Besluit 2019/1954 - Standpunt EU in het EPO-comité dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst met Centraal-Afrika wat betreft de vaststelling van het reglement van orde inzake bemiddeling, het reglement van orde inzake arbitrage en de gedragscode voor scheidsrechters

1.

Wettekst

27.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 306/5

 

BESLUIT (EU) 2019/1954 VAN DE RAAD

van 18 november 2019

over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het EPO-comité dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, anderzijds, wat betreft de vaststelling van het reglement van orde inzake bemiddeling, het reglement van orde inzake arbitrage en de gedragscode voor scheidsrechters

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, anderzijds (1) (de “overeenkomst”), is namens de Unie ondertekend op grond van Besluit 2009/152/EG van de Raad (2) en wordt sinds 4 augustus 2014 voorlopig toegepast.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, van de overeenkomst moet het EPO-comité het reglement van orde en de gedragscode voor de procedures betreffende de beslechting van geschillen vaststellen.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 88 van de overeenkomst kan het EPO-comité besluiten titel VI van de overeenkomst en de bijlagen erbij te wijzigen.

 

(4)

Het EPO-comité dient op zijn volgende jaarlijkse vergadering een besluit aan te nemen tot vaststelling van het reglement van orde voor bemiddeling, het reglement van orde voor arbitrage en de gedragscode voor scheidsrechters.

 

(5)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het EPO-comité moet worden ingenomen ten aanzien van het beoogde besluit, aangezien dat voor de Unie bindend zal zijn.

 

(6)

Het standpunt van de Unie in het EPO-comité moet derhalve worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het EPO-comité dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, anderzijds, moet worden gebaseerd op het ontwerpbesluit van het EPO‐comité betreffende de vaststelling van het reglement van orde voor bemiddeling, het reglement van orde voor arbitrage en de gedragscode voor scheidsrechters, die aan dit besluit zijn gehecht.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 november 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    LEPPÄ
 

  • (2) 
    Besluit 2009/152/EG van de Raad van 20 november 2008 tot ondertekening en voorlopige toepassing van een tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, anderzijds (PB L 57 van 28.2.2009, blz. 1).
 

ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2019 VAN HET EPO-COMITÉ

dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, anderzijds,

van …

betreffende de vaststelling van het reglement van orde voor bemiddeling, het reglement van orde voor arbitrage en de gedragscode voor scheidsrechters

HET EPO-COMITÉ,

Gezien de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, anderzijds (de “overeenkomst”), die op 22 januari 2009 te Brussel is ondertekend en sinds 4 augustus 2014 voorlopig wordt toegepast, en met name artikel 80, lid 1, en artikel 88,

Overwegende hetgeen volgt:

 

1)

Krachtens de overeenkomst en dit besluit bestaat de Centraal-Afrikapartij uit de Republiek Kameroen.

 

2)

Artikel 80, lid 1, van de overeenkomst bepaalt dat op de procedures voor de beslechting van geschillen in het kader van hoofdstuk 3 (Procedures voor de beslechting van geschillen) van titel VI (Vermijden en beslechten van geschillen) van de overeenkomst het reglement van orde en de gedragscode die door het EPO-comité worden vastgesteld, van toepassing zijn.

 

3)

Artikel 88 van de overeenkomst bepaalt dat het EPO-comité kan besluiten titel VI (Vermijden en beslechten van geschillen) en de bijlagen erbij te wijzigen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het reglement van orde voor bemiddeling zoals opgenomen in bijlage I bij dit besluit, wordt vastgesteld als bijlage IV bij de overeenkomst.
  • 2. 
    Het reglement van orde voor arbitrage zoals opgenomen in bijlage II bij dit besluit, wordt vastgesteld als bijlage V bij de overeenkomst.
  • 3. 
    De gedragscode voor scheidsrechters zoals opgenomen in bijlage III bij dit besluit, wordt vastgesteld als bijlage VI bij de overeenkomst.
  • 4. 
    De reglementen en de gedragscode zoals bedoeld in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel laten bijzondere regels die in de overeenkomst zijn vastgelegd of door het EPO-comité kunnen worden vastgesteld, onverlet.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt ondertekend.

Gedaan te …, …

Voor de Republiek Kameroen

Voor de Europese Unie

 

BIJLAGE I

REGLEMENT VAN ORDE VOOR BEMIDDELING

Artikel 1

Toepassingsgebied

  • 1. 
    De bepalingen van dit reglement van orde vormen een aanvulling op en specificatie van de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, anderzijds (de “overeenkomst”), met name wat artikel 69 (“Bemiddeling”) betreft.
  • 2. 
    Dit reglement van orde is bedoeld om de partijen in staat te stellen geschillen die tussen hen kunnen rijzen, te beslechten door een wederzijds bevredigende oplossing, dankzij een alomvattende en snelle bemiddelingsprocedure.
  • 3. 
    In het kader van dit reglement van orde wordt onder “bemiddeling” verstaan elke procedure, ongeacht de benaming ervan, waarbinnen de partijen een bemiddelaar vragen om hen bij het bereiken van een minnelijke schikking van hun geschil bij te staan.

Artikel 2

Aanvang van procedure

  • 1. 
    Een partij kan te allen tijde schriftelijk verzoeken dat de partijen deelnemen aan een bemiddelingsprocedure. Het verzoek moet zodanig gedetailleerd zijn dat de eis van de verzoekende partij daarin duidelijk tot uitdrukking komen. Het verzoek moet tevens:
 

a)

aangeven om welke specifieke maatregel het gaat;

 

b)

een verklaring bevatten inzake de gestelde negatieve gevolgen die de maatregel volgens de verzoekende partij heeft of zal hebben op de handel tussen de partijen;

 

c)

toelichten waarom de verzoekende partij van mening is dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de maatregel en de genoemde gevolgen.

  • 2. 
    De bemiddelingsprocedure kan alleen met wederzijdse instemming van de partijen worden ingeleid. Wanneer een partij krachtens lid 1 om bemiddeling verzoekt, neemt de andere partij het verzoek in overweging en antwoordt zij schriftelijk binnen vijf dagen na ontvangst ervan. Bij uitblijven hiervan wordt het verzoek geacht te zijn afgewezen.

Artikel 3

Keuze van bemiddelaar

  • 1. 
    De partijen kiezen de bemiddelaar in onderlinge overeenstemming vanaf de aanvang van de bemiddelingsprocedure, uiterlijk 15 dagen na ontvangst van het antwoord op het bemiddelingsverzoek.
  • 2. 
    Een bemiddelaar mag geen onderdaan van een van de partijen zijn, tenzij de partijen anders overeenkomen.
  • 3. 
    De bemiddelaar bevestigt in een schriftelijke verklaring zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid alsmede zijn beschikbaarheid om de bemiddelingsprocedure te waarborgen.
  • 4. 
    De bemiddelaar voldoet aan de gedragscode voor scheidsrechters, met de nodige aanpassingen.

Artikel 4

Verloop van bemiddelingsprocedure

  • 1. 
    De bemiddelaar is de partijen op onpartijdige en transparante wijze behulpzaam bij het scheppen van duidelijkheid over de maatregel en de mogelijke gevolgen ervan voor de handel tussen de partijen, en bij het bereiken van een wederzijds bevredigende oplossing.
  • 2. 
    De bemiddelaar kan bepalen wat de meest geschikte wijze is om duidelijkheid te scheppen over de betrokken maatregel en de mogelijke gevolgen ervan voor de handel tussen de partijen. Hij kan met name bijeenkomsten tussen de partijen organiseren, de partijen gezamenlijk of afzonderlijk raadplegen, verzoeken om bijstand van of overleg plegen met deskundigen en belanghebbenden op het betrokken gebied alsmede alle aanvullende ondersteuning bieden waarom de partijen hebben verzocht. Alvorens om bijstand van deskundigen en belanghebbenden op het betrokken gebied te verzoeken of overleg met hen te plegen, overlegt de bemiddelaar evenwel met de partijen. Wanneer de bemiddelaar een van de partijen en/of diens raadsman afzonderlijk wil ontmoeten of horen, stelt hij de andere partij daarvan vooraf of zo spoedig mogelijk na zijn ontmoeting of eenzijdige communicatie met de eerste partij in kennis.
  • 3. 
    De bemiddelaar kan advies aanbieden en een oplossing voorstellen ter overweging door de partijen, die de voorgestelde oplossing kunnen aanvaarden of afwijzen of zelfs het over een andere oplossing eens kunnen worden. De bemiddelaar kan evenwel in geen geval adviseren noch opmerkingen maken over de verenigbaarheid van de maatregel in kwestie met de overeenkomst.
  • 4. 
    De procedure vindt plaats op het grondgebied van de partij waaraan het verzoek gericht werd, of op enige andere locatie of op enige andere wijze waarover onderling overeenstemming tussen de partijen is bereikt.
  • 5. 
    De partijen streven ernaar binnen zestig dagen na de aanwijzing van de bemiddelaar tot een wederzijds bevredigende oplossing te komen. Zolang geen definitieve overeenstemming is bereikt, kunnen de partijen eventuele tussentijdse oplossingen overwegen, met name wanneer de maatregel betrekking heeft op bederfelijke waren.
  • 6. 
    De oplossing kan worden goedgekeurd door middel van een besluit van het EPO-comité. De wederzijds bevredigende oplossingen worden openbaar gemaakt, tenzij de partijen anders besluiten. De aan het publiek meegedeelde versie mag echter geen informatie bevatten die door een van de partijen als vertrouwelijk is aangemerkt.
  • 7. 
    Op verzoek van de partijen legt de bemiddelaar hun schriftelijk een ontwerp-feitenverslag voor, dat een samenvatting bevat van de maatregel die in de gevolgde procedure aan de orde is en van de wederzijds bevredigende oplossing die het eindresultaat van de procedure vormt, met inbegrip van eventuele tussentijdse oplossingen. De bemiddelaar biedt de partijen gedurende een termijn van 15 dagen de gelegenheid om hun opmerkingen over het ontwerpverslag in te dienen. Na bestudering van de binnen de gestelde termijn ingediende opmerkingen van de partijen dient de bemiddelaar binnen 15 dagen schriftelijk een definitief feitenverslag in bij de partijen. Het feitenverslag mag geen uitlegging van de overeenkomst bevatten.

Artikel 5

Einde van bemiddelingsprocedure

De procedure wordt beëindigd:

 

a)

op de datum van goedkeuring van een door de partijen overeengekomen wederzijds bevredigende oplossing, op de datum van goedkeuring;

 

b)

op de datum van de schriftelijke verklaring van de bemiddelaar, na overleg met de partijen, waarin wordt aangegeven dat verdere bemiddelingsinspanningen geen nut hebben;

 

c)

op de datum van de schriftelijke verklaring van een partij nadat mogelijke wederzijds bevredigende oplossingen in het kader van de bemiddelingsprocedure zijn onderzocht en adviezen en voorgestelde oplossingen van de bemiddelaar in overweging zijn genomen. Een dergelijke verklaring kan niet worden ingediend vóór het verstrijken van de in artikel 4, lid 5, van dit reglement van orde neergelegde termijn;

 

d)

in elk stadium van de procedure, wanneer de partijen in onderlinge overeenstemming daartoe besluiten, op de datum van die overeenstemming.

Artikel 6

Tenuitvoerlegging van een wederzijds bevredigende oplossing

  • 1. 
    Wanneer de partijen een wederzijds bevredigende oplossing zijn overeengekomen, neemt elke partij de nodige maatregelen om deze binnen de gestelde termijn ten uitvoer te leggen.
  • 2. 
    Binnen de gestelde termijn stelt de uitvoerende partij de andere partij schriftelijk in kennis van alle stappen of maatregelen die zij voor de uitvoering van de wederzijds bevredigende oplossing heeft gedaan respectievelijk genomen.

Artikel 7

Vertrouwelijkheid en verhouding tot procedure voor beslechting van geschillen

  • 1. 
    Alle informatie met betrekking tot de bemiddelingsprocedure moet vertrouwelijk blijven, tenzij bekendmaking ervan bij wet is voorgeschreven of noodzakelijk is geworden voor tenuitvoerlegging of uitvoering van de overeenkomst tussen de partijen die uit de bemiddeling voortvloeit.
  • 2. 
    Tenzij de partijen anders overeenkomen en onverminderd artikel 4, lid 6, van dit reglement van orde zijn alle stappen van de procedure, adviezen of voorgestelde oplossingen daaronder begrepen, vertrouwelijk. Een partij mag echter openbaar maken dat bemiddeling plaatsvindt. De geheimhoudingsplicht geldt niet voor feitelijke informatie die zich reeds in het publieke domein bevindt.
  • 3. 
    De bemiddelingsprocedure laat de rechten en verplichtingen van de partijen uit hoofde van de bepalingen inzake geschillenbeslechting in de overeenkomst of enige andere relevante overeenkomst onverlet.
  • 4. 
    Overleg voordat de bemiddelingsprocedure wordt ingeleid, is niet verplicht. In de regel moet een partij evenwel zelf een beroep doen op de andere bepalingen van de overeenkomst inzake samenwerking of overleg voordat de bemiddelingsprocedure wordt ingeleid.
  • 5. 
    Een partij mag zich in andere geschillenbeslechtingsprocedures in het kader van de overeenkomst of enige andere relevante overeenkomst noch baseren op noch als bewijs gebruiken en een arbitragepanel mag evenmin rekening houden met:
 

a)

de standpunten die door de andere partij zijn ingenomen in het kader van de bemiddelingsprocedure of de overeenkomstig artikel 4, lid 1, en artikel 4, lid 2, van dit reglement van orde verkregen informatie;

 

b)

het feit dat de andere partij zich bereid heeft verklaard een oplossing voor de maatregel bij wege van bemiddeling te aanvaarden;

 

c)

door de bemiddelaar gegeven adviezen of gedane voorstellen.

  • 6. 
    Tenzij de partijen anders overeenkomen, mag een bemiddelaar geen lid van een arbitragepanel zijn in een geschillenbeslechtingsprocedure in het kader van de overeenkomst of de Overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) met betrekking tot dezelfde aangelegenheid als die waarvoor hij als bemiddelaar is opgetreden.

Artikel 8

Toepassing reglement van orde voor arbitrage

Artikel 3 (Kennisgevingen), onverminderd artikel 4, lid 2, artikel 15 (Kosten), artikel 16 (Werktaal voor procedure, vertaling en vertolking) en artikel 17 (Berekening van termijnen) van het reglement van orde voor arbitrage zijn mutatis mutandis van toepassing.

Artikel 9

Herziening

Vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit treden de partijen met elkaar in overleg over de eventuele noodzaak tot wijziging van het bemiddelingsmechanisme, tegen de achtergrond van de opgedane ervaringen en de ontwikkeling van een overeenkomstig mechanisme in de WTO.

 

BIJLAGE II

REGLEMENT VAN ORDE VOOR ARBITRAGE

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

“adviseur”: een natuurlijke persoon die door een partij is aangesteld om haar in verband met de procedure van het arbitragepanel te adviseren of bij te staan;

 

“arbitragepanel”: een krachtens artikel 71 van de overeenkomst ingesteld panel;

 

“scheidsrechter”: een lid van een krachtens artikel 71 van de overeenkomst ingesteld arbitragepanel;

 

“assistent”: een natuurlijke persoon die in het kader van het mandaat van een scheidsrechter voor die scheidsrechter onderzoek verricht of ondersteunende taken uitvoert;

 

“dag”: een kalenderdag, tenzij anders vermeld;

 

“vertegenwoordiger van een partij”: een natuurlijke persoon in dienst van of aangewezen door een ministerie, een overheidsdienst of een ander overheidsorgaan van een partij, die de partij met betrekking tot een geschil in het kader van deze overeenkomst vertegenwoordigt;

 

“partij waartegen de klacht gericht is”: de partij ten aanzien waarvan wordt gesteld dat zij inbreuk maakt op in artikel 67 van de overeenkomst bedoelde bepalingen;

 

“verzoekende partij”: een partij die op grond van artikel 70 van de overeenkomst om de instelling van een arbitragepanel verzoekt.

Artikel 2

Toepassingsgebied

  • 1. 
    De bepalingen van dit reglement van orde vormen een aanvulling op en specificatie van de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Centraal-Afrika, anderzijds (de “overeenkomst”), met name wat artikel 70 en volgende inzake arbitrage betreft.
  • 2. 
    Dit reglement van orde is bedoeld om de partijen in staat te stellen geschillen die tussen hen kunnen rijzen, te beslechten door met behulp van het arbitragemechanisme tot een wederzijds bevredigende oplossing te komen.

Artikel 3

Kennisgevingen

  • 1. 
    Onder “kennisgevingen” in de zin van dit reglement van orde worden verstaan alle verzoeken, mededelingen, schriftelijke stukken of andere documenten in verband met de arbitrageprocedure, met dien verstande dat:
 

a)

alle kennisgevingen door het arbitragepanel tegelijkertijd aan beide partijen worden toegezonden;

 

b)

alle kennisgevingen door een partij die zijn gericht tot het arbitragepanel, tegelijkertijd in kopie aan de andere partij worden toegezonden, en

 

c)

alle kennisgevingen door een partij die zijn gericht tot de andere partij, in voorkomend geval tegelijkertijd in kopie aan het arbitragepanel worden toegezonden.

  • 2. 
    Alle kennisgevingen worden gedaan via e‐mail of, indien van toepassing, via enige andere vorm van telecommunicatie waarbij de verzending wordt geregistreerd. De kennisgeving wordt geacht te zijn afgeleverd op de datum van verzending, tenzij wordt aangetoond dat dit niet het geval is.
  • 3. 
    Alle kennisgevingen worden respectievelijk aan het directoraat-generaal Handel van de Europese Commissie van de Europese Unie en het voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst verantwoordelijke ministerie van Kameroen toegezonden.
  • 4. 
    Kleine verschrijvingen in kennisgevingen kunnen worden hersteld door de indiening van nieuwe kennisgevingen waarin de wijzigingen duidelijk zijn aangegeven.
  • 5. 
    Indien de laatste dag waarop een document kan worden ingediend, valt op een dag die geen werkdag is van de Centraal-Afrikapartij of de Europese Unie, kan de kennisgeving op de volgende werkdag worden ingediend. Geen enkele kennisgeving van welke aard ook worden niet geacht te zijn ontvangen op een dag die geen werkdag is.
  • 6. 
    Afhankelijk van de aard van de kwesties waarop het geschil betrekking heeft, wordt van alle kennisgevingen die overeenkomstig dit reglement van orde aan het EPO-comité worden gezonden, tevens een kopie gestuurd naar de andere betrokken institutionele organen.

Artikel 4

Aanwijzing van scheidsrechters

  • 1. 
    Indien een scheidsrechter overeenkomstig artikel 71 van de overeenkomst door loting wordt aangewezen, stelt de voorzitter van het EPO-comité of diens vertegenwoordiger de partijen onmiddellijk in kennis van de datum, het tijdstip en de plaats van de loting.
  • 2. 
    De partijen zijn bij de loting aanwezig.
  • 3. 
    De voorzitter van het EPO-comité of diens vertegenwoordiger stelt elke aangewezen persoon schriftelijk in kennis van zijn of haar aanwijzing om als scheidsrechter te fungeren. Elke persoon bevestigt zijn of haar beschikbaarheid aan beide partijen binnen vijf dagen vanaf de datum waarop die persoon over zijn of haar aanstelling werd geïnformeerd.
  • 4. 
    Indien de in artikel 85 van de overeenkomst bedoelde lijst van scheidsrechters niet is opgesteld of bij de indiening van een verzoek krachtens artikel 71, lid 2, van de overeenkomst niet voldoende namen bevat, worden de scheidsrechters door de voorzitter van het EPO-comité aangewezen door loting uit de officieel door een of beide partijen voorgedragen personen die aan de voorwaarden van artikel 85, lid 2, van de overeenkomst voldoen.

Artikel 5

Overleg tussen partijen en arbitragepanel

  • 1. 
    Tenzij de partijen anders overeenkomen, komen zij binnen zeven dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel met dat panel bijeen om te beslissen over de aangelegenheden die de partijen of het arbitragepanel geschikt achten, met inbegrip van:
 

a)

de aan de scheidsrechters verschuldigde bezoldigingen en vergoedingen, die in overeenstemming moeten zijn met de WTO-normen;

 

b)

de bezoldiging van elke assistent van een scheidsrechter, ter hoogte van maximaal 50 % van de totale bezoldiging van die scheidsrechter;

 

c)

het tijdschema van de procedure.

De scheidsrechters en de vertegenwoordigers van de partijen kunnen per telefoon of per videoconferentie aan deze bijeenkomst deelnemen.

  • 2. 
    Tenzij de partijen binnen vijf dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel anders overeenkomen, luidt de taakomschrijving van dit panel als volgt:

“In het licht van de desbetreffende bepalingen van de overeenkomst de in het verzoek om instelling van het arbitragepanel beschreven aangelegenheid onderzoeken, zich uitspreken over de verenigbaarheid van de maatregel in kwestie met artikel 67 van de overeenkomst en een uitspraak doen overeenkomstig de artikelen 73, 83 en 84 van de overeenkomst.”.

  • 3. 
    De partijen stellen het arbitragepanel binnen drie dagen in kennis van de overeengekomen taakomschrijving.

Artikel 6

Schriftelijke stukken

Uiterlijk twintig dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel dient de verzoekende partij haar eerste schriftelijke stuk in. Uiterlijk twintig dagen na de datum van indiening van het eerste schriftelijke stuk dient de partij waartegen de klacht gericht is, haar verweerschrift in.

Artikel 7

Werkwijze van arbitragepanels

  • 1. 
    De voorzitter van het arbitragepanel zit alle bijeenkomsten van het panel voor. Een arbitragepanel kan de bevoegdheid tot het nemen van administratieve en procedurele besluiten op het betrokken gebied aan zijn voorzitter delegeren.
  • 2. 
    Overeenkomstig artikel 9 van dit reglement van orde zijn de scheidsrechters en de te horen personen aanwezig bij de hoorzittingen. Tenzij in de overeenkomst of in dit reglement van orde anders is bepaald, kan het arbitragepanel zijn activiteiten verrichten op welke wijze dan ook, waaronder telefoon, fax of computer.
  • 3. 
    Hoewel alleen scheidsrechters aan de beraadslagingen van het arbitragepanel mogen deelnemen, kan het panel toestaan dat zijn assistenten de beraadslagingen van het panel bijwonen.
  • 4. 
    Het opstellen van uitspraken is een exclusieve bevoegdheid van het arbitragepanel, die niet mag worden gedelegeerd.
  • 5. 
    Wanneer zich een procedureel vraagstuk voordoet dat niet in de bepalingen van titel VI van de overeenkomst (Vermijden en beslechten van geschillen) is geregeld, kan het arbitragepanel na overleg met de partijen een geschikte procedure vaststellen die in overeenstemming is met die bepalingen en een gelijke behandeling van de partijen waarborgt.
  • 6. 
    Wanneer het arbitragepanel van oordeel is dat een andere procedurele termijn dan die welke zijn vastgesteld in titel VI van de overeenkomst (Vermijden en beslechten van geschillen), moet worden gewijzigd of dat een andere procedurele of administratieve aanpassing nodig is, stelt het de partijen schriftelijk in kennis van de redenen voor de wijziging of aanpassing, onder vermelding van de vereiste termijn of aanpassing. Het arbitragepanel kan die wijziging of aanpassing na overleg met de partijen goedkeuren.
  • 7. 
    Op verzoek van een partij kan het arbitragepanel de in het kader van de procedure toepasselijke termijnen wijzigen, waarbij het ervoor zorg draagt dat de partijen gelijk worden behandeld.
  • 8. 
    Op gezamenlijk verzoek van de partijen schorst het arbitragepanel de procedure op elk moment gedurende een door de partijen overeengekomen periode van ten hoogste twaalf opeenvolgende maanden. Op schriftelijk verzoek van de partijen, of aan het eind van de overeengekomen schorsingsperiode op schriftelijk verzoek van een van de partijen hervat het arbitragepanel te allen tijde de procedure. Het verzoek wordt meegedeeld aan de voorzitter van het arbitragepanel en, in voorkomend geval, aan de andere partij. Indien de panelprocedure gedurende meer dan twaalf opeenvolgende maanden is geschorst, vervalt de met de instelling van het arbitragepanel verleende bevoegdheid en wordt de panelprocedure beëindigd. De partijen kunnen te allen tijde overeenkomen de procedure voor het arbitragepanel te beëindigen. De partijen stellen de voorzitter van het arbitragepanel gezamenlijk van deze overeenkomst in kennis. In geval van schorsing worden de toepasselijke termijnen verlengd voor een duur die overeenstemt met de duur van de schorsing van de werkzaamheden van het arbitragepanel.
  • 9. 
    De beëindiging van de werkzaamheden van het arbitragepanel doet geen afbreuk aan de rechten van de partijen in een andere procedure over dezelfde aangelegenheid in het kader van titel VI van de overeenkomst (Vermijden en beslechten van geschillen).

Artikel 8

Vervanging

  • 1. 
    Indien een scheidsrechter niet aan de procedure kan deelnemen, zich terugtrekt of moet worden vervangen, wordt overeenkomstig artikel 71 van de overeenkomst een vervanger aangewezen.
  • 2. 
    Wanneer een partij van oordeel is dat een scheidsrechter de gedragscode schendt en derhalve moet worden vervangen, stelt zij de andere partij daarvan in kennis binnen 15 dagen na de datum waarop zij kennis heeft gekregen van de omstandigheden die aan de vermeende schending van de gedragscode door de scheidsrechter ten grondslag liggen.
  • 3. 
    De partijen plegen overleg binnen 15 dagen na de in lid 2 van dit artikel bedoelde datum van kennisgeving. De partijen stellen de scheidsrechter in kennis van zijn vermeende niet‐naleving en kunnen hem verzoeken de noodzakelijke stappen te ondernemen om de vermeende niet-naleving te verhelpen. Indien zij daarover tot overeenstemming komen, kunnen zij de scheidsrechter ook uit zijn functie ontzetten en een nieuwe scheidsrechter aanwijzen overeenkomstig de procedure van artikel 71, lid 2, van de overeenkomst.
  • 4. 
    Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of een scheidsrechter, niet zijnde de voorzitter, moet worden vervangen, kan elke partij verzoeken de aangelegenheid aan de voorzitter van het arbitragepanel voor te leggen, tegen wiens beslissing geen beroep kan worden ingesteld.

Indien de voorzitter, zoals gevraagd, concludeert dat een scheidsrechter de gedragscode schendt, wordt overeenkomstig artikel 71, lid 3, van de overeenkomst een nieuwe scheidsrechter aangewezen.

  • 5. 
    Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of de voorzitter moet worden vervangen, kan elke partij verzoeken de kwestie voor te leggen aan een van de overige personen op de krachtens artikel 85 van de overeenkomst opgestelde lijst van personen die zijn aangewezen om de rol van voorzitter van het arbitragepanel waar te nemen. Zijn of haar naam wordt door loting aangewezen door de voorzitter van het EPO-comité. De aldus gekozen persoon beslist of de voorzitter voldoet aan de eisen van de gedragscode. Tegen zijn beslissing kan geen beroep worden ingesteld.

Indien wordt geoordeeld dat de voorzitter de gedragscode schendt, wordt de nieuwe voorzitter aangewezen overeenkomstig artikel 71, lid 3, van de overeenkomst.

Artikel 9

Hoorzittingen

  • 1. 
    Op basis van het tijdschema dat is vastgesteld krachtens artikel 5, lid 1, stelt de voorzitter van het arbitragepanel, na overleg met de partijen en de overige scheidsrechters, de partijen in kennis van de datum, het tijdstip en de plaats van de hoorzitting. De partij die belast is met de logistieke organisatie van de procedure maakt deze informatie toegankelijk voor het publiek, onder voorbehoud van artikel 11.
  • 2. 
    Tenzij de partijen anders overeenkomen, wordt de hoorzitting in Brussel gehouden als de verzoekende partij de Centraal-Afrikapartij is, en in Yaoundé als de verzoekende partij de Europese Unie is.
  • 3. 
    Het arbitragepanel kan aanvullende hoorzittingen organiseren indien de partijen zulks overeenkomen.
  • 4. 
    Alle scheidsrechters zijn gedurende de gehele hoorzitting aanwezig.
  • 5. 
    De volgende personen kunnen een hoorzitting bijwonen, ongeacht of de procedure openstaat voor het publiek:
 

a)

de vertegenwoordigers van de partijen;

 

b)

de adviseurs van de partijen;

 

c)

administratief personeel, tolken, vertalers en notulisten;

 

d)

de assistenten van de scheidsrechters;

 

e)

deskundigen indien het arbitragepanel daartoe overeenkomstig artikel 81 van de overeenkomst besluit.

  • 6. 
    Uiterlijk vijf dagen voor de datum van een hoorzitting verstrekt elke partij het arbitragepanel en de andere partij een lijst met de namen van de natuurlijke personen die namens die partij op de hoorzitting pleidooien of uiteenzettingen zullen houden, en van andere vertegenwoordigers of adviseurs die de hoorzitting zullen bijwonen.
  • 7. 
    Het arbitragepanel ziet erop toe dat de verzoekende partij en de partij waartegen de klacht gericht is, dezelfde spreektijd hebben. Het voert de hoorzitting op de volgende wijze:
 
 

pleidooien

 

a)

pleidooi van de verzoekende partij;

 

b)

pleidooi van de partij waartegen de klacht gericht is;

 
 

weerleggingen

 

a)

repliek van de verzoekende partij;

 

b)

dupliek van de partij waartegen de klacht gericht is.

  • 8. 
    Het arbitragepanel kan op elk moment van de hoorzitting aan beide partijen vragen stellen.
  • 9. 
    Het arbitragepanel laat een proces-verbaal van de hoorzitting opstellen en laat dit binnen een redelijke termijn na de hoorzitting aan de partijen bezorgen. De partijen kunnen opmerkingen maken over het proces-verbaal, die door het arbitragepanel in overweging kunnen worden genomen.
  • 10. 
    Elke partij kan binnen tien dagen na de datum van de hoorzitting bij de scheidsrechters en de andere partij een aanvullend schriftelijk stuk indienen over alle aspecten die tijdens de hoorzitting aan de orde zijn gekomen.

Artikel 10

Schriftelijke vragen

  • 1. 
    Het arbitragepanel kan op elk moment van de procedure aan een of aan beide partijen schriftelijke vragen stellen. Beide partijen ontvangen een kopie van de vragen van het arbitragepanel.
  • 2. 
    Elke partij verstrekt voorts aan de andere partij een kopie van haar schriftelijke antwoord op de vragen van het arbitragepanel. Elke partij wordt in de gelegenheid gesteld binnen vijf dagen na de datum van ontvangst van dat antwoord schriftelijke opmerkingen over het antwoord van de andere partij in te dienen.

Artikel 11

Transparantie en vertrouwelijkheid

  • 1. 
    Elke partij en het arbitragepanel behandelen informatie die door de andere partij aan het arbitragepanel is verstrekt en als vertrouwelijk is aangemerkt, als vertrouwelijk. Wanneer een door een partij bij het arbitragepanel ingediend schriftelijk stuk vertrouwelijke informatie bevat, verstrekt zij binnen 15 dagen na de indiening van dat stuk tevens een niet-vertrouwelijke versie van het schriftelijke stuk, die openbaar mag worden gemaakt.
  • 2. 
    Niets in dit reglement van orde belet dat een partij haar eigen standpunten openbaar maakt voor zover zij, wanneer zij naar door de andere partij verstrekte informatie verwijst, geen informatie openbaar maakt die door de andere partij als vertrouwelijk is aangemerkt.
  • 3. 
    Het arbitragepanel komt in besloten zitting bijeen wanneer de stukken en pleidooien van een partij vertrouwelijke zakelijke informatie bevatten. Wanneer een hoorzitting van het arbitragepanel in besloten zitting plaatsvindt, respecteren de partijen het vertrouwelijke karakter van de hoorzitting.

Artikel 12

Eenzijdige contacten

  • 1. 
    Het arbitragepanel komt niet met een partij bijeen en neemt evenmin contact op met een partij in afwezigheid van de andere partij.
  • 2. 
    Een scheidsrechter mag inhoudelijke aspecten van de procedure niet met een partij of de partijen bespreken in afwezigheid van de andere scheidsrechters.

Artikel 13

Bijdragen van amici curiae

  • 1. 
    Niet-gouvernementele personen die op het grondgebied van een partij zijn gevestigd, kunnen in overeenstemming met het bepaalde in de leden 2 tot en met 5 als amicus curiae opmerkingen indienen bij het arbitragepanel.
  • 2. 
    Tenzij de partijen binnen vijf dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel anders overeenkomen, kan het arbitragepanel ongevraagde schriftelijke stukken in ontvangst nemen, op voorwaarde dat deze stukken binnen tien dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel worden ingediend, met inbegrip van eventuele bijlagen in elk geval niet meer dan 15 getypte bladzijden tellen en direct van belang zijn voor de kwestie die door het arbitragepanel wordt onderzocht.
  • 3. 
    Deze stukken bevatten een beschrijving van de natuurlijke of rechtspersoon die het stuk indient, met inbegrip van de aard van zijn activiteiten en zijn financieringsbron, alsook nadere gegevens over het belang dat die persoon bij de arbitrageprocedure heeft. De stukken worden opgesteld in de talen die de partijen overeenkomstig de artikel 16, leden 1 en 2, van dit reglement van orde hebben gekozen.
  • 4. 
    De stukken worden verstrekt aan de partijen, zodat zij hun opmerkingen kunnen indienen. De partijen kunnen binnen tien dagen na de toezending van de stukken hun opmerkingen aan het arbitragepanel kenbaar maken.
  • 5. 
    Het arbitragepanel vermeldt in zijn uitspraak alle stukken die het overeenkomstig dit reglement heeft ontvangen. Het is niet verplicht in zijn uitspraak op de in die stukken naar voren gebrachte argumenten in te gaan. Het arbitragepanel legt elk stuk dat het ontvangt aan de partijen voor opdat deze daarover opmerkingen kunnen maken.

Artikel 14

Dringende gevallen

In dringende gevallen als bedoeld in artikel 73, lid 2, van de overeenkomst past het arbitragepanel de in dit reglement vastgestelde termijnen na overleg met de partijen zo nodig aan, in welk geval het de partijen daarvan in kennis stelt.

Artikel 15

Kosten

  • 1. 
    Elke partij draagt haar eigen kosten van deelname aan de arbitrageprocedure.
  • 2. 
    De partij waartegen de klacht gericht is, is belast met de logistieke organisatie van de arbitrageprocedure, in het bijzonder de organisatie van de hoorzittingen, tenzij anders wordt overeengekomen, en zij draagt alle kosten die voortvloeien uit de logistieke organisatie van de hoorzitting. De partijen dragen echter gezamenlijk en in gelijke mate andere administratieve kosten in verband met de arbitrageprocedure en de bezoldiging en de kosten van de scheidsrechters en hun assistenten.

Artikel 16

Werktaal voor procedure, vertaling en vertolking

  • 1. 
    Tijdens het in artikel 71, lid 2, van de overeenkomst bedoelde overleg, en uiterlijk op de in artikel 5, lid 1, van dit reglement van orde bedoelde vergadering proberen de partijen tot overeenstemming te komen over een gemeenschappelijke werktaal voor de procedure voor het arbitragepanel.
  • 2. 
    Indien de partijen geen overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijke werktaal, draagt elke partij zorg voor de vertaling van haar schriftelijke mededelingen in de door de andere partij gekozen taal, tenzij de mededelingen zijn opgesteld in een van de officiële talen die de partijen bij de overeenkomst gemeen hebben. Wat de vertolking van mondelinge uiteenzettingen in de door de partijen gekozen talen betreft, is de partij waartegen de klacht gericht is verantwoordelijk, voor zover de partijen een van de officiële talen die de partijen gemeen hebben, hebben gekozen. Indien de keuze van een van de partijen valt op een andere taal dan de gemeenschappelijke officiële talen, berust de vertolking van de mondelinge uiteenzettingen volledig bij die partij.
  • 3. 
    De verslagen en uitspraken van het arbitragepanel worden opgesteld in de door de partijen gekozen talen. Indien de partijen het niet eens zijn over een gemeenschappelijke werktaal, worden het tussentijds verslag, het eindverslag en de uitspraken van het arbitragepanel gepresenteerd in een van de officiële talen die de partijen bij de overeenkomst gemeen hebben.
  • 4. 
    Eventuele kosten voor de vertaling van een uitspraak van het arbitragepanel in de door de partijen gekozen talen worden gelijkelijk door de partijen gedragen.
  • 5. 
    Een partij kan opmerkingen indienen over de nauwkeurigheid van een overeenkomstig dit reglement van orde gemaakte vertaling van een document.
  • 6. 
    Elke partij draagt zelf de kosten die zij maakt in verband met de vertaling van haar schriftelijke opmerkingen.

Artikel 17

Berekening van termijnen

Alle termijnen die zijn vastgelegd in titel VI van de overeenkomst (Vermijden en beslechten van geschillen) en in dit reglement van orde, met inbegrip van de termijnen die voor de kennisgeving van hun besluiten aan arbitragepanels zijn opgelegd, kunnen met wederzijdse instemming van de partijen worden gewijzigd en worden gerekend in kalenderdagen vanaf de dag volgende op de handeling of het feit waarop zij betrekking hebben, tenzij anders is bepaald.

Artikel 18

Verdere procedures

De in dit reglement van orde vermelde termijnen worden aangepast overeenkomstig de bijzondere termijnen waarin in de procedures in het kader van de artikelen 74 tot en met 78 van de overeenkomst is voorzien voor het aannemen van een uitspraak van het arbitragepanel.

 

BIJLAGE III

GEDRAGSCODE VOOR ARBITERS

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze gedragscode wordt verstaan onder:

 

“scheidsrechter”: een lid van een op grond van artikel 71 van de overeenkomst ingesteld arbitragepanel;

 

“assistent”: een natuurlijke persoon die in het kader van het mandaat van een scheidsrechter voor die scheidsrechter onderzoek verricht of ondersteunende taken uitvoert;

 

“kandidaat”: een persoon wiens naam voorkomt op de in artikel 85 van de overeenkomst bedoelde lijst van scheidsrechters en wiens aanwijzing als scheidsrechter overeenkomstig artikel 71 van de overeenkomst wordt overwogen;

 

“bemiddelaar”: een natuurlijke persoon die overeenkomstig artikel 69 van de overeenkomst een bemiddeling verricht;

 

“personeel”: met betrekking tot een scheidsrechter, andere natuurlijke personen dan assistenten die onder zijn leiding en toezicht werkzaam zijn.

Artikel 2

Grondbeginselen

  • 1. 
    Om de integriteit en de onpartijdigheid van het mechanisme voor geschillenbeslechting te vrijwaren, moet elke kandidaat-scheidsrechter kennis nemen van deze gedragscode. Hij moet:
 

a)

onafhankelijk en onpartijdig zijn;

 

b)

directe of indirecte belangenconflicten vermijden;

 

c)

laakbaar gedrag en de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid vermijden;

 

d)

de hoogste gedragsnormen in acht nemen;

 

e)

ervoor zorgen zich niet te laten beïnvloeden door eigenbelang, druk van buitenaf, politieke overwegingen, publieke protesten, trouw aan een partij of vrees voor kritiek.

  • 2. 
    De scheidsrechters mogen rechtstreeks noch middellijk verplichtingen aangaan of voordelen aanvaarden die op welke wijze dan ook de goede uitoefening van hun taken verstoren of lijken te verstoren.
  • 3. 
    De scheidsrechters gebruiken hun positie als lid van het arbitragepanel niet om persoonlijke of particuliere belangen te dienen. Zij onthouden zich van handelingen die de indruk kunnen wekken dat anderen in een bijzondere positie verkeren waardoor zij invloed op hen kunnen uitoefenen.
  • 4. 
    De scheidsrechters laten hun gedrag of oordeel niet beïnvloeden door huidige of vroegere financiële, zakelijke, professionele, persoonlijke of sociale relaties of verantwoordelijkheden.
  • 5. 
    De scheidsrechters gaan geen relaties aan en verwerven geen financiële belangen wanneer daardoor hun onpartijdigheid in het gedrang kan komen of wanneer redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daardoor de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid wordt gewekt.

Artikel 3

Openbaarmakingsplicht

  • 1. 
    Voorafgaand aan de bevestiging van hun aanwijzing als scheidsrechter op grond van artikel 71 van de overeenkomst geven de kandidaten opening van zaken over alle belangen, relaties of aangelegenheden die van invloed kunnen zijn op hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij tijdens de procedure de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid zouden kunnen wekken. Daartoe doen de kandidaten alle mogelijke inspanningen om zich bewust te worden van dergelijke belangen, relaties en aangelegenheden, met inbegrip van financiële belangen, professionele belangen, werkgelegenheids- of familiebelangen.
  • 2. 
    Op grond van de openbaarmakingsplicht krachtens lid 1 blijven de scheidsrechters voortdurend gehouden dergelijke belangen, relaties en aangelegenheden openbaar te maken wanneer deze zich tijdens de procedure voordoen.
  • 3. 
    De kandidaten of scheidsrechters delen het EPO-comité ter overweging door de partijen onverwijld alle eventuele aangelegenheden met betrekking tot feitelijke of mogelijke schendingen van deze gedragscode mee nadat zij zich ervan bewust zijn geworden.

Artikel 4

Taken van scheidsrechters

  • 1. 
    Na de aanvaarding van hun aanwijzing zijn de scheidsrechters beschikbaar voor de vervulling van hun taken die zij gedurende de gehele procedure nauwgezet, snel en billijk uitoefenen.
  • 2. 
    De scheidsrechters onderzoeken uitsluitend vragen die in de procedure aan de orde worden gesteld en voor de uitspraak noodzakelijk zijn, en delegeren deze taak niet aan een andere persoon.
  • 3. 
    De scheidsrechters nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat hun assistenten en personeel bekend zijn met de artikelen 2, 3 en 6 van deze gedragscode en deze naleven.

Artikel 5

Verplichtingen van voormalige scheidsrechters

Voormalige scheidsrechters vermijden handelingen die de schijn kunnen wekken dat zij bij de uitoefening van hun taken partijdig waren of voordeel hadden van de uitspraak van het arbitragepanel.

Artikel 6

Vertrouwelijkheid

  • 1. 
    De scheidsrechters of voormalige scheidsrechters mogen op geen enkel tijdstip niet‐openbare informatie over of verkregen tijdens een procedure openbaar maken of gebruiken, behalve voor de doeleinden van die procedure, en mogen deze informatie in geen geval openbaar maken of gebruiken om persoonlijk voordeel te behalen, anderen voordeel te verschaffen of de belangen van anderen te schaden.
  • 2. 
    De scheidsrechters mogen uitspraken van het arbitragepanel of delen daarvan niet openbaar maken voordat zij overeenkomstig artikel 84, lid 2, van de overeenkomst worden bekendgemaakt.
  • 3. 
    De scheidsrechters of voormalige scheidsrechters mogen op geen enkel tijdstip informatie over de beraadslagingen van een arbitragepanel of over het standpunt van een panellid openbaar maken.

Artikel 7

Kosten

De scheidsrechters houden de aan de procedure bestede tijd en de hiervoor gedane uitgaven, alsmede de door zijn assistent hieraan bestede tijd en hiervoor gedane uitgaven, bij en leggen hiervan een eindafrekening voor aan de partijen.

Artikel 8

Bemiddelaars

Deze gedragscode is mutatis mutandis van toepassing op bemiddelaars.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.