Besluit 2020/767 - Standpunt EU in de raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie over de vaststelling van amendement 91 van bijlage 10, volume III, bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en over de aanmelding van verschillen in de toepassingsdatum van amendement 13B van bijlage 14, volume I, amendement 40C van bijlage 6, amendement 77B van bijlage 3 en amendement 39B van bijlage 15 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart

1.

Wettekst

12.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/7

 

BESLUIT (EU) 2020/767 VAN DE RAAD

van 8 juni 2020

betreffende het namens de Europese Unie in de raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie in te nemen standpunt over de vaststelling van amendement 91 van bijlage 10, volume III, bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en over de aanmelding van verschillen in de toepassingsdatum van amendement 13B van bijlage 14, volume I, amendement 40C van bijlage 6, amendement 77B van bijlage 3 en amendement 39B van bijlage 15 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (“het Verdrag van Chicago”), waarbij het internationale luchtvervoer wordt geregeld, is op 4 april 1947 in werking getreden. Bij dat verdrag is de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (International Civil Aviation Organization — ICAO) opgericht.

 

(2)

De lidstaten van de Unie zijn overeenkomstsluitende partijen bij het Verdrag van Chicago en leden van de ICAO, terwijl de Unie de status van waarnemer heeft in bepaalde organen van de ICAO.

 

(3)

Op grond van artikel 54 van het Verdrag van Chicago kan de ICAO-raad internationale normen en aanbevolen praktijken vaststellen.

 

(4)

Tijdens een van zijn komende zittingen zal de ICAO-raad amendement 91 van bijlage 10, volume III, bij het Verdrag van Chicago vaststellen, met betrekking tot het selectieve oproepsysteem (SELCAL) (“amendement 91“).

 

(5)

Het hoofddoel van amendement 91 is nieuwe tonen in te voeren om het beschikbare gamma aan SELCAL-codes uit te breiden en zo het aantal valse aanduidingen in de cockpit van het luchtvaartuig te doen afnemen. Dit amendement leidt ook tot wijzigingen van de eisen inzake de kenmerken van het systeem en zorgt voor een mechanisme voor de invoering van de nieuwe SELCAL-codes met minimale gevolgen voor exploitanten van luchtvaartuigen.

 

(6)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de ICAO-raad, aangezien amendement 91 bindend zal zijn voor de Unie en een beslissende invloed kan hebben op de inhoud van het Unierecht, namelijk Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie (1). Eenmaal vastgesteld, wordt amendement 91 bindend voor alle ICAO-lidstaten, met inbegrip van alle lidstaten van de Unie, overeenkomstig en binnen de grenzen van het Verdrag van Chicago. Krachtens artikel 38 van het Verdrag van Chicago moeten de verdragsluitende staten de ICAO in kennis stellen als zij voornemens zijn af te wijken van een norm, volgens het mechanisme voor de aanmelding van verschillen.

 

(7)

De Unie is een groot voorstander van de inspanningen van de ICAO om de veiligheid van de luchtvaart te verbeteren door te zorgen voor een veilige en nauwkeurige verlening van communicatie-, navigatie- en surveillancediensten. De Unie moet amendement 91 daarom steunen.

 

(8)

Het standpunt van de Unie tijdens een van de komende zittingen van de ICAO-raad over amendement 91moet tot uitdrukking worden gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-raad, gezamenlijk optredend namens de Unie.

 

(9)

Het standpunt van de Unie na de vaststelling van amendement 91 door de ICAO-raad, die door de secretaris-generaal van de ICAO zal worden aangekondigd via een brief aan de ICAO-staten, moet inhouden dat kennisgeving moet worden gedaan van de naleving van amendement 91, en dat standpunt dient door alle lidstaten van de Unie tot uitdrukking worden gebracht.

 

(10)

In 2016 heeft de ICAO-raad amendementen van een aantal bijlagen bij het Verdrag van Chicago vastgesteld, met als doel het aantal incidenten en ongevallen door runway excursions te beperken. Die amendementen (“de amendementen”) zijn aan de ICAO-staten bekendgemaakt in de brieven AN 4/1 2.26-16/19, AN 2/2.4-16/18, AN 10/1.1-16/17 en AN 11/1.3.29-16/12, en zijn vanaf 5 november 2020 van toepassing in de overeenkomstsluitende staten.

 

(11)

De Unie is een groot voorstander van de inspanningen van de ICAO om de veiligheid van de luchtvaart te verbeteren. De amendementen, die zorgen voor een nieuwe geharmoniseerde methode voor de beoordeling en rapportering van de staat van de baan, zullen het risico op incidenten en ongevallen door runway excursions ten gevolge van verontreiniging van de baan met bijvoorbeeld sneeuw, ijs, smeltende sneeuw of water, helpen verminderen.

 

(12)

De amendementen worden in de Uniewetgeving opgenomen bij Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/1387 (2) en (EU) 2020/469 (3) van de Commissie.

 

(13)

Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/1387 en (EU) 2020/469 worden gedeeltelijk van toepassing met ingang van 5 november 2020, om samen te vallen met de toepassingsdatum van de amendementen. De COVID-19-pandemie heeft echter aanzienlijke gevolgen gehad voor de inspanningen van de lidstaten van de Unie en de belanghebbenden uit de luchtvaartsector om zich voor te bereiden op de toepassing van de nieuwe maatregelen die zijn opgesomd in amendement 77B van bijlage 3, amendement 13B van bijlage 14, amendement 40C van bijlage 6 en amendement 39B van bijlage 15 bij het Verdrag van Chicago.

 

(14)

Met name het verplicht thuisblijven en de tijdelijke werkloosheid van personeel, in combinatie met de extra werklast die nodig is om de aanzienlijke negatieve gevolgen van de COVID-19-pandemie voor alle belanghebbenden te beheren, hebben de vooruitgang gehinderd.

 

(15)

De bevoegde autoriteiten en de exploitanten ondervinden moeilijkheden bij de voorbereiding van de toepassing van de amendementen. Het kan daarom noodzakelijk zijn de in Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/1387 en (EU) 2020/469vastgestelde toepassingsdatum uit te stellen met zes maanden.

 

(16)

Als de ICAO-raad de toepassingsdatum van de amendementen niet met zes maanden uitstelt, terwijl de toepassingsdatum van de relevante ICAO-normen wel met zes maanden wordt uitgesteld in het recht van de Unie, moet het standpunt van de Unie inhouden dat een verschil bij de ICAO moet worden aangemeld overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag van Chicago en dat de ICAO in kennis moet worden gesteld van het voornemen van de Unie om de toepassingsdatum van de amendementen met zes maanden uit te stellen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in een van de komende zittingen van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) houdt in dat het voorgenomen amendement 91 van bijlage 10, volume III, bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (het Verdrag van Chicago) in zijn geheel wordt gesteund.
  • 2. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen nadat de ICAO-raad amendement 91 van bijlage 10, volume III, bij het Verdrag van Chicago heeft vastgesteld, houdt in dat kennisgeving moet worden gedaan van de naleving van de vastgestelde maatregel, in antwoord op de desbetreffende ICAO-brief.

Artikel 2

Als de ICAO-raad de toepassingsdatum van amendement 77B van bijlage 3, amendement 13B van bijlage 14, amendement 40C van bijlage 6 en amendement 39B van bijlage 15 bij het Verdrag van Chicago niet uitstelt en de Commissie Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/1387 en (EU) 2020/469 en Gedelegeerde Verordening C(2020)710 final (4) zodanig wijzigt dat de toepassing ervan met zes maanden wordt uitgesteld, wordt een overeenkomstig verschil van zes maanden met de toepassingsdatum van amendement 77B van bijlage 3, amendement 13B van bijlage 14, amendement 40C van bijlage 6 en amendement 39B van bijlage 15 bij het Verdrag van Chicago overeenkomstig artikel 38 van dat verdrag aangemeld.

Artikel 3

  • 1. 
    Het in artikel 1, lid 1, bedoelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-raad.
  • 2. 
    De in artikel 1, lid 2, en artikel 2 bedoelde standpunten worden tot uitdrukking gebracht door alle lidstaten van de Unie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 8 juni 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    METELKO-ZGOMBIĆ
 

  • (1) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011, (EU) nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 677/2011 (PB L 62 van 8.3.2017, blz. 1).
  • (2) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1387 van de Commissie van 1 augustus 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 voor wat betreft de eisen voor de berekening van de landingsprestaties van vliegtuigen en de normen voor de beoordeling van de staat van de landingsbaan, de actualisering van bepaalde veiligheidsuitrusting en -voorschriften voor luchtvaartuigen, en vluchtuitvoeringen zonder operationele goedkeuring voor lange afstandsvluchten (PB L 229 van 5.9.2019, blz. 1).
  • (3) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2020/469 van de Commissie van 14 februari 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 923/2012, Verordening (EU) nr. 139/2014 en Verordening (EU) 2017/373, voor wat betreft de voorschriften voor luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten, het ontwerp van luchtruimstructuren en de gegevenskwaliteit, en de veiligheid van start- en landingsbanen, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 73/2010 (PB L 104 van 3.4.2020, blz. 1).
  • (4) 
    Gedelegeerde Verordening C(2020)710 final van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 139/2014 wat betreft de veiligheid van start- en landingsbanen en van luchtvaartgegevens.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.