Uitvoeringsverordening 2020/1112 - Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 wat betreft de toepassingsdata in respons op de COVID-19-pandemie

1.

Wettekst

29.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/9

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1112 VAN DE RAAD

van 20 juli 2020

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 wat betreft de toepassingsdata in respons op de COVID-19-pandemie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 397,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad (2) zijn gedetailleerde bepalingen vastgesteld voor bijzondere regelingen voor belastingplichtigen die bepaalde diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen.

 

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 van de Raad (3) zijn deze bepalingen gewijzigd ter uitbreiding van de reikwijdte van de bestaande bijzondere regelingen en ter invoering van een nieuwe regeling om het rechtskader voor de belasting over de toegevoegde waarde (btw) voor grensoverschrijdende e-handel tussen bedrijven en consumenten (b2c) te moderniseren. Die wijzigingen moeten met ingang van 1 januari 2021 worden toegepast.

 

(3)

Op 30 januari 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de COVID-19-uitbraak als een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang aangemerkt. Op 11 maart 2020 heeft de WHO de COVID-19-uitbraak uitgeroepen tot pandemie. De COVID-19-pandemie heeft alle lidstaten getroffen. Vanwege de alarmerende toename van het aantal gevallen en het gebrek aan doeltreffende middelen om de COVID-19-pandemie onmiddellijk het hoofd te bieden, hebben tal van lidstaten een nationale noodtoestand uitgeroepen.

 

(4)

De COVID-19-pandemie vormt een onverwachte en ongekende noodtoestand die alle lidstaten zwaar treft en hen verplicht op nationaal niveau onmiddellijk actie te ondernemen door voor andere onderwerpen gereserveerde middelen over te hevelen om de huidige crisis met voorrang aan te pakken. Als gevolg van deze crisis ondervinden verscheidene lidstaten moeilijkheden bij het voltooien van de ontwikkeling van de IT-systemen die nodig zijn om Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 met ingang van 1 januari 2021 toe te passen. Meerdere lidstaten en postaanbieders en koeriersdiensten hebben daarom verzocht de toepassingsdata van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 uit te stellen.

 

(5)

Gezien de uitdagingen waarmee de lidstaten geconfronteerd worden bij het aanpakken van de COVID-19-crisis, en het feit dat de nieuwe bepalingen uitgaan van het beginsel dat alle lidstaten hun IT-systemen moeten actualiseren om Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 te kunnen toepassen, en te zorgen voor het verzamelen en doorgeven van informatie en voor betalingen in het kader van de gewijzigde regelingen, moeten de toepassingsdata van die uitvoeringsverordening met zes maanden worden uitgesteld. Een uitstel van zes maanden is passend, aangezien de vertraging zo kort mogelijk moet worden gehouden om de extra begrotingsverliezen voor de lidstaten tot een minimum te beperken.

 

(6)

Gelet op de aanzienlijke gevolgen van de economische verstoringen en de eventuele bijkomende moeilijkheden door de COVID-19-pandemie, en om de nieuwe voorschriften inzake btw op e-handel correct en tijdig te kunnen toepassen, zou de Commissie nauw met de betrokken lidstaten kunnen samenwerken om toe te zien op de aanpassing van de nationale IT-systemen en zo nodig technische bijstand te verlenen.

 

(7)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 1, punt 5), wordt het nieuwe lid 1 van artikel 61 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 vervangen door:

“1.   Bedragen op een ingediende btw-aangifte die betrekking heeft op aangiftetijdvakken tot en met het tweede tijdvak in 2021, kunnen na de indiening van die btw-aangifte uitsluitend worden gewijzigd door middel van een wijziging van diezelfde aangifte en niet door middel van aanpassingen in een latere aangifte.

Bedragen op een ingediende btw-aangifte die betrekking heeft op aangiftetijdvakken vanaf het derde tijdvak in 2021, kunnen na de indiening van die btw-aangifte uitsluitend worden gewijzigd door middel van aanpassingen in een latere aangifte.”.

 

2)

In artikel 2 worden de tweede en derde alinea vervangen door:

“Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2021.

De lidstaten staan belastingplichtigen en voor hun rekening handelende tussenpersonen evenwel toe om vanaf 1 april 2021 de gegevens in te dienen die uit hoofde van artikel 360, artikel 369 quater of artikel 369 sexdecies van Richtlijn 2006/112/EG worden verlangd, teneinde gebruik te mogen maken van de bijzondere regelingen.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (2) 
    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 77 van 23.3.2011, blz. 1).
  • (3) 
    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2026 van de Raad van 21 november 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 wat betreft door elektronische interfaces gefaciliteerde leveringen van goederen of diensten en de bijzondere regelingen voor belastingplichtigen die diensten voor niet-belastingplichtigen, afstandsverkopen van goederen en bepaalde binnenlandse goederenleveringen verrichten (PB L 313 van 4.12.2019, blz. 14).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.