Uitvoeringsbesluit 2019/1592 - 24 september 2019 Machtiging van Portugal af te wijken van artikel 193 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

27.9.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 248/67

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1592 VAN DE RAAD

van 24 september 2019

waarbij Portugal wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te treffen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 2 juli 2018, heeft Portugal verzocht om een bijzondere maatregel te mogen treffen waarbij van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG wordt afgeweken voor leveringen van kurk, hout, dennenappels en pijnboompitten in de dop indien de persoon aan wie die goederen worden geleverd een belastingplichtige is die zijn statutaire zetel, vaste inrichting of gebruikelijke verblijfplaats in Portugal heeft en handelingen verricht waarvoor hij geheel of gedeeltelijk recht heeft op aftrek van voorbelasting. Bij brieven, geregistreerd bij de Commissie op 27 november 2018 en op 19 maart 2019 heeft Portugal de Commissie nadere informatie verstrekt.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 27 maart 2019 van het verzoek van Portugal in kennis gesteld. Bij brief van 28 maart 2019 heeft de Commissie Portugal meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(3)

Volgens Portugal is het niveau van belastingfraude en -ontwijking in de bosbouwsector in Portugal zeer hoog. Dit komt doordat die sector wordt gedomineerd door een groot aantal kleine producenten en talrijke oogstbedrijven die de grondstoffen doorverkopen aan verwerkende bedrijven zonder aangifte te doen en btw te betalen voor die verkopen. De aard van de markt en van de betrokken bedrijven heeft btw-fraude doen ontstaan, die volgens de Portugese belastingautoriteiten moeilijk aan te pakken was, ondanks verbeterde controles en reeds genomen maatregelen. Om deze belastingsfraude tegen te gaan, is Portugal voornemens de verleggingsregeling in te voeren voor leveringen van kurk, hout, dennenappels en pijnboompitten in de dop. Dit zou de aansprakelijkheid om btw te voldoen verschuiven naar een klein aantal gemakkelijk te identificeren verwerkingsbedrijven. Portugal is van mening dat dit een einde zou maken aan dit soort btw-fraude en de daaruit voortvloeiende derving van btw-inkomsten voorkomen.

 

(4)

Portugal moet derhalve worden gemachtigd om voor een beperkte periode tot en met 31 december 2022 een bijzondere maatregel in te voeren.

 

(5)

Afwijkingen worden gewoonlijk voor een beperkte periode toegestaan, zodat kan worden nagegaan of bijzondere maatregelen passend en doeltreffend zijn. De lidstaten krijgen op die manier de tijd andere klassieke maatregelen te nemen om het probleem in kwestie aan te pakken tegen de tijd dat de bijzondere maatregelen verstrijken, zodat deze niet hoeven te worden verlengd. Afwijkingen op grond waarvan de verleggingsregeling kan worden gebruikt, worden slechts bij uitzondering verleend voor specifieke gebieden waar zich fraude voordoet en moeten als een laatste redmiddel worden gezien. Portugal moet daarom tegen de tijd dat de bijzondere maatregel verstrijkt, andere klassieke maatregelen nemen ter bestrijding en voorkoming van btw-fraude in de sector kurk, hout, dennenappels en pijnboompitten in de dop, zodat het niet langer nodig is om ten aanzien van dergelijke leveringen af te wijken van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG.

 

(6)

De bijzondere maatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is Portugal gemachtigd de belastingplichtige aan wie de leveringen van kurk, hout, dennenappels en pijnboompitten in de dop worden gedaan, aan te wijzen als de persoon die de btw moet betalen, indien dit een belastingplichtige is die zijn statutaire zetel, vaste inrichting of gebruikelijke verblijfplaats in Portugal heeft en handelingen verricht waarvoor hij geheel of gedeeltelijk recht heeft op aftrek van voorbelasting.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van kennisgeving.

Het is van toepassing van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2022.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 24 september 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    KULMUNI
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.