16 december 2019 Machtiging van Spanje en Frankrijk af te wijken van artikel 5 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

30.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 336/281

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/2244 VAN DE RAAD

van 16 december 2019

waarbij Spanje en Frankrijk worden gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brieven, ingekomen bij de Commissie op 23 mei 2019 en 17 juni 2019, hebben Frankrijk en Spanje respectievelijk verzocht om machtiging tot invoering van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de aanleg van een elektriciteitsverbinding tussen Gatica in Spanje en Cubnezais in Frankrijk (“de bijzondere maatregel”).

 

(2)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brieven van 10 september 2019 van de verzoeken van Spanje en Frankrijk in kennis gesteld. Bij brieven van 11 september 2019 heeft de Commissie Spanje en Frankrijk meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van hun verzoek.

 

(3)

De nationale toezichthouder voor de elektriciteitsmarkt van Spanje, de “Comisión Nacional de los Mercados y la Competencia”, en de nationale toezichthouder voor de elektriciteitsmarkt van Frankrijk, de “Commission de Régulation de l’Énergie”, hebben op 22 september 2017 een overeenkomst ondertekend voor de financiering van een elektriciteitsverbinding tussen Spanje en Frankrijk via de Golf van Biskaje. De aanleg van de verbinding werd toevertrouwd aan de transmissiesysteembeheerders in Spanje en Frankrijk, het “Red Eléctrica de España” en het “Réseau de transport d’Electricité”. In de overeenkomst is bepaald dat de projectkosten gelijkelijk zullen worden gedragen, dat wil zeggen 50 % door Spanje en 50 % door Frankrijk.

 

(4)

Op grond van de bijzondere maatregel wordt de elektriciteitsverbinding tussen Gatica in Spanje en Cubnezais in Frankrijk geacht voor 50 % op Spaans grondgebied en voor 50 % op Frans grondgebied te zijn gelegen wat betreft leveringen van goederen, diensten, intracommunautaire verwervingen en invoer van goederen die bestemd zijn voor de aanleg van die verbinding.

 

(5)

Zonder deze bijzondere maatregel zou, overeenkomstig het territorialiteitsbeginsel, voor iedere prestatie afzonderlijk moeten worden bepaald of de plaats van heffing in Spanje dan wel in Frankrijk is gelegen.

 

(6)

Uitgaande van de door Spanje en Frankrijk verstrekte informatie zal de bijzondere maatregel de belastinginning vereenvoudigen en geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst van Spanje en Frankrijk in het stadium van het eindverbruik. Het is derhalve dienstig Spanje en Frankrijk te machtigen tot toepassing van de bijzondere maatregel.

 

(7)

De derogatie heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG worden Spanje en Frankrijk gemachtigd om de elektriciteitsverbinding tussen Gatica in Spanje en Cubnezais in Frankrijk aan te merken als voor 50 % op Spaans grondgebied en voor 50 % op Frans grondgebied te zijn gelegen wat betreft leveringen van goederen, diensten, intracommunautaire verwervingen van goederen en de invoer van goederen die bestemd zijn voor de aanleg van die verbinding.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Spanje en de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 16 december 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    LEPPÄ
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.