Besluit 2020/48 - Wijziging van Besluit (EU) 2019/274 betreffende de ondertekening van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU en Euratom

1.

Wettekst

21.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 16/1

 

BESLUIT (EU) 2020/48 VAN DE RAAD

van 21 januari 2020

tot wijziging van Besluit (EU) 2019/274 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 50,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 11 januari 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/274 (1) betreffende de ondertekening van het terugtrekkingsakkoord vastgesteld.

 

(2)

Bij Besluit (EU) 2019/476 (2) heeft de Europese Raad in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn in eerste instantie verlengd tot en met 12 april 2019. Deze termijn is bij Besluit (EU) 2019/584 van de Europese Raad (3) in overeenstemming met het Verenig Koninkrijk verder verlengd tot en met 31 oktober 2019, en vervolgens bij Besluit (EU) 2019/1810 van de Europese Raad (4) in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk tot en met 31 januari 2020.

 

(3)

In artikel 185, derde alinea, van het terugtrekkingsakkoord, zoals aangepast (5), is bepaald dat bij het doen van de schriftelijke kennisgeving dat de nodige interne procedures voltooid zijn, de Unie ten aanzien van een lidstaat die redenen heeft aangevoerd in verband met de fundamentele beginselen van het nationale recht van die lidstaat, kan verklaren dat gedurende de overgangsperiode, naast de gronden voor weigering van de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel bedoeld in Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad (6), de uitvoerende gerechtelijke autoriteiten van die lidstaat kunnen weigeren eigen onderdanen op grond van een Europees aanhoudingsbevel over te leveren aan het Verenigd Koninkrijk. Overeenkomstig artikel 4 van Besluit (EU) 2019/274 dienen de lidstaten die voornemens zijn gebruik te maken van de mogelijkheid waarin artikel 185, derde alinea, van het akkoord voorziet, de Commissie en het Secretariaat-generaal van de Raad uiterlijk 15 februari 2019 kennis te geven van hun voornemen daartoe.

 

(4)

In verband met de diverse verlengingen van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn is het passend Besluit (EU) 2019/274 te wijzigen om een nieuwe termijn vast te stellen binnen welke lidstaten die voornemens zijn gebruik te maken van de mogelijkheid waarin artikel 185, derde alinea, voorziet, de Commissie en het Secretariaat-generaal van de Raad daarvan in kennis dienen te stellen. Naar aanleiding daarvan is het dienstig de verwijzing naar de desbetreffende alinea van artikel 185 van het terugtrekkingsakkoord aan te passen.

 

(5)

Besluit (EU) 2019/274 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(6)

Overeenkomstig artikel 50, lid 4, VEU heeft het Verenigd Koninkrijk niet deelgenomen aan de beraadslagingen van de Raad over dit besluit, noch aan de goedkeuring ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 4 van Besluit (EU) 2019/274 wordt vervangen door:

“Artikel 4

De lidstaten die voornemens zijn gebruik te maken van de mogelijkheid waarin artikel 185, derde alinea, van het akkoord voorziet, geven de Commissie en het Secretariaat-generaal van de Raad voor 28 januari 2020 kennis van hun voornemen daartoe.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 21 januari 2020.

Voor de Raad

De voorzitster

  • A. 
    METELKO-ZGOMBIĆ
 

  • (1) 
    Besluit (EU) 2019/274 van de Raad van 11 januari 2019 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 47 I van 19.2.2019, blz. 1).
  • (2) 
    Besluit (EU) 2019/476 van de Europese Raad, vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, van 22 maart 2019 tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 80 I van 22.3.2019, blz. 1).
  • (3) 
    Besluit (EU) 2019/584 van de Europese Raad, vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, van 11 april 2019 tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 101 van 11.4.2019, blz. 1).
  • (4) 
    Besluit (EU) 2019/1810 van de Europese Raad, vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, van 29 oktober 2019 tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 278 I van 30.10.2019, blz. 1).
  • (6) 
    Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.