Besluit 2019/1754 - Toetreding van de EU tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

1.

Wettekst

24.10.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 271/12

 

BESLUIT (EU) 2019/1754 VAN DE RAAD

van 7 oktober 2019

inzake de toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 juncto artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij de Overeenkomst van Lissabon tot bescherming van oorsprongsbenamingen en de internationale inschrijving ervan van 31 oktober 1958 (hierna de “Overeenkomst van Lissabon” genoemd) is binnen de Unie tot bescherming van de industriële eigendom, opgericht bij het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom (hierna het “Verdrag van Parijs” genoemd), een bijzondere unie (hierna “bijzondere unie” genoemd) ingesteld. In het kader van de Overeenkomst van Lissabon verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe op hun grondgebied de oorsprongsbenamingen te beschermen van producten uit de andere landen van de bijzondere unie die in het land van oorsprong als zodanig zijn erkend en beschermd en die zijn ingeschreven bij het Internationaal Bureau van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (World Intellectual Property Organization — WIPO), tenzij die partijen binnen een termijn van één jaar na ontvangst van de kennisgeving van een dergelijke inschrijving verklaren dat zij geen bescherming kunnen garanderen.

 

(2)

Zeven lidstaten zijn partij bij de Overeenkomst van Lissabon, namelijk Bulgarije (sinds 1975), Tsjechië (sinds 1993), Frankrijk (sinds 1966), Italië (sinds 1968), Hongarije (sinds 1967), Portugal (sinds 1966) en Slowakije (sinds 1993). Drie andere lidstaten hebben de overeenkomst ondertekend, maar niet geratificeerd, namelijk Griekenland, Spanje en Roemenië. De Unie zelf is geen partij bij de Overeenkomst van Lissabon omdat in de overeenkomst is bepaald dat alleen landen mogen toetreden.

 

(3)

Op 20 mei 2015 is de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (hierna de “Akte van Genève” genoemd), een herziening van de Overeenkomst van Lissabon, aangenomen. De Akte van Genève verruimt de werkingssfeer van de bijzondere unie en omvat de bescherming van niet alleen oorsprongsbenamingen, maar ook alle geografische aanduidingen in de zin van de overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom van de Wereldhandelsorganisatie. De akte is verenigbaar met die overeenkomst en met het relevante Unierecht inzake de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van landbouwproducten en biedt intergouvernementele organisaties de mogelijkheid om overeenkomstsluitende partij te worden.

 

(4)

De Unie is exclusief bevoegd voor de terreinen die onder de Akte van Genève vallen. Dit is bevestigd in het arrest van het Hof van Justitie van 25 oktober 2017 in Zaak C-389/15 (1), waarin is verduidelijkt dat het ontwerp van de herziene Overeenkomst van Lissabon, dat vervolgens is aangenomen als de Akte van Genève, hoofdzakelijk tot doel heeft het handelsverkeer tussen de Unie en de derde staten die partij zijn bij die overeenkomst te vergemakkelijken en te regelen, en dat het een rechtstreeks en onmiddellijk effect op dat handelsverkeer heeft. Derhalve vielen de onderhandelingen over de Akte van Genève onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie die op grond van artikel 3, lid 1, onder e), VWEU op het gebied van de in artikel 207, lid 1, VWEU bedoelde gemeenschappelijke handelspolitiek aan de Unie is verleend, met name wat betreft de commerciële aspecten van intellectuele eigendom.

 

(5)

Wat de landbouwproducten betreft, heeft de Unie uniforme en integrale beschermingssystemen ingevoerd voor geografische aanduidingen van wijnen (1970), gedistilleerde dranken (1989), gearomatiseerde wijnen (1991) en andere landbouwproducten en levensmiddelen (1992). Op grond van de exclusieve bevoegdheid van de Unie in het kader van artikel 3 VWEU mogen de lidstaten geen nationale beschermingssystemen hebben voor agrarische oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van derde landen die lid zijn van de bijzondere unie. Aangezien de Unie echter geen overeenkomstsluitende partij bij de Akte van Genève is, kan zij geen op Unieniveau ingeschreven agrarische oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen indienen ter bescherming in de bijzondere unie, noch kan zij de oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van derde landen beschermen met de beschermingssystemen van de Unie in overeenstemming met de Akte van Genève.

 

(6)

De Unie dient toe te treden tot de Akte van Genève en partij worden bij deze overeenkomst zodat zij haar exclusieve bevoegdheid voor de terreinen die onder de Akte van Genève vallen, en haar taken in het kader van haar integrale beschermingssystemen voor agrarische oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen goed kan uitoefenen.

 

(7)

De toetreding van de Unie tot de Akte van Genève is in overeenstemming met artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat voorziet in de bescherming van intellectuele eigendom.

 

(8)

De Unie moet ernaar streven de kwestie van haar stemrechten in de algemene vergadering van de bijzondere unie van de Akte van Genève te regelen, om effectief te kunnen participeren in de besluitvormingsprocedure, in het licht van artikel 22, lid 4, onder b), ii), van de Akte van Genève. Het is dan dienstig dat de lidstaten die zulks wensen, ook worden gemachtigd om de Akte van Genève te ratificeren of, naargelang het geval, ertoe toe te treden, naast de Unie en in het belang van de Unie.

 

(9)

Tevens zorgt dit voor de continuïteit van de rechten die voortvloeien uit het bestaande lidmaatschap van zeven lidstaten in de bijzondere unie.

 

(10)

De ratificatie of toetreding door de lidstaten moet evenwel geschieden met volledige inachtneming van de exclusieve bevoegdheid van de Unie, en de Unie moet verantwoordelijk blijven voor de uitoefening van de rechten en de naleving van de plichten van de Unie en de lidstaten uit hoofde van de Akte van Genève.

 

(11)

In de bijzondere unie worden de Unie en de lidstaten die de Akte van Genève hebben geratificeerd of daartoe zijn toegetreden, vertegenwoordigd door de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (hierna “de Akte van Genève” genoemd) wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de Akte van Genève is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd wordt om namens de Europese Unie de akte van toetreding neer te leggen als bedoeld in artikel 28, lid 2, punt ii), van de Akte van Genève, teneinde kenbaar te maken dat de Unie ermee instemt door de Akte van Genève gebonden te zijn, en om de bij de akte van toetreding gevoegde verklaring en kennisgeving af te leggen als bedoeld in artikel 5 van dit besluit.

Artikel 3

Lidstaten die dat wensen, worden gemachtigd om, naast de Unie, de Akte van Genève te ratificeren of, naargelang het geval, ertoe toe te treden in het belang van de Unie en met volledige inachtneming van haar exclusieve bevoegdheid.

Artikel 4

  • 1. 
    In de bijzondere unie worden de Unie en elke lidstaat die de Akte van Genève ratificeert of daartoe toetreedt overeenkomstig artikel 3 van dit besluit, vertegenwoordigd door de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 1, VEU. De Unie is belast met het waarborgen van de uitoefening van de rechten en de vervulling van de plichten van de Unie en de lidstaten die de Akte van Genève ratificeren of ertoe toetreden overeenkomstig artikel 3 van dit besluit.

De Commissie verricht namens de Unie en die lidstaten alle kennisgevingen die nodig zijn in het kader van de Akte van Genève.

Met name wordt de Commissie aangewezen als de in artikel 3 van de Akte van Genève bedoelde bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het beheer van de Akte van Genève op het grondgebied van de Unie en voor de communicatie met het Internationaal Bureau van de WIPO in het kader van de Akte van Genève en de gemeenschappelijke regels van de Overeenkomst van Lissabon enerzijds en de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon anderzijds (hierna de “gemeenschappelijke regels” genoemd).

  • 2. 
    De Unie stemt in de algemene vergadering van de bijzondere unie en de lidstaten die de Akte van Genève hebben geratificeerd of ertoe zijn toegetreden oefenen hun stemrecht niet uit.

Artikel 5

Overeenkomstig artikel 29, lid 4, van de Akte van Genève is in een bij de akte van toetreding gevoegde verklaring vermeld dat de in artikel 15, lid 1, van de Akte van Genève bedoelde termijn met één jaar en de in artikel 17 van de Akte van Genève bedoelde perioden overeenkomstig de procedures van de gemeenschappelijke regels kunnen worden verlengd.

Overeenkomstig regel 5, lid 3, punt a), van de gemeenschappelijke regels wordt in een bij de akte van toetreding gevoegde kennisgeving aan de directeur-generaal van de WIPO vermeld dat het voor de bescherming van een ingeschreven oorsprongsbenaming of geografische aanduiding op het grondgebied van de Unie noodzakelijk is dat de aanvraag naast de in regel 5, lid 2, van de gemeenschappelijke regels bedoelde verplichte informatie ook bijzonderheden bevat over de kwaliteit of kenmerken van het goed en het verband ervan met de geografische omgeving van het geografische productiegebied in het geval van een oorsprongsbenaming en over de kwaliteit, reputatie of een ander kenmerk van het goed en het verband ervan met het geografische oorsprongsgebied in het geval van een geografische aanduiding.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 7 oktober 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

A.-M. HENRIKSSON

 

  • (1) 
    Arrest van het Hof van Justitie van 25 oktober 2017, Commissie/Raad, C-389/15, ECLI:EU:C:2017:798.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.