Uitvoeringsbesluit 2020/1345 - Toekenning van tijdelijke steun aan Tsjechië om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken

1.

Wettekst

29.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/17

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1345 VAN DE RAAD

van 25 september 2020

tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Tsjechische Republiek om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 7 augustus 2020 heeft de Tsjechische Republiek de Unie om financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(2)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die de Tsjechische Republiek heeft genomen om de uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidsgerelateerde gevolgen ervan in te dammen, zullen naar verwachting een dramatisch effect op de overheidsfinanciën hebben. Volgens de voorjaarsprognose 2020 van de Commissie zou de Tsjechische Republiek eind 2020 een overheidstekort van 6,7 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van en 38,7 % van het bbp hebben. Volgens de tussentijdse zomerprognose 2020 van de Commissie zou het bbp van de Tsjechische Republiek in 2020 met 7,8 % krimpen.

 

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in de Tsjechische Republiek inactief geworden. Dat heeft geleid tot een plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven van de Tsjechische Republiek voor de werktijdverkortingsregeling met de naam “antivirusprogramma” (met de subprogramma’s optie A en optie B) en soortgelijke maatregelen gericht op de indirecte loonkosten (antivirusprogramma optie C) en steun voor zelfstandigen, zoals uiteengezet in de overwegingen 4 tot en met 8.

 

(4)

Meer bepaald is bij “Resolutie van de regering nr. 353 van 31 maart 2020”, als gewijzigd, met als rechtsgrondslag artikel 120 van “Wet nr. 435/2004 Sb. inzake werkgelegenheid”, als gewijzigd, waarnaar in het verzoek van de Tsjechische Republiek van 7 augustus 2020 wordt verwezen, het “antivirusprogramma” opties A en B ingevoerd. Die maatregelen zijn ontworpen om gedeeltelijk de loonkosten te compenseren van particuliere werkgevers die hun economische activiteiten tijdelijk moeten staken of aanzienlijk moeten terugschroeven als rechtstreeks gevolg van door de autoriteiten genomen maatregelen (optie A), of indirect vanwege de negatieve economische effecten van de pandemie (optie B), bijvoorbeeld doordat werknemers niet konden werken als gevolg van reisbeperkingen. Bij optie A wordt de bijdrage van de overheid verstrekt voor 80 % van het compensatieloon, maar niet meer dan 39 000 CZK per werknemer per maand. Bij optie B bedraagt de bijdrage van de overheid 60 % van het compensatieloon, maar niet meer dan 29 000 CZK per werknemer per maand. Werknemers die via die regeling geld ontvangen, mogen niet worden ontslagen zolang de werkgever aan de regeling deelneemt. De maatregelen lopen van 12 maart tot en met 31 oktober 2020 (2).

 

(5)

Voorts hebben de autoriteiten optie C van het “antivirusprogramma” ingevoerd op basis van “Wet nr. 300/2020 Sb.” en “Wet nr. 187/2006 Sb.” (3), waarnaar in het verzoek van de Tsjechische Republiek van 7 augustus 2020 wordt verwezen. Die maatregel verlaagt de indirecte loonkosten (bijvoorbeeld door de werkgever betaalde socialezekerheidsbijdragen) van kleine ondernemingen (tot 50 werknemers) die het aantal banen en de loonsom handhaven op ten minste 90 % van het niveau van respectievelijk eind maart 2020 en in maart 2020. Slechts 90 % van de totale uitgaven van de maatregel zijn in het verzoek opgenomen om ervoor te zorgen dat de bijstand verband houdt met uitgaven die de werkgelegenheid op peil houden. De berekeningsgrondslag wordt afgetopt op 150 % van het gemiddelde brutoloon in de Tsjechische Republiek. De steun kan worden verleend voor de hele periode van juni tot en met augustus 2020 of voor een deel daarvan.

 

(6)

Het programma “Pětadvacítka”, als ingevoerd bij “Wet nr. 159/2020 Sb.” (4), waarnaar in het verzoek van de Tsjechische Republiek van 7 augustus 2020 wordt verwezen, kent een compensatiekorting van 500 CZK per persoon per kalenderdag van de kortingsperiode toe aan zelfstandigen die gedwongen werden hun economische activiteiten tijdelijk te staken of aanzienlijk — meer dan de normale bedrijfsvolatiliteit — terug te schroeven als gevolg van de risico’s van COVID-19 voor de volksgezondheid of als gevolg van door overheidsinstanties genomen crisismaatregelen. Het programma is opgesplitst in twee kortingsperioden: van 12 maart tot en met 30 april 2020 en van 1 mei tot en met 8 juni 2020. De compensatiekorting bestaat uit gederfde inkomsten voor de overheid, wat voor de toepassing van Verordening (EU) 2020/672 als gelijkwaardig aan overheidsuitgaven kan worden beschouwd.

 

(7)

Op basis van “Wet nr. 136/2020 Sb.” (voor sociale zekerheid) en “Wet nr. 134/2020 Sb.” (voor ziektekostenverzekering), waarnaar in het verzoek van de Tsjechische Republiek van 7 augustus 2020 wordt verwezen, hebben de autoriteiten een gedeeltelijke vrijstelling van sociale bijdragen en ziektekostenpremies ingevoerd die verschuldigd zijn door zelfstandigen die tijdens het verlenen van de steun actief zijn gebleven. De staat neemt de betaling van de maandelijks verschuldigde bijdrage van maart tot en met augustus 2020 voor zijn rekening. Voor het kwijtgescholden bedrag geldt een wettelijk vastgesteld maximum.

 

(8)

Tot slot hebben de autoriteiten op basis van “Regeringsresoluties nr. 262 van 19 maart 2020, nr. 311 van 26 maart, nr. 354 van 31 maart, nr. 514 van 4 mei en nr. 552 van 18 mei”, artikel 14 van “Wet nr. 218/2000 Sb. betreffende de begrotingsregels”, als gewijzigd (voor zelfstandigen in de primaire land- en bosbouwproductie), en artikel 3, punt h), van “Wet nr. 47/2002 Sb. inzake steun aan kleine en middelgrote ondernemingen”, als gewijzigd (voor alle andere zelfstandigen), waarnaar in het verzoek van de Tsjechische Republiek van 7 augustus 2020 wordt verwezen, de “zorgtoelage” voor zelfstandigen ingevoerd. Die maatregel compenseert de inkomsten die zelfstandigen derven omdat zij voor kinderen of zorgbehoevende personen moeten zorgen als gevolg van de sluiting van voorzieningen voor kinderopvang en sociale zorg. Het dagelijkse steunbedrag bedraagt 424 CZK voor maart 2020 en 500 CZK voor april tot en met juni 2020. Die steun kan worden verleend voor de hele periode van 12 maart tot en met 30 juni 2020 of voor een deel daarvan.

 

(9)

De Tsjechische Republiek voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. De Tsjechische Republiek heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verstrekt dat de werkelijke en de geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 2 940 446 745 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen die zijn genomen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak aan te pakken. Dit is een plotse en sterke stijging omdat de nieuwe maatregelen gelden voor een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in de Tsjechische Republiek. De Tsjechische Republiek is voornemens 940 446 745 EUR van de extra uitgaven met middelen van de Unie en met eigen middelen te financieren.

 

(10)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, de Tsjechische Republiek geraadpleegd en de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen waarvan sprake is in het verzoek van 7 augustus 2020.

 

(11)

Daarom moet financiële bijstand worden verleend om de Tsjechische Republiek te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

 

(12)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

 

(13)

De Tsjechische Republiek moet de Commissie regelmatig informeren over de uitvoering van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre de Tsjechische Republiek die uitgaven heeft uitgevoerd.

 

(14)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van de Tsjechische Republiek en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Tsjechische Republiek voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672.

Artikel 2

  • 1. 
    De Unie stelt de Tsjechische Republiek een lening van maximaal 2 000 000 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
  • 2. 
    De periode waarin de bij dit besluit toegekende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 18 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht geworden is.
  • 3. 
    De Commissie stelt de financiële bijstand van de Unie in maximaal acht tranches beschikbaar aan de Tsjechische Republiek. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald. De looptijden van de deeltranches in het kader van de eerste tranche kunnen langer zijn dan de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd. In dergelijke gevallen worden de looptijden van verdere deeltranches zodanig vastgesteld dat de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd in acht is genomen als alle tranches zijn uitbetaald.
  • 4. 
    De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst.
  • 5. 
    De Tsjechische Republiek betaalt de in artikel 4 van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde financieringskostenkosten van de Unie voor elke tranche en alle vergoedingen, kosten en uitgaven van de Unie die uit de financiering van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel toegekende lening voortvloeien.
  • 6. 
    De Commissie beslist over de omvang en de vrijgave van de tranches, alsmede over de omvang van de deeltranches.

Artikel 3

De Tsjechische Republiek mag de volgende maatregelen financieren:

 

a)

het “antivirusprogramma”, waarin wordt voorzien door “Resolutie van de regering nr. 353 van 31 maart 2020”, als gewijzigd, met als rechtsgrondslag artikel 120 van “Wet nr. 435/2004 Sb. inzake werkgelegenheid”, als gewijzigd;

 

b)

optie C van het “antivirusprogramma”, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 300/2020 Sb.”;

 

c)

het programma “Pětadvacítka”, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 159/2020 Sb.”;

 

d)

de gedeeltelijke vrijstelling van sociale bijdragen en ziektekostenpremies die verschuldigd zijn door zelfstandigen, waarin wordt voorzien door “Wet nr. 136/2020 Sb.” (voor sociale zekerheid) en “Wet nr. 134/2020 Sb.” (voor ziektekostenverzekering);

 

e)

de “zorgtoelage” voor zelfstandigen, waarin wordt voorzien door “Regeringsresoluties nr. 262 van 19 maart 2020, nr. 311 van 26 maart, nr. 354 van 31 maart, nr. 514 van 4 mei en nr. 552 van 18 mei”, artikel 14 van “Wet nr. 218/2000 Sb. betreffende de begrotingsregels”, als gewijzigd (voor zelfstandigen in de primaire land- en bosbouwproductie), en artikel 3, punt h), van “Wet nr. 47/2002 Sb. inzake steun aan kleine en middelgrote ondernemingen”, als gewijzigd (voor alle andere zelfstandigen).

Artikel 4

De Tsjechische Republiek stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de Tsjechische Republiek.

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de geadresseerde.

Artikel 6

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 25 september 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (2) 
    Echter alleen overheidsuitgaven voor steun in verband met de periode die eindigt op 31 augustus 2020 werden opgenomen in het in overweging 1 bedoelde verzoek van 7 augustus 2020.
  • (3) 
    Wet nr. 300/2020 Sb. inzake de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen en bijdragen aan het staatswerkgelegenheidsbeleid die door sommige werkgevers als belastingplichtige worden betaald in verband met noodmaatregelen tijdens de epidemie in 2020 en tot wijziging van wet nr. 187/2006 Sb. inzake ziektekostenverzekering, als gewijzigd.
  • (4) 
    Wet nr. 159/2020 Sb. inzake een korting als compensatie voor crisismaatregelen in verband het voorkomen van SARS CoV-2 (coronavirus), als gewijzigd.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.