Uitvoeringsbesluit 2020/647 - 11 mei 2020 Machtiging van Italië af te wijken van artikel 285 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

14.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 151/7

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/647 VAN DE RAAD

van 11 mei 2020

waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op grond van artikel 285, eerste alinea, van Richtlijn 2006/112/EG mogen lidstaten die geen gebruik hebben gemaakt van de in artikel 14 van Richtlijn 67/228/EEG van de Raad (2) gegeven mogelijkheid, vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna de “btw” genoemd) toekennen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 5 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid.

 

(2)

Bij Beschikking 2008/737/EG van de Raad (3) werd Italië gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG (hierna “de derogatiemaatregel” genoemd), teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 30 000 EUR van de btw vrij te stellen. De machtiging voor die derogatiemaatregel gold tot en met 31 december 2010.

 

(3)

Bij Uitvoeringsbesluit 2010/688/EU van de Raad (4) werd Italië gemachtigd de derogatiemaatregel te blijven toepassen tot en met 31 december 2013.

 

(4)

Bij Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU van de Raad (5) werd Italië gemachtigd de derogatiemaatregel te blijven toepassen tot en met 31 december 2016. De drempelwaarde voor de jaaromzet werd verhoogd tot 65 000 EUR.

 

(5)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1988 van de Raad (6) werd Italië gemachtigd de derogatiemaatregel te blijven toepassen tot en met 31 december 2019 of tot en met de datum van inwerkingtreding van een richtlijn tot wijziging van de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen, indien die datum eerder viel. Op 18 februari 2020 heeft de Raad Richtlijn (EU) 2020/285 (7) vastgesteld, waarbij de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen werden gewijzigd.

 

(6)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 26 juli 2019, heeft Italië verzocht om de derogatiemaatregel na 31 december 2019 te mogen blijven toepassen, de drempel te mogen verhogen en het toepassingsgebied van de vrijstelling te mogen uitbreiden.

 

(7)

Bij brief van 20 september 2019 heeft de Commissie de overige lidstaten op grond van artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG van het verzoek van Italië in kennis gesteld. Bij brief van 23 september 2019 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(8)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 5 december 2019, heeft Italië zijn verzoek herzien en uitsluitend verzocht om de derogatiemaatregel te mogen blijven toepassen tot en met 31 december 2024.

 

(9)

Bij brief van 10 december 2019 heeft de Commissie de overige lidstaten op grond van artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG van het herziene verzoek van Italië in kennis gesteld. Bij brief van 11 december 2019 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het herziene verzoek.

 

(10)

Uit de door Italië verstrekte informatie blijkt dat de redenen voor de derogatiemaatregel grotendeels ongewijzigd blijven. De derogatiemaatregel verlicht de administratieve lasten en de nalevingskosten voor kleine ondernemingen en voor de belastingautoriteiten, en helpt dus de belastinginning te vereenvoudigen.

 

(11)

De derogatiemaatregel is facultatief voor de belastingplichtigen en zal dat ook blijven. Zij zullen nog altijd voor het normale btw-stelsel kunnen kiezen overeenkomstig artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG.

 

(12)

Volgens door Italië verstrekte informatie zal de derogatiemaatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik in Italië.

 

(13)

De derogatiemaatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat Italië een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad (8).

 

(14)

Gelet op het feit dat de derogatiemaatregel de administratieve lasten en de nalevingskosten kan verlichten voor kleine bedrijven en voor de belastingautoriteiten zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de totale btw-inkomsten, moet Italië worden gemachtigd de derogatiemaatregel gedurende een nieuwe periode toe te passen.

 

(15)

De machtiging voor de toepassing van de derogatiemaatregel moet in de tijd worden beperkt. De periode moet lang genoeg zijn om te kunnen evalueren of de drempel doeltreffend en passend is. Bovendien bepaalt Richtlijn (EU) 2020/285 dat de lidstaten uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen dienen vast te stellen en bekend te maken om aan artikel 1 van die richtlijn te voldoen en dat zij die bepalingen met ingang van 1 januari 2025 dienen toe te passen. Daarom is het passend Italië te machtigen om de derogatiemaatregel tot en met 31 december 2024 toe te passen.

 

(16)

Om ervoor te zorgen dat de met de derogatiemaatregel beoogde doelstellingen worden verwezenlijkt en dat de toepassing ervan geen rechtsonzekerheid doet ontstaan met betrekking tot het huidige belastingtijdvak, is het passend dit besluit met ingang van 1 januari 2020 toe te passen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Italië gemachtigd om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 65 000 EUR van de btw vrij te stellen.

Italië mag die drempel verhogen om de reële waarde van de vrijstelling te handhaven.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 11 mei 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    GRLIĆ RADMAN
 

  • (2) 
    Tweede Richtlijn 67/228/EEG van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Structuur en wijze van toepassing van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 71 van 14.4.1967, blz. 1303/67).
  • (3) 
    Beschikking 2008/737/EG van de Raad van 15 september 2008 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 249 van 18.9.2008, blz. 13).
  • (4) 
    Uitvoeringsbesluit 2010/688/EU van de Raad van 15 oktober 2010 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 294 van 12.11.2010, blz. 12).
  • (5) 
    Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU van de Raad van 15 november 2013 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 316 van 27.11.2013, blz. 35).
  • (6) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1988 van de Raad van 8 november 2016 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/678/EU waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 306 van 15.11.2016, blz. 11).
  • (7) 
    Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PB L 62 van 2.3.2020, blz. 13).
  • (8) 
    Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.