Besluit 2020/790 - Standpunt dat de EU moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de partnerschapsovereenkomst met Mongolië over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen

1.

Wettekst

17.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 193/5

 

BESLUIT (EU) 2020/790 VAN DE RAAD

van 9 juni 2020

tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 en 209, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (1) (hierna “de overeenkomst” genoemd), is op 1 november 2017 in werking getreden.

 

(2)

Uit hoofde van artikel 56, lid 1, van de overeenkomst wordt een Gemengd Comité opgericht om de goede werking en uitvoering van de overeenkomst te waarborgen (het “Gemengd Comité”).

 

(3)

Krachtens artikel 56, lid 6, van de overeenkomst dient het Gemengd Comité zijn eigen reglement van orde vast te stellen en krachtens artikel 56, lid 4, van de overeenkomst kan het Gemengd Comité gespecialiseerde werkgroepen oprichten om het bij te staan bij de uitoefening van zijn taken.

 

(4)

Uit hoofde van artikel 28, lid 1, van de overeenkomst wordt een Subcomité handel en investeringen opgericht.

 

(5)

Krachtens artikel 28, lid 3, van de overeenkomst dient het Subcomité handel en investeringen zijn reglement van orde vast te stellen.

 

(6)

Om de doeltreffende uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moet het reglement van orde van het Gemengd Comité en van het het Subcomité handel en investeringen zo spoedig mogelijk worden vastgesteld.

 

(7)

Het is wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen.

 

(8)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen dient derhalve te worden gebaseerd op de ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het standpunt dat namens de Unie in het Gemengd Comité EU-Mongolië dat is opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (de “overeenkomst”), moet worden ingenomen, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité (2).
  • 2. 
    Het standpunt dat namens de Unie in het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië dat is opgericht bij de overeenkomst moet worden ingenomen, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Subcomité handel en investeringen (2).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 9 juni 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    METELKO-ZGOMBIĆ
 

  • (2) 
    Zie document ST 6856/20 op http://register.consilium.europa.eu
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.