Besluit 2020/954 - Standpunt EU in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie over kennisgeving van vrijwillige deelname aan de regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) vanaf 1 januari 2021, en over de optie die wordt gekozen voor de berekening van de compensatievereisten die in de periode 2021-2023 van toepassing zijn op de luchtvaartmaatschappijen

1.

Wettekst

3.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 212/14

 

BESLUIT (EU) 2020/954 VAN DE RAAD

van 25 juni 2020

over het namens de Europese Unie in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie in te nemen standpunt over kennisgeving van vrijwillige deelname aan de regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) vanaf 1 januari 2021, en over de optie die wordt gekozen voor de berekening van de compensatievereisten die in de periode 2021-2023 van toepassing zijn op de luchtvaartmaatschappijen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart (het “Verdrag van Chicago”) is op 4 april 1947 in werking getreden. Bij dat verdrag werd de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) opgericht en wordt beoogd het internationale luchtvervoer te regelen.

 

(2)

Alle lidstaten van de Unie zijn verdragsluitende partijen bij het Verdrag van Chicago en leden van de ICAO, terwijl de Unie de status van waarnemer heeft in bepaalde organen van de ICAO.

 

(3)

In december 2015 heeft de 21e Conferentie van de partijen bij het Raamverdrag inzake klimaatverandering van de Verenigde Naties de Overeenkomst van Parijs (1) vastgesteld. De doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs zijn onder andere de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur te beperken tot beduidend minder dan 2 °C boven het niveau van het pre-industriële tijdperk en te streven naar een maximale stijging van 1,5 °C boven het niveau van het pre-industriële tijdperk. Alle bedrijfstakken van de economie moeten tot emissiebeperkingen bijdragen, inclusief de internationale luchtvaart.

 

(4)

In 2016 is tijdens de 39e algemene vergadering van de ICAO bij Resolutie A39-3 besloten tot de toepassing van een wereldwijde marktgebaseerde metingsregeling in de vorm van een regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia), teneinde de broeikasgasemissies van de internationale luchtvaart te beperken tot het niveau van 2020. Het standpunt van de Unie ten aanzien van de opstelling en vaststelling van dat schema en de verschillende gedetailleerde elementen daarvan is vastgesteld bij Besluit (EU) 2016/915 van de Raad (2).

 

(5)

De ICAO-Raad heeft op 27 juni 2018 tijdens de tiende bijeenkomst van zijn 214e zitting de eerste versie van bijlage 16, volume IV, bij het Verdrag van Chicago goedgekeurd: Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) (“bijlage 16, volume IV”).

 

(6)

In 2017 werd bij Verordening (EU) 2017/2392 van het Europees Parlement en de Raad (3) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) gewijzigd. Eén van de doelstellingen van die verordening was de toepassing van Corsia vanaf 2021 voor te bereiden, vereisten uit hoofde van de wetgeving van de Unie vast te stellen voor de monitoring, rapportering en controle van emissies met het oog op Corsia, en bepalingen inzake rapportering en beoordeling met betrekking tot de toepassing van Corsia te specificeren.

 

(7)

De regels in bijlage 16, volume IV zullen bindend worden overeenkomstig het Verdrag van Chicago en binnen de grenzen die daarin zijn vastgelegd. Die regels zullen ook bindend worden voor de Unie en haar lidstaten uit hoofde van bestaande internationale luchtvervoersovereenkomsten.

 

(8)

Opdat de ICAO volledig rekening zou houden met het huidige juridische kader op het niveau van de Unie hebben de lidstaten verschillen aangemeld overeenkomstig Besluit (EU) 2018/2027 van de Raad (5). Uit hoofde van Besluit (EU) 2018/2027 is Richtlijn 2003/87/EG in haar huidige vorm van toepassing ongeacht de nationaliteit van de luchtvaartmaatschappij en heeft ze in beginsel betrekking op vluchten die vertrekken van of aankomen op een luchthaven die gevestigd is op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) van toepassing is. Richtlijn 2003/87/EG is van toepassing zonder onderscheid tussen vluchten binnen en tussen lidstaten en/of landen van de Europese Economische Ruimte. In dit stadium gelden deze regels zowel voor de monitoring-, rapporterings- en verificatievereisten (MRV-vereisten) als voor de compensatievereisten.

 

(9)

Met inachtneming van de overeenkomstig Besluit (EU) 2018/2027 gemelde verschillen zijn de in bijlage 16, volume IV uiteengezette MRV-vereisten, die van toepassing zijn sinds 1 januari 2019, opgenomen in de wetgeving van de Unie door middel van Uitvoeringsverordeningen (EU) 2018/2066 (6) en (EU) 2018/2067 (7) en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1603 (8) Uit hoofde van die verordeningen moeten in de proeffase gegevens over de emissies worden verzameld en doorgestuurd naar het ICAO-secretariaat.

 

(10)

Krachtens deel II, hoofdstuk 3, punten 3.1.3 en 3.2.1 en aanhangsel 1 van bijlage 16, volume IV, moeten de verdragsluitende partijen de ICAO in kennis stellen van hun besluit om vrijwillig deel te nemen aan Corsia, of om de vrijwillige deelname aan Corsia met ingang van 1 januari 2021 stop te zetten. De verdragsluitende partijen moeten de ICAO tevens in kennis stellen van de optie die zij hebben gekozen voor de berekening van de compensatievereisten van luchtvaartmaatschappijen in de periode 2021-2023. Zij moeten deze kennisgevingen uiterlijk 30 juni 2020 indienen.

 

(11)

Die bepalingen hebben tot gevolg dat bepaalde juridische gevolgen van bijlage 16, volume IV afhankelijk zijn van de indiening van relevante kennisgevingen bij de ICAO en van de voorwaarden voor die kennisgevingen. De vaststelling van een standpunt van de Unie met betrekking tot dergelijke kennisgevingen valt derhalve binnen de werkingssfeer van artikel 218, lid 9, VWEU.

 

(12)

In dit opzicht is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in de ICAO moet worden ingenomen, rekening houdend met de kennisgevingsvereisten uit hoofde van bijlage 16, volume IV, met name omdat de vrijwillige deelname aan Corsia en de keuze van de optie uit hoofde van punt 3.2.1 van bijlage 16, volume IV een beslissende invloed kunnen hebben op rechten en plichten op een gebied dat onder de Uniewetgeving valt, met name Richtlijn 2003/87/EG en, in zekere mate, Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad (9).

 

(13)

De Unie en haar lidstaten hebben herhaaldelijk verklaard (10) dat zij bereid zijn vanaf 1 januari 2021 aan Corsia deel te nemen.

 

(14)

Vrijwillige deelname aan Corsia houdt in dat, overeenkomstig punt 3.2.1 van bijlage 16, volume IV, een optie moet worden gekozen voor de berekening van de compensatievereisten van luchtvaartmaatschappijen in de periode 2021-2023. Wat dit punt betreft, is het passend de berekeningen te baseren op de emissies van respectievelijk 2021, 2022 en 2023. Die optie zal waarschijnlijk meer voordelen voor het milieu en het internationaal vervoer opleveren dan de andere beschikbare optie, namelijk de berekeningen baseren op de emissies van 2020, aangezien de emissies van de internationale luchtvaart in 2021, 2022 en 2023 naar verwachting hoger zullen zijn dan in 2020, waardoor ook de compensatievereisten hoger zullen liggen. Dit zou ook zorgen voor meer continuïteit, aangezien in punt 3.2.2 van bijlage 16, volume IV, is bepaald dat vanaf 2024 de berekening moet worden gebaseerd op het de emissies van het desbetreffende jaar.

 

(15)

De keuze voor de emissies van respectievelijk 2021, 2022 en 2023 voor de berekening van de compensatievereisten van luchtvaartmaatschappijen zou in de periode 2021-2023 gelden voor alle luchtvaartmaatschappijen die zijn toegewezen aan de desbetreffende lidstaat, zoals bepaald in de recentste versie van het ICAO-document “CORSIA Aeroplane Operator to State Attributions” (11).

 

(16)

Het kader van Richtlijn 2003/87/EG wijkt momenteel op bepaalde punten af van bijlage 16, volume IV. Uit hoofde van artikel 28 ter, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG moet de Commissie binnen twaalf maanden nadat de ICAO de relevante instrumenten heeft goedgekeurd, en voordat Corsia operationeel wordt, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen waarin zij moet onderzoeken hoe die instrumenten door middel van een herziening van Richtlijn 2003/87/EG in de wetgeving van de Unie ten uitvoer kunnen worden gelegd en waarin zij, onder meer, de ambitie en de algehele milieu-integriteit van Corsia moet onderzoeken, met inbegrip van de mate van algemene ambitie met betrekking tot de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs, het participatieniveau, de afdwingbaarheid ervan, de transparantie, de sancties voor niet-naleving, de processen voor inbreng van het publiek, de kwaliteit van de compensatiecredits, de monitoring, rapportage en verificatie van de emissies, de registers, de verantwoordingsplicht alsook de regels voor het gebruik van biobrandstoffen. Uit hoofde van artikel 28 ter, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG moet de Commissie het verslag zo nodig vergezeld doen gaan van een voorstel aan het Europees Parlement en de Raad tot wijziging, schrapping, verlenging of vervanging van de afwijkingen waarin artikel 28 bis van die richtlijn voorziet, dat in overeenstemming is met de toezegging inzake reductie van broeikasgasemissies die de Unie voor 2030 voor de hele economie heeft gedaan met het doel om de milieu-integriteit en de doeltreffendheid van de klimaatactie van de Unie in stand te houden.

 

(17)

De Commissie heeft het verslag nog niet ingediend. De Commissie moet het in artikel 28 ter, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde verslag en het bijbehorende voorstel dan ook zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor eind 2020 indienen bij het Europees Parlement en de Raad.

 

(18)

In deze context moet worden gewaarborgd dat afdoende rekening wordt gehouden met huidige en eventuele toekomstige verschillen tussen de Uniewetgeving en bijlage 16, volume IV, teneinde, indien nodig, het wetgevingskader van de Unie in stand te houden, met inbegrip van de vrijheid van de wetgever om te beslissen over de toekomstige regeling van de Unie op het desbetreffende gebied.

 

(19)

Daarom moeten de betreffende kennisgevingen een verwijzing bevatten naar het verschil dat is aangemeld overeenkomstig Besluit (EU) 2018/2027, dat van toepassing is op de kwesties die onder de vrijwillige deelname vallen. Aangezien dat verschil, voor zover het nog relevant is, alleen betrekking heeft op de toewijzing van de bevoegdheid van staten ten aanzien van de verschillende exploitanten, moeten de relevante kennisgevingen ook voorzien in de mogelijkheid om aanvullende verschillen aan te melden.

 

(20)

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de ICAO moet tot uiting worden gebracht door elke lidstaat van de Unie die lid is van de ICAO,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) met betrekking tot de kennisgeving aan de ICAO van de vrijwillige deelname van de lidstaten aan de regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) vanaf 1 januari 2021, houdt het volgende in: elke lidstaat geeft uiterlijk 30 juni 2020 kennis van het volgende:

“Krachtens deel II, hoofdstuk 3, punt 3.1.3 en aanhangsel 1 van bijlage 16, volume IV, van het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart: de regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) stelt [lidstaat] de ICAO ervan in kennis dat zij vanaf 1 januari 2021 vrijwillig deelneemt aan Corsia.”.

  • 2. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de ICAO met betrekking tot de kennisgeving aan de ICAO met betrekking tot de optie voor het berekenen van de compensatievereisten van de luchtvaartmaatschappijen in de periode 2021-2023, houdt het volgende in: elke lidstaat die lid is van de ICAO geeft uiterlijk 30 juni 2020 aan de ICAO kennis van het volgende:

“Krachtens deel II, hoofdstuk 3, punt 3.2.1 en aanhangsel 1 van bijlage 16, volume IV, van het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart: de regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia), stelt [lidstaat] de ICAO ervan in kennis dat als optie voor het berekenen van de compensatievereisten van de luchtvaartmaatschappij in de periode 2021-2023 wordt gekozen voor: OE = de onder punt 3.1 vallende CO2-emissies van de luchtvaartmaatschappij in jaar y.”.

  • 3. 
    De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde kennisgevingen gaan vergezeld van de volgende tekst:

“Deze kennisgeving doet geen afbreuk aan de verschillen, krachtens artikel 38 van het Verdrag van Chicago, met de bepalingen van bijlage 16, volume IV bij het Verdrag van Chicago.”.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde standpunten worden tot uitdrukking gebracht door elke lidstaat van de Unie die lid is van de ICAO.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    METELKO-ZGOMBIĆ
 

  • (2) 
    Besluit (EU) 2016/915 van de Raad van 30 mei 2016 inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen over een internationaal instrument dat moet worden opgesteld binnen de organen van de ICAO en dat tot doel heeft vanaf 2020 één wereldwijde marktgebaseerde maatregel toe te passen om de emissies van de internationale luchtvaart aan te pakken (PB L 153 van 10.6.2016, blz. 32).
  • (3) 
    Verordening (EU) 2017/2392 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG om de huidige beperkingen van het toepassingsgebied voor luchtvaartactiviteiten voort te zetten en de tenuitvoerlegging van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021 voor te bereiden (PB L 350 van 29.12.2017, blz. 7).
  • (4) 
    Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
  • (5) 
    Besluit (EU) 2018/2027 van de Raad van 29 november 2018 inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, met betrekking tot de eerste editie van de internationale normen en aanbevolen praktijken inzake milieubescherming — Regeling voor koolstofcompensatie en -reductie voor de internationale luchtvaart (Corsia) (PB L 325 van 20.12.2018, blz. 25).
  • (6) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie (PB L 334 van 31.12.2018, blz. 1).
  • (7) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 334 van 31.12.2018, blz. 94).
  • (8) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1603 van de Commissie van 18 juli 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie aangenomen maatregelen voor de monitoring, rapportage en verificatie van luchtvaartemissies ter uitvoering van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel (PB L 250 van 30.9.2019, blz. 10).
  • (9) 
    Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82).
  • Bijvoorbeeld in de verklaring van Bratislava en ICAO A39- WP/414 (https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-12029-2016-INIT/nl/pdf), ICAO A40-WP/102 https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-10227-2019-REV-1/nl/pdf).
  • https://www.icao.int/environmental-protection/CORSIA/Pages/CCR.aspx
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.