Besluit 2020/276 - Besluit2020/276van de Raad van 17 februari 2020 betreffende de sluiting van het protocol tussen de EU, IJsland en Noorwegen bij de Overeenkomst tussen de EG, IJsland en Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van Die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden

1.

Wettekst

3.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/1

 

BESLUIT2020/276VAN DE RAAD

van 17 februari 2020

betreffende de sluiting van het protocol tussen de Europese Unie, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 87, lid 2, onder a), en artikel 88, lid 2, eerste alinea, onder a), in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2019/394 van de Raad (2) is het protocol tussen de Europese Unie, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden (“het protocol”), op 24 oktober 2019 ondertekend onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip.

 

(2)

Ter ondersteuning en versterking van de politiële samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en die van IJsland en Noorwegen bij het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten is het noodzakelijk dat de Unie actie onderneemt om IJsland en Noorwegen in staat te stellen deel te nemen aan de rechtshandhavingsgerelateerde aspecten van Eurodac.

 

(3)

Het protocol moet worden goedgekeurd.

 

(4)

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) en nemen bijgevolg deel aan de vaststelling van dit besluit.

 

(5)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op die lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tussen de Europese Unie, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden, wordt namens de Unie goedgekeurd (4).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 4, lid 1, van het protocol bedoelde kennisgeving.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 februari 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (1) 
    Goedkeuring van 15 januari 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Besluit (EU) 2019/394 van de Raad van 7 maart 2019 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het protocol tussen de Europese Unie, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden (PB L 71 van 13.3.2019, blz. 7).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.