Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2016/70 van de gewijzigde begroting nr. 8 van de EU voor het begrotingsjaar 2015

1.

Wettekst

26.1.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 18/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2016/70

van de gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3),

Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, definitief vastgesteld op 17 december 2014 (4),

Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, goedgekeurd door de Commissie op 19 oktober 2015,

Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015, vastgesteld door de Raad op 10 november 2015 en toegezonden aan het Europees Parlement op 10 november 2015,

Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 25 november 2015,

Gezien de artikelen 88 en 91 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 25 november 2015.

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ
 

 

GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 8 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2015

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

 
  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting

3

 
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

17

 

— Titel 1:

Eigen middelen

18

 

— Titel 3:

Overschotten, saldi en aanpassingen

24

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instellingen

30

 

— Titel 7:

Intrest voor betalingsachterstand en boeten

34

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

38

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

Afdeling III: Commissie

 

— Ontvangsten

42

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

42

 

— Titel 7:

Interest voor betalingsachterstand en boeten

45

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

49

Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

— Uitgaven

54

 

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

55

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en uitgaven in verband met de werking van de instelling

58

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2015 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2015 (1)

Budget 2014 (2)

Verschil (in %)

1.

Slimme en inclusieve groei

66 853 308 910

65 300 076 773

+2,38

2.

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

55 998 594 804

56 443 752 595

–0,79

3.

Veiligheid en burgerschap

1 929 165 795

1 665 510 850

+15,83

4.

Europa als wereldspeler

7 422 489 907

6 840 903 616

+8,50

5.

Administratie

8 658 632 705

8 405 389 881

+3,01

6.

Compensatie

p.m.

28 600 000

Speciale instrumenten

418 230 818

350 000 000

+19,49

Totaal uitgaven  (3)

141 280 422 939

139 034 233 715

+1,62

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2015 (4)

Budget 2014 (5)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

3 045 497 557

5 545 428 277

–45,08

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

1 434 557 708

1 005 406 925

+42,68

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

p.m.

Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

7 133 244 000

4 095 463 000

+74,17

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

11 613 299 265

10 646 298 202

+9,08

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

18 759 400 000

16 084 600 000

+16,63

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

18 023 353 946

17 689 735 350

+1,89

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

92 884 369 728

94 613 600 163

–1,83

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom te dekken kredieten (6)

129 667 123 674

128 387 935 513

+1,00

Totaal ontvangsten  (7)

141 280 422 939

139 034 233 715

+1,62

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (8)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

1 706 142 000

4 044 908 000

50

2 022 454 000

1 706 142 000

 

Bulgarije

198 876 547

412 388 025

50

206 194 013

198 876 547

 

Tsjechië

647 411 520

1 429 950 658

50

714 975 329

647 411 520

 

Denemarken

1 009 757 767

2 691 551 852

50

1 345 775 926

1 009 757 767

 

Duitsland

12 589 972 422

29 998 426 500

50

14 999 213 250

12 589 972 422

 

Estland

94 993 380

195 941 500

50

97 970 750

94 993 380

 

Ierland

716 534 000

1 605 484 000

50

802 742 000

716 534 000

 

Griekenland

721 214 000

1 758 757 000

50

879 378 500

721 214 000

 

Spanje

4 426 469 500

10 723 591 000

50

5 361 795 500

4 426 469 500

 

Frankrijk

9 641 876 785

21 697 735 000

50

10 848 867 500

9 641 876 785

 

Kroatië

254 557 226

414 701 663

50

207 350 832

207 350 832

Kroatië

Italië

5 678 630 500

15 782 177 500

50

7 891 088 750

5 678 630 500

 

Cyprus

104 197 550

162 048 000

50

81 024 000

81 024 000

Cyprus

Letland

89 467 685

245 937 500

50

122 968 750

89 467 685

 

Litouwen

141 763 284

363 756 951

50

181 878 476

141 763 284

 

Luxemburg

291 317 000

302 768 000

50

151 384 000

151 384 000

Luxemburg

Hongarije

424 456 952

1 028 794 578

50

514 397 289

424 456 952

 

Malta

57 656 446

79 473 735

50

39 736 868

39 736 868

Malta

Nederland

2 656 093 000

6 589 010 000

50

3 294 505 000

2 656 093 000

 

Oostenrijk

1 499 133 500

3 201 701 000

50

1 600 850 500

1 499 133 500

 

Polen

1 673 268 277

3 997 275 344

50

1 998 637 672

1 673 268 277

 

Portugal

785 527 000

1 708 890 500

50

854 445 250

785 527 000

 

Roemenië

545 644 129

1 517 506 692

50

758 753 346

545 644 129

 

Slovenië

186 363 000

366 916 000

50

183 458 000

183 458 000

Slovenië

Slowakije

260 067 500

737 276 500

50

368 638 250

260 067 500

 

Finland

913 380 000

1 992 220 500

50

996 110 250

913 380 000

 

Zweden

1 871 874 481

4 301 727 510

50

2 150 863 755

1 871 874 481

 

Verenigd Koninkrijk

11 122 338 554

22 990 023 751

50

11 495 011 876

11 122 338 554

 

Totaal

60 308 984 005

140 340 939 259

 

70 170 469 632

60 077 846 483

 

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

1 706 142 000

0,300

511 842 600

Bulgarije

198 876 547

0,300

59 662 964

Tsjechië

647 411 520

0,300

194 223 456

Denemarken

1 009 757 767

0,300

302 927 330

Duitsland

12 589 972 422

0,300

3 776 991 727

Estland

94 993 380

0,300

28 498 014

Ierland

716 534 000

0,300

214 960 200

Griekenland

721 214 000

0,300

216 364 200

Spanje

4 426 469 500

0,300

1 327 940 850

Frankrijk

9 641 876 785

0,300

2 892 563 036

Kroatië

207 350 832

0,300

62 205 250

Italië

5 678 630 500

0,300

1 703 589 150

Cyprus

81 024 000

0,300

24 307 200

Letland

89 467 685

0,300

26 840 306

Litouwen

141 763 284

0,300

42 528 985

Luxemburg

151 384 000

0,300

45 415 200

Hongarije

424 456 952

0,300

127 337 086

Malta

39 736 868

0,300

11 921 060

Nederland

2 656 093 000

0,300

796 827 900

Oostenrijk

1 499 133 500

0,300

449 740 050

Polen

1 673 268 277

0,300

501 980 483

Portugal

785 527 000

0,300

235 658 100

Roemenië

545 644 129

0,300

163 693 239

Slovenië

183 458 000

0,300

55 037 400

Slowakije

260 067 500

0,300

78 020 250

Finland

913 380 000

0,300

274 014 000

Zweden

1 871 874 481

0,300

561 562 344

Verenigd Koninkrijk

11 122 338 554

0,300

3 336 701 566

Totaal

60 077 846 483

 

18 023 353 946

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

4 044 908 000

 

2 677 114 263

Bulgarije

412 388 025

 

272 938 189

Tsjechië

1 429 950 658

 

946 409 981

Denemarken

2 691 551 852

 

1 781 398 206

Duitsland

29 998 426 500

 

19 854 398 530

Estland

195 941 500

 

129 683 490

Ierland

1 605 484 000

 

1 062 586 372

Griekenland

1 758 757 000

 

1 164 029 800

Spanje

10 723 591 000

 

7 097 387 238

Frankrijk

21 697 735 000

 

14 360 602 477

Kroatië

414 701 663

 

274 469 466

Italië

15 782 177 500

 

10 445 402 587

Cyprus

162 048 000

 

107 251 144

Letland

245 937 500

0,6618480 (9)

162 773 242

Litouwen

363 756 951

 

240 751 810

Luxemburg

302 768 000

 

200 386 395

Hongarije

1 028 794 578

 

680 905 632

Malta

79 473 735

 

52 599 532

Nederland

6 589 010 000

 

4 360 923 079

Oostenrijk

3 201 701 000

 

2 119 039 398

Polen

3 997 275 344

 

2 645 588 685

Portugal

1 708 890 500

 

1 131 025 757

Roemenië

1 517 506 692

 

1 004 358 767

Slovenië

366 916 000

 

242 842 620

Slowakije

737 276 500

 

487 964 976

Finland

1 992 220 500

 

1 318 547 150

Zweden

4 301 727 510

 

2 847 089 742

Verenigd Koninkrijk

22 990 023 751

 

15 215 901 200

Totaal

140 340 939 259

 

92 884 369 728

TABEL 4.1

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2014 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (10) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

17,7333

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,3956

 

3.

  • (1) 
    – (2)

10,3377

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

128 742 225 549

5.

Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (11)

 

33 471 514 270

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

95 270 711 279

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

6 500 187 311

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (12)

 

1 992 582 801

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

4 507 604 510

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (13)

 

–36 554 387

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

 

4 544 158 897

TABEL 4.2

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2013 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 6)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (14) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

16,0378

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

6,0959

 

3.

  • (1) 
    – (2)

9,9418

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

134 745 129 775

5.

Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (15)

 

31 288 595 815

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

103 456 533 960

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

6 788 418 578

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (16)

 

846 456 483

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

5 941 962 095

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (17)

 

18 914 477

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (18) = (9) – (10)

 

5 923 047 619

TABEL 4.3

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2012 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 6)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (19) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

16,1345

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,2358

 

3.

  • (1) 
    – (2)

8,8987

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

126 017 496 941

5.

Uitbreidingsuitgaven (20)

 

30 151 705 809

5a.

Pretoetredingsuitgaven

 

3 084 631 771

5b.

Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

 

27 067 074 038

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

95 865 791 132

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

5 630 330 443

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (21)

 

474 388 884

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

5 155 941 559

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (22)

 

12 333 175

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (23) = (9) – (10)

 

5 143 608 383

TABEL 4.4

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2011 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (24) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

14,9523

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,3026

 

3.

  • (1) 
    – (2)

7,6497

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

116 702 674 481

5.

Uitbreidingsuitgaven (25)

 

26 837 206 246

5a.

Pretoetredingsuitgaven

 

3 046 579 123

5b.

Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

 

23 790 627 123

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

89 865 468 236

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

4 537 145 502

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (26)

 

142 138 675

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

4 395 006 827

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (27)

 

8 632 837

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (28) = (9) – (10)

 

4 386 373 990

TABEL 5.1

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –4 544 158 897 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Aandelen in de bni-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,88

3,45

5,52

 

1,56

5,00

227 330 088

Bulgarije

0,29

0,35

0,56

 

0,16

0,51

23 176 845

Tsjechië

1,02

1,22

1,95

 

0,55

1,77

80 365 439

Denemarken

1,92

2,29

3,67

 

1,04

3,33

151 269 379

Duitsland

21,38

25,56

0,00

–19,17

0,00

6,39

290 405 953

Estland

0,14

0,17

0,27

 

0,08

0,24

11 012 215

Ierland

1,14

1,37

2,19

 

0,62

1,99

90 230 685

Griekenland

1,25

1,50

2,40

 

0,68

2,18

98 844 865

Spanje

7,64

9,14

14,64

 

4,12

13,26

602 682 406

Frankrijk

15,46

18,49

29,62

 

8,35

26,84

1 219 446 279

Kroatië

0,30

0,35

0,57

 

0,16

0,51

23 306 875

Italië

11,25

13,45

21,54

 

6,07

19,52

886 982 795

Cyprus

0,12

0,14

0,22

 

0,06

0,20

9 107 348

Letland

0,18

0,21

0,34

 

0,09

0,30

13 822 068

Litouwen

0,26

0,31

0,50

 

0,14

0,45

20 443 703

Luxemburg

0,22

0,26

0,41

 

0,12

0,37

17 016 030

Hongarije

0,73

0,88

1,40

 

0,40

1,27

57 819 847

Malta

0,06

0,07

0,11

 

0,03

0,10

4 466 547

Nederland

4,70

5,61

0,00

–4,21

0,00

1,40

63 786 269

Oostenrijk

2,28

2,73

0,00

–2,05

0,00

0,68

30 994 726

Polen

2,85

3,41

5,46

 

1,54

4,94

224 653 059

Portugal

1,22

1,46

2,33

 

0,66

2,11

96 042 290

Roemenië

1,08

1,29

2,07

 

0,58

1,88

85 286 224

Slovenië

0,26

0,31

0,50

 

0,14

0,45

20 621 247

Slowakije

0,53

0,63

1,01

 

0,28

0,91

41 436 080

Finland

1,42

1,70

2,72

 

0,77

2,46

111 965 875

Zweden

3,07

3,67

0,00

–2,75

0,00

0,92

41 643 760

Verenigd Koninkrijk

16,38

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–28,18

28,18

100,00

4 544 158 897

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 5.2

Tussentijdse bijstelling van de financiering van de Britse correctie voor 2013 (hoofdstuk 36)

 

Lidstaat

Bedrag

 

(1)

België

21 086 719

Bulgarije

2 638 709

Tsjechië

8 452 106

Denemarken

10 531 440

Duitsland

23 687 365

Estland

1 123 952

Ierland

12 880 201

Griekenland

5 940 696

Spanje

57 278 112

Frankrijk

96 456 818

Kroatië

1 527 600

Italië

65 379 144

Cyprus

1 558 619

Letland

572 289

Litouwen

1 804 672

Luxemburg

  • – 
    688 281

Hongarije

5 678 759

Malta

754 325

Nederland

8 532 126

Oostenrijk

1 859 547

Polen

19 604 131

Portugal

9 472 101

Roemenië

8 755 802

Slovenië

2 200 336

Slowakije

2 943 154

Finland

8 548 776

Zweden

2 286 070

Verenigd Koninkrijk

  • – 
    380 865 288

Totaal

0

TABEL 5.3

Tussentijdse bijstelling van de financiering van de Britse correctie voor 2012 (hoofdstuk 36)

 

Lidstaat

Bedrag

 

(1)

België

20 609 337

Bulgarije

2 761 140

Tsjechië

8 144 978

Denemarken

15 569 429

Duitsland

35 721 878

Estland

1 607 973

Ierland

13 192 753

Griekenland

10 134 814

Spanje

61 882 563

Frankrijk

134 788 539

Kroatië

1 255 475

Italië

119 606 240

Cyprus

1 962 450

Letland

1 174 712

Litouwen

2 581 885

Luxemburg

  • – 
    626 437

Hongarije

6 799 870

Malta

800 752

Nederland

8 934 474

Oostenrijk

2 296 477

Polen

18 950 469

Portugal

12 984 470

Roemenië

10 427 052

Slovenië

2 497 710

Slowakije

3 685 428

Finland

9 962 881

Zweden

4 499 743

Verenigd Koninkrijk

  • – 
    512 207 055

Totaal

0

TABEL 5.4

Financiering van de definitieve correctie voor het Verenigd Koninkrijk voor 2011 (hoofdstuk 35)

 

Lidstaat

Bedrag

 

(1)

België

11 815 757

Bulgarije

1 392 513

Tsjechië

4 784 685

Denemarken

3 487 953

Duitsland

10 915 347

Estland

364 152

Ierland

3 453 266

Griekenland

2 741 329

Spanje

27 503 186

Frankrijk

43 503 201

Kroatië

Italië

53 237 596

Cyprus

1 207 563

Letland

244 042

Litouwen

768 575

Luxemburg

37 104

Hongarije

2 508 198

Malta

344 459

Nederland

5 167 025

Oostenrijk

1 172 371

Polen

9 539 521

Portugal

2 909 281

Roemenië

2 915 322

Slovenië

702 416

Slowakije

1 459 572

Finland

4 044 692

Zweden

1 743 115

Verenigd Koninkrijk

  • – 
    197 962 241

Totaal

0

TABEL 6

Overzicht van de financiering (29) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totale eigen middelen (30)

Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

Netto douanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

(3)= (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

  • (8) 
    = (5) + (6) + (7)

(9)

  • (10) 
    = (3) + (8)

België

6 600 000

1 777 109 902

1 783 709 902

594 569 967

511 842 600

2 677 114 263

280 841 901

3 469 798 764

3,13

5 253 508 666

Bulgarije

400 000

60 771 523

61 171 523

20 390 508

59 662 964

272 938 189

29 969 207

362 570 360

0,33

423 741 883

Tsjechië

3 400 000

218 992 601

222 392 601

74 130 867

194 223 456

946 409 981

101 747 208

1 242 380 645

1,12

1 464 773 246

Denemarken

3 400 000

343 547 332

346 947 332

115 649 111

302 927 330

1 781 398 206

180 858 201

2 265 183 737

2,04

2 612 131 069

Duitsland

26 300 000

3 673 396 526

3 699 696 526

1 233 232 172

3 776 991 727

19 854 398 530

360 730 543

23 992 120 800

21,63

27 691 817 326

Estland

0

24 631 290

24 631 290

8 210 430

28 498 014

129 683 490

14 108 292

172 289 796

0,16

196 921 086

Ierland

0

256 746 238

256 746 238

85 582 079

214 960 200

1 062 586 372

119 756 905

1 397 303 477

1,26

1 654 049 715

Griekenland

1 400 000

134 450 271

135 850 271

45 283 424

216 364 200

1 164 029 800

117 661 704

1 498 055 704

1,35

1 633 905 975

Spanje

4 700 000

1 267 919 835

1 272 619 835

424 206 612

1 327 940 850

7 097 387 238

749 346 267

9 174 674 355

8,27

10 447 294 190

Frankrijk

30 900 000

1 609 531 084

1 640 431 084

546 810 361

2 892 563 036

14 360 602 477

1 494 194 837

18 747 360 350

16,90

20 387 791 434

Kroatië

1 700 000

45 282 852

46 982 852

15 660 951

62 205 250

274 469 466

26 089 950

362 764 666

0,33

409 747 518

Italië

4 700 000

1 620 394 666

1 625 094 666

541 698 222

1 703 589 150

10 445 402 587

1 125 205 775

13 274 197 512

11,97

14 899 292 178

Cyprus

0

19 145 718

19 145 718

6 381 906

24 307 200

107 251 144

13 835 980

145 394 324

0,13

164 540 042

Letland

0

28 395 898

28 395 898

9 465 299

26 840 306

162 773 242

15 813 111

205 426 659

0,19

233 822 557

Litouwen

800 000

68 730 978

69 530 978

23 176 993

42 528 985

240 751 810

25 598 835

308 879 630

0,28

378 410 608

Luxemburg

0

15 703 791

15 703 791

5 234 597

45 415 200

200 386 395

15 738 416

261 540 011

0,24

277 243 802

Hongarije

2 100 000

115 412 112

117 512 112

39 170 704

127 337 086

680 905 632

72 806 674

881 049 392

0,79

998 561 504

Malta

0

11 939 184

11 939 184

3 979 728

11 921 060

52 599 532

6 366 083

70 886 675

0,06

82 825 859

Nederland

7 200 000

2 226 496 487

2 233 696 487

744 565 496

796 827 900

4 360 923 079

86 419 894

5 244 170 873

4,73

7 477 867 360

Oostenrijk

3 200 000

208 774 381

211 974 381

70 658 127

449 740 050

2 119 039 398

36 323 121

2 605 102 569

2,35

2 817 076 950

Polen

12 800 000

482 300 013

495 100 013

165 033 338

501 980 483

2 645 588 685

272 747 180

3 420 316 348

3,08

3 915 416 361

Portugal

100 000

129 502 501

129 602 501

43 200 834

235 658 100

1 131 025 757

121 408 142

1 488 091 999

1,34

1 617 694 500

Roemenië

900 000

122 403 526

123 303 526

41 101 175

163 693 239

1 004 358 767

107 384 400

1 275 436 406

1,15

1 398 739 932

Slovenië

0

65 396 612

65 396 612

21 798 871

55 037 400

242 842 620

26 021 709

323 901 729

0,29

389 298 341

Slowakije

1 300 000

99 923 441

101 223 441

33 741 147

78 020 250

487 964 976

49 524 234

615 509 460

0,55

716 732 901

Finland

700 000

116 487 715

117 187 715

39 062 572

274 014 000

1 318 547 150

134 522 224

1 727 083 374

1,56

1 844 271 089

Zweden

2 600 000

519 515 847

522 115 847

174 038 616

561 562 344

2 847 089 742

50 172 688

3 458 824 774

3,12

3 980 940 621

Verenigd Koninkrijk

9 500 000

3 371 797 676

3 381 297 676

1 127 099 226

3 336 701 566

15 215 901 200

–5 635 193 481

12 917 409 285

11,65

16 298 706 961

Totaal

124 700 000

18 634 700 000

18 759 400 000

6 253 133 333

18 023 353 946

92 884 369 728

0

110 907 723 674

100,00

129 667 123 674

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
 

Titel

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

1

EIGEN MIDDELEN

138 270 491 148

–8 603 367 474

129 667 123 674

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

1 434 557 708

7 133 244 000

8 567 801 708

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 300 952 883

 

1 300 952 883

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

54 453 674

40 000 000

94 453 674

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

60 000 000

 

60 000 000

7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

123 000 000

1 400 000 000

1 523 000 000

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

6 890 000

30 000 000

36 890 000

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

30 201 000

 

30 201 000

 

TOTAAL-GENERAAL

141 280 546 413

  • – 
    123 474

141 280 422 939

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

p.m.

 

p.m.

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

 

p.m.

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

p.m.

 

p.m.

1 1 7

Productieheffing

124 700 000

 

124 700 000

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

p.m.

 

p.m.

1 1 9

Overschotheffing

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

124 700 000

 

124 700 000

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

17 834 700 000

800 000 000

18 634 700 000

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

17 834 700 000

800 000 000

18 634 700 000

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

18 023 353 946

 

18 023 353 946

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

18 023 353 946

 

18 023 353 946

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

102 287 737 202

–9 403 367 474

92 884 369 728

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

102 287 737 202

–9 403 367 474

92 884 369 728

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

0,—

 

0,—

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

0,—

 

0,—

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

Titel 1 — Totaal

138 270 491 148

–8 603 367 474

129 667 123 674

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

 

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 5 —

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

HOOFDSTUK 1 2 —   DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

17 834 700 000

800 000 000

18 634 700 000

Toelichting

De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

België

1 700 817 398

76 292 504

1 777 109 902

Bulgarije

58 162 561

2 608 962

60 771 523

Tsjechië

209 591 104

9 401 497

218 992 601

Denemarken

328 798 618

14 748 714

343 547 332

Duitsland

3 515 695 181

157 701 345

3 673 396 526

Estland

23 573 852

1 057 438

24 631 290

Ierland

245 723 952

11 022 286

256 746 238

Griekenland

128 678 232

5 772 039

134 450 271

Spanje

1 213 487 198

54 432 637

1 267 919 835

Frankrijk

1 540 432 850

69 098 234

1 609 531 084

Kroatië

43 338 829

1 944 023

45 282 852

Italië

1 550 830 051

69 564 615

1 620 394 666

Cyprus

18 323 780

821 938

19 145 718

Letland

27 176 843

1 219 055

28 395 898

Litouwen

65 780 312

2 950 666

68 730 978

Luxemburg

15 029 617

674 174

15 703 791

Hongarije

110 457 394

4 954 718

115 412 112

Malta

11 426 627

512 557

11 939 184

Nederland

2 130 911 520

95 584 967

2 226 496 487

Oostenrijk

199 811 559

8 962 822

208 774 381

Polen

461 594 554

20 705 459

482 300 013

Portugal

123 942 873

5 559 628

129 502 501

Roemenië

117 148 662

5 254 864

122 403 526

Slovenië

62 589 092

2 807 520

65 396 612

Slowakije

95 633 662

4 289 779

99 923 441

Finland

111 486 820

5 000 895

116 487 715

Zweden

497 212 688

22 303 159

519 515 847

Verenigd Koninkrijk

3 227 044 171

144 753 505

3 371 797 676

Totaal van artikel 1 2 0

17 834 700 000

800 000 000

18 634 700 000

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

102 287 737 202

–9 403 367 474

92 884 369 728

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6618 %.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

België

2 948 138 218

  • – 
    271 023 955

2 677 114 263

Bulgarije

300 569 728

–27 631 539

272 938 189

Tsjechië

1 042 222 019

–95 812 038

946 409 981

Denemarken

1 961 742 240

  • – 
    180 344 034

1 781 398 206

Duitsland

21 864 405 229

–2 010 006 699

19 854 398 530

Estland

142 812 302

–13 128 812

129 683 490

Ierland

1 170 159 800

  • – 
    107 573 428

1 062 586 372

Griekenland

1 281 873 093

  • – 
    117 843 293

1 164 029 800

Spanje

7 815 907 916

  • – 
    718 520 678

7 097 387 238

Frankrijk

15 814 431 821

–1 453 829 344

14 360 602 477

Kroatië

302 256 027

–27 786 561

274 469 466

Italië

11 502 867 468

–1 057 464 881

10 445 402 587

Cyprus

118 108 966

–10 857 822

107 251 144

Letland

179 251 974

–16 478 732

162 773 242

Litouwen

265 124 885

–24 373 075

240 751 810

Luxemburg

220 672 982

–20 286 587

200 386 395

Hongarije

749 838 714

–68 933 082

680 905 632

Malta

57 924 570

–5 325 038

52 599 532

Nederland

4 802 411 377

  • – 
    441 488 298

4 360 923 079

Oostenrijk

2 333 565 332

  • – 
    214 525 934

2 119 039 398

Polen

2 913 421 073

  • – 
    267 832 388

2 645 588 685

Portugal

1 245 527 807

  • – 
    114 502 050

1 131 025 757

Roemenië

1 106 037 387

  • – 
    101 678 620

1 004 358 767

Slovenië

267 427 364

–24 584 744

242 842 620

Slowakije

537 365 257

–49 400 281

487 964 976

Finland

1 452 033 370

  • – 
    133 486 220

1 318 547 150

Zweden

3 135 321 563

  • – 
    288 231 821

2 847 089 742

Verenigd Koninkrijk

16 756 318 720

–1 540 417 520

15 215 901 200

Totaal van artikel 1 4 0

102 287 737 202

–9 403 367 474

92 884 369 728

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

1 434 557 708

 

1 434 557 708

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

1 434 557 708

 

1 434 557 708

HOOFDSTUK 3 1

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

  • – 
    192 713 000
  • – 
    192 713 000
 

Artikel 3 1 0 — Totaal

p.m.

  • – 
    192 713 000
  • – 
    192 713 000
 

HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL

p.m.

  • – 
    192 713 000
  • – 
    192 713 000

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

7 325 957 000

7 325 957 000

 

Artikel 3 2 0 — Totaal

p.m.

7 325 957 000

7 325 957 000

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

p.m.

7 325 957 000

7 325 957 000

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 3 5

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

0,—

 

0,—

 

Artikel 3 5 0 — Totaal

0,—

 

0,—

 

HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL

0,—

 

0,—

HOOFDSTUK 3 6

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

0,—

 

0,—

 

Artikel 3 6 0 — Totaal

0,—

 

0,—

 

HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL

0,—

 

0,—

 

Titel 3 — Totaal

1 434 557 708

7 133 244 000

8 567 801 708

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

 

HOOFDSTUK 3 1 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

 

HOOFDSTUK 3 2 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

 

HOOFDSTUK 3 4 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

 

HOOFDSTUK 3 5 —

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

 

HOOFDSTUK 3 6 —

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

HOOFDSTUK 3 1 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

p.m.

  • – 
    192 713 000
  • – 
    192 713 000

Toelichting

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.

Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kan boeken.

Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.

De in de begroting opgenomen bedragen zijn inclusief de in 2014 uitgestelde saldi.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.

 

Lidstaat

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

België

p.m.

72 870 000

72 870 000

Bulgarije

p.m.

1 525 000

1 525 000

Tsjechië

p.m.

9 640 000

9 640 000

Denemarken

p.m.

–5 927 000

–5 927 000

Duitsland

p.m.

  • – 
    103 806 000
  • – 
    103 806 000

Estland

p.m.

608 000

608 000

Ierland

p.m.

7 099 000

7 099 000

Griekenland

p.m.

–45 286 000

–45 286 000

Spanje

p.m.

–72 892 000

–72 892 000

Frankrijk

p.m.

–43 477 000

–43 477 000

Kroatië

p.m.

–1 184 000

–1 184 000

Italië

p.m.

  • – 
    216 644 000
  • – 
    216 644 000

Cyprus

p.m.

11 239 000

11 239 000

Letland

p.m.

1 669 000

1 669 000

Litouwen

p.m.

358 000

358 000

Luxemburg

p.m.

14 886 000

14 886 000

Hongarije

p.m.

4 379 000

4 379 000

Malta

p.m.

3 630 000

3 630 000

Nederland

p.m.

–26 259 000

–26 259 000

Oostenrijk

p.m.

–4 400 000

–4 400 000

Polen

p.m.

30 536 000

30 536 000

Portugal

p.m.

18 273 000

18 273 000

Roemenië

p.m.

–12 492 000

–12 492 000

Slovenië

p.m.

1 905 000

1 905 000

Slowakije

p.m.

6 967 000

6 967 000

Finland

p.m.

–8 412 000

–8 412 000

Zweden

p.m.

1 356 000

1 356 000

Verenigd Koninkrijk

p.m.

161 126 000

161 126 000

Totaal van post 3 1 0 3

p.m.

  • – 
    192 713 000
  • – 
    192 713 000

HOOFDSTUK 3 2 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

p.m.

7 325 957 000

7 325 957 000

Toelichting

Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.

De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kan boeken.

Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.

De in de begroting opgenomen bedragen zijn inclusief de in 2014 uitgestelde saldi.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

 

Lidstaat

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

België

p.m.

147 716 000

147 716 000

Bulgarije

p.m.

59 923 000

59 923 000

Tsjechië

p.m.

51 471 000

51 471 000

Denemarken

p.m.

–60 420 000

–60 420 000

Duitsland

p.m.

383 851 000

383 851 000

Estland

p.m.

11 786 000

11 786 000

Ierland

p.m.

156 657 000

156 657 000

Griekenland

p.m.

  • – 
    171 235 000
  • – 
    171 235 000

Spanje

p.m.

  • – 
    333 271 000
  • – 
    333 271 000

Frankrijk

p.m.

300 400 000

300 400 000

Kroatië

p.m.

–5 551 000

–5 551 000

Italië

p.m.

1 167 877 000

1 167 877 000

Cyprus

p.m.

55 184 000

55 184 000

Letland

p.m.

–1 293 000

–1 293 000

Litouwen

p.m.

6 460 000

6 460 000

Luxemburg

p.m.

74 065 000

74 065 000

Hongarije

p.m.

42 869 000

42 869 000

Malta

p.m.

17 767 000

17 767 000

Nederland

p.m.

538 657 000

538 657 000

Oostenrijk

p.m.

–72 668 000

–72 668 000

Polen

p.m.

197 995 000

197 995 000

Portugal

p.m.

21 688 000

21 688 000

Roemenië

p.m.

40 791 000

40 791 000

Slovenië

p.m.

14 745 000

14 745 000

Slowakije

p.m.

–14 817 000

–14 817 000

Finland

p.m.

9 616 000

9 616 000

Zweden

p.m.

41 121 000

41 121 000

Verenigd Koninkrijk

p.m.

4 644 573 000

4 644 573 000

Totaal van post 3 2 0 3

p.m.

7 325 957 000

7 325 957 000

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 0 0 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

 

p.m.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

 

p.m.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

453 674

 

453 674

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

10 000 000

40 000 000

50 000 000

5 2 2

Interest yielded by prefinancing

40 000 000

 

40 000 000

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50 453 674

40 000 000

90 453 674

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

 

p.m.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 7 4

Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

4 000 000

 

4 000 000

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

4 000 000

 

4 000 000

 

Titel 5 — Totaal

54 453 674

40 000 000

94 453 674

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

10 000 000

40 000 000

50 000 000

Toelichting

Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.

 

Commissie

 

50 000 000

TITEL 7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Intrest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

5 000 000

5 000 000

10 000 000

7 0 0 1

Overige intrest voor betalingsachterstand

3 000 000

 

3 000 000

 

Artikel 7 0 0 — Totaal

8 000 000

5 000 000

13 000 000

7 0 1

Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

15 000 000

30 000 000

45 000 000

 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

23 000 000

35 000 000

58 000 000

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

100 000 000

1 315 000 000

1 415 000 000

7 1 1

Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s

p.m.

 

p.m.

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

p.m.

50 000 000

50 000 000

 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

1 365 000 000

1 465 000 000

HOOFDSTUK 7 2

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 7 2 0 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

Titel 7 — Totaal

123 000 000

1 400 000 000

1 523 000 000

HOOFDSTUK 7 0 —

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

 

HOOFDSTUK 7 2 —

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0

Intrest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

5 000 000

5 000 000

10 000 000

Toelichting

Lidstaten die bedragen te laat overmaken op de rekening van de Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, zijn intrest voor betalingsachterstand verschuldigd.

Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar herfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

Voor de lidstaten die niet de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen die in artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 worden genoemd.

 

Raad

 

p.m.

Commissie

 

10 000 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

10 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 1

Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

15 000 000

30 000 000

45 000 000

Toelichting

Op deze post worden de uitstaande rente op bijzondere rekeningen voor boeten en de intrest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

100 000 000

1 315 000 000

1 415 000 000

Toelichting

De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

p.m.

50 000 000

50 000 000

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 260, lid 2.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

 

p.m.

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

 

p.m.

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

30 000 000

30 000 000

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

30 000 000

30 000 000

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

 

p.m.

8 2 8

Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

6 890 000

 

6 890 000

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

6 890 000

 

6 890 000

 

Titel 8 — Totaal

6 890 000

30 000 000

36 890 000

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

p.m.

30 000 000

30 000 000

Toelichting

Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal geboekt die uit de kredieten van de hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het bevat ook de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal verstrekt aan sommige lidstaten in het Middellandse Zeegebied, maar dit maakt slechts een zeer klein gedeelte van het totale bedrag uit. De leningen dateren van toen de betrokken landen nog geen lid van de Unie waren.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Op deze post kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de bestemmingsontvangsten worden geboekt die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

AFDELING III

COMMISSIE

ONTVANGSTEN

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

 

p.m.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

 

p.m.

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

 

p.m.

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

10 000 000

40 000 000

50 000 000

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

40 000 000

 

40 000 000

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50 000 000

40 000 000

90 000 000

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

 

p.m.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

4 000 000

 

4 000 000

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

4 000 000

 

4 000 000

 

Titel 5 — Totaal

54 000 000

40 000 000

94 000 000

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

10 000 000

40 000 000

50 000 000

Toelichting

Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.

TITEL 7

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

5 000 000

5 000 000

10 000 000

7 0 0 1

Overige interest voor betalingsachterstand

3 000 000

 

3 000 000

 

Artikel 7 0 0 — Totaal

8 000 000

5 000 000

13 000 000

7 0 1

Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

15 000 000

30 000 000

45 000 000

 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

23 000 000

35 000 000

58 000 000

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

100 000 000

1 315 000 000

1 415 000 000

7 1 1

Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's

p.m.

 

p.m.

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

p.m.

50 000 000

50 000 000

 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

1 365 000 000

1 465 000 000

HOOFDSTUK 7 2

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 7 2 0 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

 

Titel 7 — Totaal

123 000 000

1 400 000 000

1 523 000 000

HOOFDSTUK 7 0 —

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

 

HOOFDSTUK 7 2 —

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

5 000 000

5 000 000

10 000 000

Toelichting

Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.

Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 1

Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

15 000 000

30 000 000

45 000 000

Toelichting

Onder dit artikel worden de uitstaande rente op bijzondere bankrekeningen voor boeten en de interest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

100 000 000

1 315 000 000

1 415 000 000

Toelichting

De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

p.m.

50 000 000

50 000 000

Rechtsgronden

Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

 

p.m.

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

 

p.m.

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

30 000 000

30 000 000

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

30 000 000

30 000 000

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

 

p.m.

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

 

p.m.

 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

 

p.m.

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

6 890 000

 

6 890 000

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

6 890 000

 

6 890 000

 

Titel 8 — Totaal

6 890 000

30 000 000

36 890 000

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

p.m.

30 000 000

30 000 000

Toelichting

Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen/dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Dit artikel is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

AFDELING IX

EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voor het begrotingsjaar 2015

 

Rubriek

Bedrag

Uitgaven

8 883 891

Eigen inkomsten

  • – 
    959 000

Te ontvangen bijdrage

7 924 891

UITGAVEN

 

Titel

Hoofdstuk

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

1 009 243

–56 160

953 083

1 1

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

4 981 725

 

4 981 725

 

Titel 1 — Totaal

5 990 968

–56 160

5 934 808

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 381 750

–67 314

2 314 436

 

Titel 2 — Totaal

2 381 750

–67 314

2 314 436

3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

3 0

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

511 173

 

511 173

 

Titel 3 — Totaal

511 173

 

511 173

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

 

p.m.

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

 

p.m.

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

 

p.m.

 

TOTAAL-GENERAAL

8 883 891

  • – 
    123 474

8 760 417

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0

Salaris en vergoedingen

     

Niet-gesplitste kredieten

627 689

 

627 689

1 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

 

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

     

Niet-gesplitste kredieten

296 000

–45 000

251 000

1 0 0 3

Pensioenen

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

 

p.m.

1 0 0 4

Voorziening

     

Niet-gesplitste kredieten

11 160

–11 160

p.m.

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

934 849

–56 160

878 689

1 0 1

Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0

Bijscholing

     

Niet-gesplitste kredieten

15 000

 

15 000

1 0 1 1

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

     

Niet-gesplitste kredieten

59 394

 

59 394

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

74 394

 

74 394

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

1 009 243

–56 160

953 083

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0

Salaris en vergoedingen

     

Niet-gesplitste kredieten

4 105 808

 

4 105 808

1 1 0 1

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

50 000

 

50 000

1 1 0 2

Betaalde overuren

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

 

p.m.

1 1 0 3

Buitengewone bijstand

     

Niet-gesplitste kredieten

 

1 1 0 4

Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

 

p.m.

1 1 0 5

Voorziening

     

Niet-gesplitste kredieten

 

 

Artikel 1 1 0 — Totaal

4 155 808

 

4 155 808

1 1 1

Andere personeelsleden

1 1 1 0

Arbeidscontractanten

     

Niet-gesplitste kredieten

251 756

 

251 756

1 1 1 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

     

Niet-gesplitste kredieten

179 428

 

179 428

1 1 1 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

     

Niet-gesplitste kredieten

51 202

 

51 202

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

482 386

 

482 386

1 1 2

Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

     

Niet-gesplitste kredieten

157 398

 

157 398

1 1 2 1

Aanwerving van personeel

     

Niet-gesplitste kredieten

6 789

 

6 789

1 1 2 2

Bijscholing

     

Niet-gesplitste kredieten

78 500

 

78 500

1 1 2 3

Sociale dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

 

p.m.

1 1 2 4

Medische dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

14 844

 

14 844

1 1 2 5

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

     

Niet-gesplitste kredieten

80 000

 

80 000

1 1 2 6

Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

     

Niet-gesplitste kredieten

6 000

 

6 000

 

Artikel 1 1 2 — Totaal

343 531

 

343 531

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

4 981 725

 

4 981 725

 

Titel 1 — Totaal

5 990 968

–56 160

5 934 808

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 1 —

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

296 000

–45 000

251 000

Toelichting

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling na beëindiging van de dienst.

1 0 0 4

Voorziening

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

11 160

–11 160

p.m.

Toelichting

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Dir krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Rubriek

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

     

Niet-gesplitste kredieten

885 000

 

885 000

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0

Materieel

     

Niet-gesplitste kredieten

367 500

 

367 500

2 0 1 1

Benodigdheden

     

Niet-gesplitste kredieten

15 000

 

15 000

2 0 1 2

Overige uitgaven in verband met de werking

     

Niet-gesplitste kredieten

110 250

 

110 250

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

     

Niet-gesplitste kredieten

775 000

–67 314

707 686

2 0 1 4

Publicaties en voorlichting

     

Niet-gesplitste kredieten

112 000

 

112 000

2 0 1 5

Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

     

Niet-gesplitste kredieten

117 000

 

117 000

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

1 496 750

–67 314

1 429 436

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

2 381 750

–67 314

2 314 436

 

Titel 2 — Totaal

2 381 750

–67 314

2 314 436

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

 

Begroting 2015

Gewijzigde begroting nr. 8/2015

Nieuw bedrag

775 000

–67 314

707 686

Toelichting

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere daarmee verband houdende kosten.

 

  • (1) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2015 (PB L 69 van 13.3.2015) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2015 tot en met nr. 8/2015.
  • (2) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2014 (PB L 51 van 20.2.2014) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2014 tot en met nr. 7/2014.
  • (3) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (4) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2015 (PB L 69 van 13.3.2015) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2015 tot en met nr. 8/2015.
  • (5) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2014 (PB L 51 van 20.2.2014) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2014 tot en met nr. 7/2014.
  • (6) 
    De eigen middelen voor de begroting 2015 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 163e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 19 mei 2015.
  • (7) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (8) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • (9) 
    Berekening van het percentage: (92 884 369 728) / (140 340 939 259) = 0,661847998299209.
  • Afgeronde percentages.
  • Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in de tien lidstaten die tot de Unie zijn toegetreden op 1 mei 2004 en in de twee lidstaten die zijn toegetreden op 1 januari 2007, uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
  • Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • Afgeronde percentages.
  • Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in de tien lidstaten die tot de Unie zijn toegetreden op 1 mei 2004 en in de twee lidstaten die zijn toegetreden op 1 januari 2007, uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
  • Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • Noot: het verschil van – 380 865 288 EUR tussen het voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2013 (5 923 047 619 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2013 (5 542 182 331 EUR, opgenomen in Gewijzigde Begroting nr. 3/2014) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 36 van Gewijzigde Begroting nr. 6/2015.
  • Afgeronde percentages.
  • De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: i) de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2011, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2011 (5a), en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling (5b). Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
  • Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • Noot: het verschil van – 512 207 055 EUR tussen het voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2012 (5 143 608 383 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2012 (4 631 401 328 EUR, opgenomen in Gewijzigde Begroting nr. 6/2013) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 36 van Gewijzigde Begroting nr. 6/2015.
  • Afgeronde percentages.
  • De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: i) de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2010, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2010 (5a), en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling (5b). Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
  • Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • Noot: het verschil van – 197 962 241 EUR tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2011 (4 386 373 990 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2011 (4 188 411 749 EUR, opgenomen in Gewijzigde Begroting nr. 3/2014) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 35 van Gewijzigde Begroting nr. 6/2015.
  • p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (129 667 123 674 + 11 613 299 265 = 141 280 422 939 = 141 280 422 939).
  • Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (129 667 123 674) / (14 034 093 925 900) = 0,92 %; maximumpercentage van de eigen middelen ten opzichte van het bni: 1,23 %.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.