Verordening 2020/538 - Wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 wat betreft de reikwijdte van de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten

1.

Wettekst

17.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 119/1

 

VERORDENING (EU, Euratom) 2020/538 VAN DE RAAD

van 17 april 2020

houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 wat betreft de reikwijdte van de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 312,

Gezien het Verdrag betreffende de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Door de uitbraak van Covid-19 en de daaruit voortvloeiende volksgezondheids- en economische crisis, waarvoor buitengewone maatregelen nodig zijn, staan de beschikbare financiële middelen binnen en buiten de maxima van het meerjarig financieel kader (MFK) sterk onder druk.

 

(2)

Om de Unie door middel van het instrument voor noodhulp in staat te stellen tot een passende respons op de uitbraak van Covid-19 en de daaruit voortvloeiende volksgezondheids- en economische crisis in het kader van Verordening (EU) 2020/521 van de Raad (1) is het nodig het doel te wijzigen waarvoor de beschikbare kredieten in het kader van de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten kunnen worden gebruikt, voor zover deze betrekking hebben op groei en werkgelegenheid, en in het bijzonder jongerenwerkgelegenheid, alsmede op migratie- en veiligheidsmaatregelen.

 

(3)

Deze verordening houdt rechtstreeks verband met de financiering als voorzien in gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting van de Unie 2020, in het kader waarvan middelen uit de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten beschikbaar worden gesteld voor de financiering van maatregelen naar aanleiding van de Covid-19-uitbraak. Teneinde volledig met deze gewijzigde begroting in overeenstemming te zijn, moet deze verordening van toepassing zijn vanaf de datum waarop zij wordt vastgesteld.

 

(4)

In artikel 135, lid 2, van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“Terugtrekkingsakkoord”) (2) is bepaald dat wijzigingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013van de Raad (3) die op of na de datum van inwerkingtreding van het Terugtrekkingsakkoord worden vastgesteld, niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk, voor zover deze wijzigingen gevolgen hebben voor de financiële verplichtingen van het Verenigd Koninkrijk. De in deze verordening opgenomen wijzigingen zijn beperkt tot de wijziging van het doel van het gebruik van de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten en verhogen de financiële verplichtingen niet. Derhalve is het passend te verduidelijken dat voor de toepassing van artikel 135, lid 2, van het Terugtrekkingsakkoord de in deze verordening opgenomen wijzigingen geen gevolgen hebben voor de financiële verplichtingen van het Verenigd Koninkrijk en als dusdanig van toepassing zijn op het Vereningd Koninkrijk.

 

(5)

Gezien de Covid-19-uitbraak en de noodzaak met spoed financiële middelen te verstrekken om daarop een passend antwoord te bieden, is het nodig gebleken te voorzien in een afwijking van de periode van acht weken bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

 

(6)

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

in artikel 3, lid 2, wordt de tweede zin vervangen door:

“De vastleggingskredieten kunnen in de begroting worden opgenomen, zo nodig boven de in het MFK vastgestelde maxima van de desbetreffende rubrieken wanneer een beroep moet worden gedaan op de middelen van de reserve voor noodhulp, het solidariteitsfonds van de Europese Unie, het flexibiliteitsinstrument, het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, de marge voor onvoorziene uitgaven, de specifieke flexibiliteit voor het bestrijden van de werkloosheid onder jongeren en voor onderzoeksbevordering, en de overkoepelende marge voor vastleggingskredieten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad (*1), Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad (*2), en het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (*3).

(*1)  Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3)."

(*2)  Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855)."

(*3)  Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).”;"

 

2)

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de titel wordt vervangen door:

“Overkoepelende marge voor vastleggingskredieten”

 

b)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Marges die beschikbaar blijven onder de MFK-maxima voor vastleggingskredieten vormen een overkoepelende marge voor vastleggingskredieten, die beschikbaar worden gesteld boven de maxima die in het MFK zijn vastgesteld voor de jaren 2016 tot en met 2020.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf de datum waarop zij wordt vastgesteld.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 april 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    GRLIĆ RADMAN
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2020/521 van de Raad van 14 april 2020 tot activering van noodhulp uit hoofde van Verordening (EU) 2016/369 van de Raad en tot wijziging van de bepalingen ervan rekening houdend met de uitbraak van Covid-19 (PB L 117 van 15.4.2020, blz. 3).
  • (3) 
    Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.