Uitvoeringsbesluit 2020/774 - 8 juni 2020 Machtiging van Finland af te wijken van artikel 287 van de btw-richtlijn - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 184/77

Op grond van artikel 287, punt 5, van Richtlijn 2006/112/EG mag Finland vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde (btw) verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 10 000 ECU in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers.

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 6 januari 2020, heeft Finland verzocht om machtiging tot het treffen van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 287, punt 5, van Richtlijn 2006/112/EG (“de bijzondere maatregel”) van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2024, teneinde de vrijstellingsdrempel te verhogen tot 15 000 EUR. Door de bijzondere maatregel zouden belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan 15 000 EUR, van sommige of alle in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van titel XI van Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde btw-verplichtingen worden vrijgesteld.

Een hogere drempel voor de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen, die is vastgesteld in de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG, komt neer op een vereenvoudiging, omdat dit de btw-verplichtingen voor kleine ondernemingen aanzienlijk kan verminderen.

Bij brief van 10 maart 2020 heeft de Commissie de overige lidstaten overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG van het verzoek van Finland in kennis gesteld. Bij brief van 11 maart 2020 heeft de Commissie Finland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

De bijzondere maatregel is in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad (2). Bij die richtlijn werd titel XII, hoofdstuk 1, van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen gewijzigd. Richtlijn (EU) 2020/285 heeft tot doel de btw-nalevingskosten van kleine ondernemingen en concurrentieverstoringen op nationaal en Unieniveau te beperken, evenals de negatieve gevolgen van de overgang van vrijstelling naar belastingheffing (beter bekend als het drempeleffect). De richtlijn is er tevens op gericht de naleving van de regels door kleine ondernemingen en het toezicht door de belastingdiensten te vergemakkelijken. De gevraagde drempel van 15 000 EUR is in overeenstemming met artikel 284 van Richtlijn 2006/112/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2020/285.

De bijzondere maatregel is facultatief voor de belastingplichtigen. Zij zullen nog altijd voor de normale btw-regeling kunnen kiezen overeenkomstig artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG.

Volgens de door Finland verstrekte gegevens zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik in Finland.

De bijzondere maatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat Finland een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad (3).

Aangezien Finland verwacht dat de verhoogde drempel zal leiden tot minder btw‐verplichtingen en dus tot minder administratieve lasten en nalevingskosten voor kleine ondernemingen en voor de belastingautoriteiten, aangezien er geen grote gevolgen zal zijn voor de totale btw-inkomsten, moet Finland worden gemachtigd om de bijzondere maatregel toe te passen.

De machtiging voor de toepassing van de bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt. De periode moet lang genoeg zijn om te kunnen evalueren of de drempel doeltreffend en passend is. Bovendien moeten de lidstaten krachtens Richtlijn (EU) 2020/285 uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken om aan artikel 1 van die richtlijn te voldoen en moeten zij deze bepalingen met ingang van 1 januari 2025 toepassen. Het is daarom passend Finland te machtigen de bijzondere maatregel toe te passen tot en met 31 december 2024,