Uitvoeringsbesluit 2020/1262 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU waarbij Roemenië wordt gemachtigd af te wijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van de btw-richtlijn - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 296/6

Artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG bepaalt onder andere dat een belastingplichtige gerechtigd is de belasting over de toegevoegde waarde (btw) die in een lidstaat is verschuldigd of voldaan af te trekken van de btw die wordt geheven ter zake van de goederen of de diensten die hij voor zijn belaste activiteiten gebruikt. Krachtens artikel 26, lid 1, onder a), van die richtlijn wordt het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor privédoeleinden van de belastingplichtige of van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden, wanneer voor dit goed recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de btw is ontstaan; gelijkgesteld aan een dienst tegen vergoeding.

Bij Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU van de Raad (2) werd Roemenië gemachtigd om, tot en met 31 december 2014, het recht op aftrek van de btw tot 50 % te beperken ter zake van de aankoop, intracommunautaire verwerving, invoer, huur of leasing van bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen alsmede de btw ter zake van de daarmee samenhangende uitgaven, wanneer deze voertuigen niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, en belastingplichtigen te ontheffen van de verplichting om het gebruik van deze voertuigen voor andere dan bedrijfsdoeleinden gelijk te stellen aan een dienst tegen vergoeding overeenkomstig artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG. Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/156 van de Raad (3) werd de geldigheid van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU verlengd tot en met 31 december 2017. Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2012 van de Raad (4) werd Roemenië gemachtigd de derogatiemaatregelen toe te passen tot de datum van inwerkingtreding van regels van de Unie waarin wordt vastgesteld welke uitgaven ter zake van gemotoriseerde wegvoertuigen niet in aanmerking komen voor een volledige aftrek van de btw, doch uiterlijk tot 31 december 2020.

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 13 maart 2020, heeft Roemenië verzocht om machtiging tot verlenging van een maatregel die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde de beperking van het recht op aftrek ter zake van uitgaven voor bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, te mogen handhaven.

De toepassing van een vast tarief voor het aftrekbare btw-bedrag ter zake van uitgaven voor gemotoriseerde wegvoertuigen die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, vereenvoudigt de procedure voor belastinginning.

Op grond van artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 2 april 2020 van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 3 april 2020 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die nodig zijn voor de beoordeling van het verzoek.

Op grond van artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU heeft Roemenië de Commissie, samen met het verzoek om verlenging, een verslag over de toepassing van dit uitvoeringsbesluit voorgelegd. Op basis van actuele gegevens acht Roemenië de beperking van 50 % nog altijd gerechtvaardigd en passend.

De verlenging van de derogatiemaatregelen moet worden beperkt tot de tijd die nodig is om te evalueren of deze maatregelen doeltreffend zijn en het percentage passend is. Roemenië mag derhalve worden gemachtigd de derogatiemaatregelen te blijven toepassen tot en met 31 december 2023.

Indien Roemenië een verlenging van de machtiging na 2023 nodig acht, moet het de Commissie uiterlijk op 31 maart 2023, samen met het verzoek om verlenging, een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van het percentage van de aftrekbeperking van de btw dat wordt toegepast op basis van Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU.

De derogatiemaatregelen zullen geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst van Roemenië in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

Uitvoeringsbesluit 2012/232/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,