Verordening 2020/851 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 862/2007 betreffende gemeenschappelijke statistieken over migratie en internationale bescherming

1.

Wettekst

22.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 198/1

 

VERORDENING (EU) 2020/851VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 18 juni 2020

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 862/2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt een gemeenschappelijk en vergelijkbaar juridisch kader vastgesteld voor Europese statistieken over migratie en internationale bescherming.

 

(2)

Om tegemoet te komen aan nieuwe behoeften binnen de Unie aan statistieken over migratie en internationale bescherming en gezien het feit dat de kenmerken van de migratie snel veranderen, bestaat een behoefte aan het instellen van een kader dat toelaat om snel te reageren op veranderende behoeften op het gebied van statistieken over migratie en internationale bescherming.

 

(3)

Om de Unie te ondersteunen bij het doeltreffend reageren op de problemen die migratie stelt, en bij het ontwikkelen van op de mensenrechten gebaseerde beleidsmaatregelen, is het noodzakelijk om gegevens over migratie en internationale bescherming te verzamelen over perioden korter dan een jaar.

 

(4)

Statistieken over migratie en internationale bescherming zijn van fundamenteel belang voor de bestudering, formulering en evaluatie van een breed scala aan beleidsmaatregelen, vooral wat betreft de respons op de binnenkomst van personen die bescherming in Europa zoeken, zodat de beste beleidsmaatregelen kunnen worden gedefinieerd en toegepast.

 

(5)

Tevens zijn statistieken over migratie en internationale bescherming van fundamenteel belang om een overzicht te hebben van de migratiebewegingen binnen de Unie en de lidstaten in de gelegenheid te stellen het Unierecht goed toe te passen, met inachtneming van de grondrechten, zoals opgenomen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

 

(6)

Om de kwaliteit, en vooral de vergelijkbaarheid, van de door de lidstaten verschafte gegevens te garanderen en om op Unieniveau betrouwbare overzichten op te stellen, moeten de gebruikte gegevens op dezelfde begrippen worden gebaseerd en dezelfde referentiedatum of -periode betreffen.

 

(7)

De verstrekte gegevens over migratie en internationale bescherming moeten overeenstemmen met de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 862/2007 verkregen relevante statistieken.

 

(8)

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) biedt een referentiekader voor Europese statistieken over migratie en internationale bescherming. In het bijzonder vereist deze verordening van de lidstaten dat zij de beginselen van professionele onafhankelijkheid, onpartijdigheid, objectiviteit, betrouwbaarheid, statistische geheimhouding en kosteneffectiviteit, alsmede de daarin gespecificeerde kwaliteitscriteria, in acht nemen.

 

(9)

Kwaliteitsverslagen zijn essentieel voor het beoordelen en verbeteren van en het communiceren over de kwaliteit van de Europese statistieken. Het Comité voor het Europees statistisch systeem heeft zijn goedkeuring gehecht aan een norm van het Europees statistisch systeem (ESS-norm) inzake de structuur van kwaliteitsverslagen, in overeenstemming met de bepaling betreffende de kwaliteit van statistieken die is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 223/2009. Die ESS-norm moet bijdragen tot de harmonisatie van de kwaliteitsverslagen op grond van Verordening (EG) nr. 862/2007.

 

(10)

Om de efficiëntie van de statistische productie te verbeteren, hebben de nationale statistische instanties het recht snel en kosteloos toegang te krijgen tot en gebruik te maken van alle administratieve bestanden binnen hun eigen respectieve bestuursstelsels en deze te integreren in statistieken, voor zover dat nodig is voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, overeenkomstig de bepalingen betreffende de toegang tot en het gebruik en de integratie van administratieve bestanden die zijn vastgelegd in artikel 17 bis van Verordening (EG) nr. 223/2009.

 

(11)

Bij de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken moeten de nationale en Europese instanties voor de statistiek en, indien van toepassing, andere relevante instanties, rekening houden met de beginselen van de praktijkcode Europese statistieken, zoals herzien en bijgewerkt door het Comité voor het Europees statistisch systeem op 16 november 2017.

 

(12)

Verkennende studies moeten rekening houden met de toegevoegde waarde van de Unie, de voorwaarden voor de invoering van nieuwe gegevensverzamelingen binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 862/2007 vaststellen en de haalbaarheid en kwaliteit van statistieken — met inbegrip van de vergelijkbaarheid tussen landen — alsook de kosten van de gerelateerde gegevensverzamelingen beoordelen. Voor aanvang van elke verkennende studie moet de Commissie (Eurostat) de relevante administratieve bronnen op Unieniveau evalueren en nagaan of de vereiste statistieken op die bronnen kunnen worden gebaseerd. Er moet prioriteit worden gegeven aan het onderzoeken van het aantal aanvragen en het aantal afgewezen aanvragen voor eerste verblijfsvergunningen. De Commissie (Eurostat) moet in nauwe samenwerking met de lidstaten de resultaten van die verkennende studies evalueren en moet de resultaten openbaar maken. De invoering van nieuwe gegevensverzamelingen in de lidstaten mag alleen worden overwogen indien de evaluatie van de resultaten van de verkennende studies positief is. Ook moet de Commissie de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming raadplegen onder de voorwaarden voor legislatieve raadpleging die zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (4).

 

(13)

Het is belangrijk het gebruik van bestaande informatie en reeds verzamelde gegevens binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 862/2007 te optimaliseren. Daartoe moeten bestaande gegevensbronnen op Unie- en nationaal niveau, alsmede manieren om te profiteren van de kaders voor interoperabiliteit die zijn vastgesteld bij de Verordeningen (EU) 2019/817 (5) en (EU) 2019/818 (6) van het Europees Parlement en de Raad, worden onderzocht om het gebruik ervan voor officiële statistieken te beoordelen. Een dergelijke beoordeling moet ook de uitvoering van het concept van interoperabiliteit op Unieniveau omvatten, zodat meerdere organisaties dezelfde gegevens kunnen gebruiken, naargelang van hun behoeften en vergunningen.

 

(14)

Binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 862/2007 moet de Commissie (Eurostat) streven naar coördinatie van de gegevensverzamelingen die door de betrokken instanties van de Unie worden gebruikt, en moet zij daartoe samenwerkingsovereenkomsten sluiten met die instanties in het kader van hun respectieve bevoegdheden.

 

(15)

Om de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 862/2007 te verwezenlijken, moeten er voldoende financiële middelen worden toegewezen voor het verzamelen, analyseren en verspreiden van Europese en nationale statistieken van hoge kwaliteit over migratie en internationale bescherming.

 

(16)

Indien het met het oog op de uitvoering van Verordening (EG) nr. 862/2007 nodig is dat in het nationale statistische systeem van een lidstaat nieuwe methodologieën en nieuwe gegevensverzamelingen voor statistieken in het kader van die verordening worden ontwikkeld en toegepast, wat ook de deelname van die lidstaat aan verkennende studies en het verbeteren van gegevensbronnen en IT-systemen omvat, moet een financiële bijdrage van de Unie aan de die lidstaat worden verstrekt in de vorm van een subsidie overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (7).

 

(17)

Deze verordening respecteert het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, het recht op bescherming van persoonsgegevens en het recht op non-discriminatie, die zijn neergelegd in het Handvest. Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (8) en Verordening (EU) 2018/1725 zijn van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens die onder Verordening (EG) nr. 862/2007 vallen.

 

(18)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 862/2007 te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de bepaling van praktische regelingen voor, en de inhoud van, kwaliteitsverslagen; het vastleggen van geschikte formats voor de toezending van de gegevens; de specificatie van uitsplitsingen; en het vaststellen — op basis van de evaluatie van de resultaten van de verkennende studies — van nieuwe verzamelingen en uitsplitsingen van gegevens. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (9).

 

(19)

Wanneer voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 862/2007 grote aanpassingen van het nationale statistische systeem van een lidstaat nodig zijn, moet de Commissie, indien gerechtvaardigd en voor beperkte tijd, de betrokken lidstaat afwijkingen kunnen toestaan door middel van een uitvoeringshandeling. Dergelijke grote aanpassingen kunnen met name nodig zijn om de tijdigheid te verbeteren, het ontwerp van de methoden om de gegevens te verzamelen — met inbegrip van de toegang tot administratieve bronnen — aan te passen of om nieuwe innovatieve instrumenten voor het produceren van gegevens te ontwikkelen.

 

(20)

Voor een doeltreffend toezicht op de toepassing van Verordening (EG) nr. 862/2007 moeten regelmatig evaluaties worden verricht. De Commissie moet de op grond van die verordening opgestelde statistieken, hun kwaliteit en tijdige toezending grondig evalueren, ten behoeve van verslagen aan het Europees Parlement en de Raad. De Commissie (Eurostat) moet nauw overleg plegen met alle actoren die betrokken zijn bij het verzamelen van gegevens inzake migratie en internationale bescherming en met de belangrijkste gebruikers van die statistieken.

 

(21)

Daar de doelstelling van deze verordening, te weten het herzien en aanvullen van de bestaande gemeenschappelijke voorschriften voor het verzamelen en het opstellen van Europese statistieken over migratie en internationale bescherming, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar, om redenen van harmonisatie en vergelijkbaarheid, beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

 

(22)

Verordening (EG) nr. 862/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(23)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (10).

 

(24)

Het Comité voor het Europees statistisch systeem is geraadpleegd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 862/2007

Verordening (EG) nr. 862/2007 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 1 wordt punt c) vervangen door:

 

“c)

de administratieve en gerechtelijke procedures in de lidstaten met betrekking tot immigratie, de verlening van verblijfsvergunningen, staatsburgerschap, asiel en andere vormen van internationale bescherming, illegale binnenkomst en illegaal verblijf, en terugkeer.”.

 

2)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

de punten j) tot en met m) worden vervangen door:

 

“j)

“verzoek om internationale bescherming”: een verzoek om internationale bescherming zoals gedefinieerd in artikel 2, onder h), van Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (*1);

 

k)

“vluchtelingenstatus”: vluchtelingenstatus zoals gedefinieerd in artikel 2, onder e), van Richtlijn 2011/95/EU;

 

l)

“subsidiairebeschermingsstatus”: subsidiairebeschermingsstatus zoals gedefinieerd in artikel 2, onder g), van Richtlijn 2011/95/EU;

 

m)

“gezinsleden”: gezinsleden zoals gedefinieerd in artikel 2, onder g), van Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (*2);

(*1)  PB L 337 van 20.12.2011, blz. 9.."

(*2)  PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31.”;"

 

ii)

de punten o) tot en met q) worden vervangen door:

 

“o)

“niet-begeleide minderjarige”: een niet-begeleide minderjarige zoals gedefinieerd in artikel 2, onder l), van Richtlijn 2011/95/EU;

 

p)

“buitengrenzen”: buitengrenzen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (*3);

 

q)

“onderdanen van derde landen aan wie de toegang wordt geweigerd”: onderdanen van derde landen aan wie aan de buitengrenzen de toegang wordt geweigerd omdat zij niet voldoen aan alle toegangsvoorwaarden vastgesteld in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2016/399, en niet behoren tot een van de categorieën personen, genoemd in artikel 6, lid 5, van die verordening;

(*3)  PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1.”;"

 

b)

lid 3 wordt geschrapt.

 

3)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt gewijzigd als volgt:

 

i)

in de eerste alinea wordt punt c) vervangen door:

 

“c)

verzoeken om internationale bescherming dat tijdens de referentieperiode is ingetrokken, uitgesplitst naar expliciete en impliciete intrekking als bedoeld in de artikelen 27 en 28 van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad (*4);

(*4)  Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 60).”;"

 

ii)

in de eerste alinea worden de volgende punten toegevoegd:

 

“d)

personen dat tijdens de referentieperiode een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend of in een door een gezinslid ingediend verzoek om internationale bescherming is inbegrepen en voor de eerste keer verzoekt om internationale bescherming;

 

e)

personen dat tijdens de referentieperiode een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend of in een door een gezinslid ingediend verzoek om internationale bescherming is inbegrepen en van wie de verzoeken zijn verwerkt volgens de versnelde procedure van artikel 31, lid 8, van Richtlijn 2013/32/EU;

 

f)

personen dat tijdens de referentieperiode een volgend verzoek om internationale bescherming heeft ingediend als bedoeld in artikel 40 van Richtlijn 2013/32/EU of in een door een gezinslid ingediend verzoek om internationale bescherming is inbegrepen;

 

g)

personen dat een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend of in een door een gezinslid ingediend verzoek om internationale bescherming is inbegrepen en dat aan het einde van de referentieperiode materiële opvangvoorzieningen heeft genoten die de verzoekers een fatsoenlijke levensstandaard bieden, overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad (*5);

(*5)  Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 96).”;"

 

iii)

de tweede alinea wordt vervangen door:

“De onder a) tot en met f) bedoelde statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht, naar het staatsburgerschap van de betrokken personen en naar niet-begeleide minderjarigen. De referentieperiode bedraagt een kalendermaand en de statistieken worden binnen twee maanden na het eind van de referentiemaand bij de Commissie (Eurostat) ingediend. De eerste referentiemaand is januari 2021.

De referentieperiode voor de onder g) bedoelde statistieken bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen zes maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2021.”;

 

b)

lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

 

i)

in de eerste alinea worden de punten b) en c) vervangen door:

 

“b)

personen dat het onderwerp vormt van beslissingen in eerste aanleg tot verlening, intrekking, beëindiging of weigering van verlenging van de vluchtelingenstatus, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;

 

c)

personen dat het onderwerp vormt van beslissingen in eerste aanleg tot verlening, intrekking, beëindiging of weigering van verlenging van de subsidiairebeschermingsstatus, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;”;

 

ii)

de tweede alinea wordt vervangen door:

“Deze statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht, naar het staatsburgerschap van de betrokken personen en naar niet-begeleide minderjarigen. De referentieperiode bedraagt drie kalendermaanden en de statistieken worden binnen twee maanden na het einde van de referentieperiode bij de Commissie (Eurostat) ingediend. De eerste referentieperiode loopt van januari tot en met maart 2021.”;

 

c)

lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

de punten c) en d) van de eerste alinea worden vervangen door:

 

“c)

het aantal personen dat het onderwerp vormt van definitieve beslissingen tot verlening, intrekking, beëindiging of weigering van verlenging van de vluchtelingenstatus, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;

 

d)

personen die het onderwerp vormen van definitieve beslissingen tot verlening, intrekking, beëindiging of weigering van verlenging van de subsidiairebeschermingsstatus, tijdens de referentieperiode genomen door een administratieve of gerechtelijke instantie;”;

 

ii)

de tweede alinea wordt vervangen door:

“Deze statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht, naar het staatsburgerschap van de betrokken personen en, behalve voor punt a), naar niet-begeleide minderjarigen. Bovendien worden de onder g) bedoelde statistieken uitgesplitst naar land van verblijf en type asielbeslissing.

De referentieperiode voor de in de eerste alinea bedoelde statistieken bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen drie maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2021.”;

 

d)

lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

in de eerste alinea worden de volgende punten toegevoegd:

 

“f)

het aantal verzoeken tot heroverweging van terugname of overname van een asielzoeker;

 

g)

de bepalingen waarop de onder f) genoemde verzoeken gebaseerd zijn;

 

h)

de beslissingen die ten aanzien van de onder f) genoemde verzoeken zijn genomen.

 

i)

het aantal overdrachten waartoe de onder h) genoemde beslissingen hebben geleid.”;

 

ii)

de tweede alinea wordt vervangen door:

“Deze statistieken worden uitgesplitst naar geslacht en naar begeleide of niet-begeleide minderjarigen. De referentieperiode voor deze statistieken bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen drie maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2021.”.

 

4)

Artikel 5, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de tweede alinea wordt vervangen door:

“De onder a) bedoelde statistieken worden uitgesplitst overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/399.”;

 

b)

de derde alinea wordt vervangen door:

“De onder b) bedoelde statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht, naar het staatsburgerschap van de betrokken personen, naar de gronden voor hun aanhouding en naar de plaats van de aanhouding.”.

 

5)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt vervangen door:

 

“1.

De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) statistieken over het aantal:

 

a)

verblijfsvergunningen dat aan onderdanen van derde landen werd verleend, met de volgende uitsplitsingen:

 

i)

gedurende de referentieperiode verleende eerste verblijfsvergunningen die de onderdaan van een derde land toestemming geven in het land te verblijven, uitgesplitst naar staatsburgerschap, verblijfsgrond en geldigheidsduur van de vergunning, leeftijd en geslacht;

 

ii)

gedurende de referentieperiode verleende verblijfsvergunningen bij wijziging van de immigratiestatus of verblijfsgrond van de onderdaan van een derde land, uitgesplitst naar staatsburgerschap, verblijfsgrond en geldigheidsduur van de vergunning, leeftijd en geslacht;

 

iii)

aan het eind van de referentieperiode geldige verblijfsvergunningen (aantal verleende verblijfsvergunningen dat niet is ingetrokken of verlopen), uitgesplitst naar staatsburgerschap, verblijfsgrond en geldigheidsduur van de vergunning, leeftijd en geslacht;

 

b)

langdurig ingezetenen aan het eind van de referentieperiode, uitgesplitst naar staatsburgerschap, type langetermijnstatus, leeftijd en geslacht;

 

c)

onderdanen van derde landen dat gedurende het referentiejaar een verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen heeft verkregen, uitgesplitst naar leeftijd en naar geslacht.”;

 

b)

lid 3 wordt vervangen door:

 

“3.

De referentieperiode voor de in lid 1 bedoelde statistieken bedraagt een kalenderjaar en de statistieken worden binnen zes maanden na het eind van het referentiejaar bij de Commissie (Eurostat) ingediend. Het eerste referentiejaar is 2021.”.

 

6)

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in lid 1 wordt punt b) vervangen door:

 

“b)

het aantal onderdanen van derde landen dat het grondgebied van de lidstaat daadwerkelijk heeft verlaten als gevolg van een administratieve of gerechtelijke beslissing of handeling, zoals bedoeld onder a), uitgesplitst naar het staatsburgerschap van de teruggekeerde personen, het type terugkeer en ontvangen steun en het land van bestemming;”;

 

b)

lid 2 wordt vervangen door:

 

“2.

De in lid 1 bedoelde statistieken worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht van de betrokken persoon, en naar niet-begeleide minderjarigen. De referentieperiode bedraagt drie kalendermaanden en de statistieken worden binnen twee maanden na het einde van de referentieperiode bij de Commissie (Eurostat) ingediend. De eerste referentieperiode loopt van januari tot en met maart 2021.”.

 

7)

Artikel 8 wordt geschrapt.

 

8)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de volgende leden worden ingevoegd:

 

“1 bis.

De lidstaten nemen de nodige maatregelen ter waarborging van de kwaliteit van de in het kader van deze verordening ingediende gegevens en metagegevens.

 

1 ter.

De kwaliteitscriteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (*6)gelden voor de toepassing van deze verordening.

(*6)  Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).”;"

 

b)

de leden 2 tot en met 5 worden vervangen door:

 

“2.

De lidstaten rapporteren aan de Commissie (Eurostat), in de vorm van kwaliteitsverslagen, over de gebruikte gegevensbronnen, de redenen waarom voor deze bronnen werd gekozen, de gevolgen van deze keuze voor de kwaliteit van de statistieken, de technische en organisatorische maatregelen om het recht op bescherming van persoonsgegevens te eerbiedigen en de gebruikte ramingsmethoden en stellen de Commissie (Eurostat) op de hoogte van alle wijzigingen daarin.

 

3.

De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) desgevraagd elke aanvullende verduidelijking die nodig is om de kwaliteit van de statistische informatie te beoordelen.

 

4.

De lidstaten stellen de Commissie (Eurostat) onverwijld in kennis van alle herzieningen of correcties van de krachtens deze verordening verstrekte statistieken, van alle wijzigingen van de gebruikte methoden en gegevensbronnen, en van alle relevante informatie of wijzigingen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening die van invloed zouden kunnen zijn op de kwaliteit van de toegezonden gegevens.

 

5.

De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen:

 

a)

waarin de praktische regelingen voor en de inhoud van de in lid 2 van dit artikel bedoelde kwaliteitsverslagen worden bepaald;

 

b)

met betrekking tot de maatregelen betreffende het vaststellen van geschikte formats voor de toezending van de gegevens overeenkomstig deze verordening.

De onder a) bedoelde handelingen mogen voor de lidstaten geen aanzienlijke extra lasten of kosten met zich meebrengen.

De in dit lid bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

 

9)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 9 bis

Verkennende studies

  • 1. 
    Overeenkomstig de doelstellingen van deze verordening stelt de Commissie (Eurostat) verkennende studies in die op vrijwillige basis door de lidstaten kunnen worden uitgevoerd, met het oog op het testen van de haalbaarheid van nieuwe verzamelingen of uitsplitsingen van gegevens binnen het toepassingsgebied van deze verordening, met inbegrip van de beschikbaarheid van geschikte gegevensbronnen en productietechnieken, de statistische kwaliteit en vergelijkbaarheid, alsmede de eraan verbonden kosten en lasten. De lidstaten zorgen er samen met de Commissie (Eurostat) voor dat deze verkennende studies op Unieniveau representatief zijn.
  • 2. 
    Voordat de Commissie (Eurostat) een specifieke verkennende studie start, evalueert zij of de nieuwe statistieken kunnen worden gebaseerd op de informatie die beschikbaar is in de relevante administratieve bronnen op Unieniveau, om de gebruikte begrippen waar mogelijk te harmoniseren, en om de extra lasten voor de nationale instituten voor de statistiek en andere nationale instanties tot een minimum te beperken en het gebruik van bestaande gegevens te verbeteren, overeenkomstig artikel 17 bis van Verordening (EG) nr. 223/2009. De Commissie (Eurostat) houdt ook rekening met de lasten die voortvloeien uit andere lopende verkennende studies, om het aantal gelijktijdig uitgevoerde verkennende studies gedurende dezelfde periode te beperken.
  • 3. 
    De in dit artikel bedoelde verkennende studies hebben betrekking op de volgende aangelegenheden:
 

a)

voor de uit hoofde van artikel 4 als geheel vereiste statistieken, uitsplitsingen naar maand van indiening van het verzoek om internationale bescherming;

 

b)

voor de uit hoofde van artikel 4, lid 1, vereiste statistieken:

 

i)

het aantal personen die een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend of in een door een gezinslid ingediend verzoek om internationale bescherming zijn inbegrepen en die

 

zijn vrijgesteld van een versnelde procedure of een grensprocedure of hun verzoeken om internationale bescherming in het kader van een dergelijke grensprocedure hebben laten behandelen;

 

niet in Eurodac geregistreerd zijn;

 

bewijsstukken hebben overgelegd die zouden kunnen bijdragen tot de vaststelling van hun identiteit;

 

in bewaring waren geplaatst, uitgesplitst naar de duur van het verblijf in bewaring en naar de gronden voor de bewaring, of waren onderworpen aan een administratieve of gerechtelijke beslissing of handeling waarbij hun bewaring of een alternatief voor bewaring wordt bevolen, uitgesplitst naar het soort alternatief en naar de maand waarin die beslissing of die handeling bekendgemaakt is;

 

gratis rechtsbijstand hebben gekregen;

 

materiële opvangvoorzieningen hebben genoten als gespecificeerd uit hoofde van artikel 4, lid 1, onder g), uitgesplitst naar leeftijd, geslacht, staatsburgerschap en niet-begeleide minderjarigen, en met de mogelijkheid deze statistieken te relateren aan referentieperioden van één maand;

 

niet-begeleide minderjarigen zijn aan wie een vertegenwoordiger is toegewezen, niet-begeleide minderjarigen die toegang hebben gekregen tot het onderwijsstelsel of niet-begeleide minderjarigen die geplaatst zijn overeenkomstig artikel 31, lid 3, van Richtlijn 2011/95/EU;

 

een leeftijdsonderzoek hebben ondergaan, met inbegrip van de resultaten van dit onderzoek;

 

ii)

het gemiddeld aantal niet-begeleide minderjarigen per vertegenwoordiger dat een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend;

 

c)

voor de krachtens artikel 4, leden 2 en 3, vereiste statistieken:

 

i)

voor personen die vallen onder artikel 4, lid 2, onder a), of artikel 4, lid 3, onder b), uitsplitsingen naar beslissingen tot afwijzing van verzoeken om internationale bescherming:

 

als niet-ontvankelijk, naar reden voor de niet-ontvankelijkheid,

 

als ongegrond;

 

als kennelijk ongegrond in de reguliere procedure, naar reden voor de afwijzing,

 

als kennelijk ongegrond in een versnelde procedure, naar reden voor afwijzing en reden voor versnelde behandeling,

 

omdat de verzoeker in aanmerking komt voor bescherming in zijn land van herkomst;

 

ii)

voor personen die vallen onder artikel 4, lid 2, onder b) en c), en artikel 4, lid 3, onder c) en d), uitsplitsingen naar beslissingen over de beëindiging of uitsluiting, verder uitgesplitst naar de grond voor de beëindiging of uitsluiting;

 

iii)

het aantal personen ten aanzien van wie een beslissing is genomen na een persoonlijk onderhoud;

 

iv)

het aantal personen ten aanzien van wie beslissingen in eerste aanleg of definitieve beslissingen zijn genomen tot beperking of intrekking van materiële opvangvoorzieningen;

 

d)

voor de uit hoofde van artikel 4, lid 3, vereiste statistieken, de duur van de beroepsprocedures;

 

e)

voor de uit hoofde van artikel 4, lid 4, vereiste statistieken, uitsplitsingen naar leeftijd en staatsburgerschap;

 

f)

voor de krachtens artikel 6 vereiste statistieken, het aantal:

 

i)

verzoeken en afgewezen verzoeken voor eerste verblijfsvergunningen door onderdanen van derde landen tijdens de referentieperiode, uitgesplitst naar staatsburgerschap, reden voor het verzoek om een vergunning, leeftijd en geslacht;

 

ii)

afgewezen verzoeken om een verblijfsvergunning bij wijziging van de immigratiestatus of verblijfsgrond van de onderdaan van een derde land;

 

iii)

verblijfsvergunningen afgegeven om gezinsredenen, uitgesplitst naar de reden voor de afgifte van de vergunning en naar status van de gezinshereniger van de onderdaan van een derde land;

 

g)

voor de uit hoofde van artikel 7 vereiste statistieken, uitsplitsingen naar:

 

i)

de redenen voor de in lid 1, onder a), van dat artikel bedoelde beslissingen of handelingen;

 

ii)

het aantal in lid 1, onder a), van dat artikel bedoelde personen aan wie een inreisverbod is opgelegd;

 

iii)

het aantal personen in terugkeerprocedures ten aanzien van wie een administratieve of gerechtelijke beslissing is genomen of een administratieve of gerechtelijke handeling is vastgesteld waarbij hun bewaring wordt bevolen, verder uitgesplitst naar de duur van het verblijf in bewaring, of ten aanzien van wie een alternatief voor bewaring is bevolen, uitgesplitst naar het soort alternatief en naar de maand waarin die beslissing is genomen of die handeling is vastgesteld;

 

iv)

het aantal teruggekeerde personen, als volgt verder uitgesplitst naar land van bestemming en naar de aard van de beslissing of de handeling:

 

op grond van een formele overnameovereenkomst van de Unie;

 

op grond van een informele overnameovereenkomst van de Unie;

 

op grond van een nationale overnameovereenkomst.

  • 4. 
    De Commissie (Eurostat) evalueert de resultaten van de verkennende studies in nauwe samenwerking met de lidstaten en maakt de resultaten openbaar. De evaluatie omvat een beoordeling van de toegevoegde waarde van de in het kader van de verkennende studie bijeengebrachte nieuwe gegevensverzamelingen op Unieniveau en een analyse van de kosteneffectiviteit, met inbegrip van een evaluatie van de lasten voor de respondenten en de productiekosten overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 223/2009.
  • 5. 
    Onder voorbehoud van de positieve evaluatie van de resultaten van de verkennende studies, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met betrekking tot de in lid 3 bedoelde aangelegenheden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
  • 6. 
    Om de uitvoering van de in dit artikel bedoelde verkennende studies te vergemakkelijken, verstrekt de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 9 ter passende financiering aan de lidstaten die deze studies uitvoeren.
  • 7. 
    Uiterlijk op 13 juli 2022 en vervolgens om de twee jaar, brengt de Commissie (Eurostat) verslag uit over de algemene vooruitgang die is geboekt ten aanzien van de in lid 3 bedoelde aangelegenheden. Het verslag wordt openbaar gemaakt.

Artikel 9 ter

Financiering

  • 1. 
    Voor de uitvoering van deze verordening worden uit de algemene begroting van de Unie financiële bijdragen verstrekt aan de nationale instituten voor de statistiek en andere relevante nationale instanties als bedoeld in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 223/2009, voor:
 

a)

de ontwikkeling van nieuwe statistische methodologieën ten behoeve van op grond van deze verordening te realiseren statistieken, met inbegrip van de deelname van de lidstaten aan in artikel 9 bis bedoelde verkennende studies;

 

b)

de ontwikkeling of tenuitvoerlegging van nieuwe verzamelingen en uitsplitsingen van gegevens binnen het toepassingsgebied van deze verordening, met inbegrip van de verbetering van gegevensbronnen en IT-systemen, voor een periode van maximaal vijf jaar.

  • 2. 
    Financiële bijdragen van de Unie als bedoeld in lid 1 van dit artikel worden verstrekt in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (*7).

(*7)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).”."

  • 10) 
    Artikel 10 wordt vervangen door:

“Artikel 10

Uitvoeringshandelingen voor het specificeren van uitsplitsingen

De Commissie is bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen met als doel uitsplitsingen te specificeren in overeenstemming met de artikelen 4 tot en met 7. Bij de vaststelling van die uitvoeringshandelingen motiveert de Commissie de noodzaak van de desbetreffende uitsplitsingen ten behoeve van de ontwikkeling en monitoring van Uniebeleid inzake migratie en asiel en zorgt zij ervoor dat dergelijke uitvoeringshandelingen geen aanzienlijke extra kosten of lasten voor de lidstaten meebrengen.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld uiterlijk 18 maanden vóór het einde van de referentieperiode wanneer de gegevens betrekking hebben op een kalenderjaar, en uiterlijk zes maanden vóór het einde van de referentieperiode wanneer de gegevens betrekking hebben op een periode van minder dan een jaar.”.

  • 11) 
    Artikel 11 wordt vervangen door:

“Artikel 11

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (*8).
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
  • 12) 
    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 11 bis

Afwijkingen

  • 1. 
    Indien voor de toepassing van deze verordening of de op grond daarvan vastgestelde uitvoeringshandelingen ingrijpende aanpassingen aan het nationale statistische systeem van een lidstaat nodig zouden zijn, kan de Commissie bij uitvoeringshandeling een afwijking toestaan voor een door de betrokken lidstaat gevraagde termijn, op voorwaarde dat die termijn niet langer is dan drie jaar. Daarbij ziet de Commissie erop toe dat de gegevens van de lidstaten vergelijkbaar zijn en dat de vereiste representatieve en betrouwbare Europese aggregaten tijdig berekend worden, en houdt zij rekening met de lasten voor lidstaten en respondenten.
  • 2. 
    Wanneer de noodzaak van een afwijking krachtens lid 1 aan het eind van de periode waarvoor zij was verleend nog steeds door voldoende bewijsmateriaal is gerechtvaardigd, kan de Commissie bij uitvoeringshandeling een afwijking toestaan voor een door de betrokken lidstaat gevraagde volgende termijn, op voorwaarde dat die termijn niet langer is dan twee jaar.
  • 3. 
    Voor de toepassing van de leden 1 en 2 dient een lidstaat een naar behoren gemotiveerd verzoek in bij de Commissie uiterlijk op 13 oktober 2020 of binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van de betrokken uitvoeringshandeling, of zes maanden vóór het einde van de periode waarvoor de huidige afwijking is verleend, al naargelang het geval.
  • 4. 
    Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 3), onder a) en b), en punt 6), zijn van toepassing met ingang van 1 maart 2021.

Artikel 1, punt 3), onder c) en d), en punt 5), zijn van toepassing met ingang van 1 juli 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 juni 2020.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • D. 
    M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitster

  • N. 
    BRNJAC
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 16 april 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 20 maart 2020 (PB C 139 van 28.4.2020, blz. 1). Standpunt van het Europees Parlement van 17 juni 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 311/76 van de Raad betreffende de opstelling van statistieken over buitenlandse werknemers (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 23).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
  • (4) 
    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
  • (5) 
    Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
  • (7) 
    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
  • (8) 
    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
  • (9) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.