Besluit 2020/983 - Sluiting van het protocol tot uitvoering van de visserijovereenkomst met Kaapverdië (2019-2024)

1.

Wettekst

10.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 222/1

 

BESLUIT (EU) 2020/983 VAN DE RAAD

van 7 juli 2020

betreffende de sluiting van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (2019-2024)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 19 december 2006 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 2027/2006 (2) vastgesteld waarbij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (3) (“de overeenkomst”) werd gesloten. De overeenkomst is op 30 maart 2007 in werking is getreden, is stilzwijgend verlengd en is nog steeds van kracht.

 

(2)

Naar aanleiding van de aanbeveling van de Commissie, besloot de Raad op 4 juni 2018 machtiging te verlenen tot het openen van onderhandelingen met de Republiek Kaapverdië, voor de sluiting van een nieuw protocol tot uitvoering van de overeenkomst.

 

(3)

Het meest recente protocol bij de overeenkomst is verstreken op 22 december 2018.

 

(4)

De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over het nieuwe protocol. Naar aanleiding van die onderhandelingen is het nieuwe protocol op 12 oktober 2018 geparafeerd.

 

(5)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2019/951 van de Raad (4) is het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (2019-2024) (“het protocol”) (5) op 20 mei 2019 ondertekend.

 

(6)

Het protocol wordt voorlopig van toegepast met ingang van de datum van ondertekening.

 

(7)

Het protocol heeft tot doel het voor de Unie en de Republiek Kaapverdië mogelijk te maken om nauwer samen te werken ter bevordering van een duurzaam visserijbeleid, een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de wateren van Kaapverdië, en de inspanningen van Kaapverdië voor de ontwikkeling van een blauwe economie.

 

(8)

Het protocol moet worden goedgekeurd.

 

(9)

Bij artikel 9 van de overeenkomst is een gemengde commissie opgericht die belast is met de controle van de toepassing van de overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie, overeenkomstig dat artikel en artikel 5, artikel 6, lid 3, en artikel 7, leden 1 en 2, van het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van die wijzigingen te vergemakkelijken, moet de Commissie onder bepaalde materiële en procedurele voorwaarden worden gemachtigd om namens de Unie deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure.

 

(10)

Het standpunt van de Unie over de wijzigingen van het protocol moet worden vastgesteld door het comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten. De voorgestelde wijzigingen worden aanvaard tenzij een blokkerende minderheid van de lidstaten overeenkomstig artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bezwaar maakt in het comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten.

 

(11)

Het door de Unie in de gemengde commissie in te nemen standpunt over andere aangelegenheden moet worden bepaald in overeenstemming met de Verdragen en bestaande praktijken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (2019-2024) wordt namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 16 van het protocol bedoelde kennisgeving.

Artikel 3

De Commissie wordt, overeenkomstig de procedure van de bijlage bij dit besluit, gemachtigd om namens de Unie goedkeuring te verlenen voor wijzigingen van het protocol die worden vastgesteld door de gemengde commissie die is ingesteld bij artikel 9 van de overeenkomst.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 7 juli 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (1) 
    Goedkeuring van 17 juni 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 2027/2006 van de Raad van 19 december 2006 betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 1).
  • (4) 
    Besluit (EU) 2019/951 van de Raad van 17 mei 2019 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (2019-2024) (PB L 154 van 12.6.2019, blz. 1).
 

BIJLAGE

PROCEDURE VOOR DE GOEDKEURING VAN DOOR DE GEMENGDE COMMISSIE VAST TE STELLEN WIJZIGINGEN VAN HET PROTOCOL

Indien de gemengde commissie wordt verzocht overeenkomstig artikel 5, artikel 6, lid 3, artikel 7, leden 1 en 2, van het protocol wijzigingen ervan vast te stellen, wordt de Commissie gemachtigd de voorgestelde wijzigingen namens de Unie goed te keuren, onder de volgende voorwaarden:

 

1)

De Commissie zorgt ervoor dat de goedkeuring namens de Unie:

 

a)

in overeenstemming is met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

b)

in overeenstemming is met de toepasselijke voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en geschiedt met inachtneming van het gezamenlijk beheer door de kuststaten;

 

c)

geschiedt met inachtneming van de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

 

2)

Voordat de Commissie, namens de Unie, voorgestelde wijzigingen goedkeurt, legt de Commissie deze tijdig voorafgaand aan de desbetreffende vergadering van de gemengde commissie voor aan de Raad.

 

3)

Het comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten beoordeelt of de voorgestelde wijzigingen in overeenstemming zijn met de criteria in punt 1 van deze bijlage.

 

4)

Tenzij een aantal lidstaten dat een blokkerende minderheid van de Raad overeenkomstig artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie vormt, bezwaar maakt tegen de voorgestelde wijzigingen, keurt de Commissie de wijzigingen namens de Unie goed. Ingeval zich een dergelijke blokkerende minderheid voordoet, wijst de Commissie namens de Unie de voorgestelde wijzigingen af.

 

5)

Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de zaak overeenkomstig de procedure van de punten 2 en 4 opnieuw aan de Raad voorgelegd om ervoor te zorgen dat in het standpunt van de Unie rekening wordt gehouden met nieuwe elementen.

 

6)

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd alle stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie en de mededeling van de voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

 

7)

Over aangelegenheden die geen betrekking hebben op wijzigingen van het protocol overeenkomstig artikel 5, artikel 6, lid 3, artikel 7, leden 1 en 2, ervan, wordt het door de Unie in de gemengde commissie in te nemen standpunt bepaald in overeenstemming met de Verdragen en bestaande werkpraktijken.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.