Uitvoeringsbesluit 2020/1344 - Toekenning van tijdelijke steun aan Cyprus om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken

1.

Wettekst

29.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/13

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1344 VAN DE RAAD

van 25 september 2020

tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Cyprus om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 6 augustus 2020 heeft Cyprus de Unie om financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(2)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Cyprus heeft getroffen om de uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, zullen naar verwachting een dramatisch effect op de overheidsfinanciën hebben. Volgens de voorjaarsprognose 2020 van de Commissie zou Cyprus tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 7 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van 115,7 % van het bbp hebben. Volgens de tussentijdse zomerprognose 2020 van de Commissie zou het bbp van Cyprus in 2020 met 7,7 % krimpen.

 

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Cyprus inactief geworden. Dat heeft geleid tot een plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven van Cyprus ten behoeve van de bijzondere regeling ouderschapsverlof, de regelingen ter ondersteuning van ondernemingen bij de gedeeltelijke of volledige schorsing van hun activiteiten, de bijzondere regeling voor zelfstandigen, de bijzondere regeling voor verblijfsaccommodatie en toeristische accommodatie, de bijzondere regeling ter ondersteuning van bedrijven uit de toeristische sector of getroffen door het toerisme of verbonden met bedrijven die hun activiteiten volledig moeten schorsen, de bijzondere regeling ter ondersteuning van bedrijven die vooraf omschreven activiteiten uitoefenen, en de subsidieregeling voor zeer kleine en kleine ondernemingen en zelfstandigen, en ter ondersteuning van maatregelen op het gebied van de volksgezondheid, met betrekking tot de regeling ziekte-uitkeringen, zoals uiteengezet in de overwegingen 4 tot en met 12.

 

(4)

“Wet nr. 27(I)/2020”, waarnaar in het verzoek van Cyprus van 6 augustus 2020 wordt verwezen, was de grondslag voor de invoering van een reeks bestuurlijke besluiten waarin maatregelen worden uiteengezet om aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Op basis van “Wet nr. 27(I)/2020” hebben de autoriteiten een bijzondere verlofregeling ingevoerd, waarmee wordt voorzien in looncompensatie voor ouders die in de particuliere sector werken en kinderen tot 15 jaar of kinderen -ongeacht de leeftijd- met een handicap hebben. Die bijzondere verlofregeling kan worden beschouwd als een maatregel die vergelijkbaar is met werktijdverkortingsregelingen, als bedoeld in Verordening (EU) 2020/672, omdat daarmee wordt voorzien in inkomenssteun voor werknemers en die regeling helpt werkgelegenheid te behouden doordat wordt voorkomen dat ouders die voor hun kinderen moeten zorgen omdat scholen gesloten zijn, het dienstverband moeten opzeggen.

 

(5)

Voorts hebben de autoriteiten een regeling ingevoerd ter ondersteuning van ondernemingen die hun activiteiten volledig hebben moeten schorsen, waarbij wordt voorzien in looncompensatie tot 90 % voor werknemers van ondernemingen die gedwongen zijn hun activiteiten te schorsen, op voorwaarde dat de werkgelegenheid behouden blijft. De compensatie dekt 60 % van het salaris van de werknemer of 60 % van de socialezekerheidsrechten die de werknemer heeft opgebouwd in 2018 (in 2019 voor de periode van juli tot en met augustus 2020), afhankelijk van wat het grootst is. Het bedrag van de compensatie ligt tussen maximaal 1 214 EUR en minimaal 360 EUR per maand.

 

(6)

Met de regeling ter ondersteuning van ondernemingen wegens de gedeeltelijke schorsing van hun activiteiten, wordt voorzien in looncompensatie voor werknemers van ondernemingen die als gevolg van de pandemie hun omzet met ten minste 25 % zien dalen, op voorwaarde dat de werkgelegenheid behouden blijft. De compensatie dekt 60 % van het salaris van de werknemer of 60 % van de socialezekerheidsrechten die de werknemer heeft opgebouwd in 2018, afhankelijk van wat het grootst is. Het bedrag van de compensatie ligt tussen maximaal 1 214 EUR en minimaal 360 EUR per maand.

 

(7)

Met de “bijzondere regeling voor zelfstandigen” wordt voorzien in compensatie voor zelfstandigen die geen activiteiten kunnen uitoefenen overeenkomstig het decreet van de minister van Gezondheid of een kabinetsbesluit.

 

(8)

Met de “bijzondere regeling voor hotels en toeristische accommodatie” wordt voorzien in looncompensatie ter ondersteuning van werknemers in de hotelsector en andere bedrijven die toeristische accommodatie aanbieden, en van wie de werkgever zijn activiteiten volledig heeft geschorst of die zijn omzet met meer dan 40 % zag terugvallen. Voorwaarde om de aan de regeling te kunnen deelnemen, is het behoud van werkgelegenheid.

 

(9)

Met de “bijzondere regeling ter ondersteuning van bedrijven uit de toeristische sector of getroffen door het toerisme of verbonden met bedrijven die hun activiteiten volledig moeten schorsen” wordt voorzien in looncompensatie voor de werknemers in de hotelsector en andere bedrijven die toeristische accommodatie aanbieden en die hun activiteiten volledig hebben geschorst of die hun omzet met meer dan 55 % zagen terugvallen, op voorwaarde dat de werkgelegenheid behouden blijft.

 

(10)

Met de “bijzondere regeling ter ondersteuning van bedrijven die vooraf omschreven activiteiten uitoefenen” wordt voorzien in looncompensatie voor de werknemers van de bedrijven die hun omzet met ten minste 55 % zagen terugvallen, op voorwaarde dat de werkgelegenheid behouden blijft.

 

(11)

Voorts worden met de “Aanvullende begroting, Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak”, waarnaar in het verzoek van Cyprus van 6 augustus 2020 wordt verwezen, subsidies ingevoerd voor zeer kleine en kleine ondernemingen en zelfstandigen die tot 50 werknemers in dienst hebben. Het verzoek ziet alleen op het gedeelte van de uitgaven met betrekking tot de steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven. Met die subsidies wordt een vast subsidiebedrag toegekend om de exploitatiekosten van kleine bedrijven en zelfstandigen te ondersteunen. Die subsidieregeling kan worden beschouwd als een maatregel die vergelijkbaar is met werktijdverkortingsregelingen, als bedoeld in Verordening (EU) 2020/672, omdat die bedoeld is om zelfstandigen of gelijksoortige categorieën werknemers tegen inkomensdaling of -verlies te beschermen.

 

(12)

Ten slotte wordt met de “regeling ziekte-uitkeringen” voorzien in looncompensatie voor werknemers van de particuliere sector en voor zelfstandigen, op voorwaarde dat zij zijn ingedeeld bij kwetsbare personen overeenkomstig een door het ministerie van Gezondheid bekendgemaakte lijst, zij door de autoriteiten in quarantaine zijn geplaatst of zij met COVID-19 besmet zijn.

 

(13)

Cyprus voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Cyprus heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 479 070 000 EUR zijn gestegen als gevolg van het gestegen bedrag dat rechtstreeks verband houdt met de bijzondere regeling ouderschapsverlof, de regelingen ter ondersteuning van ondernemingen bij de gedeeltelijke of volledige schorsing van hun activiteiten, de bijzondere regeling voor zelfstandigen, de bijzondere regeling voor verblijfsaccommodatie en toeristische accommodatie, de bijzondere regeling ter ondersteuning van bedrijven uit de toeristische sector of getroffen door het toerisme of verbonden met bedrijven die hun activiteiten volledig moeten schorsen, de bijzondere regeling ter ondersteuning van bedrijven die vooraf omschreven activiteiten uitoefenen, en de subsidieregeling voor zeer kleine en kleine ondernemingen en zelfstandigen. Dit is een plotse en sterke stijging omdat die nieuwe maatregelen een aanzienlijk percentage van de bedrijven en de arbeidskrachten in Cyprus betreffen.

 

(14)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Cyprus geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, alsmede het beroep dat wordt gedaan op maatregelen op gezondheidsgebied die verband houden met de COVID-19-uitbraak, waarvan sprake is in het verzoek van 6 augustus 2020.

 

(15)

Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Cyprus te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

 

(16)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

 

(17)

Cyprus moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Cyprus die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

 

(18)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Cyprus en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Cyprus voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672.

Artikel 2

  • 1. 
    De Unie stelt Cyprus een lening van maximaal 479 070 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
  • 2. 
    De periode waarin de bij dit besluit toegekende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 18 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht geworden is.
  • 3. 
    De Commissie stelt de financiële bijstand van de Unie in maximaal acht tranches beschikbaar aan Cyprus. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald. De looptijden van de deeltranches in het kader van de eerste tranche kunnen langer zijn dan de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd. In dergelijke gevallen worden de looptijden van verdere deeltranches zodanig vastgesteld dat de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd in acht is genomen als alle tranches zijn uitbetaald.
  • 4. 
    De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst.
  • 5. 
    Cyprus betaalt de in artikel 4 van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde financieringskosten van de Unie voor elke tranche, vermeerderd met alle vergoedingen, kosten en uitgaven van de Unie die uit de financiering van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel toegekende lening voortvloeien.
  • 6. 
    De Commissie beslist over de omvang en de vrijgave van de tranches, alsmede over de omvang van de deeltranches.

Artikel 3

Cyprus mag de volgende maatregelen financieren:

 

a)

de bijzondere regeling ouderschapsverlof, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 27(I)/2020” en “bestuurlijke besluiten 127/148/151/184/192/212/213/235/2020”;

 

b)

de regelingen ter ondersteuning van ondernemingen wegens de gedeeltelijke of volledige schorsing van hun activiteiten, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 27(I)/2020” en “bestuurlijke besluiten 131/148/151/188/212/213/239/2020 en 151/187/212/213/238/243/273/2020”;

 

c)

de bijzondere regeling voor zelfstandigen, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 27(I)/2020” en “bestuurlijke besluiten 129/148/151/186/213/237/322/2020”;

 

d)

de bijzondere regeling voor hotels en toeristische accommodatie, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 27(I)/2020” en “bestuurlijke besluiten 269/317/2020”;

 

e)

de bijzondere regeling ter ondersteuning van bedrijven uit de toeristische sector of getroffen door het toerisme of verbonden met bedrijven die hun activiteiten volledig moeten schorsen, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 27(I)/2020” en “bestuurlijke besluiten 270/318/2020”;

 

f)

de bijzondere regeling ter ondersteuning van bedrijven die vooraf omschreven activiteiten uitoefenen, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 27(I)/2020” en “bestuurlijke besluiten 272/320/2020”;

 

g)

de subsidieregeling voor zeer kleine en kleine ondernemingen en zelfstandigen, waarin wordt voorzien door de “Aanvullende begroting, Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak”, voor het gedeelte van de uitgaven met betrekking tot de steun aan zelfstandigen en eenmansbedrijven;

 

h)

de regeling ziekte-uitkeringen, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 27(I)/2020” en “bestuurlijke besluiten 128/148/151/185/212/236/2020”.

Artikel 4

Cyprus stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de Republiek Cyprus.

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de geadresseerde.

Artikel 6

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 25 september 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.