Uitvoeringsbesluit 2020/1352 - Toekenning van tijdelijke steun aan Malta om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken

1.

Wettekst

29.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/42

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1352 VAN DE RAAD

van 25 september 2020

tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Malta om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 7 augustus 2020 heeft Malta de Unie om financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(2)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Malta heeft getroffen om de uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, zullen naar verwachting een dramatisch effect op de overheidsfinanciën hebben. Volgens de voorjaarsprognose 2020 van de Commissie zou Malta tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 6,7 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van 50,7 % van het bbp hebben. Volgens de tussentijdse zomerprognose 2020 van de Commissie zou het bbp van Malta in 2020 met 6,0 % krimpen.

 

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Malta inactief geworden. Dat heeft geleid tot een plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven van Malta ten behoeve van maatregelen voor een loontoeslag, een invaliditeitsuitkering en een ouderschapsuitkering, en ter ondersteuning van de maatregelen op het gebied van de volksgezondheid, van een uitkering op medische grond, zoals uiteengezet in de overwegingen 4 tot en met 7.

 

(4)

Bij de “Malta Enterprise Act (Cap. 463 of the Laws of Malta)/L-Att dwar il-Korporazzjoni għall-Intrapriża ta’ Malta (Kap. 463 tal-Liġijiet ta’ Malta)” en de “Government Notice No. 389 van 13 april 2020/Notifikazzjoni tal-Gvern Nru 389 tat-13 ta’ April 2020”, waarnaar in het verzoek van Malta van 7 augustus 2020 wordt verwezen, is een loontoeslag wegens COVID-19 ingevoerd voor werknemers en zelfstandigen om de door de pandemie veroorzaakte verstoring op te vangen. Werknemers met een voltijdse baan op de in bijlage A, vermeld in de “Government Notice”, opgenomen lijst van sectoren die het hardst door de crisis zijn getroffen (bv. de horecasector) komen in aanmerking voor een loontoeslag van 800 EUR per maand. Werknemers met een voltijdse baan op de in bijlage B, vermeld in de “Government Notice”, opgenomen lijst van sectoren die minder hard getroffen zijn, kunnen 160 EUR per maand ontvangen. In juli 2020 is de regeling verlengd tot september 2020 en de lijst van sectoren in de twee bijlagen werd herzien. In sectoren die eerder onder de regeling vielen maar niet in de bijgewerkte bijlagen A of B zijn opgenomen, wordt een loontoeslag van 600 EUR verleend voor werknemers met een voltijdse baan.

 

(5)

Bij “Government Notice No. 331 van 25 maart 2020/Notifikazzjoni tal-Gvern Nru 331 tal-25 ta’ Marzu 2020”, waarnaar in het verzoek van Malta van 7 augustus 2020 wordt verwezen, is een invaliditeitsuitkering wegens COVID-19 ingevoerd om personen met een handicap die werkzaam zijn in de particuliere sector toe te laten thuis te blijven om gezondheids- of veiligheidsredenen zonder hun overeenkomst met hun werkgever te verliezen. Die uitkering bedraagt maximaal 166,15 EUR per week in het geval van een voltijdse baan.

 

(6)

Op basis van de “Government Notice No. 330 van 25 maart 2020/Notifikazzjoni tal-Gvern Nru 330 tal-25 ta’ Marzu 2020”, waarnaar in het verzoek van Malta van 7 augustus 2020 wordt verwezen, is een ouderschapsuitkeringsregeling wegens COVID-19 ingevoerd voor ouders die werkzaam zijn in de particuliere sector en verplicht zijn thuis te blijven om voor schoolgaande kinderen te zorgen. De uitkering wordt verleend op voorwaarde dat de ouder zijn of haar functies niet kan uitoefenen via thuiswerk. Werknemers met een voltijdse baan komen in aanmerking voor een wekelijkse directe betaling van 166,15 EUR.

 

(7)

Tot slot is bij “Government Notice No. 353 van 30 maart 2020/Notifikazzjoni tal-Gvern Nru 353 tat-30 ta’ Marzu 2020”, waarnaar in het verzoek van Malta van 7 augustus 2020 wordt verwezen, sinds 27 maart 2020 een maatregel van kracht voor een uitkering op medische grond wegens COVID-19 voor personen die werkzaam zijn in de particuliere sector en die hun woning niet hebben kunnen verlaten om te gaan werken omdat zij tot thuisblijven gelast zijn. Personen komen in aanmerking wanneer zij niet thuis kunnen werken en zij tijdens hun afwezigheid op het werk niet door hun werkgever worden betaald. Personen die in aanmerking komen, ontvangen een wekelijkse directe betaling van 166,15 EUR.

 

(8)

Malta voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Malta heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 243 632 000 EUR zijn gestegen als gevolg van het toegenomen bedrag dat rechtstreeks verband houdt met de COVID-19-loontoeslag, de COVID-19-invaliditeitsuitkering en de COVID-19-ouderschapsuitkering. Dit is een plotse en sterke stijging aangezien de nieuwe maatregelen van toepassing zijn op een aanzienlijk aandeel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in Malta.

 

(9)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Malta geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, alsook met de invoering van maatregelen op gezondheidsgebied in verband met de COVID-19-uitbraak, waarvan sprake is in het verzoek van 7 augustus 2020.

 

(10)

Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Malta te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

 

(11)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

 

(12)

Malta moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Malta die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

 

(13)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Malta en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Malta voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672.

Artikel 2

  • 1. 
    De Unie stelt Malta een lening van maximaal 243 632 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
  • 2. 
    De periode waarin de bij dit besluit verleende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 18 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht is geworden.
  • 3. 
    De Commissie stelt de financiële bijstand van de Unie in maximaal acht tranches beschikbaar aan Malta. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald. De looptijden van de deeltranches in het kader van de eerste tranche kunnen langer zijn dan de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd. In dergelijke gevallen worden de looptijden van verdere deeltranches zodanig vastgesteld dat de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd in acht is genomen als alle tranches zijn uitbetaald.
  • 4. 
    De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst.
  • 5. 
    Malta betaalt de in artikel 4 van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde financieringskosten van de Unie voor elke tranche, vermeerderd met alle vergoedingen, kosten en uitgaven van de Unie die uit de financiering van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel toegekende lening voortvloeien.
  • 6. 
    De Commissie beslist over de omvang en de vrijgave van de tranches, alsmede over de omvang van de deeltranches.

Artikel 3

Malta mag de volgende maatregelen financieren:

 

a)

de loontoeslag wegens COVID-19, waarin wordt voorzien door de “Malta Enterprise Act (Cap 463. of the Laws of Malta)/L-Att dwar il-Korporazzjoni għall-Intrapriża ta’ Malta (Kap. 463 tal-Liġijiet ta’ Malta)” en “Government Notice nr. 389 van 13 april 2020/Notifikazzjoni tal-Gvern Nru. 389 tat-13 ta’ April 2020”;

 

b)

de invaliditeitsuitkering wegens COVID-19, waarin wordt voorzien door “Government Notice nr. 331 van 25 maart 2020/Notifikazzjoni tal-Gvern Nru 331 tal-25 ta’ Marzu 2020”;

 

c)

de ouderschapsuitkering wegens COVID-19, waarin wordt voorzien door “Government Notice nr. 330 van 25 maart 2020/Notifikazzjoni tal-Gvern Nru 330 tal-25 ta’ Marzu 2020”;

 

d)

de uitkering op medische grond wegens COVID-19, waarin wordt voorzien door “Government Notice nr. 353 van 30 maart 2020/Notifikazzjoni tal-Gvern Nru 353 tat-30 ta’ Marzu 2020”.

Artikel 4

Malta stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de Republiek Malta.

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de geadresseerde.

Artikel 6

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 25 september 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.