staat de uitdagingen tegemoet te treden die worden gesteld door de Europese consumenten, bij te dragen aan de voedselveiligheid en andere uitdagingen aan te gaan waar de Europese landbouw mee te maken heeft, zoals het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, verlies van biodiversiteit en koolstofopslag.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 07

MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN”

 

97 012 878

97 012 878

   

97 012 878

97 012 878

07 02

MONDIALE MILIEU- EN KLIMAATACTIEVRAAGSTUKKEN

4

3 200 000

3 121 048

   

3 200 000

3 121 048

07 03

ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

2

374 470 397

275 469 859

 

6 496 799

374 470 397

281 966 658

07 12

UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN

2

20 700 000

19 076 489

   

20 700 000

19 076 489

07 13

MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATACTIE

2

3 000 000

3 000 000

   

3 000 000

3 000 000

 

Titel 07 — Totaal

 

498 383 275

397 680 274

 

6 496 799

498 383 275

404 177 073

HOOFDSTUK 07 03 — ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 03

ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

07 03 01

Voltooiing van maatregelen betreffende de bescherming van de bossen

2

p.m.

   

p.m.

07 03 03

Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel I (natuurbescherming)

2

7 709 669

   

7 709 669

07 03 04

Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel II (milieubescherming)

2

889 577

   

889 577

07 03 06

Voltooiing van bewustmakings- en andere algemene activiteiten in verband met communautaire actieprogramma’s op milieugebied

2

p.m.

   

p.m.

07 03 07

Life + (Financieel Instrument voor het milieu — 2007-2013)

2

325 541 000

214 071 216

 

6 496 799

325 541 000

220 568 015

07 03 09

Bijdrage aan het Europees Milieuagentschap

07 03 09 01

Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2

2

22 835 305

22 835 305

   

22 835 305

22 835 305

07 03 09 02

Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titel 3

2

12 962 092

12 962 092

   

12 962 092

12 962 092

 

Artikel 07 03 09 — Subtotaal

 

35 797 397

35 797 397

   

35 797 397

35 797 397

07 03 10

Voorbereidende actie — Natura 2000

2

   

07 03 11

Proefproject — Bescherming en instandhouding van de bossen

2

   

07 03 12

Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

2

p.m.

250 000

   

p.m.

250 000

07 03 13

Voorbereidende actie — Een geïntegreerd systeem voor communicatie en risicobeheer in kustgebieden

2

p.m.

   

p.m.

07 03 15

Proefproject — Handel in zwaveldioxide- en stikstofoxide-emissierechten in de Oostzeeregio

2

   

07 03 16

Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

2

p.m.

   

p.m.

07 03 17

Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

2

1 200 000

   

1 200 000

07 03 18

Proefproject — Recycling van oude schepen die niet voor visserij worden gebruikt

2

p.m.

   

p.m.

07 03 19

Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

2

390 000

   

390 000

07 03 21

Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

2

370 000

   

370 000

07 03 22

Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

2

p.m.

   

p.m.

07 03 24

Proefproject — Een Europees terugbetalingsstelsel voor aluminium drankblikjes

2

p.m.

   

p.m.

07 03 25

Voltooiing van de ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven

2

p.m.

   

p.m.

07 03 26

Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

2

185 000

   

185 000

07 03 27

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

2

2 000 000

2 000 000

   

2 000 000

2 000 000

07 03 28

Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

2

325 000

   

325 000

07 03 29

Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

2

p.m.

800 000

   

p.m.

800 000

07 03 30

Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

2

p.m.

375 000

   

p.m.

375 000

07 03 31

Proefproject — Vergelijkende studie van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen in de Unie

2

600 000

   

600 000

07 03 32

Proefproject — Langetermijngevolgen van koolstofneutrale huisvesting voor afvalwatersystemen

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

07 03 33

Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

2

p.m.

250 000

   

p.m.

250 000

07 03 34

Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

2

p.m.

125 000

   

p.m.

125 000

07 03 35

Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

2

p.m.

500 000

   

p.m.

500 000

07 03 36

Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

2

2 000 000

1 000 000

   

2 000 000

1 000 000

07 03 37

Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

2

1 500 000

750 000

   

1 500 000

750 000

07 03 60

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage van rubriek 2

07 03 60 01

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titels 1 en 2 van rubriek 2

2

3 956 133

3 956 133

   

3 956 133

3 956 133

07 03 60 02

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titel 3 van rubriek 2

2

2 114 367

2 114 367

   

2 114 367

2 114 367

 

Artikel 07 03 60 — Subtotaal

 

6 070 500

6 070 500

   

6 070 500

6 070 500

07 03 70

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

07 03 70 01

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titels 1 en 2

2

590 000

590 000

   

590 000

590 000

07 03 70 02

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titel 3

2

971 500

971 500

   

971 500

971 500

 

Artikel 07 03 70 — Subtotaal

 

1 561 500

1 561 500

   

1 561 500

1 561 500

07 03 72

Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

2

p.m.

250 000

   

p.m.

250 000

 

Hoofdstuk 07 03 — Totaal

 

374 470 397

275 469 859

 

6 496 799

374 470 397

281 966 658

07 03 07

Life + (Financieel Instrument voor het milieu — 2007-2013)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

325 541 000

214 071 216

 

6 496 799

325 541 000

220 568 015

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële ondersteuning van maatregelen en projecten die bijdragen tot de uitvoering, actualisering en ontwikkeling van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie, met inbegrip van de integratie van het milieuaspect in andere beleidstakken als bijdrage tot duurzame ontwikkeling. In het bijzonder dient het Life +-programma de uitvoering te ondersteunen van het Zesde Milieuactieprogramma, met inbegrip van de thematische strategieën, en maatregelen en projecten te financieren met een Europese toegevoegde waarde op drie prioritaire gebieden: natuur en biodiversiteit, milieubeleid en -governance, en informatie en communicatie.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

actiesubsidies voor innovatieve en/of demonstratieprojecten via een jaarlijkse oproep tot het indienen van voorstellen, waarbij steun wordt gegeven aan:

 

„beste praktijk”- of demonstratieprojecten ter uitvoering van de Richtlijnen 79/409/EEG en 2009/147/EG of Richtlijn 92/43/EEG, met inbegrip van beheer van gebieden en soorten en gebiedsplanning, met inbegrip van de verbetering van de ecologische samenhang van het Natura 2000-netwerk; monitoring van de instandhoudingsstatus, met inbegrip van — maar niet beperkt tot — de uitwerking van procedures en structuren van dergelijke monitoring, de ontwikkeling en uitvoering van instandhoudingsactieplannen voor soorten en habitats, de uitbreiding van het Natura 2000-netwerk met mariene gebieden en, in beperkte gevallen, de aankoop van land;

 

innovatieve of demonstratieprojecten in verband met milieudoelstellingen van de Unie, m.i.v. de ontwikkeling of verspreiding van „beste praktijk”-technieken, knowhow en technologie;

 

bewustmakingscampagnes, conferenties en opleiding, met inbegrip van de opleiding voor personeel dat betrokken is bij brandpreventieoperaties;

 

projecten ten behoeve van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van doelstellingen van de Unie inzake breed georiënteerde, geharmoniseerde, veelomvattende langetermijnmonitoring van bossen en milieu-interacties;

 

zoals in Verordening (EG) nr. 614/2007 is voorgeschreven, dient ten minste 78 % van het programmabudget te worden besteed aan projecten die met actiesubsidies worden ondersteund, en daarvan moet ten minste 50 % worden besteed aan steun voor natuurbehoud en biodiversiteit;

 

ondersteuning van de operationele activiteiten van niet-gouvernementele organisaties (ngo's) die zich hoofdzakelijk bezighouden met de bescherming en verbetering van het milieu op uniaal niveau en die betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie;

 

maatregelen ter ondersteuning van de initiatiefrol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van milieubeleid, door middel van:

 

studies en evaluaties;

 

diensten die de uitvoering en integratie van milieubeleid en -wetgeving tot doel hebben;

 

seminars en workshops met deskundigen en belanghebbenden;

 

ontwikkeling en onderhoud van netwerken, databanken en informatie- en computersystemen die rechtstreeks samenhangen met de uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie, met name als zij de toegankelijkheid van milieu-informatie voor het publiek vergroten. De gedekte uitgaven omvatten de kosten van de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatie- en communicatiesystemen. Zij omvatten ook de kosten van projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in verband met de implementatie van deze systemen;

 

informatie-, bekendmakings- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van communicatieacties en -campagnes, evenementen, conferenties, workshops, tentoonstellingen en soortgelijke bewustmakingsactiviteiten.

De in het kader van Life + gefinancierde projecten en maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies of gunningsprocedures.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het Financieringsinstrument voor het milieu (Life +) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

TITEL 08

ONDERZOEK

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK”

 

346 871 798

346 871 798

   

346 871 798

346 871 798

08 02

SAMENWERKING — GEZONDHEID

1

1 011 075 530

770 595 824

 

72 065 094

1 011 075 530

842 660 918

08 03

SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

1

363 076 419

300 674 807

 

22 729 193

363 076 419

323 404 000

08 04

SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN

1

621 408 062

504 625 722

   

621 408 062

504 625 722

08 05

SAMENWERKING — ENERGIE

1

218 718 047

158 055 057

 

6 993 598

218 718 047

165 048 655

08 06

SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

1

340 570 726

269 105 802

 

13 987 196

340 570 726

283 092 998

08 07

SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART)

1

560 200 746

444 884 572

   

560 200 746

444 884 572

08 08

SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

1

112 677 988

63 586 684

 

4 369 250

112 677 988

67 955 934

08 09

SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

08 10

IDEEËN

1

1 714 721 109

1 014 719 704

 

12 238 796

1 714 721 109

1 026 958 500

08 12

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

1

74 993 775

128 562 844

   

74 993 775

128 562 844

08 13

CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

1

274 436 455

229 292 524

 

6 993 598

274 436 455

236 286 122

08 14

CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

1

27 351 639

18 316 022

 

953 577

27 351 639

19 269 599

08 15

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

1

74 266 567

55 972 979

 

281 492

74 266 567

56 254 471

08 16

CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

1

63 656 771

37 366 692

 

2 797 439

63 656 771

40 164 131

08 17

CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN

1

39 858 805

27 329 402

   

39 858 805

27 329 402

08 18

CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

1

50 221 512

49 975 197

 

262 529

50 221 512

50 237 726

08 19

CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID

1

13 470 414

8 912 772

   

13 470 414

8 912 772

08 20

EURATOM — FUSIE-ENERGIE

1

937 673 290

573 362 274

   

937 673 290

573 362 274

08 21

EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

1

56 086 380

54 144 745

 

100 000

56 086 380

54 244 745

08 22

VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN

1

p.m.

31 815 789

   

p.m.

31 815 789

08 23

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Titel 08 — Totaal

 

6 901 336 033

5 088 171 210

 

143 771 762

6 901 336 033

5 231 942 972

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van deze titel (uitgezonderd hoofdstuk 08 22).

Deze kredieten worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1) en Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Op alle kredieten van deze titel is dezelfde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van toepassing als die welke wordt gebruikt in de horizontale specifieke programma’s voor kmo’s binnen hetzelfde kaderprogramma. Deze definitie luidt als volgt:„Een midden- en kleinbedrijf dat in aanmerking komt, is een juridische entiteit die voldoet aan de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, en geen onderzoekscentrum, onderzoeksinstituut, organisatie die contractonderzoek verricht of consultantsbedrijf is”. Alle onderzoeksactiviteiten die worden verricht krachtens het zevende kaderprogramma, worden uitgevoerd in overeenstemming met fundamentele ethische beginselen (overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1), en vereisten inzake dierenwelzijn. Deze omvatten met name de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s en analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor uniale actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor informatie en publicaties, de administratieve en technische huishoudelijke uitgaven en een aantal andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, waaronder uitgaven voor de acties en initiatieven die nodig zijn voor het opstellen en opvolgen van de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTD).

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of organisaties uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die betrokken zijn bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdrage van externe instellingen aan uniale activiteiten worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

De extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 08 22 04.

Teneinde in staat te zijn het doel van 15 % kmo-participatie in met dit krediet gefinancierde projecten te halen, zoals vastgelegd in Besluit nr. 1982/2006/EG, zijn meer specifieke acties noodzakelijk. Projecten die zijn goedgekeurd in het kader van de specifieke kmo-programma’s dienen in aanmerking te kunnen komen voor financiering uit hoofde van het thematische programma wanneer zij voldoen aan de noodzakelijke (thematische) vereisten.

HOOFDSTUK 08 02 — SAMENWERKING — GEZONDHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 02

SAMENWERKING — GEZONDHEID

08 02 01

Samenwerking — Gezondheid

1.1

799 767 530

665 685 019

 

72 065 094

799 767 530

737 750 113

08 02 02

Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

1.1

207 068 000

100 719 908

   

207 068 000

100 719 908

08 02 03

Samenwerking — Gezondheid — Ondersteuningsuitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

1.1

4 240 000

4 190 897

   

4 240 000

4 190 897

 

Hoofdstuk 08 02 — Totaal

 

1 011 075 530

770 595 824

 

72 065 094

1 011 075 530

842 660 918

08 02 01

Samenwerking — Gezondheid

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

799 767 530

665 685 019

 

72 065 094

799 767 530

737 750 113

Toelichting

De acties op het gebied van gezondheid beogen de verbetering van de gezondheid van de burgers van Europa en de opvoering van het concurrentievermogen van Europese industrieën en bedrijven in de gezondheidssector, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan mondiale gezondheidsaspecten zoals opkomende epidemieën De nadruk zal liggen op translationeel onderzoek (omzetting van fundamentele ontdekkingen in klinische toepassingen), de ontwikkeling en validering van nieuwe therapieën, methoden voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie, en diagnose-instrumenten en -technologieën, alsmede duurzame en efficiënte gezondheidszorgstelsels. Er zal speciale aandacht worden besteed aan de communicatie van onderzoeksresultaten en het voeren van een dialoog met het maatschappelijke middenveld, met name met patiëntenverenigingen, in een zo vroeg mogelijk stadium van nieuwe ontwikkelingen die uit biomedisch en genetisch onderzoek voortvloeien.

Financiering van klinisch onderzoek naar tal van ziekten, bijv. hiv/aids, malaria, tuberculose, diabetes en andere chronische ziekten (bijv. artritis, reumatische ziekten en spier- en skeletziekten, alsook ademhalingsziekten), of zeldzame ziekten, is mogelijk.

Er moet meer onderzoek naar ouderdomsziekten worden gefinancierd.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

HOOFDSTUK 08 03 — SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 03

SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

08 03 01

Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie

1.1

363 076 419

300 674 807

 

22 729 193

363 076 419

323 404 000

 

Hoofdstuk 08 03 — Totaal

 

363 076 419

300 674 807

 

22 729 193

363 076 419

323 404 000

08 03 01

Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

363 076 419

300 674 807

 

22 729 193

363 076 419

323 404 000

Toelichting

De acties op dit gebied beogen de geïntegreerde wetenschappelijke en technologische grondslagen te helpen leggen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van een Europese, op kennis gebaseerde bio-economie door het samenbrengen van wetenschap, industrie en andere belanghebbende partijen. Drie pijlers ondersteunen deze aanpak: 1) duurzame productie en duurzaam beheer van biologische rijkdommen van grond, bossen en het aquatische milieu, 2) „farm to fork”: voeding, gezondheid en welzijn, en 3) biowetenschappen en biotechnologie voor duurzame non-food-producten en -processen. Op deze manier kunnen nieuwe, opkomende onderzoeksmogelijkheden worden benut voor de aanpak van sociale en economische uitdagingen, zoals de groeiende vraag naar milieu- en diervriendelijke systemen voor de productie en de verdeling van veiliger, gezonder en kwalitatief hoogstaander voedsel in overeenstemming met de eisen van de consument en met het in de hand houden van voedselgerelateerde risico's, voornamelijk aan de hand van biotechnologische hulpmiddelen, en van gezondheidsrisico's verbonden met milieuveranderingen.

Dit krediet dient tevens ter financiering van de ontwikkeling en verbetering van analysemethoden (bijv. residuanalysen in voedings- en voedermiddelen).

Aangezien er onder de huidige wetgeving geen specifieke middelen zijn gereserveerd voor onderzoek op visserijgebied wordt ten minste eenzelfde percentage gehandhaafd voor onderzoek op visserijgebied als in de vorige begroting. Dit krediet dient tevens ter financiering van de ontwikkeling en verbetering van het concept maximaal duurzame vangst (maximum sustainable yield — MSY) als beleidsinstrument voor de duurzame exploitatie van visserijhulpbronnen en de ontwikkeling van een beleidsconcept ter beperking van bijvangst.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 08 05 — SAMENWERKING — ENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 05

SAMENWERKING — ENERGIE

08 05 01

Samenwerking — Energie

1.1

202 473 047

143 639 953

 

6 993 598

202 473 047

150 633 551

08 05 02

Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

15 006 000

13 190 453

   

15 006 000

13 190 453

08 05 03

Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

1 239 000

1 224 651

   

1 239 000

1 224 651

 

Hoofdstuk 08 05 — Totaal

 

218 718 047

158 055 057

 

6 993 598

218 718 047

165 048 655

08 05 01

Samenwerking — Energie

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

202 473 047

143 639 953

 

6 993 598

202 473 047

150 633 551

Toelichting

De inspanningen zullen vooral gericht zijn op de volgende acties:

Opwekking van hernieuwbare elektriciteit

Technologie om de algehele omzettingsefficiëntie op te voeren, waardoor de kosten van elektriciteitsopwekking uit eigen hernieuwbare energiebronnen worden gedrukt, en ontwikkeling en demonstratie van technologie die geschikt is voor uiteenlopende regionale omstandigheden.

Productie van hernieuwbare brandstoffen

Geïntegreerde omzettingstechnologie: ontwikkeling van vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen die uit hernieuwbare energiebronnen worden geproduceerd, en verlaging van de kosten per eenheid daarvan, gericht op een kosteneffectieve productie en toepassing van koolstofneutrale brandstoffen, met name vloeibare biobrandstoffen voor het vervoer.

Technologie voor de vastlegging en opslag van CO 2 ten behoeve van elektriciteitsopwekking met bijna-nulemissie

Een ingrijpende beperking van de milieueffecten van het gebruik van fossiele brandstoffen, gericht op zeer efficiënte elektriciteitscentrales met bijna-nulemissie, op basis van technologie voor de vastlegging en opslag van CO2.

Schone technologie voor kolen

Aanzienlijke verbeteringen in de efficiëntie, betrouwbaarheid en kosten van installaties via de ontwikkeling en demonstratie van schone technologie voor de omzetting van kolen. Dit omvat tevens verdere acties voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van efficiënte technologieën op het gebied van de verbranding van hout als methode voor de productie van biokolen en voor de opwekking van duurzame energie.

Slimme energienetten

Verbetering van de efficiëntie, veiligheid en betrouwbaarheid van de Europese elektriciteitsnetten, alsook van het vermogen om de door de markten voortgebrachte energiestromen te beheren. Langetermijnplanning van de ontwikkeling van het pan-Europese elektriciteitsnet in het kader van het initiatief voor een Europees elektriciteitsnet. Opheffing van belemmeringen voor een grootschalige toepassing en effectieve integratie van decentrale en hernieuwbare energiebronnen.

Energie-efficiëntie en energiebesparing

Nieuwe concepten en technologieën voor de verbetering van de energie-efficiëntie en energiebesparing voor gebouwen, diensten en de industrie. Dit omvat de integratie van strategieën en technologieën voor energie-efficiëntie, het gebruik van nieuwe en hernieuwbare energietechnologieën en beheersing van de vraag naar energie.

Gezien hun belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen, zullen hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik de hoofdonderdelen van dit thema vormen in de periode 2007-2013, en zullen zij er vanaf 2012 ten minste twee derde van uitmaken.. Daarbij wordt de nadruk gelegd op activiteiten die de ontwikkeling van de initiatieven van het SET-plan het best ondersteunen in het kader van de Technology Roadmaps.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel vormt van de algemene begroting.

Een deel van deze kredieten is bedoeld ter bevordering van gemeenschappelijke benaderingen van mondiale uitdagingen zoals energiebevoorradingszekerheid en grondstoffenschaarste en dat door middel van het bijeenbrengen van middelen en het uitwisselen van goede praktijken voor meer onderzoek en ontwikkeling op het gebied van energie. Maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de doeltreffendheid van acties van de internationale gemeenschap en zullen een aanvulling vormen op bestaande mechanismen. De kredieten zullen gebruikt worden voor de financiering van innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen; het toepassingsbereik van die maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en dan wat momenteel in het kader van de bestaande wetgevingsinstrumenten beschikbaar is. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal helpen om spelers op mondiaal niveau bij onderzoekspartnerschappen te betrekken, om innovatie op het gebied van veilige, schone en efficiënte energie te bevorderen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 08 06 — SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 06

SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

08 06 01

Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

1.1

336 619 726

266 434 105

 

13 987 196

336 619 726

280 421 301

08 06 02

Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

3 951 000

2 671 697

   

3 951 000

2 671 697

 

Hoofdstuk 08 06 — Totaal

 

340 570 726

269 105 802

 

13 987 196

340 570 726

283 092 998

08 06 01

Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

336 619 726

266 434 105

 

13 987 196

336 619 726

280 421 301

Toelichting

Milieuonderzoek zal binnen het zevende kaderprogramma worden geïmplementeerd via het thema „Milieu (inclusief klimaatverandering)”. Het doel is het bevorderen van een duurzaam beheer van het natuurlijke en menselijke milieu en zijn rijkdommen door onze kennis over de interacties tussen biosfeer, ecosystemen en menselijke activiteiten te verbeteren en nieuwe technologieën, instrumenten en diensten te ontwikkelen teneinde mondiale milieukwesties op geïntegreerde wijze te benaderen. De nadruk zal liggen op prognoses van veranderingen in klimaatsystemen, ecologische systemen en aard- en oceaansystemen; en op instrumenten en op technologieën voor monitoring, preventie en mitigatie van de druk op en risico’s voor het milieu, met inbegrip van de menselijke gezondheid, en voor de duurzaamheid van het natuurlijke en door de mens gecreëerde milieu.

Onderzoek in verband met dit thema zal bijdragen tot de uitvoering van internationale verbintenissen en initiatieven zoals wereldwijde aardobservatie (global earth observation — GEO). Bovendien zullen hiermee de onderzoeksbehoeften worden ondersteund die voortkomen uit de bestaande en toekomstige wetgeving en beleidslijnen van de Unie, gerelateerde thematische strategieën en de actieplannen inzake milieutechnologieën en inzake milieu en gezondheid. Het onderzoek zal ook technologische ontwikkelingen in de hand werken die de marktpositionering van de Europese ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, zullen verbeteren op gebieden zoals milieutechnologieën.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 08 08 — SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 08

SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

08 08 01

Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

1.1

112 677 988

63 586 684

 

4 369 250

112 677 988

67 955 934

 

Hoofdstuk 08 08 — Totaal

 

112 677 988

63 586 684

 

4 369 250

112 677 988

67 955 934

08 08 01

Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

112 677 988

63 586 684

 

4 369 250

112 677 988

67 955 934

Toelichting

De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is het mobiliseren in een coherente inspanning, die recht doet aan de rijkdom en diversiteit ervan, van de onderzoekscapaciteit op het gebied van de economische, politieke, historische, sociale en menswetenschappen die noodzakelijk zijn voor het ontwikkelen van het begrip en de aanpak van problemen in verband met het opkomen van de kennismaatschappij en nieuwe vormen van relaties tussen de mensen onderling en tussen de bevolking en de instellingen.

Met een deel van de acties moet een analyse worden gemaakt vanuit een historisch perspectief van de wettelijke, sociale, economische en politieke kwesties die verband houden met de ontwikkeling van het proces van de Europese eenmaking (de constitutionele cultuur en wettelijke tradities van de lidstaten en de Unie, de ontwikkeling van een Europese civiele maatschappij, het economische beleid van de lidstaten en de Europese economische beleidsaansturing, de nationale politieke cultuur en Europa).

Een deel van dit krediet moet worden gebruikt voor het uitvoeren van onderzoek naar het bereik, de omvang en de soorten vrijwilligerswerk in de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 08 10 — IDEEËN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 10

IDEEËN

08 10 01

Ideeën

1.1

1 714 721 109

1 014 719 704

 

12 238 796

1 714 721 109

1 026 958 500

 

Hoofdstuk 08 10 — Totaal

 

1 714 721 109

1 014 719 704

 

12 238 796

1 714 721 109

1 026 958 500

08 10 01

Ideeën

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 714 721 109

1 014 719 704

 

12 238 796

1 714 721 109

1 026 958 500

Toelichting

Het algemene doel van de activiteiten in het kader van het specifieke programma „Ideeën” door de oprichting van de Europese Onderzoeksraad is het identificeren van de beste onderzoeksteams in Europa en het stimuleren van „grensverleggend onderzoek” door het financieren van multidisciplinaire projecten met een hoge risicofactor die enkel worden geëvalueerd volgens het criterium „excellentie” zoals beoordeeld door vakgenoten op Europese schaal, waarbij met name de totstandbrenging wordt gestimuleerd van netwerken van onderzoeksgroepen in verschillende landen om de totstandkoming van een Europese wetenschappelijke gemeenschap te bevorderen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

HOOFDSTUK 08 13 — CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 13

CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

08 13 01

Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

1.1

274 436 455

229 292 524

 

6 993 598

274 436 455

236 286 122

 

Hoofdstuk 08 13 — Totaal

 

274 436 455

229 292 524

 

6 993 598

274 436 455

236 286 122

08 13 01

Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

274 436 455

229 292 524

 

6 993 598

274 436 455

236 286 122

Toelichting

Deze specifieke activiteiten, die dienen ter ondersteuning van het Europese concurrentievermogen en het ondernemingen- en innovatiebeleid, hebben tot doel de Europese kleine en middelgrote ondernemingen op traditionele of nieuwe gebieden te helpen om hun technologische capaciteit te versterken en hun capaciteit te ontwikkelen om op Europees en internationaal niveau te opereren. Dit onderzoek vormt een aanvulling op het onderzoek met betrekking tot de prioritaire thema’s. De activiteiten moeten toegespitst zijn op ideeën die uiteindelijk van toepassing kunnen zijn op de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten waarvan kmo's kunnen genieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 14 — CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 14

CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

08 14 01

Capaciteiten — Kennisregio's

1.1

27 351 639

18 316 022

 

953 577

27 351 639

19 269 599

 

Hoofdstuk 08 14 — Totaal

 

27 351 639

18 316 022

 

953 577

27 351 639

19 269 599

08 14 01

Capaciteiten — Kennisregio's

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 351 639

18 316 022

 

953 577

27 351 639

19 269 599

Toelichting

Dit bedrag wordt voorbehouden voor de financiering van projecten om het onderzoekspotentieel van Europese regio's te versterken, met name door in heel Europa de ontwikkeling van regionale „door onderzoek aangestuurde clusters” waarbij regionale autoriteiten, universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en andere belanghebbenden betrokken zijn, te stimuleren en te ondersteunen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 15 — CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 15

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

08 15 01

Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

1.1

74 266 567

55 972 979

 

281 492

74 266 567

56 254 471

 

Hoofdstuk 08 15 — Totaal

 

74 266 567

55 972 979

 

281 492

74 266 567

56 254 471

08 15 01

Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 266 567

55 972 979

 

281 492

74 266 567

56 254 471

Toelichting

Teneinde onderzoekers en instellingen uit de regio's die in het kader van de convergentiedoelstelling in aanmerking komen voor financiering door de structuurfondsen en ultraperifere regio's van de Unie te helpen bijdragen tot de algemene Europese onderzoeksinspanning en bovendien te helpen profiteren van de bestaande kennis en ervaring in andere regio's van Europa, beoogt deze actie het scheppen van de voorwaarden die hen in staat stellen om hun potentieel te benutten en hen helpen om de Europese onderzoeksruimte volledig tot stand te brengen in de uitgebreide Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 16 — CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 16

CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

08 16 01

Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

1.1

63 656 771

37 366 692

 

2 797 439

63 656 771

40 164 131

 

Hoofdstuk 08 16 — Totaal

 

63 656 771

37 366 692

 

2 797 439

63 656 771

40 164 131

08 16 01

Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

63 656 771

37 366 692

 

2 797 439

63 656 771

40 164 131

Toelichting

Met het oog op het bouwen van een effectieve en democratische Europese kennismaatschappij is het doel van de onder deze rubriek uitgevoerde acties het stimuleren van de harmonieuze integratie van wetenschappelijke en technologische inspanningen en gerelateerd onderzoeksbeleid in het Europese sociale web.

Onder deze rubriek uitgevoerde acties zullen ook dienen ter ondersteuning van de coördinatie van nationaal onderzoeksbeleid en de monitoring en analyse van aan onderzoek gerelateerd beleid en industriële strategieën.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 18 — CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 18

CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

08 18 01

Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

1.1

50 221 512

49 975 197

 

262 529

50 221 512

50 237 726

 

Hoofdstuk 08 18 — Totaal

 

50 221 512

49 975 197

 

262 529

50 221 512

50 237 726

08 18 01

Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 221 512

49 975 197

 

262 529

50 221 512

50 237 726

Toelichting

Het doel van de risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) is het bevorderen van private investeringen in onderzoek door het verbeteren van de toegang tot financiering met vreemd vermogen voor deelnemers aan Europese onderzoeksinfrastructuren. De RDFF zal de Europese Investeringsbank in staat stellen direct en indirect (via zijn netwerk van intermediaire banken) zijn portefeuille van leningen aan deelnemers aan dergelijke infrastructuren uit te breiden.

De RDFF zal bijdragen aan de uitvoering van de Europa2020-strategie, met name aan de realisering van de 3 %-doelstelling van investeringen in onderzoek, door te helpen de marktdeficiënties te ondervangen, het totale bedrag van voor onderzoek beschikbare middelen te verhogen en de bronnen ervan te diversifiëren.

In overeenstemming met de resultaten van de tussentijdse herziening van de RDFF wordt de Commissie verzocht nieuwe risicodelende modellen te testen met de EIB-groep, op basis van een portfolio first loss piece-benadering, om de financiering met vreemd vermogen voor strategische uniale onderzoeksinfrastructuur te vergemakkelijken.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 21 — EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 21

EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

08 21 01

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

1.1

56 086 380

54 144 745

 

100 000

56 086 380

54 244 745

 

Hoofdstuk 08 21 — Totaal

 

56 086 380

54 144 745

 

100 000

56 086 380

54 244 745

08 21 01

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

56 086 380

54 144 745

 

100 000

56 086 380

54 244 745

Toelichting

Doel van deze actie is de totstandbrenging van een gezonde wetenschappelijke en technische basis ter versnelling van de praktische ontwikkelingen voor het veiliger beheer van langlevend radioactief afval, de bevordering van veiligere, meer hulpmiddelenefficiënte en concurrerende exploitatie van kernenergie en de zorg voor een robuust en sociaal aanvaardbaar systeem van bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

TITEL 09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

 

127 323 333

127 323 333

   

127 323 333

127 323 333

09 02

REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

 

18 137 969

25 432 322

 

52 452

18 137 969

25 484 774

 

40 02 41

 

391 985

391 985

   

391 985

391 985

     

18 529 954

25 824 307

   

18 529 954

25 876 759

09 03

ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

1

144 265 000

121 020 143

 

11 189 757

144 265 000

132 209 900

09 04

SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

1

1 483 700 335

1 139 015 611

 

29 722 791

1 483 700 335

1 168 738 402

09 05

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

1

37 403 000

53 948 802

   

37 403 000

53 948 802

 

Titel 09 — Totaal

 

1 810 829 637

1 466 740 211

 

40 965 000

1 810 829 637

1 507 705 211

 

40 01 40, 40 02 41

 

391 985

391 985

   

391 985

391 985

 

Totaal+ reserve

 

1 811 221 622

1 467 132 196

   

1 811 221 622

1 508 097 196

HOOFDSTUK 09 02 — REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 02

REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

1.1

2 405 000

1 976 838

   

2 405 000

1 976 838

09 02 02

Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

09 02 02 01

Safer Internet programma

1.1

2 700 000

10 576 085

   

2 700 000

10 576 085

09 02 02 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

1.1

p.m.

   

p.m.

 

Artikel 09 02 02 — Subtotaal

 

2 700 000

10 576 085

   

2 700 000

10 576 085

09 02 03

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

09 02 03 01

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

5 434 458

5 434 458

   

5 434 458

5 434 458

 

40 02 41

 

391 985

391 985

   

391 985

391 985

     

5 826 443

5 826 443

   

5 826 443

5 826 443

09 02 03 02

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titel 3

1.1

2 379 815

2 379 815

   

2 379 815

2 379 815

 

Artikel 09 02 03 — Subtotaal

 

7 814 273

7 814 273

   

7 814 273

7 814 273

 

40 02 41

 

391 985

391 985

   

391 985

391 985

     

8 206 258

8 206 258

   

8 206 258

8 206 258

09 02 04

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

09 02 04 01

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

3 165 705

3 165 705

   

3 165 705

3 165 705

09 02 04 02

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titel 3

1.1

602 991

602 991

   

602 991

602 991

 

Artikel 09 02 04 — Subtotaal

 

3 768 696

3 768 696

   

3 768 696

3 768 696

09 02 05

Overige maatregelen in de audiovisuele en mediasector

3.2

950 000

948 882

   

950 000

948 882

09 02 06

Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten

3.2

97 548

 

52 452

150 000

09 02 07

Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

3.2

500 000

250 000

   

500 000

250 000

 

Hoofdstuk 09 02 — Totaal

 

18 137 969

25 432 322

 

52 452

18 137 969

25 484 774

 

40 02 41

 

391 985

391 985

   

391 985

391 985

 

Totaal+ reserve

 

18 529 954

25 824 307

   

18 529 954

25 876 759

09 02 06

Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

97 548

 

52 452

150 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de dekking van nog uitstaande verplichtingen met betrekking tot de voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 03 — ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 03

ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

09 03 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

1.1

144 265 000

119 652 155

 

11 189 757

144 265 000

130 841 912

09 03 02

Voltooiing van e-Inhoud plus — Bevordering van Europese digitale inhoud

1.1

1 367 988

   

1 367 988

09 03 03

Voorbereidende actie — Een op internet gebaseerd systeem voor een betere regelgeving en participatie van de burger

1.1

p.m.

   

p.m.

09 03 04

Voltooiing van voorgaande programma’s

09 03 04 01

Voltooiing van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie (eTEN)

1.1

p.m.

   

p.m.

09 03 04 02

Voltooiing van het Modinis-programma

1.1

p.m.

   

p.m.

 

Artikel 09 03 04 — Subtotaal

 

p.m.

   

p.m.

 

Hoofdstuk 09 03 — Totaal

 

144 265 000

121 020 143

 

11 189 757

144 265 000

132 209 900

09 03 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

144 265 000

119 652 155

 

11 189 757

144 265 000

130 841 912

Toelichting

Het ICT-beleidsondersteuningsprogramma is één van de drie specifieke programma’s van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI).

Er zal op uniaal niveau intensiever worden gewerkt aan de stimulering van een ruimere benutting van ICT. Met synergistische activiteiten op uniaal niveau zal worden getracht de onzekerheden en de risico's van duplicering te verminderen door ervaringen en geleerde lessen te delen en opnieuw te benutten en de internemarktdimensie van uit ICT afgeleide diensten te stimuleren door interoperabiliteit te bevorderen en versnippering tegen te gaan. Tevens zal worden gewerkt aan de stimulering van het technologisch en regelgevingsklimaat dat nodig is om innovatie te bevorderen en mogelijke hindernissen (zoals culturele, taalkundige, technische en juridische en handicap- of „dys”-gerelateerde belemmeringen) weg te nemen.

Conform de rechtsgrond, omvat het ICT-beleidsondersteuningsprogramma de volgende acties:

 

a)

ontwikkeling van de gemeenschappelijke Europese informatieruimte en versterking van de interne markt voor ICT-goederen en -diensten;

 

b)

stimulering van innovatie door de toepassing van en investeringen in ICT op te voeren;

 

c)

ontwikkeling van een inclusieve informatiemaatschappij en efficiëntere en effectievere diensten van openbaar belang, en verbetering van de kwaliteit van het bestaan, met name voor personen met een handicap of lijdend aan „dys”-aandoeningen (dyslexie, dyspraxie, dysfasie, dyscalculie, enz).

Dit zal met name gebeuren door ondersteuning van de ontwikkeling van op ICT gebaseerde diensten en de ontwikkeling en het gebruik van digitale inhoud van algemeen belang, zoals ICT voor gezondheidszorg en inclusie, ICT voor de overheid en het beleid, ICT voor energie-efficiëntie, intelligente mobiliteit en milieu, digitale bibliotheken en openbaar toegankelijke onlinecatalogi van boeken in druk, een betere exploitatie van overheidsinformatie, opleiding en vorming.

Een deel van de kredieten voor het ICT-beleidsondersteuningsprogramma in het KCI kan worden gebruikt voor het testen en in de hele Unie ontwikkelen van de volgende generatie 112, innovatieve diensten voor interoperabele nooddiensten en 112 voor alle burgers, resulterend in snellere en efficiëntere reacties die levens redden, onder andere middels vernieuwing van de traditionele technische aspecten voor noodoproepen, kostenverlaging en technische vereenvoudiging, met als ultiem doel het garanderen van optimale reacties op alle 112-oproepen van alle burgers, inclusief burgers met een handicap. Voorts moeten de kennis en het correcte gebruik van 112 worden aangemoedigd door middel van verspreidingsactiviteiten, informatie- en onderwijscampagnes. Daarnaast moet er een sms-nooddienst worden ontwikkeld en getest zodat gehandicapten de nooddiensten om hulp kunnen vragen.

Als onderdeel van het KCI zal het ICT-beleidsondersteuningsprogramma de ruimere introductie van ICT met het oog op een betere dienstverlening bevorderen. Het zal er ook voor zorgen dat Europese bedrijven, en met name het midden- en kleinbedrijf, kunnen profiteren van de nieuwe mogelijkheden die de stijgende vraag naar deze op ICT gebaseerde diensten biedt. Conform de rechtsgrond van het KCI, zal de steun voor de ontwikkeling en het gebruik van digitale inhoud vanaf 2009 volledig worden geïntegreerd in het ICT-beleidsondersteuningsprogramma. In 2007 en 2008 gebeurde dit als overgangsfase binnen het programma e-Inhoud plus (eContent-plus) (op basis van de eigen rechtsgrond daarvan).

Jaarlijks zal het grootste deel van de steun naar een beperkt aantal proefprojecten met een grote impact en acties met betrekking tot beste praktijken gaan. Voorts worden begeleidende maatregelen opgezet, zoals thematische netwerken van verschillende actoren rond specifieke doelstellingen. Deze zullen worden aangevuld met de monitoring van de Europese informatiemaatschappij, met maatregelen die de achtergrondkennis opleveren die nodig is voor de beleidsmatige besluitvorming en met activiteiten voor bevordering en bewustmaking van de voordelen die ICT voor burgers, bedrijven (met name het midden- en kleinbedrijf), of overheidsinstellingen oplevert.

Het ICT-beleidsondersteunend programma in het KCI moet bijdragen aan het testen van de opzet van nieuwe financiële instrumenten, zoals het initiatief inzake projectobligaties op het gebied van ICT, met name betreffende breedband met hoge snelheid. Het moet bijdragen aan de voorbereiding van nieuwe financiële instrumenten voor het komende meerjarig financieel kader 2014-2020. Met name moet worden getest hoe particuliere en publieke langetermijnbeleggers kunnen beleggen in de ontwikkeling van ICT-breedbandinfrastructuur. De Commissie wordt verzocht samen te werken met de EIB-groep, alsmede met andere langetermijnbeleggers, aan de ontwikkeling van innovatieve manieren om financiering voor infrastructuur aan te trekken.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

HOOFDSTUK 09 04 — SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 04

SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

09 04 01

Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

09 04 01 01

Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

1.1

1 307 359 400

1 072 656 852

 

29 722 791

1 307 359 400

1 102 379 643

09 04 01 02

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

1.1

65 000 000

19 016 953

   

65 000 000

19 016 953

09 04 01 03

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

1.1

911 793

901 234

   

911 793

901 234

09 04 01 04

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

1.1

110 000 000

35 143 790

   

110 000 000

35 143 790

09 04 01 05

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

1.1

429 142

424 172

   

429 142

424 172

 

Artikel 09 04 01 — Subtotaal

 

1 483 700 335

1 128 143 001

 

29 722 791

1 483 700 335

1 157 865 792

09 04 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

09 04 03

Voltooiing van voorgaande communautaire kaderprogramma’s (van vóór 2007)

1.1

10 872 610

   

10 872 610

 

Hoofdstuk 09 04 — Totaal

 

1 483 700 335

1 139 015 611

 

29 722 791

1 483 700 335

1 168 738 402

09 04 01

Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

09 04 01 01

Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 307 359 400

1 072 656 852

 

29 722 791

1 307 359 400

1 102 379 643

Toelichting

Het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” (ICT) van het specifieke programma „Samenwerking” hebben tot doel het concurrentievermogen van de Europese industrie te verhogen en Europa in staat te stellen zich de toekomstige ontwikkelingen in de ICT eigen te maken en hieraan richting te geven in overeenstemming met een Europese ICT-strategie voor de lange termijn, teneinde aan de maatschappelijke en economische behoeften te voldoen en om ervoor te zorgen dat de Europese normen mee de mondiale ICT-ontwikkelingen sturen, in plaats van te worden ingehaald door andere groeiende mondiale markten.

De activiteiten zullen Europa's wetenschappelijke en technologische basis verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa.

Bij het thema „ICT” wordt het strategische onderzoek geconcentreerd rond grote technologiepijlers, wordt voor eind-tot-eind-integratie van technologieën gezorgd en worden de kennis en de middelen geboden voor de ontwikkeling van een breed gamma van innovatieve ICT-toepassingen.

De activiteiten hebben een katalyserend effect op de industriële en technologische vooruitgang in de ICT-sector en verbeteren de concurrentieslagkracht in belangrijke ICT-intensieve sectoren, zowel door innovatieve, hoogwaardige, op ICT gebaseerde producten en diensten als door nieuwe of verbeterde organisatorische processen binnen het bedrijfsleven en bij de overheid. Het ICT-thema dient ook ter ondersteuning van het overige beleid van de Unie doordat het de ICT stimuleert om aan de behoeften van het publiek en de samenleving te voldoen.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerking en uitwisseling van beste praktijken met het oog op de vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de Unie die verenigbaar zijn met mondiale normen of die als mondiale norm gelden, netwerkacties en initiatieven voor de coördinatie van de nationale programma’s. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van deze kredieten is bedoeld om een gemeenschappelijke aanpak te bevorderen van belangrijke mondiale uitdagingen, bijvoorbeeld een ICT-strategie, niet alleen om te kunnen concurreren met de snel opkomende ICT-markten bijvoorbeeld in Azië, maar ook om normen vast te stellen voor een mondiale beleidsvoering op het gebied van ICT in dienst van de Europese waarden; doel is de middelen te bundelen en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen om het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie op het gebied van ICT vooruit te helpen. De maatregelen zullen erop gericht zijn de doeltreffendheid van de acties van de internationale gemeenschap te verbeteren en zullen de bestaande mechanismen en goed functionerende relaties aanvullen. Innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen zullen door deze kredieten worden gefinancierd. Het toepassingsbereik van deze innoverende maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en is gunstig zowel voor de Unie als voor haar partners als voorbereiding van hun leidende rol met betrekking tot de vaststelling van toekomstige ICT-normen. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal spelers op mondiaal niveau helpen om aan onderzoekspartnerschappen deel te nemen, om innovatie op het gebied van ICT te bevorderen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

09 04 01 02

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

65 000 000

19 016 953

   

65 000 000

19 016 953

Toelichting

  • – 
    De Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken:
 

een onderzoeksagenda vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

 

de tenuitvoerlegging ondersteunen van de activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O), met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten;

 

een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

 

de efficiëntie en duurzaamheid garanderen van het gemeenschappelijk technologisch initiatief (Joint Technology Initiative — JTI) op het gebied van ingebedde computersystemen;

 

de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

09 04 01 03

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

911 793

901 234

   

911 793

901 234

Toelichting

  • – 
    De Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken:
 

een onderzoeksagenda vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

 

de tenuitvoerlegging ondersteunen van de O&O-activiteiten, met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten;

 

een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

 

de efficiëntie en duurzaamheid garanderen van het gemeenschappelijk technologisch initiatief (Joint Technology Initiative) op het gebied van ingebedde computersystemen;

 

de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

09 04 01 04

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

110 000 000

35 143 790

   

110 000 000

35 143 790

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”.

Zij heeft de volgende taken:

 

een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

 

de voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda vereiste activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

 

een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nano-elektronica worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

 

synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van nano-elektronica, inclusief — wanneer een toegevoegde waarde tot stand kan worden gebracht — de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka);

 

overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf bij haar activiteiten bevorderen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

09 04 01 05

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

429 142

424 172

   

429 142

424 172

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Eniac draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”.

Zij heeft de volgende taken:

 

een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

 

de voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda vereiste activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

 

een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nano-elektronica worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

 

synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van nano-elektronica, inclusief — wanneer een toegevoegde waarde tot stand kan worden gebracht — de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka);

 

overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf bij haar activiteiten bevorderen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

TITEL 10

EIGEN ONDERZOEK

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

1

350 080 000

350 080 000

   

350 080 000

350 080 000

10 02

BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

1

33 089 156

30 021 794

 

699 360

33 089 156

30 721 154

10 03

BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

1

10 250 000

8 614 941

 

699 360

10 250 000

9 314 301

10 04

VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN

1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

1

30 900 000

27 805 968

 

1 398 720

30 900 000

29 204 688

 

Titel 10 — Totaal

 

424 319 156

416 522 703

 

2 797 440

424 319 156

419 320 143

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van het beleidsterrein „Eigen onderzoek” (met uitzondering van hoofdstuk 10 05).

De kredieten dienen niet alleen ter dekking van uitgaven voor interventie en voor onder het statuut vallend personeel, maar ook voor andere personeelskosten, uitgaven uit hoofde van aannemingscontracten, infrastructuurkosten, uitgaven voor voorlichting en publicaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven in verband met de uitvoering van de maatregelen op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, verkennend onderzoek inbegrepen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Diverse ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, die, al naargelang van hun bestemming, zullen worden gebruikt voor de hoofdstukken 10 02, 10 03 of 10 04 of voor artikel 10 01 05.

Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Deelname van derde landen of organisaties uit derde landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek is voor een aantal van deze projecten mogelijk. Eventuele financiële bijdragen worden geboekt op post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

De extra kredieten zullen worden opgevoerd bij de artikelen 10 02 02 en 10 03 02.

De kredieten in deze titel dekken de kosten van het personeel dat werkzaam is bij de financiële en administratieve diensten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en de ondersteuning die zij nodig hebben (bij benadering 15 % van de kosten).

HOOFDSTUK 10 02 — BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 02

BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

10 02 01

Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

1.1

33 089 156

30 021 794

 

699 360

33 089 156

30 721 154

10 02 02

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 10 02 — Totaal

 

33 089 156

30 021 794

 

699 360

33 089 156

30 721 154

10 02 01

Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 089 156

30 021 794

 

699 360

33 089 156

30 721 154

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig het niet-nucleaire specifieke programma betreffende de volgende thema’s worden uitgevoerd:

 

voorspoed in een kennisintensieve maatschappij;

 

solidariteit en verantwoord beheer van hulpbronnen;

 

veiligheid en vrijheid;

 

Europa als wereldpartner.

Het dient ter dekking van de specifieke uitgaven voor de betrokken onderzoeks- en ondersteunende activiteiten (alle soorten aankopen en contracten). Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Dit krediet dient tevens ter dekking van alle soorten uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die verbonden zijn met de activiteiten van dit artikel en die worden toevertrouwd aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van dit Centrum aan werkzaamheden onder contract.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

HOOFDSTUK 10 03 — BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 03

BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

10 03 01

Nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

1.1

10 250 000

8 614 941

 

699 360

10 250 000

9 314 301

10 03 02

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 10 03 — Totaal

 

10 250 000

8 614 941

 

699 360

10 250 000

9 314 301

10 03 01

Nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 250 000

8 614 941

 

699 360

10 250 000

9 314 301

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig het nucleair specifiek programma betreffende de volgende thema’s worden uitgevoerd:

 

beheer van nucleaire afvalstoffen, milieu-impact, basiskennis en onderzoek inzake ontmanteling;

 

nucleaire veiligheid;

 

nucleaire beveiliging.

Het dekt de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot de nucleaire veiligheidscontrole, die voortvloeien uit hoofdstuk 7 van titel II van het Euratom-Verdrag, en de verplichtingen die voortvloeien uit het non-proliferatieverdrag en uit de uitvoering van het ondersteuningsprogramma van de Commissie ten behoeve van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Het krediet dient bovendien ter dekking van de specifieke uitgaven voor onderzoek en de betrokken ondersteunende activiteiten (alle soorten aankopen en contracten). Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Tevens dient het ter dekking van alle soorten uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die verbonden zijn met de activiteiten van dit artikel en die worden toevertrouwd aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van een op concurrerende basis gestoelde deelname van dit Centrum aan werkzaamheden onder contract.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

HOOFDSTUK 10 05 — HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

10 05 01

Ontmanteling van kerninstallaties en beheer van afval

1.1

30 900 000

27 805 968

 

1 398 720

30 900 000

29 204 688

 

Hoofdstuk 10 05 — Totaal

 

30 900 000

27 805 968

 

1 398 720

30 900 000

29 204 688

10 05 01

Ontmanteling van kerninstallaties en beheer van afval

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 900 000

27 805 968

 

1 398 720

30 900 000

29 204 688

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een actieprogramma voor het beperken en oplossen van problemen in verband met de nucleaire verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd.

Het dient ter financiering van de ontmanteling van stilgelegde centrales en het beheer van het afval daarvan.

Overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1) dient dit krediet tevens ter financiering van acties die de Commissie onderneemt uit hoofde van de bevoegdheden die haar krachtens artikel 8 van het Euratom-Verdrag zijn toegekend.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 maart 1999 betreffende de nucleaire erfenis van GCO-werkzaamheden in het kader van het Euratom-Verdrag — Ontmanteling van verouderde kerninstallaties en beheer van afval (COM(1999) 114 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2004: Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van afvalstoffen — Beheer van de nucleaire erfenis ten gevolge van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) in uitvoering van het Euratom-Verdrag (SEC(2004) 621 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 januari 2009: Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2008) 903 final).

TITEL 11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

 

41 694 014

41 694 014

   

41 694 014

41 694 014

11 02

VISSERIJMARKTEN

2

26 896 768

26 943 107

   

26 896 768

26 943 107

11 03

INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

2

38 510 000

37 273 285

   

38 510 000

37 273 285

 

40 02 41

 

115 220 000

113 885 651

 

–43 695 651

115 220 000

70 190 000

     

153 730 000

151 158 936

   

153 730 000

107 463 285

11 04

BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

2

5 390 000

4 820 520

   

5 390 000

4 820 520

11 06

EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

2

695 007 712

510 391 412

 

54 514 603

695 007 712

564 906 015

11 07

INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN

2

51 950 000

40 167 555

   

51 950 000

40 167 555

11 08

CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

2

58 613 900

34 423 192

   

58 613 900

34 423 192

11 09

MARITIEM BELEID

2

1 200 000

13 043 250

   

1 200 000

13 043 250

 

Titel 11 — Totaal

 

919 262 394

708 756 335

 

54 514 603

919 262 394

763 270 938

 

40 01 40, 40 02 41

 

115 220 000

113 885 651

 

–43 695 651

115 220 000

70 190 000

 

Totaal+ reserve

 

1 034 482 394

822 641 986

 

10 818 952

1 034 482 394

833 460 938

HOOFDSTUK 11 03 — INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03

INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

11 03 01

Internationale visserijovereenkomsten

2

29 010 000

28 674 039

   

29 010 000

28 674 039

 

40 02 41

 

115 220 000

113 885 651

 

–43 695 651

115 220 000

70 190 000

     

144 230 000

142 559 690

   

144 230 000

98 864 039

11 03 02

Bijdragen aan internationale organisaties

2

4 800 000

4 447 886

   

4 800 000

4 447 886

11 03 03

Voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe internationale organisaties in de visserijsector en andere niet-verplichte bijdragen aan internationale organisaties

2

4 500 000

3 953 676

   

4 500 000

3 953 676

11 03 04

Financiële bijdrage van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982

2

200 000

197 684

   

200 000

197 684

 

Hoofdstuk 11 03 — Totaal

 

38 510 000

37 273 285

   

38 510 000

37 273 285

 

40 02 41

 

115 220 000

113 885 651

 

–43 695 651

115 220 000

70 190 000

 

Totaal+ reserve

 

153 730 000

151 158 936

   

153 730 000

107 463 285

11 03 01

Internationale visserijovereenkomsten

 
 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03 01

29 010 000

28 674 039

   

29 010 000

28 674 039

40 02 41

115 220 000

113 885 651

 

–43 695 651

115 220 000

70 190 000

Totaal

144 230 000

142 559 690

 

–43 695 651

144 230 000

98 864 039

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de visserijovereenkomsten die de Unie/Gemeenschap met derde landen heeft onderhandeld of voornemens is te verlengen of te heronderhandelen.

Voorts kan de Unie onderhandelen over nieuwe partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied, die uit hoofde van dit artikel zouden moeten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Verordeningen en besluiten inzake de sluiting van overeenkomsten en/of protocollen op visserijgebied tussen de Unie/Gemeenschap en de regeringen van de volgende landen:

 

Land

Verordening

Datum

PB

Looptijd

Argentinië (p.m.)

Verordening (EG) nr. 3447/93

28 september 1993

L 318 van 20.12.1993

24.5.1994 tot 23.5.1999

 

Er is momenteel geen protocol van kracht

     

Kaapverdië

Verordening (EG) nr. 2027/2006

19 december 2006

L 414 van 30.12.2006

1.9.2006 tot 31.8.2011

 

Besluit nr. 2011/679/EU

10 oktober 2011

L 269 van 14.10.2011

1.9.2011 tot 31.8.2014

Comoren

Verordening (EG) nr. 1660/2005

6 oktober 2005

L 267 van 12.10.2005

1.1.2005 tot 31.12.2010

 

Verordening (EG) nr. 1563/2006

5 oktober 2006

L 290 van 20.10.2006

 
 

Besluit 2011/294/EU

13 mei 2011

L 134 van 21.5.2011

1.1.2011 tot 31.12.2013

Ivoorkust

Verordening (EG) nr. 953/2005

21 juni 2005

L 164 van 24.6.2005

1.7.2004 tot 30.6.2007

 

Verordening (EG) nr. 242/2008

17 maart 2008

L 75 van 18.3.2008

1.7.2007 tot 30.6.2013

Gabon

Besluit nr. 2006/788/EG

7 november 2006

L 319 van 18.11.2006

 
 

Verordening (EG) nr. 450/2007

16 april 2007

L 109 van 26.4.2007

3.12.2005 tot 2.12.2011

 

Onderhandelingen over de verlenging van het protocol aan de gang

     

Groenland

Verordening (EG) nr. 753/2007

28 juni 2007

L 172 van 30.6.2007

1.1.2007 tot 31.12.2012

 

Besluit 2012/653/EU

16 juli 2012

L 293 van 23.10.2012

1.1.2013 tot 31.12.2015

Guinee-Bissau

Verordening (EG) nr. 1491/2006

10 oktober 2006

L 279 van 11.10.2006

 
 

Verordening (EG) nr. 241/2008

17 maart 2008

L 75 van 18.3.2008

16.6.2007 tot 15.6.2011

 

Besluit 2011/885/EU

14 november 2011

L 344 van 28.12.2011

16.6.2011 tot 15.6.2012

 

Op 10 februari 2012 is een nieuw protocol geparafeerd — de wetgevingsprocedure is lopende

     

Equatoriaal-Guinea (p.m.)

Verordening (EEG) nr. 1966/84

28 juni 1984

L 188 van 16.7.1984

 
 

(geschorst sedert juni 2001)

     

Republiek Guinee

Verordening (EG) nr. 830/2004

26 april 2004

L 127 van 29.4.2004

1.1.2004 tot 31.12.2008

 

Besluit 2009/473/EG

Ingetrokken bij Besluit 2009/1 016/EU

Er is momenteel geen protocol van kracht.

28 mei 2009

22 december 2009

L 156 van 19.6.2009

L 348 van 29.12.2009

1.1.2009 tot 31.12.2012

Kiribati

Verordening (EG) nr. 893/2007

23 juli 2007

L 205 van 7.8.2007

16.9.2006 tot 15.9.2012

 

Besluit 2012/669/EU

9 oktober 2012

L300 van 30.10.2012

16.9.2012 tot 15.9.2015

Madagaskar

Besluit nr. 2007/797/EG

15 november 2007

L 331 van 17.12.2007

 
 

Verordening (EG) nr. 31/2008

Op 10 mei 2012 is een nieuw protocol geparafeerd — de wetgevingsprocedure is lopende

15 november 2007

L 15 van 18.1.2008

1.1.2007 tot 31.12.2012

Mauritius

Verordening (EG) nr. 2003/2004

21 oktober 2004

L 348 van 24.11.2004

3.12.2003 tot 2.12.2007

 

Besluit 2012/670/EU

9 oktober 2012

L 300 van 30.10.2012

 

Mauritanië

Verordening (EG) nr. 1801/2006

30 november 2006

L 343 van 8.12.2006

1.8.2006 tot 31.7.2008

 

Verordening (EG) nr. 704/2008

Op 26 juli 2012 is een nieuw protocol geparafeerd — de wetgevingsprocedure is lopende

15 juli 2008

L 203 van 31.7.2008

1.8.2008 tot 31.7.2012

Federale Staten van Micronesië

Verordening (EG) nr. 805/2006

Besluit nr. 2011/116/EU

25 april 2006

13 december 2010

L 151 van 6.6.2006

L 52 van 25.2.2011

26.2.2007 tot 25.2.2010

 

In afwachting van de inwerkingtreding van het nieuwe protocol

     

Marokko

Verordening (EG) nr. 764/2006

22 mei 2006

L 141 van 29.5.2006

28.2.2007 tot 27.2.2011 (2)

 

Besluit 2011/491/EU

12 juli 2011

L 202 van 05.08.2011

28.02.2011 tot 28.2.2012

 

Ingetrokken bij Besluit 2012/15/EU

20 december 2011

L 6 van 10.1.2012

 
 

Er is momenteel geen protocol van kracht.

     

Mozambique

Verordening (EG) nr. 1446/2007

22 november 2007

L 331 van 17.12.2007

1.1.2007 tot 31.12.2011

 

Besluit 2012/306/EU

12 juni 2012

L 153 van 14.6.2012

1.2.2012 tot 31.1.2015

Sao Tomé en Principe

Verordening (EG) nr. 894/2007

23 juli 2007

L 205 van 7.8.2007 en L 330 van 15.12.2007

1.6.2006 tot 31.5.2010

 

Besluit 2011/420/EU

12 juli 2011

L 188 van 19.7.2011

13.5.2011 tot 12.5.2014

Senegal (p.m.)

Verordening (EG) nr. 2323/2002

16 december 2002

L 349 van 24.12.2002

1.7.2002 tot 30.6.2006

 

Er is momenteel geen protocol van kracht.

     

Seychellen

Verordening (EG) nr. 1562/2006.

5 oktober 2006

L 290 van 20.10.2006

 
 

Besluit 2011/474/EU

12 juli 2011

L 196 van 28.7.2011

18.1.2011 tot 17.1.2014

Salomonseilanden

Verordening (EG) nr. 563/2006

13 maart 2006

L 105 van 13.4.2006

9.10.2006 tot 8.10.2009

 

Besluit 2010/763/EU

6 december 2010

L 324 van 9.12.2010

9.10.2009 tot 8.10.2012

Tanzania (p.m.)

Voorgestelde overeenkomst ingetrokken

     

HOOFDSTUK 11 06 — EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 06

EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

11 06 01

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

14 826 287

   

p.m.

14 826 287

11 06 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

11 06 03

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

11 06 04

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

4 942 096

   

p.m.

4 942 096

11 06 05

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

11 06 06

Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

11 06 08

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

11 06 11

Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand

2

3 500 000

2 569 890

   

3 500 000

2 569 890

11 06 12

Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling

2

528 352 868

365 287 491

 

52 280 251

528 352 868

417 567 742

11 06 13

Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die buiten de convergentiedoelstelling vallen

2

163 154 844

122 765 648

 

2 234 352

163 154 844

125 000 000

 

Hoofdstuk 11 06 — Totaal

 

695 007 712

510 391 412

 

54 514 603

695 007 712

564 906 015

Toelichting

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat eerder besloten correcties komen te vervallen of worden verlaagd.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder wordt overgegaan tot terugbetaling van het voorschot, die niet leidt tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.

11 06 12

Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

528 352 868

365 287 491

 

52 280 251

528 352 868

417 567 742

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de operationele programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Visserijfonds (EVF) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een vermindering van de visserijactiviteit, aan de aanpassing van de vlootcapaciteit en de modernisering van de vloot zonder dat dit echter mag leiden tot een toename van de visserijinspanningen, en aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht tot stand te brengen tussen de capaciteit van de visserijvloot en de beschikbare rijkdommen, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 13

Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die buiten de convergentiedoelstelling vallen

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

163 154 844

122 765 648

 

2 234 352

163 154 844

125 000 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand die buiten de convergentiedoelstelling om uit het EVF wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2007-2013 worden aangegaan.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een vermindering van de visserijactiviteit, aan de modernisering van de vloot zonder dat dit echter mag leiden tot een toename van de visserijinspanningen, en aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

TITEL 12

INTERNE MARKT

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT”

 

63 759 472

63 759 472

   

63 759 472

63 759 472

12 02

INTERNEMARKTBELEID

1

11 150 000

10 051 351

   

11 150 000

10 051 351

 

40 02 41

 

1 500 000

1 500 000

   

1 500 000

1 500 000

     

12 650 000

11 551 351

   

12 650 000

11 551 351

12 04

VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

1

28 404 000

27 622 833

 

504 538

28 404 000

28 127 371

 

40 02 41

 

1 500 000

1 500 000

   

1 500 000

1 500 000

     

29 904 000

29 122 833

   

29 904 000

29 627 371

 

Titel 12 — Totaal

 

103 313 472

101 433 656

 

504 538

103 313 472

101 938 194

 

40 02 41

 

3 000 000

3 000 000

   

3 000 000

3 000 000

 

Totaal+ reserve

 

106 313 472

104 433 656

   

106 313 472

104 938 194

HOOFDSTUK 12 04 — VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 04

VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

12 04 01

Specifieke activiteiten op het gebied van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle

1.1

7 650 000

6 868 833

 

504 538

7 650 000

7 373 371

12 04 02

Europese Bankautoriteit

12 04 02 01

Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

6 333 000

6 333 000

   

6 333 000

6 333 000

 

40 02 41

 

1 500 000

1 500 000

   

1 500 000

1 500 000

     

7 833 000

7 833 000

   

7 833 000

7 833 000

12 04 02 02

Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titel 3

1.1

1 122 000

1 122 000

   

1 122 000

1 122 000

 

Artikel 12 04 02 — Subtotaal

 

7 455 000

7 455 000

   

7 455 000

7 455 000

 

40 02 41

 

1 500 000

1 500 000

   

1 500 000

1 500 000

     

8 955 000

8 955 000

   

8 955 000

8 955 000

12 04 03

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

12 04 03 01

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

5 260 000

5 260 000

   

5 260 000

5 260 000

12 04 03 02

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titel 3

1.1

1 125 000

1 125 000

   

1 125 000

1 125 000

 

Artikel 12 04 03 — Subtotaal

 

6 385 000

6 385 000

   

6 385 000

6 385 000

12 04 04

Europese Autoriteit voor effecten en markten

12 04 04 01

Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

5 663 000

5 663 000

   

5 663 000

5 663 000

12 04 04 02

Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titel 3

1.1

1 251 000

1 251 000

   

1 251 000

1 251 000

 

Artikel 12 04 04 — Subtotaal

 

6 914 000

6 914 000

   

6 914 000

6 914 000

 

Hoofdstuk 12 04 — Totaal

 

28 404 000

27 622 833

 

504 538

28 404 000

28 127 371

 

40 02 41

 

1 500 000

1 500 000

   

1 500 000

1 500 000

 

Totaal+ reserve

 

29 904 000

29 122 833

   

29 904 000

29 627 371

12 04 01

Specifieke activiteiten op het gebied van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 650 000

6 868 833

 

504 538

7 650 000

7 373 371

Toelichting

De algemene doelstelling van dit programma is de voorwaarden te verbeteren voor het functioneren van de interne markt door de verrichtingen, de activiteiten of de acties van bepaalde organismen op het gebied te steunen van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle.

De financiering van de Unie is essentieel om efficiënte en daadwerkelijke supervisie van de interne markt in de financiële diensten, in het bijzonder gezien de recente financiële crisis te verzekeren.

De volgende activiteiten vallen onder het programma:

 

a)

activiteiten ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie waarmee de convergentie van toezicht wordt beoogd, en met name de opleiding van het personeel van nationale toezichthoudende autoriteiten en het beheer van informatietechnologieprojecten op het gebied van financiële diensten;

 

b)

activiteiten waarbij standaarden worden opgesteld of een bijdrage wordt geleverd aan de opstelling ervan, standaarden worden toegepast, beoordeeld of bewaakt of wordt toegezien op procedures voor de vaststelling van standaarden ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie inzake financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van een Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

TITEL 13

REGIONAAL BELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID”

 

88 792 579

88 792 579

   

88 792 579

88 792 579

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

1

30 639 878 699

30 129 159 515

 

1 280 929 921

30 639 878 699

31 410 089 436

13 04

COHESIEFONDS

1

12 499 800 000

10 685 414 861

 

729 082 588

12 499 800 000

11 414 497 449

13 05

PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

 

549 770 452

487 240 946

 

2 447 759

549 770 452

489 688 705

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

 

14 607 942

14 607 942

   

14 607 942

14 607 942

 

Titel 13 — Totaal

 

43 792 849 672

41 405 215 843

 

2 012 460 268

43 792 849 672

43 417 676 111

HOOFDSTUK 13 03 — EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

952 914 852

 

32 555 143

p.m.

985 469 995

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

117 927 529

   

p.m.

117 927 529

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

1.2

p.m.

3 097 548

   

p.m.

3 097 548

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma’s — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 08

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 09

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

1.2

p.m.

42 000 000

   

p.m.

42 000 000

13 03 14

Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma’s (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 16

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

1.2

25 310 105 801

24 170 145 222

 

628 374 778

25 310 105 801

24 798 520 000

13 03 17

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

1.2

34 060 138

45 000 000

   

34 060 138

45 000 000

13 03 18

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1.2

4 022 082 950

3 909 539 633

 

320 000 000

4 022 082 950

4 229 539 633

13 03 19

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1.2

1 213 929 810

845 523 270

 

300 000 000

1 213 929 810

1 145 523 270

13 03 20

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1.2

50 000 000

35 583 088

   

50 000 000

35 583 088

13 03 21

Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 22

Proefproject — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 23

Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1.2

p.m.

92 000

   

p.m.

92 000

13 03 24

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 26

Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

1.2

p.m.

142 163

   

p.m.

142 163

13 03 27

Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 28

Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1.2

2 000 000

2 000 000

   

2 000 000

2 000 000

13 03 29

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

1.2

1 000 000

900 000

   

1 000 000

900 000

13 03 30

Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1.2

p.m.

600 000

   

p.m.

600 000

13 03 31

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

1.2

2 500 000

494 210

   

2 500 000

494 210

13 03 32

Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

1.2

1 200 000

600 000

   

1 200 000

600 000

13 03 33

Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

1.2

p.m.

600 000

   

p.m.

600 000

13 03 34

Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

1.2

1 000 000

1 000 000

   

1 000 000

1 000 000

13 03 35

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1.2

2 000 000

1 000 000

   

2 000 000

1 000 000

13 03 40

Risicodelingsinstrument gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 03 41

Risicodelingsinstrument gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

30 639 878 699

30 129 159 515

 

1 280 929 921

30 639 878 699

31 410 089 436

Toelichting

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annulatie- of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken. Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van voorschotten zonder dat de bijdrage van de structuurfondsen aan de desbetreffende maatregel daardoor wordt verminderd. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opening van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

952 914 852

 

32 555 143

p.m.

985 469 995

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voor de programmeringsperiode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen in het kader van doelstelling 1 van het EFRO.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 16

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 310 105 801

24 170 145 222

 

628 374 778

25 310 105 801

24 798 520 000

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten van de programma’s krachtens de EFRO-doelstelling van convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 18

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 022 082 950

3 909 539 633

 

320 000 000

4 022 082 950

4 229 539 633

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 19

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 213 929 810

845 523 270

 

300 000 000

1 213 929 810

1 145 523 270

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

HOOFDSTUK 13 04 — COHESIEFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 04

COHESIEFONDS

13 04 01

Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007)

1.2

p.m.

953 453 908

   

p.m.

953 453 908

13 04 02

Cohesiefonds

1.2

12 499 800 000

9 731 960 953

 

729 082 588

12 499 800 000

10 461 043 541

13 04 03

Risicodelingsinstrument gefinancierd uit het Cohesiefonds

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 13 04 — Totaal

 

12 499 800 000

10 685 414 861

 

729 082 588

12 499 800 000

11 414 497 449

Toelichting

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1) stelt vast onder welke voorwaarden voorschotten die niet leiden tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel, moeten worden terugbetaald. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

13 04 02

Cohesiefonds

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 499 800 000

9 731 960 953

 

729 082 588

12 499 800 000

10 461 043 541

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen van het Cohesiefonds in de programmeringsperiode 2007-2013.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Dit krediet dient eveneens ter financiering van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage 3, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen..

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 177.

HOOFDSTUK 13 05 — PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 05

PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

4

p.m.

232 278 493

   

p.m.

232 278 493

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 13 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

232 278 493

   

p.m.

232 278 493

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance — IPA) — Regionale ontwikkeling

4

462 000 000

172 734 477

   

462 000 000

172 734 477

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking

13 05 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

1.2

51 491 401

50 000 000

   

51 491 401

50 000 000

13 05 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

4

36 279 051

32 227 976

 

2 447 759

36 279 051

34 675 735

 

Artikel 13 05 03 — Subtotaal

 

87 770 452

82 227 976

 

2 447 759

87 770 452

84 675 735

 

Hoofdstuk 13 05 — Totaal

 

549 770 452

487 240 946

 

2 447 759

549 770 452

489 688 705

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking

13 05 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

51 491 401

50 000 000

   

51 491 401

50 000 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

36 279 051

32 227 976

 

2 447 759

36 279 051

34 675 735

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) voor grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

Dit krediet dient ook ter dekking van de IPA-bijdrage voor de deelname van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan de relevante transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

TITEL 14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

 

56 870 394

56 870 394

   

56 870 394

56 870 394

14 02

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

1

3 500 000

2 697 366

 

174 840

3 500 000

2 872 206

14 03

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE

4

1 250 000

1 581 471

   

1 250 000

1 581 471

14 04

DOUANEBELEID

1

53 000 000

38 964 921

 

3 147 119

53 000 000

42 112 040

14 05

BELASTINGBELEID

1

30 000 000

21 693 465

 

2 098 079

30 000 000

23 791 544

 

Titel 14 — Totaal

 

144 620 394

121 807 617

 

5 420 038

144 620 394

127 227 655

HOOFDSTUK 14 02 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 02

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

14 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1.1

3 500 000

2 697 366

 

174 840

3 500 000

2 872 206

 

Hoofdstuk 14 02 — Totaal

 

3 500 000

2 697 366

 

174 840

3 500 000

2 872 206

14 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 500 000

2 697 366

 

174 840

3 500 000

2 872 206

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt.

Het ondersteunt het douane- en belastingbeleid van de Unie en omvat maatregelen die niet kunnen worden gefinancierd uit het programma Douane 2013 en het programma Fiscalis 2013.

Op het gebied van belastingen en douane dient dit krediet in de eerste plaats ter dekking van uitgaven voor:

 

de kosten van advies, studies, analysen en effectbeoordelingen;

 

activiteiten op het gebied van de indeling van goederen in het douanetarief en de inzameling van gegevens;

 

investeringen in software;

 

de productie en ontwikkeling van publiciteits-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 04 — DOUANEBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 04

DOUANEBELEID

14 04 01

Voltooiing van eerdere douaneprogramma’s

1.1

p.m.

   

p.m.

14 04 02

Douane 2013

1.1

53 000 000

38 964 921

 

3 147 119

53 000 000

42 112 040

 

Hoofdstuk 14 04 — Totaal

 

53 000 000

38 964 921

 

3 147 119

53 000 000

42 112 040

14 04 02

Douane 2013

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

53 000 000

38 964 921

 

3 147 119

53 000 000

42 112 040

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het programma Douane 2013 en met name de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.

Met dit doel dient dit krediet met name ter dekking van:

 

de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie-, onderhouds- en dagelijkse exploitatiekosten van de uniale componenten van de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, namelijk: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI), met inbegrip van de communicatiekosten in verband met het antifraude-informatiesysteem (AFIS); het geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (CTS); de tariefsystemen, met name het systeem voor gegevensverspreiding (DDS), de gecombineerde nomenclatuur (GN), het informatiesysteem betreffende het geïntegreerde tarief van de Gemeenschap (Taric), het Europees systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI), het systeem voor de bewaking van tariefcontingenten (TQS), het informatiesysteem inzake ontheffingen (Suspensions), het systeem voor het beheer van zegelmodellen (SMS), het informatiesysteem inzake veredelingsprocedures (ISPP), de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS) en het systeem van geregistreerde exporteurs (REX); het systeem ter verbetering van de veiligheid als omschreven in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1), met inbegrip van het uniale systeem voor risicobeheer, het uitvoercontrolesysteem (ECS), het invoercontrolesysteem (ICS) en het systeem inzake geautoriseerde marktdeelnemers (AEO); alle nieuwe douanegerelateerde communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, met inbegrip van elektronische douanesystemen die in het kader van de uniale wetgeving worden opgezet en in het werkprogramma zijn opgenomen;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, follow-up, toezicht, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met name studies, bijeenkomsten, voorlichtings- en publiciteitscampagnes, kosten van IT-netwerken voor de uitwisseling van informatie;

 

de reis- en verblijfkosten van de ambtenaren van de deelnemende landen in verband met benchmarkingactiviteiten, werkbezoeken, seminars, workshops, project- en stuurgroepen, opleidings- en monitoringactiviteiten;

 

de organisatiekosten van seminars, workshops en soortgelijke vergaderingen;

 

de reis- en verblijfkosten in verband met de deelname van ad hoc deskundigen en andere deelnemers;

 

de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie- en onderhoudskosten van opleidingssystemen en -modules voor zover deze gemeenschappelijk zijn voor alle deelnemende landen;

 

de kosten van alle overige activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en eventuele potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 05 — BELASTINGBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 05

BELASTINGBELEID

14 05 02

Automatisering van de accijnzen (EMCS)

1.1

p.m.

   

p.m.

14 05 03

Fiscalis 2013

1.1

30 000 000

21 693 465

 

2 098 079

30 000 000

23 791 544

 

Hoofdstuk 14 05 — Totaal

 

30 000 000

21 693 465

 

2 098 079

30 000 000

23 791 544

14 05 03

Fiscalis 2013

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 000 000

21 693 465

 

2 098 079

30 000 000

23 791 544

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het programma Fiscalis 2013, en met name de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.

Het dekt met name:

 

de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie-, onderhouds- en dagelijkse exploitatiekosten van de uniale componenten van de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, namelijk: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI); het btw-informatie-uitwisselingssysteem (VIES); accijnssystemen; het systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen (EMCS); alle nieuwe belastinggerelateerde communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen die in het kader van de uniale/communautaire wetgeving worden opgezet en in het werkprogramma zijn opgenomen;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, follow-up, toezicht, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met name studies, bijeenkomsten, voorlichtings- en publiciteitscampagnes, en kosten van IT-netwerken voor de uitwisseling van informatie;

 

de reis- en verblijfkosten van de ambtenaren van de deelnemende landen in verband met multilaterale controles, werkbezoeken, seminars, projectgroepen;

 

de organisatiekosten voor seminars en soortgelijke vergaderingen;

 

de reis- en verblijfkosten in verband met de deelname van ad hoc deskundigen en andere deelnemers;

 

de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie- en onderhoudskosten van opleidingssystemen en –modules voor zover deze gemeenschappelijk zijn voor alle deelnemende landen;

 

de kosten van alle overige activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1482/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis-2013) (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 1).

TITEL 15

ONDERWIJS EN CULTUUR

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

 

123 603 923

123 603 923

   

123 603 923

123 603 923

15 02

EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

 

1 417 215 664

1 328 230 073

 

50 884 143

1 417 215 664

1 379 114 216

15 04

ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

 

175 715 000

159 022 211

 

874 200

175 715 000

159 896 411

15 05

AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT

3

149 539 000

130 166 227

   

149 539 000

130 166 227

15 07

MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

1

963 502 000

756 039 305

 

15 735 595

963 502 000

771 774 900

 

Titel 15 — Totaal

 

2 829 575 587

2 497 061 739

 

67 493 938

2 829 575 587

2 564 555 677

HOOFDSTUK 15 02 — EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 02

EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

15 02 02

Erasmus Mundus

1.1

110 791 000

90 042 647

 

2 098 079

110 791 000

92 140 726

15 02 03

Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding

4

1 024 000

3 162 941

   

1 024 000

3 162 941

15 02 09

Voltooiing van vorige programma’s op het gebied van onderwijs en opleiding

1.1

p.m.

   

p.m.

15 02 11

Europees Instituut voor innovatie en technologie

15 02 11 01

Europees Instituut voor innovatie en technologie — Bestuursstructuur

1.1

4 765 110

4 215 716

   

4 765 110

4 215 716

15 02 11 02

Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's)

1.1

118 300 000

90 015 023

   

118 300 000

90 015 023

 

Artikel 15 02 11 — Subtotaal

 

123 065 110

94 230 739

   

123 065 110

94 230 739

15 02 22

Programma Een leven lang leren

1.1

1 140 924 154

1 099 427 411

 

48 786 064

1 140 924 154

1 148 213 475

15 02 23

Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

1.1

275 000

   

275 000

15 02 25

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

15 02 25 01

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

12 430 000

12 430 000

   

12 430 000

12 430 000

15 02 25 02

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titel 3

1.1

4 954 900

4 954 900

   

4 954 900

4 954 900

 

Artikel 15 02 25 — Subtotaal

 

17 384 900

17 384 900

   

17 384 900

17 384 900

15 02 27

Europese Stichting voor opleiding

15 02 27 01

Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

4

15 081 500

15 081 500

   

15 081 500

15 081 500

15 02 27 02

Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titel 3

4

4 945 000

5 445 000

   

4 945 000

5 445 000

 

Artikel 15 02 27 — Subtotaal

 

20 026 500

20 526 500

   

20 026 500

20 526 500

15 02 30

Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

1.1

   

15 02 31

Proefproject ter dekking van de kosten van studies voor specialisatie in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege (in Natolin)

1.1

p.m.

579 935

   

p.m.

579 935

15 02 32

Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

1.1

p.m.

   

p.m.

15 02 33

Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

1.1

4 000 000

2 600 000

   

4 000 000

2 600 000

 

Hoofdstuk 15 02 — Totaal

 

1 417 215 664

1 328 230 073

 

50 884 143

1 417 215 664

1 379 114 216

15 02 02

Erasmus Mundus

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

110 791 000

90 042 647

 

2 098 079

110 791 000

92 140 726

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het Erasmus Mundus II-programma (2009-2013), en van de voltooiing van acties in het kader van het vorige Erasmus Mundus-programma (2004-2008). De doelstellingen van het Erasmus Mundus II-programma zijn:

 

de gestructureerde samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en academisch personeel in Europa en derde landen bevorderden met de bedoeling uitmuntendheidscentra te creëren en hoogopgeleide mensen af te leveren;

 

een pool van goed gekwalificeerde, ruimdenkende en internationaal ervaren vrouwen en mannen creëren en zodoende bijdragen tot de wederzijdse verrijking van samenlevingen door de mobiliteit te bevorderen van de meest getalenteerde studenten en academici uit derde landen om in de Unie kwalificaties en/of ervaring te verwerven enerzijds en van de meest getalenteerde Europese studenten en academici om in derde landen kwalificaties en/of ervaring te verwerven anderzijds;

 

door middel van grotere mobiliteitsstromen tussen de Unie en derde landen bijdragen aan de ontwikkeling van human resources en aan de capaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in derde landen om op internationaal vlak samen te werken;

 

de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van het Europees hoger onderwijs in de wereld verbeteren, en het aantrekkelijker maken voor onderdanen van derde landen;

 

samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs aanzwengelen en de uitwisseling verbeteren van universitair personeel en studenten in Europa en de landen van het Europees nabuurschapsbeleid, zowel uit landen in het Zuiden als in het Oosten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

15 02 22

Programma Een leven lang leren

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 140 924 154

1 099 427 411

 

48 786 064

1 140 924 154

1 148 213 475

Toelichting

Overeenkomstig het besluit tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren dient dit krediet ter dekking van de specifieke programma’s en de volgende horizontale acties:

 

Comenius: voor activiteiten ten aanzien van het algemeen vormend onderwijs tot en met de tweede fase van het voortgezet onderwijs;

 

Erasmus: voor onderwijs- en vervolmakingsactiviteiten in het hoger onderwijs, een verhoging van het aantal beurzen en de financiering ervan in het kader van de Erasmusprogramma’s;

 

Leonardo da Vinci: voor alle aspecten van beroepsonderwijs en -opleiding;

 

Grundtvig: voor volwasseneneducatie;

 

Jean Monnet: projecten die het onderzoek naar en het onderwijs en debat over het Europees integratieproces in instellingen voor hoger onderwijs stimuleren, en subsidies voor exploitatiekosten van bepaalde belangrijke instellingen en verenigingen;

 

een transversaal programma: omvat vier kernactiviteiten die betrekking hebben op de beleidsvraagstukken, specifieke maatregelen voor het leren van talen en ICT-gerelateerde activiteiten behelzen (voor zover die niet onder de specifieke programma’s vallen) en in activiteiten voor de verspreiding van de resultaten op ruimere schaal voorzien.

Met bijzondere onderwijsbehoeften voor personen met een handicap of een „dys”-aandoening kan in alle bovenstaande sectorale programma’s rekening worden gehouden.

 

Brain trust: Een deel van de verhoging dient ter ondersteuning van Braintrust, een instrument voor het online delen van kennis voor universiteitsstudenten, waarmee studenten een pagina kunnen aanmaken met hun profiel en „academisch CV”, met inbegrip van gevolgde vakken, publicaties, referenties en sleutelwoorden om de interesses van de student aan te geven. Het Braintrustplatform biedt studenten een overzicht van hun vakgebied en de mogelijkheid om te communiceren en samen te werken op basis van hun academische interesses met mensen in andere landen, aan andere universiteiten, in andere vakgebieden en met andere onderwijsniveaus, ongeacht hun huidige onderwijsinstelling en geografische locatie. Het platform draagt bij aan het versterken van een paneuropese identiteit en bewustzijn onder de jonge generatie Europese burgers. Het dient voor het verwezenlijken van een Europese dimensie voor de nationale hogeronderwijsstelsels, ter ondersteuning van de doelstelling van het ontwikkelen van de Gemeenschap als kennismaatschappij, als omschreven in het programma Een leven lang leren 2007-2013, en om een bijdrage te leveren aan de invoering van een Europese hogeronderwijsruimte, als onderdeel van het proces van Bologna.

 

Wetenschappelijk en technologisch onderwijs in een vroeg stadium in Europa: Een deel van de verhoging dient ter ondersteuning van een project of actie voor de verbetering van het wetenschappelijk en technologisch onderwijs in een vroeg stadium in Europa. Visie: In de eerste formatieve periode (3-6 jaar) doen alle kinderen ervaringen op met wetenschappelijke basisconcepten, om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. De actie is gericht op het steunen van de lidstaten bij de ontwikkeling van nationale strategieën op het gebied van wetenschappelijk onderwijs in een vroeg stadium.

 

Europees Universitair Instituut (EUI): Een deel van de verhoging dient ter dekking van onder meer de bijkomende uitgaven in verband met de activiteiten van het EUI, overeenkomstig artikel 36, lid 2, onder b), van Besluit nr. 1720/2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren. Een aanvullende bijdrage moet worden toegewezen aan het programma Mondiale governance van het EUI. Het programma is in 2010 van start gegaan en de activiteiten worden momenteel geconsolideerd en uitgebreid. Deze verhoging dient om de PhD-opleidingen van het EUI op het gebied van mondiale governance en mondiale aangelegenheden te verbeteren en te verbreden; de Europese academie voor mondiale governance uit te breiden op het gebied van trainingen, discussies en debatten op topniveau; het aantal lagere en hogere postdoctorale bursalen die gespecialiseerd zijn op dit terrein te verhogen; bij de EUI een significant aantal wetenschappers aan te stellen afkomstig van universiteiten en onderzoekscentra uit de lidstaten en van internationale instellingen; de verschillende vormen van onderling gerelateerd basis- en toegepast onderzoek op het gebied van mondiale governance verder te vergroten; een groot aantal verschillende evenementen, conferenties en beleidsseminars op hoog niveau op het gebied van mondiale governance te organiseren en te ondersteunen; en het Europees Netwerk van mondiale governance verder te consolideren, alsmede de activiteiten van het programma te verspreiden.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van de bevordering van universitair onderwijs voor studenten met een Roma-achtergrond om hen omvattende steun te bieden ter oplossing van hun unieke uitdagingen en om uitval uit het universitaire onderwijs te voorkomen; de ondersteuning omvat studiebeurzen, studieondersteuning, begeleiding en bijkomende training in professionele ontwikkeling en taalkundige vaardigheden.

Een deel van dit krediet dient tevens ter financiering van een Qualified Master Degree bij Europese universiteiten die daarvoor in aanmerking komen, die een belangrijk instrument zal vormen voor de automatische erkenning door alle lidstaten en waarbij een gemeenschappelijk kerncurriculum op masterniveau moet worden doorlopen. Een Europese aanduiding van Qualified Master Degree zal worden verleend indien wordt voldaan aan een aantal criteria op het gebied van kwaliteit en uitmuntendheid. Het initiatief zal de academische erkenning van mastertitels in de hele EU stimuleren en zal een belangrijk instrument vormen voor het verwezenlijken van een effectieve Europese hogeronderwijsruimte, zoals benadrukt op de recente ministersconferentie van het proces van Bologna te Boekarest in april 2012, alsmede in het initiatiefverslag van het EP van maart 2012. Het zal worden uitgevoerd door universiteiten van verschillende lidstaten en zal als bijkomend resultaat leiden tot vergelijkbaarheid van curricula, programma’s en onderwijsresultaten van de dienovereenkomstige bachelorgraden.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

HOOFDSTUK 15 04 — ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 04

ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

15 04 09

Afronding van voorgaande programma’s/acties

15 04 09 01

Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

3.2

p.m.

   

p.m.

15 04 09 02

Voltooiing van voorgaande Media-programma’s

3.2

p.m.

   

p.m.

 

Artikel 15 04 09 — Subtotaal

 

p.m.

   

p.m.

15 04 10

Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

3.2

250 000

350 000

   

250 000

350 000

15 04 44

Programma „Cultuur” (2007-2013)

3.2

59 356 000

52 290 127

   

59 356 000

52 290 127

15 04 45

Proefproject — Mobiliteit van kunstenaars

3.2

p.m.

   

p.m.

15 04 46

Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

3.2

200 000

200 000

   

200 000

200 000

15 04 48

Proefproject — Een Europees platform voor festivals

3.2

1 000 000

500 000

   

1 000 000

500 000

15 04 50

Europees erfgoedlabel

3.2

300 000

260 696

   

300 000

260 696

15 04 66

Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

15 04 66 01

Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

3.2

108 109 000

99 874 660

 

874 200

108 109 000

100 748 860

15 04 66 02

Voorbereidende actie — Uitvoering van de programma’s in het kader van Media 2007 in derde landen

4

p.m.

   

p.m.

15 04 66 03

Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

3.2

2 000 000

1 000 000

   

2 000 000

1 000 000

 

Artikel 15 04 66 — Subtotaal

 

110 109 000

100 874 660

 

874 200

110 109 000

101 748 860

15 04 68

Media Mundus

3.2

4 500 000

4 546 728

   

4 500 000

4 546 728

15 04 70

Proefproject — Huis van de Europese geschiedenis

3.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 15 04 — Totaal

 

175 715 000

159 022 211

 

874 200

175 715 000

159 896 411

15 04 66

Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

15 04 66 01

Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

108 109 000

99 874 660

 

874 200

108 109 000

100 748 860

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

steun voor de preproductiefase:

 

stimulering van de verwerving van vaardigheden en kwalificaties voor professionals in de audiovisuele sector op het gebied van het schrijven van scenario's, management en nieuwe technologieën. Voorbeelden: ondersteuning van de mobiliteit van opleiders, beurzen voor professionals uit de nieuwe lidstaten;

 

ondersteuning van de ontwikkeling van audiovisuele werken wat zowel de creatieve (scenario's) als de economische aspecten (productiestrategieën, distributie en promotie) betreft. Voorbeelden: steun voor de ontwikkeling van specifieke projecten of catalogi van projecten; ondersteuning om de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot financiering te vergemakkelijken, met inbegrip van het productiegarantiefonds van het Media-programma;

steun voor de postproductiefase:

 

ondersteuning van de transnationale distributie van Europese werken teneinde de circulatie van niet-nationale Europese werken te verbeteren. Voorbeelden: steun voor de distributie van niet-nationale Europese films via bioscopen en video, automatische en selectieve steun voor distributeurs van niet-nationale Europese films, steun voor promotiepakketten, steun voor digitalisering;

 

verbetering van de promotie van Europese werken. Voorbeelden: zorgen dat professionals toegang hebben tot Europese en internationale markten, zorgen dat het publiek toegang heeft tot werken waarin de culturele diversiteit van Europa tot uiting komt;

 

steun voor innovatie en mogelijkheden om het programma aan te passen aan technologische veranderingen. Actie: proefprojecten inzake ondersteuning, met name met betrekking tot digitale technologieën, alsook ondersteuning van de digitalisering van bioscopen;

 

steun voor een netwerk van voorlichtingsbureaus (Media-desks) in heel Europa;

 

steun voor het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig Besluit nr. 1718/2006/EG zal een deel van de kredieten van deze post worden gebruikt ter bevordering en ondersteuning van initiatieven voor beeldeducatie door jongerenfestivals, waarbij nauw wordt samengewerkt met scholen en andere instellingen. Organisaties van de openbare en de privésector die deskundigheid en Europese ervaring hebben op het vlak van mediageletterdheid, kunnen begunstigden zijn.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

Zie ook post 15 01 04 31.

15 04 66 02

Voorbereidende actie — Uitvoering van de programma’s in het kader van Media 2007 in derde landen

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

   

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van een voorbereidende actie in het kader van Media in derde landen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 66 03

Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

   

2 000 000

1 000 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie „Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving”.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 07 — MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 07

MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

15 07 77

Burgers

1.1

963 502 000

755 539 405

 

15 735 595

963 502 000

771 275 000

15 07 78

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

15 07 79

Proefproject — Kennispartnerschappen

1.1

p.m.

499 900

   

p.m.

499 900

 

Hoofdstuk 15 07 — Totaal

 

963 502 000

756 039 305

 

15 735 595

963 502 000

771 774 900

15 07 77

Burgers

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

963 502 000

755 539 405

 

15 735 595

963 502 000

771 275 000

Toelichting

Europa moet aantrekkelijker worden voor onderzoekers teneinde zijn capaciteit en prestaties op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling te vergroten en de Europese Onderzoeksruimte te consolideren en verder te ontwikkelen. Tegen de achtergrond van groeiende concurrentie op wereldniveau moet een open en concurrerende Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers met gediversifieerde, aantrekkelijke loopbaanvooruitzichten worden gecreëerd.

De steunverlening door het specifieke programma „Mensen” (geïmplementeerd door de Marie Curie-acties, de Nacht van de onderzoekers en de Euraxess-actie) heeft als toegevoegde waarde dat de internationale, interdisciplinaire en intersectorale mobiliteit van onderzoekers, een belangrijke aanjager van Europese innovatie, wordt bevorderd. Tevens bevorderen de Marie Curie-acties een intensievere samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven in verschillende landen op het gebied van opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers: zij verbreden hun vaardigheden en bereiden hen beter voor op de banen van de toekomst. De Marie Curie-acties versterken het partnerschap tussen onderwijs en bedrijfsleven met het oog op een betere kennisuitwisseling en de bevordering van opleidingen tot doctor die op de behoeften van de bedrijven zijn toegesneden. Door de arbeidsvoorwaarden te verbeteren in overeenstemming met het handvest en de code voor Europese onderzoekers, wordt een loopbaan als onderzoeker in Europa aantrekkelijker gemaakt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

TITEL 18

BINNENLANDSE ZAKEN

 

Titel

Hoofdstu

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

 

40 140 399

40 140 399

   

40 140 399

40 140 399

18 02

SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

3

708 459 000

468 584 737

 

22 904 034

708 459 000

491 488 771

 

40 02 41

 

98 230 000

57 892 946

   

98 230 000

57 892 946

     

806 689 000

526 477 683

   

806 689 000

549 381 717

18 03

MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

3

323 730 000

203 612 813

 

25 928 763

323 730 000

229 541 576

18 05

VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN

3

151 280 140

142 214 698

   

151 280 140

142 214 698

 

40 02 41

 

13 050 000

8 550 000

   

13 050 000

8 550 000

     

164 330 140

150 764 698

   

164 330 140

150 764 698

18 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

3

3 500 000

2 591 168

 

419 616

3 500 000

3 010 784

 

Titel 18 — Totaal

 

1 227 109 539

857 143 815

 

49 252 413

1 227 109 539

906 396 228

 

40 01 40, 40 02 41

 

111 280 000

66 442 946

   

111 280 000

66 442 946

 

Totaal+ reserve

 

1 338 389 539

923 586 761

   

1 338 389 539

972 839 174

HOOFDSTUK 18 02 — SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02

SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

18 02 03

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

18 02 03 01

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

29 000 000

29 000 000

   

29 000 000

29 000 000

18 02 03 02

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie — Bijdrage voor titel 3

3.1

49 959 000

49 959 000

   

49 959 000

49 959 000

 

Artikel 18 02 03 — Subtotaal

 

78 959 000

78 959 000

   

78 959 000

78 959 000

18 02 04

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

3.1

24 000 000

14 032 531

 

1 049 040

24 000 000

15 081 571

 

40 02 41

 

12 750 000

7 500 000

   

12 750 000

7 500 000

     

36 750 000

21 532 531

   

36 750 000

22 581 571

18 02 05

Visuminformatiesysteem (VIS)

3.1

7 000 000

21 568 782

   

7 000 000

21 568 782

 

40 02 41

 

1 750 000

5 471 400

   

1 750 000

5 471 400

     

8 750 000

27 040 182

   

8 750 000

27 040 182

18 02 06

Buitengrenzenfonds

3.1

332 000 000

187 897 347

 

12 413 637

332 000 000

200 310 984

 

40 02 41

 

83 000 000

44 200 000

   

83 000 000

44 200 000

     

415 000 000

232 097 347

   

415 000 000

244 510 984

18 02 07

Schengenevaluatie

3.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

40 02 41

 

730 000

721 546

   

730 000

721 546

     

730 000

721 546

   

730 000

721 546

18 02 08

Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

3.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

18 02 09

Europees Terugkeerfonds

3.1

185 500 000

91 690 077

 

9 441 357

185 500 000

101 131 434

18 02 10

Voorbereidende actie — Migratiebeheer — Solidariteit in actie

3.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

18 02 11

Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht

18 02 11 01

Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

30 100 000

24 707 000

   

30 100 000

24 707 000

18 02 11 02

Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titel 3

3.1

10 900 000

9 730 000

   

10 900 000

9 730 000

 

Artikel 18 02 11 — Subtotaal

 

41 000 000

34 437 000

   

41 000 000

34 437 000

18 02 12

Schengenfaciliteit voor Kroatië

3.1

40 000 000

40 000 000

   

40 000 000

40 000 000

 

Hoofdstuk 18 02 — Totaal

 

708 459 000

468 584 737

 

22 904 034

708 459 000

491 488 771

 

40 02 41

 

98 230 000

57 892 946

   

98 230 000

57 892 946

 

Totaal+ reserve

 

806 689 000

526 477 683

   

806 689 000

549 381 717

18 02 04

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

 
 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 04

24 000 000

14 032 531

 

1 049 040

24 000 000

15 081 571

40 02 41

12 750 000

7 500 000

   

12 750 000

7 500 000

Totaal

36 750 000

21 532 531

 

1 049 040

36 750 000

22 581 571

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de financiering van:

 

de operationele uitgaven van het Schengeninformatiesysteem (SIS);

 

andere operationele uitgaven die kunnen voortvloeien uit deze integratie.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De in de reserve opgenomen kredieten worden vrijgemaakt wanneer de Commissie (of het Agentschap voor het beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, na de overdracht van kredieten) concrete informatie doet toekomen aan de begrotingsautoriteit over de inhoud van de aanbesteding en het daaruit voortvloeiende voldoende concrete contract met betrekking tot het onderhoud en de werking van het Schengeninformatiesysteem. Bovendien dient de Commissie een concreet en realistisch schema in te dienen voor de maatregelen die nog dienen te worden genomen voor de inwerkingtreding van SIS II in 2013, waarbij details worden gegeven inzake verdere technische stappen, de inhoud en doelstelling van elke stap, de daarmee gemoeide kosten en de verantwoordelijkheden voor elke stap van de ontwikkeling.

Rechtsgronden

Protocol nr. 19 betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 21).

Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 32).

18 02 06

Buitengrenzenfonds

 
 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 06

332 000 000

187 897 347

 

12 413 637

332 000 000

200 310 984

40 02 41

83 000 000

44 200 000

   

83 000 000

44 200 000

Totaal

415 000 000

232 097 347

 

12 413 637

415 000 000

244 510 984

Toelichting

Met dit krediet worden de maatregelen van de lidstaten op de volgende gebieden gesteund:

 

de efficiënte organisatie van het grenstoezicht, dat zowel controle- als bewakingsopdrachten met betrekking tot de buitengrenzen omvat;

 

het doeltreffende beheer door de lidstaten van de personenstromen aan de buitengrenzen, enerzijds om een hoog beschermingsniveau aan de buitengrenzen te waarborgen, en anderzijds om te zorgen voor een vlotte overschrijding van de buitengrenzen, overeenkomstig het Schengenacquis, en de beginselen van een respectvolle en waardige behandeling;

 

de eenvormige toepassing, door de grenswachten, van de bepalingen van het uniale recht ter zake van de overschrijding van de buitengrenzen;

 

de verbetering van het beheer van de activiteiten van de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten en van de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied.

 

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de volgende activiteiten in de lidstaten:

 

infrastructuur van grensdoorlaatposten met bijbehorende gebouwen, zoals grenskantoren, landingsplaatsen voor helikopters en cabines met wachtstroken voor voertuigen en personen;

 

de infrastructuur, de gebouwen en de systemen voor de bewaking tussen de grensdoorlaatposten en de bescherming tegen illegale overschrijding van de buitengrenzen;

 

de bedrijfsuitrusting;

 

vervoermiddelen voor de controle van de buitengrenzen, zoals voertuigen, vaartuigen, helikopters en lichte vliegtuigen die zijn uitgerust met elektronische apparatuur voor de grensbewaking en de opsporing van personen in vervoermiddelen;

 

apparatuur voor realtime informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten;

 

informatie- en communicatietechnologiesystemen;

 

programma’s voor de detachering en uitwisseling van personeel, zoals grenswachten, immigratieambtenaren en consulaatmedewerkers;

 

de opleiding van personeel van de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van taalonderwijs;

 

investeringen in het ontwikkelen, testen en plaatsen van moderne technologie;

 

de studies en proefprojecten ter toepassing van de door het Agentschap geformuleerde aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, zoals deze uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de grenscontroles resulteren;

 

de studies en proefprojecten die innovatie moeten stimuleren, de uitwisseling van ervaringen en beproefde methoden moeten vergemakkelijken en het beheer van de activiteiten van de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten en de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied moeten verbeteren;

 

instelling van een gemeenschappelijke Schengenvisuminternetsite om de zichtbaarheid en een uniform beeld van het gemeenschappelijk visumbeleid te verbeteren.

In het kader van de doorreisregeling voor Kaliningrad dient dit krediet ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en bijkomende kosten (investeringen in infrastructuur, opleiding van grensbewakers en spoorwegpersoneel, bijkomende exploitatiekosten), die voortvloeien uit de toepassing van het doorreisfaciliteringsdocument en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) en die zowel verband houden met de algemene doelstelling om de door de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen georganiseerde activiteiten met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten, alsmede de samenwerking op dit gebied tussen de lidstaten, met inbegrip van de activiteiten van de Asylum Liaison Officers en Immigration Liaison Officers, te verbeteren, als met de doelstelling om de veterinaire, de fytosanitaire en de douanecontroles geleidelijk tot onderdeel van het geïntegreerde grensbeheer te maken op basis van de beleidsontwikkelingen op dit gebied. Deze acties kunnen ook tot doel hebben ondersteunende diensten aan de lidstaten te verstrekken indien zich duidelijke noodsituaties voordoen die dringend om actie aan de buitengrenzen van de lidstaten vragen.

Voorts stelt de Commissie jaarlijks een lijst van specifieke acties op die door de lidstaten en, waar nodig, in samenwerking met het Agentschap moeten worden uitgevoerd; deze acties dragen bij tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijk geïntegreerd grensbeheersysteem doordat werk wordt gemaakt van de in de door het Agentschap uitgevoerde risicoanalyses vastgestelde tekortkomingen aan strategische grensposten.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgemaakt wanneer het Europees Parlement en de Raad een bevredigende oplossing vinden met betrekking tot het Schengenbeheer.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3).

Beschikking 2008/456/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

18 02 09

Europees Terugkeerfonds

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

185 500 000

91 690 077

 

9 441 357

185 500 000

101 131 434

Toelichting

Met dit krediet wordt steun verleend voor de volgende maatregelen van de lidstaten ter verbetering van alle aspecten van het terugkeerbeleid, met inachtneming van de grondrechten, door het gebruik van het concept van geïntegreerd beleid, rekening houdend met de uniale wetgeving op dit gebied:

 

de invoer en verbetering van de organisatie en tenuitvoerlegging van een geïntegreerd terugkeerbeleid door de lidstaten;

 

de versterking van de samenwerking tussen de lidstaten in het kader van een geïntegreerd terugkeerbeleid en de tenuitvoerlegging ervan;

 

de bevordering van een doeltreffende en uniforme toepassing van gemeenschappelijke normen inzake terugkeer overeenkomstig de beleidsontwikkeling op dit gebied, met een voorkeur voor vrijwillige terugkeerregelingen;

 

de organisatie, in herkomst- en transitlanden, van informatiecampagnes voor potentiële ontheemden, vluchtelingen en asielzoekers. Deze campagnes kunnen plaatsvinden in het kader van betere samenwerking met derde landen die illegale migratie bestrijden en legale migratie bevorderen.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) op het gebied van het terugkeerbeleid. Studies naar het bestaan en de beoordeling van mechanismen ter ondersteuning van de re-integratie in geselecteerde derde landen en betreffende hun sociale en beroepsmatige re-integratie in de belangrijkste landen van herkomst, met name in de directe oostelijke en zuidelijke buurlanden.

Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.

Rechtsgronden

Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).

Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).

Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).

HOOFDSTUK 18 03 — MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 03

MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

18 03 03

Europees Vluchtelingenfonds (ERF)

3.1

112 330 000

77 035 597

 

14 861 394

112 330 000

91 896 991

18 03 04

Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom

3.1

11 900 000

6 338 621

   

11 900 000

6 338 621

18 03 05

Europees Migratienetwerk

3.1

6 500 000

4 505 155

 

349 680

6 500 000

4 854 835

18 03 06

Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

3.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

18 03 07

Voltooiing van ARGO

3.1

p.m.

   

p.m.

18 03 09

Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen

3.1

177 500 000

103 360 252

 

9 965 877

177 500 000

113 326 129

18 03 11

Eurodac

3.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

18 03 14

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO

18 03 14 01

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

7 000 000

7 000 000

   

7 000 000

7 000 000

18 03 14 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titel 3

3.1

5 000 000

2 975 480

 

524 520

5 000 000

3 500 000

 

Artikel 18 03 14 — Subtotaal

 

12 000 000

9 975 480

 

524 520

12 000 000

10 500 000

18 03 15

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3.1

p.m.

225 000

   

p.m.

225 000

18 03 16

Proefproject — Steun voor slachtoffers van foltering

3.1

2 000 000

1 000 000

   

2 000 000

1 000 000

18 03 17

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

3.1

p.m.

422 708

 

227 292

p.m.

650 000

18 03 18

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

3.1

1 000 000

500 000

   

1 000 000

500 000

18 03 19

Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3.1

500 000

250 000

   

500 000

250 000

 

Hoofdstuk 18 03 — Totaal

 

323 730 000

203 612 813

 

25 928 763

323 730 000

229 541 576

18 03 03

Europees Vluchtelingenfonds (ERF)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

112 330 000

77 035 597

 

14 861 394

112 330 000

91 896 991

Toelichting

Dit krediet is, inzake structurele maatregelen, bedoeld ter financiering van projecten en maatregelen op het gebied van de opvang van vluchtelingen, ontheemden en asielzoekers die voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiële steun van de Unie.

Het dient ter dekking van de inspanningen van de lidstaten met het oog op de integratie van vluchtelingen en personen aan wie subsidiaire bescherming werd verleend, alsmede om voor ontheemden een leven in eigen verantwoordelijkheid mogelijk te maken door maatregelen op de volgende gebieden:

 

vergemakkelijking van de toegang tot werkgelegenheid, met inbegrip van beroepsopleiding;

 

verwerving van kennis van taal, maatschappij, cultuur en instellingen van het gastland;

 

vergemakkelijking van de toegang tot huisvesting alsmede tot de medische en sociale infrastructuur van het gastland;

 

steun voor personen met een bijzonder behoefte aan bescherming, zoals vrouwelijke vluchtelingen, niet-begeleide minderjarigen en slachtoffers van foltering, met inbegrip van slachtoffers van gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen of gedwongen sterilisatie, en slachtoffers van verkrachting;

 

integratie in plaatselijke structuren en activiteiten;

 

verbetering van het bewustzijn van het grote publiek en begrip voor de situatie van vluchtelingen;

 

analyse van de situatie van vluchtelingen in de Unie;

 

opleidingen op het gebied van gendervraagstukken en kinderbescherming voor ambtenaren, gezondheidswerkers en politieagenten in opvangcentra;

 

afzonderlijke accommodatie voor alleenstaande vrouwen en meisjes.

Voorts dient het ter ondersteuning van vrijwillige, door de lidstaten overeengekomen initiatieven om de lasten te verdelen, zoals de hervestiging, de opvang en de integratie door de lidstaten van door de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) erkende vluchtelingen uit derde landen en de overdracht van personen die internationale bescherming genieten en degenen die om internationale bescherming verzoeken, van de ene lidstaat naar een andere waar zij gelijkwaardige bescherming genieten.

Een deel van dit krediet wordt gebruikt voor de steun aan lidstaten, direct in samenwerking met de humanitaire en andere agentschappen van de Verenigde Naties, die vrijwillig op flexibele wijze hervestiging verlenen in geval van acute vluchtelingensituaties. De nadruk zal liggen op de meest kwetsbare groepen en gevallen waar andere duurzame oplossingen als onmogelijk worden beschouwd.

Bijzondere aandacht moet uitgaan naar gevallen waarin het krediet gebruikt kan worden om blijk te geven van een significante concrete daad van solidariteit op Europees niveau die een toegevoegde waarde kan hebben als onderdeel van een bredere aanpak van humanitaire steunverlening aan een land of regio.

Op initiatief van de Commissie dient dit krediet ook ter dekking van transnationale acties of acties van belang voor de Unie (hierna „uniale acties” genoemd) met betrekking tot het asielbeleid en maatregelen ten aanzien van de doelgroepen van het fonds, in het bijzonder om passende bijstand te verlenen voor gezamenlijke inspanningen van de lidstaten om vast te stellen welke methoden goed werken, deze informatie uit te wisselen en deze methoden te bevorderen, en om doeltreffende samenwerkingsstructuren te ontwikkelen om de kwaliteit van de besluitvorming in het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te verbeteren.

Dit krediet dient ook ter dekking van eerdere vastleggingen van het EVF I en II, inclusief die vastleggingen die betrekking hebben op vrijwillige terugkeer.

Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.

Er wordt een solidariteitsmechanisme gecreëerd voor het vergemakkelijken van de vrijwillige herverdeling van vluchtelingen en begunstigden van internationale bescherming van lidstaten waar de immigratiedruk groot is naar lidstaten waar die druk minder is. Het mechanisme wordt op uniaal niveau gecreëerd en zal van start gaan met een proefperiode, om later eventueel in een gemeenschappelijk Europees asielsysteem te worden ingepast. De lidstaten zullen vrijelijk en op vrijwillige basis beslissen over alle aspecten van het selectieproces. De Commissie stelt het kader vast, geeft richtsnoeren, stimuleert participatie en creëert gunstige randvoorwaarden voor beheer en coördinatie.

Het mechanisme moet worden gecreëerd overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009. In de conclusies wordt erop gewezen dat gezien de huidige humanitaire noodsituatie met spoed concrete maatregelen getroffen en uitgevoerd moeten worden. De Europese Raad pleitte voor de coördinatie van vrijwillige maatregelen voor de interne herplaatsing van personen die internationale bescherming genieten en zich bevinden in lidstaten die aan specifieke en onevenredige druk blootstaan, alsook van zeer kwetsbare personen, en begroette het voornemen van de Commissie om in dit verband initiatieven te ontplooien, te beginnen met een proefproject.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

Besluit nr. 458/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/815/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 326 van 12.12.2007, blz. 29).

Beschikking 2008/22/EG van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 7 van 10.1.2008, blz. 1).

18 03 05

Europees Migratienetwerk

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 500 000

4 505 155

 

349 680

6 500 000

4 854 835

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het opzetten van het Europees Migratienetwerk, dat de Unie en de lidstaten moet voorzien van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel.

Deze informatie bevat statistische gegevens over het aantal asielzoekers dat de lidstaten binnenkomt, uitgesplitst naar lidstaat, het aantal ingewilligde aanvragen, het aantal afgewezen aanvragen, de gronden voor afwijzing enz.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7).

18 03 09

Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

177 500 000

103 360 252

 

9 965 877

177 500 000

113 326 129

Toelichting

Tegen de achtergrond van het algemene streven om de inspanningen van de lidstaten te ondersteunen die tot doel hebben onderdanen van derde landen in de gelegenheid te stellen te voldoen aan de voorwaarden voor verblijf en hun integratie in Europese samenlevingen te vergemakkelijken en in overeenstemming met de door de Raad in november 2004 vastgestelde gemeenschappelijke basisbeginselen voor het beleid inzake de integratie van immigranten in de Europese Unie en met de resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2006 over strategieën en middelen voor de integratie van immigranten in de Europese Unie (PB C 303 E van 13.12.2006, blz. 845), dient dit krediet ter ondersteuning van maatregelen op de volgende actiegebieden:

 

vergemakkelijking van de uitwerking en toepassing van toelatingsprocedures die relevant zijn voor het integratieproces van onderdanen van derde landen en dit ondersteunen;

 

ontwikkeling en uitvoering van het integratieproces van onderdanen van derde landen in de lidstaten;

 

vergroting van de capaciteit van de lidstaten om beleid en maatregelen voor de integratie van onderdanen van derde landen te ontwikkelen, uit te voeren, te monitoren en te evalueren;

 

uitwisseling van informatie en beste praktijken, en samenwerking in en tussen de lidstaten bij de ontwikkeling, uitvoering, monitoring en evaluatie van beleid en maatregelen voor de integratie van onderdanen van derde landen, onder meer met het oog op het terugdringen van de verschillen op het vlak van werkgelegenheid tussen immigranten en autochtonen, de verbetering van de participatie van immigranten alsook van hun prestaties op onderwijsgebied, de bevordering van de vooruitzichten op het vlak van onderwijs en werkgelegenheid van migrantenvrouwen, taal- en inburgeringsprogramma’s, gezondheid, huisvesting en stadsleven, en de bevordering van de maatschappelijke participatie van immigranten.

Het dient op initiatief van de Commissie tevens ter dekking van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) die verband houden met het immigratie- en het integratiebeleid.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 18).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2008/457/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking 2007/435/EG van de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 69).

18 03 14

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO

18 03 14 01

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titels 1 en 2

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 000 000

7 000 000

   

7 000 000

7 000 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

18 03 14 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titel 3

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 000 000

2 975 480

 

524 520

5 000 000

3 500 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 12 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

18 03 17

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

422 708

 

227 292

p.m.

650 000

Toelichting

Deze voorbereidende actie is bedoeld om een nieuwe financieringslijn te creëren om de hervestiging te ondersteunen van vluchtelingen in noodsituaties die niet vallen onder de regels van het bestaande Europees Vluchtelingenfonds (EVF) en die hier in de nabije toekomst ook niet onder zullen vallen, aangezien het bestaande fonds, dat nu in zijn derde periode is (EVF III), in 2014 ophoudt te bestaan. Met de in het kader van deze voorbereidende actie uitgevoerde activiteiten en de ervaring die in dat kader wordt opgedaan, kan vervolgens rekening worden gehouden bij de herziening van het EVF die gepland is voor 2014.

De volgende maatregelen vallen onder de voorbereidende actie:

 

ondersteuning van personen die al als vluchteling zijn erkend door de UNHCR en het EVF, die het slachtoffer zijn geworden van natuurrampen, gewapende aanvallen enz.;

 

ondersteuning van noodacties in het geval van vluchtelingengroepen die op grond van de EVF- en de UNHCR-regels als prioriteit zijn aangemerkt, die het slachtoffer zijn geworden van een gewapende aanval of een natuurramp of die te maken krijgen met andere extreem schadelijke en levensbedreigende omstandigheden;

 

financiering van de snelle hervestigingsprocedures van de lidstaten onder voorwaarden die een kopie zijn van de routinehervestigingsactiviteiten die worden gefinancierd door het EVF;

 

garanderen van financiering voor noodprocedures zonder de lopende hervestigingsprocedures van het EVF te verstoren;

 

waar nodig verstrekking in noodsituaties van extra financiële steun aan de diensten van de UNHCR en de verbindingsorganisaties hiervan in de lidstaten en op uniaal niveau;

 

intensivering van de activiteiten van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 08 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

18 08 01

Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

3.1

2 900 000

2 213 592

 

419 616

2 900 000

2 633 208

18 08 05

Evaluatie en effectbeoordeling

3.1

600 000

377 576

   

600 000

377 576

 

Hoofdstuk 18 08 — Totaal

 

3 500 000

2 591 168

 

419 616

3 500 000

3 010 784

18 08 01

Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 900 000

2 213 592

 

419 616

2 900 000

2 633 208

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor prioritaire informatiemaatregelen op het gebied van binnenlandse zaken.

Het dient ter financiering van voorlichtingsacties en communicatiemaatregelen op het gebied van binnenlandse zaken met betrekking tot de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometer-enquêtes enz.). Deze maatregelen zijn bedoeld als effectief kanaal voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie, de belanghebbenden en de instellingen van de Unie, waarbij, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten, rekening wordt gehouden met specifieke nationale, regionale en plaatselijke kenmerken.

De Commissie heeft een reeks mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 final en COM(2002) 350 final) vastgesteld. In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking die uitgebreid wordt tot de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het uniale voorlichtings- en communicatiebeleid vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

Rechtsgronden

Taken voortvloeiend uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van het Financieel Reglement.

TITEL 19

EXTERNE BETREKKINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

 

163 646 024

163 646 024

   

163 646 024

163 646 024

19 02

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL

4

58 000 000

31 629 412

   

58 000 000

31 629 412

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

4

395 832 000

316 294 119

   

395 832 000

316 294 119

19 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)

4

166 086 000

132 510 906

 

6 993 598

166 086 000

139 504 504

19 05

BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN

4

23 400 000

18 285 754

   

23 400 000

18 285 754

19 06

CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

4

393 793 000

253 079 672

 

3 846 478

393 793 000

256 926 150

19 08

EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

 

2 491 284 700

1 390 558 678

 

40 213 189

2 491 284 700

1 430 771 867

19 09

BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

4

387 064 000

288 869 669

 

6 993 598

387 064 000

295 863 267

19 10

BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

4

893 490 519

611 954 874

 

3 496 799

893 490 519

615 451 673

19 11

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

4

28 630 000

24 364 531

   

28 630 000

24 364 531

19 49

UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Titel 19 — Totaal

 

5 001 226 243

3 231 193 639

 

61 543 662

5 001 226 243

3 292 737 301

HOOFDSTUK 19 04 — EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)

19 04 01

Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

4

128 165 000

101 469 913

 

6 993 598

128 165 000

108 463 511

19 04 03

Verkiezingswaarneming

4

37 921 000

29 652 574

   

37 921 000

29 652 574

19 04 04

Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

19 04 05

Voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten

4

p.m.

988 419

   

p.m.

988 419

19 04 06

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

4

p.m.

400 000

   

p.m.

400 000

19 04 07

Proefproject — Financiering voor de slachtoffers van foltering

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 19 04 — Totaal

 

166 086 000

132 510 906

 

6 993 598

166 086 000

139 504 504

19 04 01

Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

128 165 000

101 469 913

 

6 993 598

128 165 000

108 463 511

Toelichting

De algemene doelstelling is bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten, overeenkomstig de beleidslijnen en richtsnoeren van de Unie en in nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

De activiteiten zullen zich met name concentreren op:

 

het bevorderen van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in landen en regio's waar deze het meest worden bedreigd, en het bevorderen van de rechtsstaat;

 

de versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld bij het bevorderen van mensenrechten en democratische hervormingen, waarbij de bescherming van activisten die zich inzetten voor de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid wordt verzekerd, het ondersteunen van een vreedzame verzoening tussen groepsbelangen en het consolideren van politieke participatie en vertegenwoordiging;

 

de ondersteuning van mensenrechten- en democratiseringsmaatregelen op gebieden die onder uniale richtsnoeren vallen, onder meer inzake de mensenrechtendialoog, mensenrechtenactivisten, de doodstraf, foltering, met inbegrip van gedwongen abortus en genitale verminking bij vrouwen, gedwongen sterilisatie, alsmede de jeugd en gewapende conflicten,

 

versterking van het internationale kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie, met name internationale strafrechtmechanismen en belangrijke rechtsinstrumenten. Een deel van de steun zal worden gebruikt voor het verstrekken van rechtskundig advies en het onderzoeken van moorden op activisten die zich inzetten voor de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting.

Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 volledige financiële transparantie te waarborgen, legt de Commissie bij gezamenlijk beheer met internationale organisaties — indien zij hiertoe wordt verzocht — alle interne en externe audits met betrekking tot het gebruik van middelen van de Unie over aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

Een deel van dit krediet is bestemd voor het Europees Interuniversitair Centrum voor mensenrechten en democratisering (EIUC), dat een Europese masteropleiding in mensenrechten en democratisering aanbiedt en het EU-UN Fellowship Programme na het verstrijken eind 2006 van Besluit nr. 791/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 31).

Een deel van dit krediet is bestemd voor de financiering van onafhankelijke initiatieven ter bevordering van internetvrijheid, met inbegrip van de ontwikkeling van technologieën en software om filtering te omzeilen, om te verdelen onder (online) verdedigers van de mensenrechten, zodat ze zich kunnen beschermen. Ook is het bedoeld om opleidingen over technologie en mensenrechten te financieren voor verdedigers van de mensenrechten, en om te voorzien in regelmatige en systematische contacten tussen politici van de Unie, de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met het oog op het delen van kennis en het bespreken van beleidsplannen met betrekking tot technologie en mensenrechten.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient ook ter financiering van steun voor niet-gouvernementele organisaties en mensenrechtenactivisten die werkzaam zijn in de noordelijke Kaukasus.

Dit krediet dient eveneens ter financiering van organisaties die, zoals de Club van Madrid, zich actief inzetten voor de bevordering van democratisch leiderschap en democratische waarden door middel van een dialoog op hoog niveau en peer-to-peeroverleg met leiders in landen waar hervormingen plaatsvinden en die overgaan naar democratie, en door kwesties van algemeen belang vanuit een democratisch standpunt te benaderen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor aanvullende steun voor buurlanden die lid zijn van de Raad van Europa om aan de normen inzake democratie en de rechtsstaat van de Raad van Europa te voldoen, inclusief steun voor het beter kunnen organiseren van vrije en eerlijke verkiezingen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt om buurlanden die lid van de Raad van Europa zijn te helpen bij het aanpassen van hun wetgevings- en justitieel apparaat aan de uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens, en zich aan die uitspraken te houden.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van het Fonds van de Europese Unie voor wereldwijde internetvrijheid, dat moet bijdragen tot:

 

de erkenning van het feit dat de nieuwe communicatietechnologieën gebruikt worden ter bevordering van verdraagzaamheid en vrijheid van meningsuiting, maar ook kunnen bijdragen tot repressie of geweld. Het moet benadrukken dat internetvrijheid een belangrijke rol speelt in internationale zaken en een integrerend en vast onderdeel moet gaan uitmaken van het Uniebeleid op gebieden als externe betrekkingen, veiligheid, handel, en andere relevante beleidsterreinen;

 

de financiering van onafhankelijke initiatieven voor de ontwikkeling van technologieën en software om filtering te omzeilen, om te verdelen onder verdedigers van de mensenrechten, zodat ze zich kunnen beschermen;

 

de financiering van opleidingen op het gebied van technologie en mensenrechten;

 

de organisatie van regelmatige en systematische contacten tussen politici van de Unie, de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met het oog op het delen van kennis en het bespreken van beleidsplannen met betrekking tot technologie en mensenrechten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 06 — CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 06

CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

19 06 01

Paraatheid voor rampen en crisissituaties

19 06 01 01

Paraatheid voor rampen en crisissituaties (stabiliteitsinstrument)

4

241 717 000

145 429 529

   

241 717 000

145 429 529

19 06 01 02

Voltooiing van eerdere samenwerking

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 19 06 01 — Subtotaal

 

241 717 000

145 429 529

   

241 717 000

145 429 529

19 06 02

Maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen

19 06 02 01

Acties op het gebied van risicovermindering en paraatheid met betrekking tot chemische, nucleaire en biologische materialen of agentia (stabiliteitsinstrument)

4

46 300 000

32 207 052

 

2 098 079

46 300 000

34 305 131

19 06 02 03

Uniebeleid ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens

4

p.m.

85 004

   

p.m.

85 004

 

Artikel 19 06 02 — Subtotaal

 

46 300 000

32 292 056

 

2 098 079

46 300 000

34 390 135

19 06 03

Transregionale maatregelen op het gebied van de georganiseerde misdaad, mensenhandel, de bescherming van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en de strijd tegen het terrorisme (stabiliteitsinstrument)

4

28 300 000

10 664 744

 

1 748 399

28 300 000

12 413 143

19 06 04

Bijstand op nucleair gebied

4

77 476 000

64 153 343

   

77 476 000

64 153 343

19 06 06

Consulaire samenwerking

4

   

19 06 07

Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

4

p.m.

340 000

   

p.m.

340 000

19 06 08

Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

4

p.m.

200 000

   

p.m.

200 000

19 06 09

Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 19 06 — Totaal

 

393 793 000

253 079 672

 

3 846 478

393 793 000

256 926 150

19 06 02

Maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen

19 06 02 01

Acties op het gebied van risicovermindering en paraatheid met betrekking tot chemische, nucleaire en biologische materialen of agentia (stabiliteitsinstrument)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 300 000

32 207 052

 

2 098 079

46 300 000

34 305 131

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen. Dit kan onder meer omvatten:

 

het bevorderen van civiele onderzoeksactiviteiten als alternatief voor aan defensie gerelateerd onderzoek en steun voor de omscholing en alternatieve tewerkstelling van wetenschappers en ingenieurs die voorheen in de wapenindustrie in brede zin werkzaam waren;

 

steun voor maatregelen ter verbetering van de veiligheidspraktijk in civiele installaties waar gevoelige chemische, biologische, stralings- of nucleaire materialen of stoffen zijn opgeslagen of worden aangewend in het kader van civiele onderzoeksprogramma’s;

 

steun, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, voor de totstandbrenging van civiele infrastructuur en voor het verrichten van de nodige civiele studies voor de ontmanteling, het herstel of de omschakeling van aan wapens gerelateerde faciliteiten en locaties ten aanzien waarvan verklaard is dat zij niet langer deel uitmaken van een defensieprogramma;

 

het versterken van de capaciteit van de bevoegde civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitoefening van de daadwerkelijke controle op de handel in chemische, biologische, stralings- en nucleaire materialen of stoffen (waaronder de apparatuur voor hun productie of overbrenging), ook door middel van de installatie van moderne logistieke apparatuur voor evaluatie en controle;

 

de ontwikkeling van een juridisch kader en van de institutionele capaciteit voor de invoering en toepassing van efficiënte uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder maatregelen op het gebied van regionale samenwerking;

 

de ontwikkeling van effectieve civiele rampenplannen, noodhulp en reacties op crisissituaties alsmede van de capaciteit voor het schoonmaken in geval van eventuele grote milieurampen op dit gebied.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 06 02 03

Uniebeleid ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

85 004

   

p.m.

85 004

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens en ter bestrijding van de illegale wapenhandel.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 06 03

Transregionale maatregelen op het gebied van de georganiseerde misdaad, mensenhandel, de bescherming van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en de strijd tegen het terrorisme (stabiliteitsinstrument)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 300 000

10 664 744

 

1 748 399

28 300 000

12 413 143

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nieuwe maatregelen voor een verdere samenwerking tussen de Europese Unie en derde landen ten aanzien van mondiale en regionale grensoverschrijdende problemen die de veiligheid en de grondrechten van de burger bedreigen.

Maatregelen op het gebied van terrorismebestrijding dienen de internationale mensenrechtenverplichtingen van een derde land en de toepasselijke humanitaire wetgeving volledig te eerbiedigen, in lijn met de aan Verordening (EG) nr. 1717/2006 gehechte verklaring van de Commissie.

Die maatregelen betreffen:

 

de versterking van de capaciteit van de wetshandhavings- en justitiële en civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad, waaronder drugshandel, mensenhandel, handel in vuurwapens en explosieven en de daadwerkelijke controle van illegale handel en doorvoer;

 

steun voor maatregelen ter bestrijding van gevaren voor het internationaal vervoer en kritische infrastructuur, waaronder personen- en goederenvervoer;

 

een adequate respons op grote gevaren voor de volksgezondheid, zoals epidemieën met potentiële grensoverschrijdende gevolgen;

 

steun voor maatregelen gericht op de bevordering van de uitvoering en naleving van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoneelmijnen en het Verdrag van Oslo inzake clustermunitie; een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelmijnen, clustermunitie en explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen, met inbegrip van onderzoek, onderwijs, opleiding en hulp aan slachtoffers.

Dergelijke maatregelen kunnen in het kader van dit instrument bij een stabiel klimaat worden aangenomen, om het hoofd te bieden aan specifieke destabiliserende dreigingen op wereldwijd en transregionaal niveau; deze maatregelen kunnen evenwel alleen worden genomen wanneer met de desbetreffende instrumenten van de Unie voor externe bijstand geen adequaat en doeltreffend antwoord kan worden gegeven. Dit krediet is ook bestemd ter dekking van de volledige betaling van maatregelen die waren gefinancierd uit het oude artikel 19 02 11 „Noord-Zuidsamenwerkingsprogramma’s in de campagne tegen drugs en drugverslaving”.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 08 — EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 08

EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

19 08 01

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking

19 08 01 01

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen

4

1 203 630 000

657 351 430

 

3 496 799

1 203 630 000

660 848 229

19 08 01 02

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA

4

300 000 000

223 437 847

 

24 477 594

300 000 000

247 915 441

19 08 01 03

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa

4

822 850 000

350 619 541

 

12 238 796

822 850 000

362 858 337

19 08 01 04

Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

19 08 01 05

Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld

4

p.m.

1 286 000

   

p.m.

1 286 000

19 08 01 06

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

4

p.m.

750 000

   

p.m.

750 000

19 08 01 08

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

4

p.m.

550 000

   

p.m.

550 000

 

Artikel 19 08 01 — Subtotaal

 

2 326 480 000

1 233 994 818

 

40 213 189

2 326 480 000

1 274 208 007

19 08 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI)

19 08 02 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

83 988 073

71 363 860

   

83 988 073

71 363 860

19 08 02 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1.2

80 816 627

85 200 000

   

80 816 627

85 200 000

 

Artikel 19 08 02 — Subtotaal

 

164 804 700

156 563 860

   

164 804 700

156 563 860

19 08 03

Voltooiing van de financiële protocollen met landen van het Middellandse Zeegebied

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 19 08 — Totaal

 

2 491 284 700

1 390 558 678

 

40 213 189

2 491 284 700

1 430 771 867

Toelichting

De Unie streeft ernaar een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen waarbij de lidstaten en de nabuurpartnerlanden betrokken zijn (3). Met het oog hierop heeft de Unie overeenkomsten afgesloten met de meeste buurlanden. Voorts heeft de Unie gezorgd voor de opstelling van Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten. Dit kader heeft tot doel een sterkere en hechtere relatie te ontwikkelen die gebaseerd is op gedeelde waarden en wederzijdse belangen en die moet leiden tot een aanzienlijke mate van economische integratie en politieke samenwerking. De Unie is ook voornemens met Rusland een echt strategisch partnerschap op te bouwen, dat is gegrondvest op gemeenschappelijke belangen en gedeelde waarden en dat is gebaseerd op de totstandbrenging van vier gemeenschappelijke ruimten. De in dit hoofdstuk opgenomen kredieten dienen ter financiering van de samenwerkingsacties die tot doel hebben de tenuitvoerlegging van dergelijke overeenkomsten te ondersteunen. Samenwerking met de landen waarmee dergelijke overeenkomsten nog niet zijn ondertekend of waarmee dergelijke overeenkomsten niet bestaan — zoals Belarus, Libië of Syrië — zullen op de beleidsdoelstellingen van de Unie zijn gebaseerd.

19 08 01

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking

19 08 01 01

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 203 630 000

657 351 430

 

3 496 799

1 203 630 000

660 848 229

Toelichting

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Europese Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de indicatieve meerjarenprogramma’s voor de perioden 2007-2010 en 2011-2013 van de ENB-actieplannen die met de mediterrane buurlanden van de Unie werden afgesloten. Het krediet zal ook worden benut ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het regionaal indicatief programma voor 2010-2012 alsook voor bepaalde maatregelen in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied waartoe is besloten op de top van Parijs van 13 juli 2008. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:

 

het bevorderen van politieke dialoog en hervormingen;

 

het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en het aanmoedigen van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel;

 

het versterken van nationale instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen;

 

bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme, het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie en het bevorderen van een goed bestuur;

 

het bevorderen van duurzame ontwikkeling en meewerken aan armoedebestrijding;

 

steun verlenen aan de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb;

 

het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu;

 

bevorderen van acties die bijdragen tot conflictoplossing;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel;

 

bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur;

 

bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) in Libanon, Syrië en Jordanië, in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

 

ondersteunen van regionale integratie binnen het kader van het Euro-mediterrane partnerschap en in het bijzonder de bevordering van regionale samenwerking, de oprichting van netwerken en partnerschappen van openbare en particuliere non-profitorganisaties met het oog op de uitwisseling van kennis en beste praktijken op alle relevante werkterreinen;

 

het ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de terugname van illegalen te vereenvoudigen; deze maatregelen zullen worden aangevuld met maatregelen die worden gefinancierd uit het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument vanuit een aparte begrotingspost 19 02 01 „Samenwerking op het gebied van migratie- en asielbeleid”;

 

het ondersteunen van programma’s en campagnes die zich richten op de bevordering van geweldloosheid als methode voor conflictpreventie, de bescherming van minderheden en de versteviging van vrije en rechtvaardige samenlevingen; het ondersteunen van initiatieven die, met geweldloze middelen, de eerbiediging van rechtmatigheid en de rechtsstaat bevorderen; het bevorderen van geweldloosheid, onder meer door de ondersteuning van geweldloze empowerment (verspreiding van optimale werkwijzen onder burgers en opleiding van activisten), alsmede door informatieverstrekking aan onderdrukte burgers, in het bijzonder etnische en andere minderheden, middels radioprogramma’s;

 

de zichtbaarheid bevorderende en voorlichtingsactiviteiten en -maatregelen met een horizontaal karakter die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de activiteiten van de Unie in derde landen uit het Middellandse Zeegebied.

De toewijzing van middelen tussen begunstigde landen en terreinen van samenwerking moet zijn gebaseerd op het beginsel „meer voor meer”, en afzonderlijke toewijzingen moeten indien nodig worden verhoogd of verlaagd om de mate van politieke vooruitgang te weerspiegelen die de partnerregeringen hebben geboekt.

Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient ook ter dekking van de volgende uitgaven:

 

onderzoek naar het effect van de klimaatverandering op de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee;

 

onderzoek naar verontreiniging van de kusten van de Middellandse Zee;

 

onderzoek naar de toestand van de onderzeese energie-infrastructuur (gas- en oliepijpleidingen, elektriciteitskabels enz.);

 

bevordering van het netwerk van openbare en particuliere onderzoekscentra die betrokken zijn bij de monitoring van het water van de Middellandse Zee en de toestand van de kusten met het oog op de uitwisseling van gegevens en onderzoeksresultaten en de ontwikkeling van gezamenlijke voorstellen voor maatregelen en beschermingsbeleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

19 08 01 02

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000 000

223 437 847

 

24 477 594

300 000 000

247 915 441

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.

De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:

 

ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling;

 

bevorderen van sociale en economische ontwikkeling;

 

het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning;

 

bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza;

 

bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

 

financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie;

 

financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces;

 

financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking;

 

bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme en het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

19 08 01 03

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

822 850 000

350 619 541

 

12 238 796

822 850 000

362 858 337

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en recht, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:

 

het bevorderen van politieke dialoog en democratische hervormingen;

 

het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel;

 

het versterken van nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen, bijvoorbeeld door „jumelage” en technische bijstandsmechanismen, zoals TAIEX;

 

het bevorderen van eerbiediging van mensenrechten, zoals mediavrijheid en vrijheid van meningsuiting;

 

het bevorderen van goed bestuur en van het bestrijden van corruptie;

 

het bevorderen van gendergelijkheid;

 

steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb;

 

het bevorderen van duurzame ontwikkeling en plattelandsontwikkeling en het meewerken aan armoedebestrijding;

 

het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu;

 

het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel;

 

bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur;

 

bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap;

 

ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de overname van illegalen te vereenvoudigen. Deze maatregelen zullen worden aangevuld door maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”.

Dit krediet dient ook ter financiering van onderzoek naar de menselijke gezondheid en de duurzame ontwikkeling van Oekraïne en Belarus, in het bijzonder wat betreft de verbetering van de gezondheidstoestand in de gebieden die getroffen zijn door de Tsjernobyl-ramp.

Dit krediet dient tevens ter financiering van vertrouwenwekkende maatregelen in Georgië, Transnistrië en de afscheidingsgebieden Abchazië en Zuid-Ossetië, alsook van lokale vertrouwensopbouw en lokale economische rehabilitatieprojecten in Nagorno-Karabach.

De in deze post opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor voorlichtingsacties bij het grote publiek en de mogelijke begunstigden van de bijstand en voor acties die de zichtbaarheid van de bijstand van de Unie vergroten.

De toewijzing van middelen aan begunstigde landen en samenwerkingsgebieden dient gebaseerd te zijn op het „meer voor meer”-beginsel en individuele toewijzingen moeten indien nodig worden verhoogd of verlaagd om de door de partnerregeringen geboekte politieke vooruitgang te weerspiegelen.

Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. De in 2010 en 2011 vastgelegde steun wordt ten uitvoer gelegd door steun aan de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s. Andere kaders voor de tenuitvoerlegging van steun voor de Oostzeeregio zijn, in voorkomend geval, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, of het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-19 en andere programma’s.

Een deel van dit krediet dient overeenkomstig het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. Deze steun kan worden geïmplementeerd ofwel door directe steun aan projecten in het kader van EUSBSR, of in voorkomend geval bijvoorbeeld via de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, of het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-169.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en recht, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:

 

het bevorderen van politieke dialoog en democratische hervormingen;

 

het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel;

 

het versterken van nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen, bijvoorbeeld door „jumelage” en technische bijstandsmechanismen, zoals TAIEX;

 

het bevorderen van eerbiediging van mensenrechten, zoals mediavrijheid en vrijheid van meningsuiting;

 

het bevorderen van goed bestuur en van het bestrijden van corruptie;

 

het bevorderen van gendergelijkheid;

 

steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb;

 

het bevorderen van duurzame ontwikkeling en plattelandsontwikkeling en het meewerken aan armoedebestrijding;

 

het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu;

 

het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel;

 

bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur;

 

bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap;

 

het ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de terugname van illegalen te vereenvoudigen; deze maatregelen zullen worden aangevuld met maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”;

 

het ondersteunen van programma’s en campagnes die zich richten op de bevordering van geweldloosheid als methode voor conflictpreventie, de bescherming van minderheden en de versteviging van vrije en rechtvaardige samenlevingen; het ondersteunen van initiatieven die, met geweldloze middelen, de eerbiediging van de wettigheid en de rechtsstaat bevorderen; het bevorderen van geweldloosheid, onder meer door de ondersteuning van geweldloze empowerment (verspreiding van optimale werkwijzen onder burgers en opleiding van activisten), alsmede door informatieverstrekking aan onderdrukte burgers, in het bijzonder etnische en andere minderheden, middels radioprogramma’s.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

19 08 01 04

Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van een proefproject voor onderzoek naar de preventie van mogelijke vervuiling door onderzeese vuilstortplaatsen en voor het testen van methoden om het leven in de diepere lagen van de Oostzee te herstellen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 08 01 05

Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 286 000

   

p.m.

1 286 000

Toelichting

Deze voorbereidende actie dient ter invoering van een doeltreffend partnerschap met de Russische Federatie ter bevordering van de cultuur, het onderwijs, de media en het maatschappelijk middenveld van de vele etnische en nationale minderheden in Rusland. In het kader van deze voorbereidende actie wordt steun verleend aan activiteiten in verband met de bevordering en ontwikkeling van inheemse cultuur, onderwijs, media en het maatschappelijk middenveld.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 08 01 06

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

   

p.m.

750 000

Toelichting

In het kader van de ontluikende democratie in de buurlanden ten zuiden van de Middellandse Zee, vormt de stroom over en weer van jonge beroepsmensen afkomstig van beide zijden van de Middellandse Zee een belangrijk onderdeel van de consolidering van de democratie en de opneming van jonge beroepsmensen in de arbeidsmarkt.

De belangrijkste doelstelling van deze voorbereidende actie is de bevordering en verbetering van de wederzijdse uitwisseling van jonge beroepsmensen aan beide zijden van de Middellandse Zee. De activiteiten omvatten ook beroepsstages.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 08 01 08

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

550 000

   

p.m.

550 000

Toelichting

Het nieuwe uitgebreide Europese nabuurschapsbeleid zoals dat door het Europees Parlement en de Raad in hun respectieve besluiten en resoluties is aangekondigd, met name in het licht van de twee belangrijkste nabuurschapsbeleidsprojecten, waaronder de Unie voor het Middellandse Zeegebied en het oostelijke partnerschap, vergt voorbereiding van de toekomstige gesprekspartners van de Unie, te weten het personeel dat in de buurlanden, van Marokko tot Belarus, banen zal bekleden die verband houden met het EU-ENB. Zij moeten volledig en vakkundig bekend worden gemaakt met de letter en de geest van het beleid en de instellingen van de Unie en van het acquis van de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 09 — BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 09

BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

19 09 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

4

371 064 000

286 392 831

 

6 993 598

371 064 000

293 386 429

19 09 02

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

4

p.m.

500 000

   

p.m.

500 000

19 09 03

Samenwerkingsactiviteiten anders dan officiële ontwikkelingshulp (Latijns-Amerika)

4

16 000 000

1 976 838

   

16 000 000

1 976 838

 

Hoofdstuk 19 09 — Totaal

 

387 064 000

288 869 669

 

6 993 598

387 064 000

295 863 267

Toelichting

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat en ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie alsook tot de totstandkoming van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen.

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) (DCI), voor landen omschreven als ontvanger van officiële ontwikkelingshulp (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) blijft de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de in het verleden gebruikte maar nu overbodige benchmark van 35 % van de steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. Bovendien zal de Commissie, eveneens overeenkomstig deze verklaring, zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.

Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:

 

de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking onder het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu;

 

de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt;

 

de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en

 

financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten.

19 09 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

371 064 000

286 392 831

 

6 993 598

371 064 000

293 386 429

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor acties op het gebied van samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika die ten doel hebben:

 

institutionele ondersteuning bij goed bestuur te ondersteunen en hulp te bieden bij de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat;

 

sociale cohesie te bevorderen en armoede en sociale uitsluiting te bestrijden, waarbij bijzondere aandacht moet gaan naar het doorbreken van de vicieuze cirkel van de armoede waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd;

 

een kmo-vriendelijk ondernemingsklimaat te bevorderen door middel van eigendomsrechten, vermindering van administratieve rompslomp en betere toegang tot krediet, alsmede versterking van organisaties van kleine en middelgrote ondernemingen;

 

de regionale integratie te ondersteunen;

 

het niveau van het onderwijs en de gezondheidszorg te verbeteren;

 

een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen;

 

de capaciteitsopbouw te ondersteunen, met name in minder ontwikkelde landen, om hen te helpen met hun integratie in het multilaterale handelsstelsel, in het bijzonder door hun capaciteit voor deelname aan de Wereldhandelsorganisatie (OMC) te vergroten;

 

stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

 

het leefmilieu in de betrokken landen beter geschikt te maken voor economische expansie en dus voor ontwikkeling;

 

het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen, duurzame energie en de strijd tegen de klimaatverandering te bevorderen;

 

rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, te ondersteunen;

 

vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke initiatieven te ondersteunen bij het toezicht op het effect van Europese investeringen op de nationale economie, met name gedragscodes en sectorale overeenkomsten die betrekking hebben op de eerbieding van normen inzake arbeid, milieu en sociale en mensenrechten;

 

de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld ondersteunen, minder goed vertegenwoordigde groepen aanmoedigen om zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en de politiek, waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden en de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen moeten worden versterkt.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

Met uitzondering van humanitaire hulp mag geen bijstand aan regeringen worden verstrekt als een regering verantwoordelijk is voor de duidelijke verslechtering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van, onder meer, initiatieven als de EU-ALC Foundation (als besloten op de Top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en Latijns-Amerikaanse landen) en het Biarritz Forum.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door ervaren deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

HOOFDSTUK 19 10 — BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 10

BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

19 10 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

19 10 01 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

4

513 190 519

390 998 238

 

3 496 799

513 190 519

394 495 037

19 10 01 02

Steun voor herstel en wederopbouw van Afghanistan

4

201 000 000

128 988 695

   

201 000 000

128 988 695

19 10 01 03

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

4

p.m.

3 600 000

   

p.m.

3 600 000

19 10 01 04

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

4

p.m.

3 700 000

   

p.m.

3 700 000

19 10 01 05

Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

4

p.m.

550 000

   

p.m.

550 000

19 10 01 06

Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

4

p.m.

300 000

   

p.m.

300 000

 

Artikel 19 10 01 — Subtotaal

 

714 190 519

528 136 933

 

3 496 799

714 190 519

531 633 732

19 10 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Centraal-Azië

4

104 300 000

56 339 890

   

104 300 000

56 339 890

19 10 03

Samenwerking met Irak, Iran en Jemen

4

45 500 000

23 030 165

   

45 500 000

23 030 165

19 10 04

Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Azië, Centraal-Azië, Irak, Iran en Jemen)

4

29 500 000

4 447 886

   

29 500 000

4 447 886

 

Hoofdstuk 19 10 — Totaal

 

893 490 519

611 954 874

 

3 496 799

893 490 519

615 451 673

Toelichting

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, alsook tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, en het bevorderen van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening. Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking ((PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) (DCI) voor landen omschreven als ontvanger van officiële ontwikkelingshulp (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC), blijft de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de in het verleden gebruikte maar nu overbodige benchmark van 35 % van de steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn.

Bovendien zal de Commissie, eveneens overeenkomstig deze verklaring, zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.

Vóór 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:

 

de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking onder het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu;

 

de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt;

 

de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en

 

financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten.

19 10 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van ontwikkelingacties in ontwikkelingslanden in Azië, en vooral in de armste daarvan, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Er wordt voorrang verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder vrijheid van godsdienst, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, onderwijs, beroepsopleiding, een leven lang leren, academische en culturele uitwisselingen, wetenschappelijke en technologische uitwisselingen, het milieu, de tropische bossen, drugsbestrijdingscampagnes, regionale samenwerking, acties ter voorkoming van rampen en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie en informatie- en telecommunicatietechnologie.

De Commissie publiceert elk jaar een verslag over alle activiteiten op het gebied van externe hulp.

Verder kan dit krediet worden gebruikt voor acties en maatregelen van horizontale aard die ten doel hebben het profiel of de bekendheid van de samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden in Azië te vergroten.

Tevens wordt onder dit artikel de steun geboekt voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

Dit krediet dient tevens voor de bevordering van een kmo-vriendelijk handelsklimaat door middel van eigendomsrechten, vermindering van administratieve rompslomp en betere toegang tot krediet, alsmede versterking van kmo-verenigingen.

De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie.

Het krediet moet voorts ook ten goede komen aan de wederzijdse belangen van de Unie en haar partners, door de dekking van uiteenlopende acties zoals technische bijstand, opleiding, technologie-overdracht en institutionele ondersteuningen op de gebieden handelsbevordering, energie (in het bijzonder hernieuwbare energiebronnen), milieu, management enz., met het oog op:

 

de verbetering van het economische, sociale, culturele, juridische en regelgevingsklimaat en de bevordering van de economische betrekkingen en het handelsverkeer tussen de Unie en Azië;

 

de bevordering van de regionale integratie;

 

de ondersteuning van capaciteitsopbouw, met name in de minst ontwikkelde landen, zodat deze landen beter kunnen integreren in het multilaterale handelsstelsel, onder meer door verbetering van hun vermogen om deel te nemen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO);

 

stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

 

bevordering van een gunstig klimaat voor economische expansie en dus voor de ontwikkeling in de betrokken landen;

 

bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling;

 

aanmoediging van een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologie.

Dit krediet dient tevens ter financiering van toekomstige initiatieven van de Unie ter ondersteuning en bevordering van een voortdurende dialoog en samenwerking tussen de particuliere sectoren en onderzoeksgemeenschappen in de Unie en India op een breed scala aan gebieden, door partnerschappen en uitwisselingen te versterken en aan te moedigen en gezamenlijke initiatieven te ondersteunen en door de informatiestroom op het gebied van toegang tot de handels- en investeringsmarkten te verbeteren, met name in het kader van een toekomstige vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en India.

Het dient tevens voor onderwijs aan kinderen die het slachtoffer zijn geweest van oorlogen of natuurrampen.

Er kunnen maatregelen worden medegefinancierd met niet-gouvernementele en internationale organisaties.

Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering.

Dit krediet is ook bedoeld voor acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan.

De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering naar de letter en de geest van de Overeenkomst van Bonn/Petersberg. Zij houdt de begrotingsautoriteit op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.

Dit krediet dient ook ter ondersteuning van de Afghaanse nationale drugsbestrijdingsstrategie, die onder andere als doel heeft een einde te maken aan de opiumproductie in Afghanistan en de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen te ontwrichten en te vernietigen.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met inachtneming van het Financieel Reglement.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

19 10 01 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

513 190 519

390 998 238

 

3 496 799

513 190 519

394 495 037

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ontwikkelingacties in ontwikkelingslanden in Azië, en vooral in de armste daarvan, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zal de Commissie zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een zekere mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om gevallen waarin uitzonderlijke steun moet worden verleend.

Er wordt voorrang verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder de vrijheid van eredienst, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, toegang voor alle jongens, meisjes, vrouwen en kinderen met een handicap tot basis- en secundair onderwijs, het milieu en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van tropische bossen, regionale samenwerking, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering en informatie- en telecommunicatietechnologie.

Tevens dient dit krediet ter bevordering van maatregelen die bijdragen aan conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Verder dient dit krediet ter dekking van de kosten van acties en maatregelen van horizontale aard die ten doel hebben het profiel of de bekendheid van de samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden in Azië te vergroten.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van microfinancieringsprogramma’s.

Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie.

Tevens dient het ter financiering van maatregelen met een effect op de structuur van de economie en de ontwikkeling van de instellingen.

Het krediet dient voorts ter dekking van technische bijstand, opleiding, technologie-overdracht en institutionele ondersteuning op het gebied van handelsbevordering, energie (met name hernieuwbare energiebronnen), milieu, management, enz., met het oog op:

 

bevordering van de regionale integratie;

 

ondersteuning van capaciteitsopbouw, met name in de minst ontwikkelde landen, zodat deze landen beter kunnen integreren in het multilaterale handelsstelsel, onder meer door verbetering van hun vermogen om deel te nemen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO);

 

stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

 

bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling;

 

een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen;

 

het bevorderen van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, waarbij minder goed vertegenwoordigde groepen worden aangemoedigd zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en de politiek en waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden, en het versterken van de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen.

Het dient ook ter financiering van onderwijs voor kinderen die het slachtoffer zijn van oorlog of natuurrampen.

Er kunnen maatregelen worden medegefinancierd met niet-gouvernementele en internationale organisaties.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

Een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelsmijnen, explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen en onwettige handvuurwapens en lichte wapens.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomsten voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

Een deel van dit krediet dient ter verbetering van de positie van christenen en andere religieuze minderheden in Pakistan.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

19 10 01 02

Steun voor herstel en wederopbouw van Afghanistan

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

201 000 000

128 988 695

   

201 000 000

128 988 695

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan. Het wordt aangevuld met uitgaven van andere hoofdstukken en artikelen, waarop verschillende procedures van toepassing zijn.

De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering van het post-Bonn-proces. Zij houdt de begrotingsautoriteit op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.

Dit krediet dient ter ondersteuning van sociale basisvoorzieningen en de economische ontwikkeling in Afghanistan.

Het dient tevens ter ondersteuning van de Afghaanse nationale strategie voor de drugscontrole, inclusief het stopzetten van de opiumproductie in Afghanistan, alsook van de verstoring en vernietiging van de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen.

Een belangrijk deel van dit krediet moet exclusief worden gebruikt voor het starten van een vijfjarenplan voor het afbouwen van de opiumteelt, door deze te vervangen door alternatieve producten en met als doel het bereiken van controleerbare resultaten, overeenkomstig de wensen van het Europees Parlement in zijn resolutie van 16 december 2010 over een nieuwe strategie voor Afghanistan (PB C 169 E van 15.6.2012, blz. 108).

Dit krediet is ook bestemd voor de bijdrage van de Unie aan het proces dat, overeenkomstig de verbintenissen die de Europese Gemeenschap op de conferentie van Tokio in januari 2002 is aangegaan, de terugkeer van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden naar hun land en streek van herkomst mogelijk maakt.

Dit krediet dient tevens ter dekking van activiteiten van vrouwenorganisaties die reeds lange tijd opkomen voor de rechten van Afghaanse vrouwen.

De Unie moet haar financiële steun voor Afghanistan verhogen op de volgende terreinen: gezondheidszorg (bouw en renovatie van ziekenhuizen, voorkomen van kindersterfte), kleine en middelgrote infrastructuurprojecten (herstel van het wegennet, dijken, enz.). Eveneens moet worden gezorgd voor de effectieve implementatie van maatregelen in verband met werkzekerheid en voedselzekerheid.

Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

Ook bij alle andere acties en projecten waaraan met deze kredieten steun wordt gegeven, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de situatie van vrouwen en meisjes.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

19 10 01 03

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 600 000

   

p.m.

3 600 000

Toelichting

Deze voorbereidende actie is bestemd voor het ondersteunen van uitwisselingen tussen Europese en Indiase bedrijven, bedrijfstakken en onderzoeksinstellingen. Dit is van belang om de contacten tussen de zakenwereld en onderzoekers van de Unie in snel groeiende economieën zoals India te verbeteren. Deze actie strookt met de resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006 over de begroting 2007: Mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie (JBS) (PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 357) waarin staat dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan de enorme en uiterst snelle veranderingen die de wereldeconomie ondergaat, met name in opkomende economieën zoals China en India.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 10 01 04

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 700 000

   

p.m.

3 700 000

Toelichting

Deze voorbereidende actie is bestemd voor het ondersteunen van uitwisseling van Europese en Chinese zakenlieden en wetenschappers van universiteiten en onderzoeksinstellingen. Dit is van belang om de contacten tussen de zakenwereld en onderzoekers van de Unie in snel groeiende economieën zoals China te verbeteren. Deze actie strookt met paragraaf 4 van de resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006 over de begroting 2007: Mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie (JBS) (PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 357) waarin staat dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan de enorme en uiterst snelle veranderingen die de wereldeconomie ondergaat, met name in opkomende economieën zoals China en India.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 10 01 05

Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

550 000

   

p.m.

550 000

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van samenwerkingsmaatregelen in landen met een middeninkomen en andere ontwikkelingslanden in Azië die niet beantwoorden aan de criteria voor officiële ontwikkelingshulp zoals bepaald door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), en die bijgevolg niet binnen het bereik vallen van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (artikel 2, lid 4) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), in het bijzonder maatregelen inzake samenwerking met sectoren die op eigen kracht tot ontwikkeling kunnen komen, zodat investeringen uit de algemene begroting van de Unie geen bijdrage leveren aan de armoedebestrijding in Aziatische landen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2007 betreffende landenstrategiedocumenten en indicatieve programma’s voor Maleisië, Brazilië en Pakistan (PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 374);

Resolutie van het Europees Parlement van 21 juni 2007 betreffende de regionale strategie en het indicatieve meerjarenprogramma voor Azië (PB C 146 E van 12.6.2008, blz. 257);

Resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2007 betreffende de ontwerpbeschikking van de Commissie tot vaststelling van een bijzondere maatregel voor 2007 voor Irak (PB C 263 E van 16.10.2008, blz. 624).

19 10 01 06

Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

   

p.m.

300 000

Toelichting

De voorbereidende actie is bestemd voor een integrerende benadering van de ontwikkeling en uitoefening van beleid voor Europese Unie-Azië. Deze alomvattende benadering zoals ontwikkeld door het European Institute for Asian Studies betreft activiteiten onder meerdere rechtsgrondslagen en ondergebracht onder een groot aantal begrotingslijnen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 20

HANDEL

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

 

93 973 453

93 973 453

   

93 973 453

93 973 453

20 02

HANDELSPOLITIEK

4

13 500 000

9 504 519

 

699 360

13 500 000

10 203 879

 

Titel 20 — Totaal

 

107 473 453

103 477 972

 

699 360

107 473 453

104 177 332

HOOFDSTUK 20 02 — HANDELSPOLITIEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 02

HANDELSPOLITIEK

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

4

9 000 000

6 918 934

   

9 000 000

6 918 934

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

4

4 500 000

2 585 585

 

699 360

4 500 000

3 284 945

 

Hoofdstuk 20 02 — Totaal

 

13 500 000

9 504 519

 

699 360

13 500 000

10 203 879

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 500 000

2 585 585

 

699 360

4 500 000

3 284 945

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van multilaterale programma’s en initiatieven op het gebied van handelsgerelateerde bijstand om ontwikkelingslanden beter in staat te stellen op efficiënte wijze deel te nemen aan het multilaterale handelssysteem en aan regionale handelsovereenkomsten en om hun handelsprestaties te verbeteren.

De met dit krediet te financieren multilaterale programma’s en initiatieven steunen de volgende acties:

Assistentie bij het handelsbeleid, de deelneming aan onderhandelingen en de uitvoering van handelsovereenkomsten

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om hun handelsbeleid uit te stippelen en ter versterking van de bij het handelsbeleid betrokken instanties, met inbegrip van globale en bijgewerkte handelsherzieningen en bijstand om de handel te integreren in de respectieve beleidsvormen voor economische groei en ontwikkeling.

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om daadwerkelijk deel te nemen aan internationale handelsbesprekingen en internationale handelsakkoorden uit te voeren.

Onderzoek om beleidsmakers te adviseren over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en een gunstige context te bevorderen waarin producenten toegang hebben tot handelsgerelateerde programma’s om duurzaamheid te waarborgen.

Deze bijstand is vooral gericht op de overheidssector.

Ontwikkeling van de handel

Acties om beperkingen aan de aanbodzijde weg te nemen die rechtstreekse gevolgen hebben voor het vermogen van een land om zijn internationale handelsmogelijkheden te benutten, in het bijzonder ontwikkeling van de particuliere sector.

Dit krediet vormt een aanvulling op de geografische programma’s van de Unie en mag enkel multilaterale initiatieven en programma’s dekken die echt toegevoegde waarde geven aan de geografische programma’s van de Unie, zoals het geïntegreerde kader voor de minst ontwikkelde landen.

De Commissie dient eens per twee jaar een verslag in over de tenuitvoerlegging en bereikte resultaten, alsmede over de belangrijkste gevolgen en effecten van de aid for trade-steun. De Commissie verstrekt informatie over het totale bedrag aan aid for trade-financiering van de algemene begroting van de Unie, alsmede over het aandeel van dat bedrag binnen de totale „bijstand op het gebied van de handel”.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002) (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 21

ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

 

Titel

Hoofdstu

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

 

268 569 707

268 569 707

   

268 569 707

268 569 707

21 02

VOEDSELZEKERHEID

4

258 629 000

180 505 121

   

258 629 000

180 505 121

21 03

NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

4

245 400 000

195 506 031

 

5 944 558

245 400 000

201 450 589

21 04

MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE

4

217 650 000

124 511 655

   

217 650 000

124 511 655

21 05

MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

4

195 545 000

105 508 937

 

1 748 399

195 545 000

107 257 336

21 06

GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

4

331 382 779

310 590 343

   

331 382 779

310 590 343

21 07

ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S

4

34 198 140

29 299 709

   

34 198 140

29 299 709

21 08

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

4

20 325 000

13 224 060

   

20 325 000

13 224 060

21 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977

4

p.m.

   

p.m.

 

Titel 21 — Totaal

 

1 571 699 626

1 227 715 563

 

7 692 957

1 571 699 626

1 235 408 520

Toelichting

Er wordt geen steun van de Unie verleend aan overheden, organisaties of programma’s die deelnemen of ondersteuning geven aan activiteiten waarbij schendingen van mensenrechten plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen abortus, onvrijwillige sterilisatie of infanticide, met name wanneer bij de uitvoering van dergelijke activiteiten psychosociale, sociale, economische of juridische druk wordt uitgeoefend; op deze manier wordt uitvoering gegeven aan het verbod van de Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling van Caïro (ICPD) op dwang en compulsie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidszorg. De Commissie moet een verslag opstellen over de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp van de Europese Unie waaronder dit programma valt.

HOOFDSTUK 21 03 — NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 03

NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

21 03 01

Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces

4

208 700 000

179 476 547

 

3 496 799

208 700 000

182 973 346

21 03 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

4

35 700 000

15 029 484

 

2 447 759

35 700 000

17 477 243

21 03 03

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

4

p.m.

500 000

   

p.m.

500 000

21 03 04

Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

4

1 000 000

500 000

   

1 000 000

500 000

 

Hoofdstuk 21 03 — Totaal

 

245 400 000

195 506 031

 

5 944 558

245 400 000

201 450 589

21 03 01

Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

208 700 000

179 476 547

 

3 496 799

208 700 000

182 973 346

Toelichting

  • – 
    Dit krediet dient ter ondersteuning van ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door maatschappelijke organisaties uit de Unie en uit partnerlanden, alsmede ter versterking van de capaciteit van die organisaties in het kader van het beleidsvormingsproces, zulks met als doel:
 

het bevorderen van een samenleving gebaseerd op integratie en medebeslissing, met het oog op: i) het geven van voorrang aan bevolkingsgroepen die verstoken blijven van algemene diensten en hulpbronnen en die uitgesloten zijn van beleidsvormingsprocessen, ii) het versterken van de capaciteit van maatschappelijke organisaties in de partnerlanden om hun participatie in het vaststellen en uitvoeren van strategieën voor duurzame ontwikkeling te bevorderen en iii) het vergemakkelijken van de interactie tussen overheids- en niet-overheidsactoren in verschillende contexten;

 

het vergroten van het bewustzijn van Europeanen omtrent ontwikkelingskwesties, het mobiliseren van actieve publieke steun in de Unie en de toetredingslanden voor strategieën voor armoedevermindering en duurzame ontwikkeling in partnerlanden en voor billijker betrekkingen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, en het versterken van de rol van het maatschappelijk middenveld als een factor van vooruitgang en transformatie;

 

het tot stand brengen van een efficiëntere samenwerking door het bevorderen van synergieën en het bewerkstelligen van een gestructureerde dialoog tussen netwerken van maatschappelijke organisaties, binnen hun organisaties en met instellingen van de Unie.

 

Deze initiatieven kunnen eveneens het volgende omvatten:

 

steun voor promotieactiviteiten om de beleidsmakers op alle niveaus te informeren over het beleid dat het beste ten goede komt aan gemarginaliseerde producenten en werknemers in ontwikkelingslanden;

 

ontwikkeling en versterking van verenigingen en coöperaties in ontwikkelingslanden, zodat institutionele en productieve capaciteit kan worden opgebouwd met het oog op de ontwikkeling van producten met toegevoegde waarde en schaalvergroting;

 

steun aan netwerken van Fair Trade-producenten in zuidelijke landen die optreden als stem van de gemarginaliseerde Fair Trade-producenten.

Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is echter 3,9 % van dit programma voor dergelijke landen bestemd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van uniale fondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces”(COM(2006) 19 final).

21 03 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 700 000

15 029 484

 

2 447 759

35 700 000

17 477 243

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door lokale autoriteiten uit de Unie en uit partnerlanden, alsmede ter versterking van de capaciteit van die organisaties in het kader van het beleidsvormingsproces, zulks met als doel:

 

te komen tot een meer op integratie en medebeslissing gebaseerde samenleving zodat i) ontwikkeling ten goede komt aan bevolkingsgroepen die verstoken blijven van algemene diensten en hulpbronnen en die uitgesloten zijn van de beleidsvorming, ii) de capaciteit van de plaatselijke en regionale overheden in de partnerlanden wordt versterkt, zodat zij beter betrokken kunnen worden bij het vaststellen en uitvoeren van strategieën voor duurzame ontwikkeling, en iii) de interactie tussen federale en plaatselijke en regionale overheden in verschillende verbanden wordt gefaciliteerd en in decentralisatieprocessen een grotere rol voor plaatselijke overheden wordt gesteund;

 

het vergroten van het bewustzijn van Europeanen omtrent ontwikkelingskwesties, het mobiliseren van actieve publieke steun in de Unie en de toetredingslanden voor strategieën voor armoedevermindering en duurzame ontwikkeling in partnerlanden en voor billijker betrekkingen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, met inbegrip van bewustmaking op het vlak van de handelsbetrekkingen tussen noord en zuid, de aankoopbeslissingen van consumenten in de Unie en de invloed ervan op duurzame ontwikkeling en de vermindering van de armoede, en het te dien einde versterken van de rol van de plaatselijke en regionale overheden;

 

het tot stand brengen van een efficiëntere samenwerking door het bevorderen van synergieën en het bewerkstelligen van een gestructureerde dialoog tussen verenigingen van plaatselijke en regionale overhedennetwerken en met het maatschappelijk middenveld, binnen hun organisaties en met instellingen van de Unie.

Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is echter 3,9 % van dit programma voor dergelijke landen bestemd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces”(COM(2006) 19 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 6 oktober 2008 — Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren (COM(2008) 626 final).

HOOFDSTUK 21 05 — MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 05

MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

21 05 01

Menselijke en sociale ontwikkeling

21 05 01 01

Gezondheid

4

58 552 000

14 826 287

   

58 552 000

14 826 287

21 05 01 02

Onderwijs

4

40 693 000

7 907 353

   

40 693 000

7 907 353

21 05 01 03

Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling

4

40 300 000

17 297 335

   

40 300 000

17 297 335

21 05 01 04

Gelijkheid van mannen en vrouwen

4

p.m.

7 907 353

   

p.m.

7 907 353

21 05 01 05

Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

21 05 01 06

Voorbereidende actie — Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

4

p.m.

1 385 000

   

p.m.

1 385 000

21 05 01 07

Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

4

p.m.

1 270 000

   

p.m.

1 270 000

21 05 01 08

Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

p.m.

400 000

   

p.m.

400 000

21 05 01 09

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

1 500 000

1 250 000

   

1 500 000

1 250 000

 

Artikel 21 05 01 — Subtotaal

 

141 045 000

52 243 328

   

141 045 000

52 243 328

21 05 02

Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM)

4

54 500 000

49 707 300

 

1 748 399

54 500 000

51 455 699

21 05 03

Menselijke en sociale ontwikkeling — Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten

4

p.m.

3 558 309

   

p.m.

3 558 309

 

Hoofdstuk 21 05 — Totaal

 

195 545 000

105 508 937

 

1 748 399

195 545 000

107 257 336

21 05 02

Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 500 000

49 707 300

 

1 748 399

54 500 000

51 455 699

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van acties uit hoofde van het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (GFATM).

De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

TITEL 22

UITBREIDING

 

Titel

Hoofdstu

Omschrijving

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

88 841 907

88 841 907

   

88 841 907

88 841 907

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

1 002 420 021

816 662 206

 

7 692 958

1 002 420 021

824 355 164

 

Titel 22 — Totaal

1 091 261 928

905 504 113

 

7 692 958

1 091 261 928

913 197 071

HOOFDSTUK 22 02 — UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

22 02 01

Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan kandidaat-lidstaten

4

293 880 176

283 229 616

   

293 880 176

283 229 616

22 02 02

Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan potentiële kandidaat-lidstaten

4

453 337 844

339 099 912

   

453 337 844

339 099 912

22 02 03

Tijdelijk burgerlijk bestuur in de westelijke Balkan

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

22 02 04

Grensoverschrijdende en regionale samenwerking

22 02 04 01

Grensoverschrijdende samenwerking tussen IPA-landen en deelname aan transnationale/interregionale EFRO-programma’s en ENPI-zeebekkenprogramma’s

4

18 787 731

12 514 374

   

18 787 731

12 514 374

22 02 04 02

Grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten

4

3 347 971

1 184 126

   

3 347 971

1 184 126

 

Artikel 22 02 04 — Subtotaal

 

22 135 702

13 698 500

   

22 135 702

13 698 500

22 02 05

Afronding van eerdere bijstandsactiviteiten

22 02 05 01

Afronding van Phare-pretoetredingssteun

4

p.m.

   

p.m.

22 02 05 02

Afronding van Cards-bijstand

4

p.m.

1 976 838

   

p.m.

1 976 838

22 02 05 03

Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Turkije

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

22 02 05 04

Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Malta en Cyprus

4

   

22 02 05 05

Afronding van voorbereidende acties met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding in grensregio’s van de Europese Unie

3.2

p.m.

   

p.m.

22 02 05 09

Voltooiing van de overgangsfaciliteit voor nieuwe lidstaten

3.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

22 02 05 10

Voltooiing van de acties in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex) in het kader van de overgangsfaciliteit

3.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 22 02 05 — Subtotaal

 

p.m.

1 976 838

   

p.m.

1 976 838

22 02 06

Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex)

4

12 000 000

8 724 776

   

12 000 000

8 724 776

22 02 07

Regionale, horizontale en ad-hocprogramma’s

22 02 07 01

Regionale en horizontale programma’s

4

142 566 299

141 721 185

 

7 692 958

142 566 299

149 414 143

22 02 07 02

Evaluatie van de resultaten van de uniale hulp, follow-up en audit

4

3 500 000

3 459 467

   

3 500 000

3 459 467

22 02 07 03

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

4

31 000 000

14 265 853

   

31 000 000

14 265 853

 

Artikel 22 02 07 — Subtotaal

 

177 066 299

159 446 505

 

7 692 958

177 066 299

167 139 463

22 02 08

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

932 000

   

p.m.

932 000

22 02 09

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

22 02 10

Informatie en communicatie

22 02 10 01

Prince — Informatie en communicatie

4

5 000 000

4 358 928

   

5 000 000

4 358 928

22 02 10 02

Informatie en communicatie voor derde landen

4

10 000 000

5 195 131

   

10 000 000

5 195 131

 

Artikel 22 02 10 — Subtotaal

 

15 000 000

9 554 059

   

15 000 000

9 554 059

22 02 11

Overgangsfaciliteit voor institutionele opbouw na de toetreding

3.2

29 000 000

p.m.

   

29 000 000

p.m.

 

Hoofdstuk 22 02 — Totaal

 

1 002 420 021

816 662 206

 

7 692 958

1 002 420 021

824 355 164

22 02 07

Regionale, horizontale en ad-hocprogramma’s

22 02 07 01

Regionale en horizontale programma’s

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

142 566 299

141 721 185

 

7 692 958

142 566 299

149 414 143

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van regionale pretoetredingsprogramma’s en programma’s met meerdere begunstigden voor alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

Ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen en die zijn geboekt op artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten, zullen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 07 02

Evaluatie van de resultaten van de uniale hulp, follow-up en audit

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 500 000

3 459 467

   

3 500 000

3 459 467

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van evaluaties, audits en toezicht in de fases programmering, uitvoering, evaluatie en afsluiting van projecten voor zowel het IPA als eerdere financiële pretoetredingsinstrumenten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 07 03

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 000 000

14 265 853

   

31 000 000

14 265 853

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap om de met de vroegere uniale steun bereikte resultaten te behouden en te versterken. De steun zal met name gericht zijn op de economische integratie van het eiland en op het verbeteren van contacten tussen de twee gemeenschappen en met de Unie, om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken.

De steun kan worden gebruikt voor:

 

de bevordering van de socio-economische ontwikkeling, met name plattelandsontwikkeling, de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen en regionale ontwikkeling;

 

de ontwikkeling en herstructurering van de infrastructuur;

 

verzoening, vertrouwen scheppende maatregelen en ondersteuning van het maatschappelijk middenveld;

 

het nader tot de Unie brengen van de Turks-Cypriotische gemeenschap, onder meer door voorlichting over de politieke en juridische aspecten van de Unie, de bevordering van de uitwisseling van jongeren en beurzen;

 

geleidelijke aanpassing aan en voorbereiding op de tenuitvoerlegging van het uniale acquis;

 

tenuitvoerlegging van de besluiten van de door de twee gemeenschappen opgezette technische commissie voor cultureel erfgoed, waaronder projecten van de minderheden;

 

voortzetting van de financiële steun van de Unie en versnelling van de werkzaamheden van het Comité vermiste personen.

 

capaciteitsopbouw, met als doel de kennis over de EU en het acquis communautaire te vergroten en vaardigheden met betrekking tot de aanvraag van en het gebruik van EU-subsidies te verbeteren.

 

Een deel van dit krediet dient tevens ter dekking van de ondersteunende administratieve uitgaven die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het programma, zoals:

 

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder het uniale recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

De kredieten moeten in het bijzonder worden benut om de resultaten van werken, leveringen en subsidies die met eerdere kredieten werden gefinancierd, te ondersteunen. Subsidieregelingen voor een brede waaier van begunstigden binnen het maatschappelijk middenveld van de gemeenschap: niet-gouvernementele organisaties (ngo's), studenten en leraren, scholen, landbouwproducenten, kleine dorpen, de particuliere sector zullen worden voortgezet. Deze activiteiten hebben tot doel de hereniging te ondersteunen. Er moet indien mogelijk voorrang worden gegeven aan verzoeningsprojecten die een brug slaan tussen de twee gemeenschappen en vertrouwen scheppen. De maatregelen zetten het sterke verlangen naar en het engagement van de Unie voor een oplossing en een hereniging op Cyprus in de verf.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5).

TITEL 23

HUMANITAIRE HULP

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP”

 

36 465 828

36 465 828

   

36 465 828

36 465 828

23 02

HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

4

857 657 000

803 525 096

 

120 910 054

857 657 000

924 435 150

23 03

FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING

 

23 200 000

18 588 070

   

23 200 000

18 588 070

 

Titel 23 — Totaal

 

917 322 828

858 578 994

 

120 910 054

917 322 828

979 489 048

HOOFDSTUK 23 02 — HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 02

HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

23 02 01

Humanitaire hulp

4

560 551 000

540 509 486

 

119 861 014

560 551 000

660 370 500

23 02 02

Voedselhulp

4

259 187 000

228 891 989

 

1 049 040

259 187 000

229 941 029

23 02 03

Paraatheid bij rampen

4

35 919 000

32 123 621

   

35 919 000

32 123 621

23 02 04

Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

4

2 000 000

2 000 000

   

2 000 000

2 000 000

 

Hoofdstuk 23 02 — Totaal

 

857 657 000

803 525 096

 

120 910 054

857 657 000

924 435 150

23 02 01

Humanitaire hulp

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

560 551 000

540 509 486

 

119 861 014

560 551 000

660 370 500

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire bijstand aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen.

Deze hulp wordt verstrekt zonder discriminatie op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire hulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Dit krediet kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van de humanitaire maatregelen verband houdende uitgaven.

Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:

 

haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire hulpoperaties;

 

het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken;

 

controle en coördinatie van de uitvoering van de acties in het kader van de hulpmaatregel;

 

maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen;

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire projecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld;

 

de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen uniale humanitaire organisaties en instanties onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken;

 

studies en opleiding die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het beleidsterrein humanitaire hulp;

 

subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken;

 

humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelmijnen;

 

uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (Network on Humanitarian Aid — NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een jaarlijks multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 02

Voedselhulp

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

259 187 000

228 891 989

 

1 049 040

259 187 000

229 941 029

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van voedselhulpoperaties van humanitaire aard en zal worden besteed volgens de regels voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.

De humanitaire hulp van de Unie omvat niet-discriminerende acties voor bijstand, hulpverlening en bescherming ten behoeve van de bevolking buiten de Unie, met name de meest kwetsbare groepen en bij voorrang in de ontwikkelingslanden, die getroffen zijn door natuurrampen, gebeurtenissen die door menselijk toedoen zijn veroorzaakt, zoals oorlogen en conflicten, buitengewone omstandigheden of omstandigheden die vergelijkbaar zijn met natuurrampen of door menselijk toedoen veroorzaakte rampen. Deze hulp wordt verleend zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire voedselhulpoperaties nodig zijn.

Het dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulpoperaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere doorzichtigheid. Hierbij gaat het om:

 

het vervoer en distributie van hulp, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen, coördinatie enz.;

 

ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.);

 

de controle op en de coördinatie van de voedselhulpacties, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de voor de voedselhulp bestemde producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend. Dit houdt ook in dat er toezicht moet worden uitgeoefend op de wijze waarop er van de tegenwaardefondsen gebruik wordt gemaakt;

 

modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties;

 

de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen, het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen enz.);

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire voedselhulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld.

Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1) volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

TITEL 26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

 

988 983 348

988 983 348

   

988 983 348

988 983 348

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

1

14 738 200

12 849 449

   

14 738 200

12 849 449

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

 

26 300 000

17 975 811

 

3 496 799

26 300 000

21 472 610

 

Titel 26 — Totaal

 

1 030 021 548

1 019 808 608

 

3 496 799

1 030 021 548

1 023 305 407

HOOFDSTUK 26 03 — DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 03 01

Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten

26 03 01 01

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations — ISA)

1.1

25 700 000

17 375 811

 

3 496 799

25 700 000

20 872 610

26 03 01 02

Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 26 03 01 — Subtotaal

 

25 700 000

17 375 811

 

3 496 799

25 700 000

20 872 610

26 03 02

Proefproject — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

5

   

26 03 03

Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

5

600 000

600 000

   

600 000

600 000

 

Hoofdstuk 26 03 — Totaal

 

26 300 000

17 975 811

 

3 496 799

26 300 000

21 472 610

26 03 01

Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten

26 03 01 01

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations — ISA)

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 700 000

17 375 811

 

3 496 799

25 700 000

20 872 610

Toelichting

Op 29 september 2008 heeft de Commissie een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) voorgesteld, als opvolger van het IDABC-programma, dat eind december 2009 werd beëindigd.

De doelstelling van het ISA-programma is de bevordering van efficiënte en effectieve elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten om de levering van elektronische overheidsdiensten te ondersteunen.

Hiertoe moet het ISA-programma bijdragen aan de opbouw van een organisatorisch, financieel en operationeel kader door een gemeenschappelijk kader, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten te bieden en de bewustmaking rond de ICT-aspecten van de uniale wetgeving te bevorderen.

Het ISA-programma zal dus bijdragen tot de versterking en de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en wetgeving van de Unie.

Het programma wordt ten uitvoer gelegd in nauwe samenwerking en overleg met de lidstaten en sectoren door middel van onderzoeken, projecten en begeleidende maatregelen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).

26 03 01 02

Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de afwikkeling van de betalingsverplichtingen die in het kader van het vorige IDABC-programma zijn aangegaan.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (PB L 181 van 18.5.2004, blz. 25).

TITEL 29

STATISTIEK

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

 

77 071 571

77 071 571

   

77 071 571

77 071 571

 

40 01 40

 

2 900 000

2 900 000

   

2 900 000

2 900 000

     

79 971 571

79 971 571

   

79 971 571

79 971 571

29 02

PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

1

5 000 000

36 689 043

 

1 000 000

5 000 000

37 689 043

 

40 02 41

 

49 000 000

4 843 254

   

49 000 000

4 843 254

     

54 000 000

41 532 297

   

54 000 000

42 532 297

 

Titel 29 — Totaal

 

82 071 571

113 760 614

 

1 000 000

82 071 571

114 760 614

 

40 01 40, 40 02 41

 

51 900 000

7 743 254

   

51 900 000

7 743 254

 

Totaal+ reserve

 

133 971 571

121 503 868

   

133 971 571

122 503 868

HOOFDSTUK 29 02 — PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 02

PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

29 02 01

Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie

1.1

p.m.

988 419

   

p.m.

988 419

29 02 02

Voltooiing van netwerken voor intracommunautaire statistieken (Edicom)

1.1

   

29 02 03

Voltooiing van het statistisch programma van de Unie voor de periode 2008-2012

1.1

30 214 898

 

1 000 000

31 214 898

29 02 04

Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (Meets)

1.1

5 000 000

5 485 726

   

5 000 000

5 485 726

29 02 05

Europees statistisch programma 2013-2017

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

40 02 41

 

49 000 000

4 843 254

   

49 000 000

4 843 254

     

49 000 000

4 843 254

   

49 000 000

4 843 254

 

Hoofdstuk 29 02 — Totaal

 

5 000 000

36 689 043

 

1 000 000

5 000 000

37 689 043

 

40 02 41

 

49 000 000

4 843 254

   

49 000 000

4 843 254

 

Totaal+ reserve

 

54 000 000

41 532 297

   

54 000 000

42 532 297

29 02 03

Voltooiing van het statistisch programma van de Unie voor de periode 2008-2012

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 214 898

 

1 000 000

31 214 898

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

statistische enquêtes en studies en ontwikkeling van indicatoren/benchmarks;

 

kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken;

 

subsidies voor nationale overheidsdiensten op het gebied van de statistiek;

 

verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens;

 

apparatuur, verwerkingsinfrastructuur en onderhoud dat noodzakelijk is voor statistische informatiesystemen;

 

statistische analyse en documentatie op magnetische dragers;

 

dienstverlening door externe deskundigen;

 

medefinanciering van de openbare en de privésector;

 

financiering van enquêtes door ondernemingen;

 

organisatie van opleidingscursussen inzake geavanceerde statistische technologieën voor statistici;

 

kosten van de aanschaf van documentatie;

 

subsidies voor het Internationaal Statistisch Instituut en aansluiting bij andere internationale organisaties op het gebied van de statistiek.

Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om jaarlijks een samenvattend verslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en/of benchmarks.

Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met de ontwikkelingslanden, de landen van Midden- en Oost-Europa en de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens, subsidies en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.

Onder dit artikel worden eveneens de uitgaven geboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken. Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulematige methoden.

Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van de financiële vooruitzichten) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

TITEL 40

RESERVES

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

5

6 829 200

6 829 200

   

6 829 200

6 829 200

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

 

1 043 006 985

268 563 836

 

–43 695 651

1 043 006 985

224 868 185

40 03

NEGATIEVE RESERVE

 

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Titel 40 — Totaal

 

1 049 836 185

275 393 036

 

–43 695 651

1 049 836 185

231 697 385

HOOFDSTUK 40 02 — RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

 

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

40 02 41

Gesplitste kredieten

 

278 891 985

188 563 836

 

–43 695 651

278 891 985

144 868 185

40 02 42

Reserve voor noodhulp

4

264 115 000

80 000 000

   

264 115 000

80 000 000

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

1.1

500 000 000

p.m.

   

500 000 000

p.m.

 

Hoofdstuk 40 02 — Totaal

 

1 043 006 985

268 563 836

 

–43 695 651

1 043 006 985

224 868 185

40 02 41

Gesplitste kredieten

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

278 891 985

188 563 836

 

–43 695 651

278 891 985

144 868 185

Toelichting

De kredieten in de titel „Reserves” zijn slechts bedoeld voor twee situaties: a) indien er geen basishandeling bestaat voor de betrokken maatregel op het ogenblik dat de begroting wordt vastgesteld, en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

 

1.

Post

09 02 03 01

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2

391 985

391 985

2.

Artikel

11 03 01

Internationale visserijovereenkomsten

115 220 000

70 190 000

3.

Artikel

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1 500 000

1 500 000

4.

Post

12 04 02 01

Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titels 1 en 2

1 500 000

1 500 000

5.

Artikel

18 02 04

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

12 750 000

7 500 000

6.

Artikel

18 02 05

Visuminformatiesysteem (VIS)

1 750 000

5 471 400

7.

Artikel

18 02 06

Buitengrenzenfonds

83 000 000

44 200 000

8.

Artikel

18 02 07

Schengenevaluatie

730 000

721 546

9.

Artikel

18 05 08

Preventie en paraatheid inzake terrorisme en beheersing van de gevolgen ervan

2 420 000

1 550 000

10.

Artikel

18 05 09

Preventie en bestrijding van criminaliteit

10 630 000

7 000 000

11.

Artikel

29 02 05

Europees statistisch programma 2013-2017

49 000 000

4 843 254

     

Totaal

278 891 985

144 868 185

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2013 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2013 (4)

Begroting 2012 (5)

Verschil (in %)

1.

Duurzame groei

69 228 396 831

60 287 086 467

+14,83

2.

Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen

58 061 031 826

58 044 868 674

+0,03

3.

Burgerschap, vrijheid, veiligheid en recht

1 715 207 209

2 182 532 099

–21,41

4.

EU als mondiale speler

6 941 146 336

6 966 011 071

–0,36

5.

Administratie

8 430 049 740

8 277 736 996

+1,84

6.

Compensatie

75 000 000

p.m.

Totaal uitgaven  (6)

144 450 831 942

135 758 235 307

+6,40

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2013 (7)

Begroting 2012 (8)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

3 067 967 007

5 109 219 138

–39,95

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

1 023 276 526

1 496 968 014

–31,64

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

34 000 000

p.m.

Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

p.m.

497 328 000

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

4 125 243 533

7 103 515 152

–41,93

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

14 822 700 000

16 824 200 000

–11,90

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

14 680 052 250

14 546 298 300

+0,92

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

110 822 836 159

97 284 221 855

+13,92

Appropriations to be covered by the own resources referred to in Article 2 of Decision 2007/436/EC, Euratom (9)

140 325 588 409

128 654 720 155

+9,07

Totaal ontvangsten  (10)

144 450 831 942

135 758 235 307

+6,40

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppings-percentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (11)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

1 631 283 000

3 877 393 000

50

1 938 696 500

1 631 283 000

 

Bulgarije

194 161 000

397 949 000

50

198 974 500

194 161 000

 

Tsjechië

644 705 000

1 426 011 000

50

713 005 500

644 705 000

 

Denemarken

991 349 000

2 560 709 000

50

1 280 354 500

991 349 000

 

Duitsland

11 984 505 000

27 506 133 000

50

13 753 066 500

11 984 505 000

 

Estland

83 390 000

172 115 000

50

86 057 500

83 390 000

 

Ierland

647 800 000

1 339 499 000

50

669 749 500

647 800 000

 

Griekenland

665 477 000

1 822 077 000

50

911 038 500

665 477 000

 

Spanje

4 514 417 000

10 333 689 000

50

5 166 844 500

4 514 417 000

 

Frankrijk

9 455 357 000

20 988 347 000

50

10 494 173 500

9 455 357 000

 

Kroatië (12)

135 631 000

214 585 000

50

107 292 500

107 292 500

Kroatië

Italië

6 433 181 000

15 597 102 000

50

7 798 551 000

6 433 181 000

 

Cyprus

112 028 000

159 579 000

50

79 789 500

79 789 500

Cyprus

Letland

78 148 000

235 200 000

50

117 600 000

78 148 000

 

Litouwen

133 025 000

331 882 000

50

165 941 000

133 025 000

 

Luxemburg

258 448 000

328 739 000

50

164 369 500

164 369 500

Luxemburg

Hongarije

393 688 000

949 586 000

50

474 793 000

393 688 000

 

Malta

51 125 000

65 487 000

50

32 743 500

32 743 500

Malta

Nederland

2 590 688 000

6 109 220 000

50

3 054 610 000

2 590 688 000

 

Oostenrijk

1 445 272 000

3 183 411 000

50

1 591 705 500

1 445 272 000

 

Polen

1 892 725 000

3 856 841 000

50

1 928 420 500

1 892 725 000

 

Portugal

769 403 000

1 595 090 000

50

797 545 000

769 403 000

 

Roemenië

502 038 000

1 386 216 000

50

693 108 000

502 038 000

 

Slovenië

177 388 000

346 406 000

50

173 203 000

173 203 000

Slovenië

Slowakije

252 900 000

724 695 000

50

362 347 500

252 900 000

 

Finland

944 514 000

1 996 767 000

50

998 383 500

944 514 000

 

Zweden

1 903 201 000

4 356 214 000

50

2 178 107 000

1 903 201 000

 

Verenigd Koninkrijk

9 574 379 000

19 568 770 000

50

9 784 385 000

9 574 379 000

 

Totaal

58 460 226 000

131 429 712 000

 

65 714 856 000

58 283 004 000

 

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (13) (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

1 631 283 000

0,300

489 384 900

Bulgarije

194 161 000

0,300

58 248 300

Tsjechië

644 705 000

0,300

193 411 500

Denemarken

991 349 000

0,300

297 404 700

Duitsland

11 984 505 000

0,150

1 797 675 750

Estland

83 390 000

0,300

25 017 000

Ierland

647 800 000

0,300

194 340 000

Griekenland

665 477 000

0,300

199 643 100

Spanje

4 514 417 000

0,300

1 354 325 100

Frankrijk

9 455 357 000

0,300

2 836 607 100

Kroatië (14)

107 292 500

0,300

32 187 750

Italië

6 433 181 000

0,300

1 929 954 300

Cyprus

79 789 500

0,300

23 936 850

Letland

78 148 000

0,300

23 444 400

Litouwen

133 025 000

0,300

39 907 500

Luxemburg

164 369 500

0,300

49 310 850

Hongarije

393 688 000

0,300

118 106 400

Malta

32 743 500

0,300

9 823 050

Nederland

2 590 688 000

0,100

259 068 800

Oostenrijk

1 445 272 000

0,225

325 186 200

Polen

1 892 725 000

0,300

567 817 500

Portugal

769 403 000

0,300

230 820 900

Roemenië

502 038 000

0,300

150 611 400

Slovenië

173 203 000

0,300

51 960 900

Slowakije

252 900 000

0,300

75 870 000

Finland

944 514 000

0,300

283 354 200

Zweden

1 903 201 000

0,100

190 320 100

Verenigd Koninkrijk

9 574 379 000

0,300

2 872 313 700

Totaal

58 283 004 000

 

14 680 052 250

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

3 877 393 000

 

3 269 456 218

Bulgarije

397 949 000

 

335 554 542

Tsjechië

1 426 011 000

 

1 202 426 613

Denemarken

2 560 709 000

 

2 159 215 216

Duitsland

27 506 133 000

 

23 193 444 042

Estland

172 115 000

 

145 129 074

Ierland

1 339 499 000

 

1 129 478 837

Griekenland

1 822 077 000

 

1 536 393 391

Spanje

10 333 689 000

 

8 713 469 013

Frankrijk

20 988 347 000

 

17 697 582 270

Kroatië (15)

214 585 000

 

180 940 199

Italië

15 597 102 000

 

13 151 631 037

Cyprus

159 579 000

 

134 558 595

Letland

235 200 000

0,8432099 (16)

198 322 972

Litouwen

331 882 000

 

279 846 193

Luxemburg

328 739 000

 

277 195 984

Hongarije

949 586 000

 

800 700 329

Malta

65 487 000

 

55 219 288

Nederland

6 109 220 000

 

5 151 354 871

Oostenrijk

3 183 411 000

 

2 684 283 716

Polen

3 856 841 000

 

3 252 126 568

Portugal

1 595 090 000

 

1 344 995 702

Roemenië

1 386 216 000

 

1 168 871 074

Slovenië

346 406 000

 

292 092 973

Slowakije

724 695 000

 

611 070 009

Finland

1 996 767 000

 

1 683 693 730

Zweden

4 356 214 000

 

3 673 202 833

Verenigd Koninkrijk

19 568 770 000

 

16 500 580 870

Totaal

131 429 712 000

 

110 822 836 159

TABEL 4

Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)

 

Lidstaat

Brutovermindering

Aandelen in de bni-grondslagen

Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (3)

België

 

2,95

25 535 591

25 535 591

Bulgarije

 

0,30

2 620 798

2 620 798

Tsjechië

 

1,08

9 391 370

9 391 370

Denemarken

 

1,95

16 864 223

16 864 223

Duitsland

 

20,93

181 148 872

181 148 872

Estland

 

0,13

1 133 509

1 133 509

Ierland

 

1,02

8 821 623

8 821 623

Griekenland

 

1,39

11 999 767

11 999 767

Spanje

 

7,86

68 055 226

68 055 226

Frankrijk

 

15,97

138 224 279

138 224 279

Kroatië

 

0,16

1 413 206

1 413 206

Italië

 

11,87

102 718 817

102 718 817

Cyprus

 

0,12

1 050 949

1 050 949

Letland

 

0,18

1 548 971

1 548 971

Litouwen

 

0,25

2 185 696

2 185 696

Luxemburg

 

0,25

2 164 997

2 164 997

Hongarije

 

0,72

6 253 748

6 253 748

Malta

 

0,05

431 282

431 282

Nederland

  • – 
    693 598 388

4,65

40 233 876

  • – 
    653 364 512

Oostenrijk

 

2,42

20 965 190

20 965 190

Polen

 

2,93

25 400 241

25 400 241

Portugal

 

1,21

10 504 885

10 504 885

Roemenië

 

1,05

9 129 290

9 129 290

Slovenië

 

0,26

2 281 348

2 281 348

Slowakije

 

0,55

4 772 669

4 772 669

Finland

 

1,52

13 150 234

13 150 234

Zweden

  • – 
    171 966 543

3,31

28 688 993

  • – 
    143 277 550

Verenigd Koninkrijk

 

14,89

128 875 281

128 875 281

Totaal

  • – 
    865 564 931

100,00

865 564 931

0

bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2012):

(a) 2004 EU25 = 97,9307 / (b) 2006 EU25 = 102,2271 / (c) 2006 EU27 = 102,3225 / (d) 2013 EU27 = 112,3768

Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2013:

605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 693 598 388 EUR

Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2013:

150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 171 966 543 EUR

TABEL 5.1

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2012 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (17) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

16,2252

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,2419

 

3.

  • (1) 
    – (2)

8,9834

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

125 988 772 407

5.

Uitbreidingsuitgaven (18) = (5a + 5b)

 

30 204 999 085

5a.

Pretoetredingsuitgaven

 

3 079 384 770

5b.

Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

 

27 125 614 315

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

95 783 773 323

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

5 679 045 800

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (19)

 

1 038 296 680

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

4 640 749 120

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (20)

 

9 347 792

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

 

4 631 401 328

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna.

 

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012

Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR

(EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR

Verschil in lopende prijzen

Verschil in constante prijzen van 2004

(A)

Britse correctie voor 2007

0

0

(B)

Britse correctie voor 2008

  • – 
    301 679 647
  • – 
    280 649 108

(C)

Britse correctie voor 2009

–1 349 749 997

–1 276 489 414

(D)

Britse correctie voor 2010

–2 117 099 739

–1 956 553 421

(E)

Britse correctie voor 2011

–2 355 028 746

–2 146 661 679

(F)

Britse correctie voor 2012

–2 904 788 069

–2 586 455 037

(G)

Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F)

–9 028 346 199

–8 246 808 658

TABEL 5.2

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2009 (21) overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (22) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

15,6778

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,2711

 

3.

  • (1) 
    – (2)

8,4067

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

101 944 631 886

5.

Uitbreidingsuitgaven (23) = (5a + 5b)

 

16 058 645 493

5a.

Pretoetredingsuitgaven

 

3 014 247 673

5b.

Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

 

13 044 397 819

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

85 885 986 393

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

4 765 344 613

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (24)

 

1 377 819 752

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

3 387 524 861

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (25)

 

–9 136 343

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

 

3 396 661 203

TABEL 6.1

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op — 4 631 401 328 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Aandelen in de bni-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2)

Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3)

Financierings- sleutel

Op de correctie toegepaste financierings-sleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,95

3,47

5,48

 

1,51

4,98

230 617 663

Bulgarije

0,30

0,36

0,56

 

0,16

0,51

23 669 014

Tsjechië

1,08

1,27

2,02

 

0,56

1,83

84 815 577

Denemarken

1,95

2,29

3,62

 

1,00

3,29

152 304 583

Duitsland

20,93

24,59

0,00

–18,44

0,00

6,15

284 710 504

Estland

0,13

0,15

0,24

 

0,07

0,22

10 236 971

Ierland

1,02

1,20

1,89

 

0,52

1,72

79 670 059

Griekenland

1,39

1,63

2,58

 

0,71

2,34

108 372 594

Spanje

7,86

9,24

14,62

 

4,03

13,27

614 622 042

Frankrijk

15,97

18,76

29,68

 

8,19

26,95

1 248 334 520

Kroatië

0,16

0,19

0,30

 

0,08

0,28

12 762 980

Italië

11,87

13,94

22,06

 

6,09

20,03

927 676 717

Cyprus

0,12

0,14

0,23

 

0,06

0,20

9 491 361

Letland

0,18

0,21

0,33

 

0,09

0,30

13 989 109

Litouwen

0,25

0,30

0,47

 

0,13

0,43

19 739 513

Luxemburg

0,25

0,29

0,46

 

0,13

0,42

19 552 576

Hongarije

0,72

0,85

1,34

 

0,37

1,22

56 479 006

Malta

0,05

0,06

0,09

 

0,03

0,08

3 895 003

Nederland

4,65

5,46

0,00

–4,10

0,00

1,37

63 235 319

Oostenrijk

2,42

2,85

0,00

–2,13

0,00

0,71

32 950 853

Polen

2,93

3,45

5,45

 

1,51

4,95

229 395 281

Portugal

1,21

1,43

2,26

 

0,62

2,05

94 871 974

Roemenië

1,05

1,24

1,96

 

0,54

1,78

82 448 669

Slovenië

0,26

0,31

0,49

 

0,14

0,44

20 603 365

Slowakije

0,55

0,65

1,02

 

0,28

0,93

43 103 051

Finland

1,52

1,79

2,82

 

0,78

2,56

118 762 720

Zweden

3,31

3,89

0,00

–2,92

0,00

0,97

45 090 304

Verenigd Koninkrijk

14,89

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–27,59

27,59

100,00

4 631 401 328

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 6.2

Financiering van de definitieve correctie voor het Verenigd Koninkrijk voor 2009 (hoofdstuk 3 5)

 

Lidstaat

Bedrag

 

(1)

België

–1 560 520

Bulgarije

347 361

Tsjechië

638 761

Denemarken

–2 771 664

Duitsland

–5 926 083

Estland

  • – 
    102 455

Ierland

–1 276 162

Griekenland

–11 973 529

Spanje

–19 472 383

Frankrijk

–44 165 819

Italië

–25 357 823

Cyprus

  • – 
    337 011

Letland

85 188

Litouwen

  • – 
    214 388

Luxemburg

  • – 
    694 287

Hongarije

–2 506 364

Malta

7 989

Nederland

–2 758 821

Oostenrijk

  • – 
    712 461

Polen

–3 037 695

Portugal

  • – 
    244 526

Roemenië

23 753

Slovenië

  • – 
    485 496

Slowakije

–1 338 212

Finland

–1 122 623

Zweden

2 136 996

Verenigd Koninkrijk

122 818 274

Totaal

0

TABEL 7

samenvatting van de financieing (26) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Total van de eigend middelences (27)

Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

Nettodouanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

  • (9) 
    = (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

  • (11) 
    = (3) + (9)

België

–5 107 413

1 352 365 025

1 347 257 612

449 085 871

489 384 900

3 269 456 218

25 535 591

229 057 143

4 013 433 852

3,20

5 360 691 464

Bulgarije

400 000

44 250 631

44 650 631

14 883 544

58 248 300

335 554 542

2 620 798

24 016 375

420 440 015

0,34

465 090 646

Tsjechië

6 147 964

170 476 673

176 624 637

58 874 879

193 411 500

1 202 426 613

9 391 370

85 454 338

1 490 683 821

1,19

1 667 308 458

Denemarken

–3 427 753

290 087 469

286 659 716

95 553 239

297 404 700

2 159 215 216

16 864 223

149 532 919

2 623 017 058

2,09

2 909 676 774

Duitsland

–35 508 193

3 044 800 988

3 009 292 795

1 003 097 599

1 797 675 750

23 193 444 042

181 148 872

278 784 421

25 451 053 085

20,28

28 460 345 880

Estland

0

20 918 480

20 918 480

6 972 827

25 017 000

145 129 074

1 133 509

10 134 516

181 414 099

0,14

202 332 579

Ierland

–1 628 671

188 355 716

186 727 045

62 242 349

194 340 000

1 129 478 837

8 821 623

78 393 897

1 411 034 357

1,12

1 597 761 402

Griekenland

492 476

102 268 125

102 760 601

34 253 534

199 643 100

1 536 393 391

11 999 767

96 399 065

1 844 435 323

1,47

1 947 195 924

Spanje

1 404 506

974 318 437

975 722 943

325 240 981

1 354 325 100

8 713 469 013

68 055 226

595 149 659

10 730 998 998

8,55

11 706 721 941

Frankrijk

–26 542 262

1 529 194 530

1 502 652 268

500 884 089

2 836 607 100

17 697 582 270

138 224 279

1 204 168 701

21 876 582 350

17,43

23 379 234 618

Kroatië

0

16 359 324

16 359 324

5 453 108

32 187 750

180 940 199

1 413 206

12 762 980

227 304 135

0,18

243 663 459

Italië

33 737

1 337 263 006

1 337 296 743

445 765 581

1 929 954 300

13 151 631 037

102 718 817

902 318 894

16 086 623 048

12,82

17 423 919 791

Cyprus

0

14 482 025

14 482 025

4 827 342

23 936 850

134 558 595

1 050 949

9 154 350

168 700 744

0,13

183 182 769

Letland

–37 322

23 153 360

23 116 038

7 705 346

23 444 400

198 322 972

1 548 971

14 074 297

237 390 640

0,19

260 506 678

Litouwen

4 618 978

46 306 721

50 925 699

16 975 233

39 907 500

279 846 193

2 185 696

19 525 125

341 464 514

0,27

392 390 213

Luxemburg

0

10 816 821

10 816 821

3 605 607

49 310 850

277 195 984

2 164 997

18 858 289

347 530 120

0,28

358 346 941

Hongarije

1 785 663

85 104 244

86 889 907

28 963 302

118 106 400

800 700 329

6 253 748

53 972 642

979 033 119

0,78

1 065 923 026

Malta

0

9 118 312

9 118 312

3 039 437

9 823 050

55 219 288

431 282

3 902 992

69 376 612

0,06

78 494 924

Nederland

–5 775 660

1 763 856 967

1 758 081 307

586 027 102

259 068 800

5 151 354 871

  • – 
    653 364 512

60 476 498

4 817 535 657

3,84

6 575 616 964

Oostenrijk

–3 287 560

161 894 732

158 607 172

52 869 058

325 186 200

2 684 283 716

20 965 190

32 238 392

3 062 673 498

2,44

3 221 280 670

Polen

20 381 502

357 133 880

377 515 382

125 838 461

567 817 500

3 252 126 568

25 400 241

226 357 586

4 071 701 895

3,24

4 449 217 277

Portugal

  • – 
    351 346

111 028 856

110 677 510

36 892 504

230 820 900

1 344 995 702

10 504 885

94 627 448

1 680 948 935

1,34

1 791 626 445

Roemenië

3 925 266

126 851 809

130 777 075

43 592 358

150 611 400

1 168 871 074

9 129 290

82 472 422

1 411 084 186

1,12

1 541 861 261

Slovenië

–4 160

57 481 123

57 476 963

19 158 988

51 960 900

292 092 973

2 281 348

20 117 869

366 453 090

0,29

423 930 053

Slowakije

2 242 348

91 272 513

93 514 861

31 171 621

75 870 000

611 070 009

4 772 669

41 764 839

733 477 517

0,58

826 992 378

Finland

1 629 436

129 623 060

131 252 496

43 750 832

283 354 200

1 683 693 730

13 150 234

117 640 097

2 097 838 261

1,67

2 229 090 757

Zweden

2 478 967

437 589 572

440 068 539

146 689 513

190 320 100

3 673 202 833

  • – 
    143 277 550

47 227 300

3 767 472 683

3,00

4 207 541 222

Verenigd Koninkrijk

1 529 497

2 360 927 601

2 362 457 098

787 485 699

2 872 313 700

16 500 580 870

128 875 281

–4 508 583 054

14 993 186 797

11,95

17 355 643 895

Totaal

–34 600 000

14 857 300 000

14 822 700 000

4 940 900 004

14 680 052 250

110 822 836 159

0

0

125 502 888 409

100,00

140 325 588 409

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

ONTVANGSTEN

 

Titel

Omschrijving

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

1

EIGEN MIDDELEN

136 400 352 264

3 925 236 145

140 325 588 409

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

1 057 276 526

 

1 057 276 526

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 278 186 868

 

1 278 186 868

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

53 884 139

 

53 884 139

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

60 000 000

 

60 000 000

7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

1 642 000 000

 

1 642 000 000

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

3 696 000

 

3 696 000

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

30 200 000

 

30 200 000

 

Totaal

140 525 595 797

3 925 236 145

144 450 831 942

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

1 1

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

–34 600 000

 

–34 600 000

1 2

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

14 857 300 000

 

14 857 300 000

1 3

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

14 680 052 250

 

14 680 052 250

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

106 897 600 014

3 925 236 145

110 822 836 159

1 5

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

0

 

0

1 6

AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

0

 

0

 

Titel 1 — Totaal

136 400 352 264

3 925 236 145

140 325 588 409

HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

106 897 600 014

3 925 236 145

110 822 836 159

 

Hoofdstuk 1 4 — Totaal

106 897 600 014

3 925 236 145

110 822 836 159

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

106 897 600 014

3 925 236 145

110 822 836 159

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het toe te passen percentage van het bni van de lidstaten voor dit begrotingsjaar is 0,8432 %.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 8/2013

Nieuw bedrag

België

3 153 655 286

115 800 932

3 269 456 218

Bulgarije

323 669 529

11 885 013

335 554 542

Tsjechië

1 159 837 842

42 588 771

1 202 426 613

Denemarken

2 082 737 931

76 477 285

2 159 215 216

Duitsland

22 371 955 007

821 489 035

23 193 444 042

Estland

139 988 745

5 140 329

145 129 074

Ierland

1 089 473 804

40 005 033

1 129 478 837

Griekenland

1 481 975 844

54 417 547

1 536 393 391

Spanje

8 404 846 489

308 622 524

8 713 469 013

Frankrijk

17 070 751 266

626 831 004

17 697 582 270

Kroatië

174 531 475

6 408 724

180 940 199

Italië

12 685 813 167

465 817 870

13 151 631 037

Cyprus

129 792 661

4 765 934

134 558 595

Letland

191 298 567

7 024 405

198 322 972

Litouwen

269 934 315

9 911 878

279 846 193

Luxemburg

267 377 974

9 818 010

277 195 984

Hongarije

772 340 309

28 360 020

800 700 329

Malta

53 263 475

1 955 813

55 219 288

Nederland

4 968 898 935

182 455 936

5 151 354 871

Oostenrijk

2 589 209 020

95 074 696

2 684 283 716

Polen

3 136 939 435

115 187 133

3 252 126 568

Portugal

1 297 357 273

47 638 429

1 344 995 702

Roemenië

1 127 470 807

41 400 267

1 168 871 074

Slovenië

281 747 327

10 345 646

292 092 973

Slowakije

589 426 508

21 643 501

611 070 009

Finland

1 624 058 950

59 634 780

1 683 693 730

Zweden

3 543 101 591

130 101 242

3 673 202 833

Verenigd Koninkrijk

15 916 146 482

584 434 388

16 500 580 870

Totaal van artikel 1 4 0

106 897 600 014

3 925 236 145

110 822 836 159

 

  • (1) 
    Voorbeelden van dergelijke netwerken in Silicon Valley zijn de German-American Business Association (GABA), Interfrench, Business Association Italy-America (BAIA) en de Silicon Vikings.
  • (2) 
    Het protocol bij de overeenkomst met Marokko gold aanvankelijk voor de periode van 1 maart 2006 tot en met 28 februari 2010. Door een vertraging in het ratificatieproces is het op 27 februari 2007 in werking getreden en bleef het geldig voor vier jaar vanaf die datum.
  • (3) 
    Dit gebied omvat zeventien landen, waarvan er zeven (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië, de Russische Federatie en Oekraïne) ten oosten van de Unie zijn gelegen en tien (Algerije, Egypte, Jordanië, Israël, Libanon, Libië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Syrië en Tunesië) ten zuiden van de Unie zijn gelegen.
  • (4) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met nr. 8/2013.
  • (6) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (7) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2013 (PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1 tot en met 8/2013), plus de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met nr. 8/2013.
  • (9) 
    De eigen middelen voor de begroting 2013 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 157e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 16 mei 2013.
  • Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking trad.
  • Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
  • De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking trad.
  • De bni- en btw-grondslagen van Kroatië zijn gehalveerd om de bijdrage van het land te beperken, aangezien het Toetredingsverdrag pas op 1.7.2013 in werking trad.
  • Berekening percentage: (110 822 836 159) / (131 429 712 000) = 0,843209914048963.
  • Afgeronde percentages.
  • De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: i) van de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2011, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2011, (5a); en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
  • De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • Noot: Het verschil van 122 818 274 EUR tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2009 (3 396 661 203 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2009 (3 519 479 477 EUR, opgenomen in GB nr. 4/2010) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 3 5 van de GB nr. 6/2013. De impact daarvan is het zogeheten „directe effect” van de Britse correctie.
  • Afgeronde percentages.
  • De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: (i) de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2008, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor het jaar 2008, (5a); en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
  • De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (140 325 588 409 + 4 125 243 533 = 144 450 831 942 = 144 450 831 942).
  • Totaal eigen middelen als percentage van het BNI: (140 325 588 409) / (13 142 971 200 000) = 1,07 %; maximum eigen middelen als percentage van het BNI: 1,23 %.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.