Uitvoeringsbesluit 2020/1354 - Toekenning van tijdelijke steun aan Portugal om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken

1.

Wettekst

29.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/49

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1354 VAN DE RAAD

van 25 september 2020

tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Portugese Republiek om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 11 augustus 2020 heeft Portugal de Unie om financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(2)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Portugal heeft getroffen om de uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, zullen naar verwachting een dramatisch effect op de overheidsfinanciën hebben. Volgens de voorjaarsprognose 2020 van de Commissie zou Portugal tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 6,5 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van 131,6 % van het bbp hebben. Volgens de tussentijdse zomerprognose 2020 van de Commissie zou het bbp van Portugal in 2020 met 9,8 % krimpen.

 

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Portugal inactief geworden. Dat heeft geleid tot een plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven van Portugal ten behoeve van werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, en in maatregelen op gezondheidsgebied in verband met de COVID-19-uitbraak, zoals uiteengezet in de overwegingen 4 tot en met 17.

 

(4)

Bij “Wet nr. 7/2009 van 12 februari”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, wordt een steunmaatregel ingevoerd voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale, in de Portugese Arbeidswet neergelegde werktijd. Voor bedrijven die in aanmerking komen, voorziet de maatregel in een uitkering om 70 % van de compensatie voor werknemers te dekken, waarbij die compensatie overeenkomt met twee derde van hun normale brutoloon. Die compensatie (ter waarde van twee derde van het brutoloon) wordt gecorrigeerd zodat zij niet minder bedraagt dan het nationale minimumloon en niet meer dan driemaal het nationale minimumloon. Om voor de maatregel in aanmerking te komen, moeten ondernemingen hun activiteiten hebben geschorst of aanzienlijk inkomstenverlies lijden.

 

(5)

“Wetsbesluit nr. 10-G/2020 van 26 maart” en “Wetsbesluit nr. 27-B/2020 van 19 juni”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, vormen de basis voor de invoering van een aantal maatregelen die gericht zijn op de gevolgen van de COVID-19-uitbraak. Daartoe behoort de nieuwe en vereenvoudigde bijzondere steun voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale werktijd. Dit is een soortgelijke maatregel als die van overweging 4, maar met vereenvoudigde procedures om sneller aan financiële middelen te komen. Voor bedrijven die in aanmerking komen, voorziet de maatregel in een uitkering om 70 % van de compensatie voor werknemers te dekken, waarbij die compensatie overeenkomt met twee derde van hun normale brutoloon, en in vrijstelling van de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid. Die compensatie (ter waarde van twee derde van het brutoloon) wordt gecorrigeerd zodat zij niet minder bedraagt dan het nationale minimumloon en niet meer dan driemaal het nationale minimumloon. Om voor de maatregel in aanmerking te komen, moeten ondernemingen hun activiteiten hebben geschorst of in de 30 dagen vóór de steunaanvraag ten minste 40 % inkomstenverlies hebben geleden in vergelijking met dezelfde maand van het jaar voordien of met het maandelijks gemiddelde van de twee voorafgaande maanden. De maatregel is reeds verschillende keren uitgebreid, onder meer door de compensatie voor werknemers aan te passen tot vier vijfde van hun normale brutoloon en door een uitdovingsregeling in te voeren voor de vrijstelling van de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid voor de bedrijven die daarvoor in aanmerking kwamen. Aangezien de overheid door de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen inkomsten derft, kan dit voor de toepassing van Verordening (EU) 2020/672 worden gelijkgesteld met overheidsuitgaven.

 

(6)

Bij ondernemingen die zich door de COVID-19-uitbraak in een crisissituatie bevinden, gebruikmaken van maatregelen in overweging 4 of 5 en over een door de openbare diensten voor arbeidsvoorziening en opleiding erkend specifiek beroepsopleidingsprogramma beschikken, kunnen de werknemers en de bedrijven een opleidingspremie ontvangen waarmee het vervangingsinkomen en de opleidingskosten kunnen worden gedekt bij opleiding tijdens de werktijd als alternatief voor werktijdverkorting.

 

(7)

Voorts hebben de autoriteiten een bijzondere steunmaatregel ingevoerd voor het hernemen van de bedrijfsactiviteiten. Om de terugkeer naar het werk en het behoud van banen te vergemakkelijken, kunnen ondernemingen die gebruikmaakten van maatregelen in overweging 4 of 5 een uitkering krijgen die overeenkomst met ofwel een eenmalige betaling ten belope van het nationale minimumloon per werknemer ofwel een gespreide betaling over zes maanden ten belope van tweemaal het nationale minimumloon per werknemer. Bij gespreide steun worden de ondernemingen ook vrijgesteld van 50 % van de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid voor die werknemers.

 

(8)

Tot slot hebben de autoriteiten uit hoofde van “Wetsbesluit nr. 27-B/2020 van 19 juni” en “Wetsbesluit nr. 58-A/2020 van 14 augustus” een aanvulling ingevoerd ter stabilisering van het inkomen voor werknemers die gebruikmaken van de in overweging 4 of 5 bedoelde maatregelen. Werknemers met een brutoloon dat in februari 2020 maximaal tweemaal het nationale minimumloon bedroeg, komen in aanmerking. De werknemers ontvangen een uitkering die overeenkomt met het verschil tussen het brutoloon van februari 2020 en dat van de periode waarin zij onder een van de twee bovengenoemde steunregelingen vielen, voor een bedrag van minimaal 100 en maximaal 351 EUR.

 

(9)

Bij “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en “Wet nr. 2/2020 van 31 maart” (2), waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, wordt een bijzondere steunmaatregel ingevoerd voor zelfstandigen, informele werkenden en beherende vennoten. De maatregel voorziet in een maandelijkse uitkering die overeenkomt met hetzij het aangegeven inkomen met een maximum van 438,81 EUR indien het inkomen lager ligt dan 658,21 EUR, hetzij twee derde van het aangegeven inkomen met een maximum van 438,81 EUR indien het inkomen hoger ligt dan 658,21 EUR. Het oorspronkelijke minimum van 219,41 EUR werd toegepast op het totale steunbedrag tussen 13 maart en 30 juni 2020. Om voor de maatregel in aanmerking te komen, moeten die personen hun activiteiten hebben geschorst of in de 30 dagen vóór de steunaanvraag ten minste 40 % inkomstenverlies hebben geleden in vergelijking met dezelfde maand van het jaar voordien of met het maandelijks gemiddelde van de twee voorafgaande maanden.

 

(10)

Bij “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, wordt een kinderbijslag ingevoerd voor werknemers die niet kunnen werken omdat zij moeten zorgen voor hun kinderen onder de leeftijd van 12 jaar of voor andere personen ten laste. De maatregel voorziet in een uitkering waarmee 50 % van de compensatie voor de werknemers kan worden gedekt. Doorgaans komt de compensatie voor werknemers overeen met twee derde van het normale brutoloon, gaande van minimaal het nationale minimumloon tot maximaal driemaal het nationale minimumloon. Die maatregel kan worden beschouwd als soortgelijk aan werktijdverkortingsregelingen, zoals bedoeld in Verordening (EU) 2020/672, aangezien hij werknemers inkomenssteun verstrekt die helpt om de kosten te dekken van kinderopvang terwijl de scholen gesloten zijn, en op die manier de ouders helpt om door te werken en voorkomt dat het dienstverband in gevaar wordt gebracht.

 

(11)

Bij “Regeringsdecreet nr. 3485-C/2020 van 17 maart”, “Regeringsdecreet nr. 4395/2020 van 10 april” en “Regeringsdecreet nr. 5897-B/2020 van 28 mei”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, wordt een bijzondere steunmaatregel ingevoerd voor het behoud van het dienstverband van opleidingspersoneel bij annulering van beroepsopleidingen. De overheidssteun bestaat uit een uitkering om het loon van opleidingspersoneel te dekken zelfs als de beroepsopleidingen niet doorgaan.

 

(12)

Bij “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 97/2020 van 8 april”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 120/2020 van 28 april”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 128/2020 van 5 mei”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 129/2020 van 5 mei”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 195/2020 van 15 juli”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 196/2020 van 15 juli” en “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 200/2020 van 17 juli”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, worden enkele regionale maatregelen ingevoerd in verband met werkgelegenheid in de autonome regio Azoren. De specifieke maatregelen, met inbegrip van regionale aanvullingen op nationale regelingen, met name voor werktijdverkorting, en de steun voor zelfstandigen en ondernemingen voor het hernemen van hun activiteiten zijn gericht op het behoud van dienstverbanden in de Azoren tijdens de COVID-19-uitbraak. De steun wordt gekoppeld aan de voorwaarden dat het dienstverband en de bedrijfsactiviteiten behouden blijven.

 

(13)

Bij “Resolutie van de Raad van de regionale regering van Madeira nr. 101/2020 van 13 maart” en “Ordonnantie nr. 133-B/2020 van het vicevoorzitterschap van de regionale regering van Madeira en van het Regionale Secretariaat voor sociale inclusie en burgerschap van 22 april”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, worden enkele regionale maatregelen ingevoerd in verband met werkgelegenheid in de autonome regio Madeira. De specifieke maatregelen, met inbegrip van regionale aanvullingen op nationale regelingen, met name voor werktijdverkorting, en de steun voor zelfstandigen en ondernemingen voor het hernemen van hun activiteiten zijn gericht op het behoud van dienstverbanden in de Azoren tijdens de COVID-19-uitbraak. De steun wordt gekoppeld aan de voorwaarden dat het dienstverband en de bedrijfsactiviteiten behouden blijven.

 

(14)

Bij “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en “Wet nr. 2/2020 van 31 maart” (3), waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, wordt een toelage ingevoerd voor werknemers en zelfstandigen die hun beroepsactiviteiten tijdelijk niet kunnen uitoefenen omdat zij uit voorzorg in zelfisolatie gaan. Zij hebben recht op een toelage die overeenkomt met hun basisloon. Die rechtshandelingen hebben ook een ziekte-uitkering ingevoerd voor wie besmet is met COVID-19. In vergelijking met het normale stelsel van ziekte-uitkeringen in Portugal, geldt voor de toekenning van een ziekte-uitkering bij COVID-19 geen wachttermijn. De overheidssteun bestaat uit een uitkering die gelijk is aan het brutoloon.

 

(15)

Bij “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, wordt de aankoop mogelijk gemaakt van persoonlijk beschermingsmiddelen voor gebruik op de werkplek, met name in openbare ziekenhuizen, vakdepartementen, gemeenten, de autonome regio’s Azoren en Madeira als gezondheidsmaatregel. Die rechtshandeling heeft ook een campagne ingevoerd voor hygiëne op school met het oog op een veilige terugkeer van leerkrachten, ander personeel en leerlingen.

 

(16)

De autoriteiten hebben testen ingevoerd op COVID-19-besmetting bij opgenomen patiënten en personeel van openbare ziekenhuizen, personeel van rusthuizen en kinderopvang. De aan de testen verbonden kost wordt gefinancierd uit de algemene begroting en is daarom niet op een specifieke rechtsgrondslag gebaseerd.

 

(17)

Tot slot wordt bij “Wet nr. 27-A/2020 van 24 juli”, waarnaar in het verzoek van Portugal van 11 augustus 2020 wordt verwezen, een bijzondere compensatie ingevoerd voor personeel van de nationale dienst voor gezondheidszorg dat betrokken was bij de strijd tegen de COVID-19-uitbraak. Die bestaat uit een eenmalige prestatiebonus van 50 % van het normale brutoloon van de werknemer.

 

(18)

Portugal voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Portugal heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 5 934 462 488 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. De stijging die rechtstreeks verband houdt met bovengenoemde werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen vormt een plotse en sterke stijging die zowel verband houdt met nieuwe maatregelen als met een toegenomen vraag naar bestaande maatregelen, die betrekking hebben op een aanzienlijk aandeel van de bedrijven en de beroepsbevolking in Portugal.

 

(19)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Portugal geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, en van de maatregelen op gezondheidsgebied in verband met de COVID-19-uitbraak, waarvan sprake is in het verzoek van 11 augustus 2020.

 

(20)

Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Portugal te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

 

(21)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

 

(22)

Portugal moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Portugal die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

 

(23)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Portugal en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Portugal voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672.

Artikel 2

  • 1. 
    De Unie stelt Portugal een lening van maximaal 5 934 462 488 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
  • 2. 
    De periode waarin de bij dit besluit verleende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 18 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht geworden is.
  • 3. 
    De Commissie stelt de financiële bijstand van de Unie in maximaal acht tranches beschikbaar aan Portugal. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald. De looptijden van de deeltranches in het kader van de eerste tranche kunnen langer zijn dan de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd. In dergelijke gevallen worden de looptijden van verdere deeltranches zodanig vastgesteld dat de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd in acht is genomen als alle tranches zijn uitbetaald.
  • 4. 
    De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst.
  • 5. 
    Portugal betaalt de in artikel 4 van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde financieringskosten van de Unie voor elke tranche, vermeerderd met alle vergoedingen, kosten en uitgaven van de Unie die uit de financiering van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel toegekende lening voortvloeien.
  • 6. 
    De Commissie beslist over de omvang en de vrijgave van de tranches, alsmede over de omvang van de deeltranches.

Artikel 3

Portugal mag de volgende maatregelen financieren:

 

a)

de steun voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door de artikelen 298 tot en met 308 van “Wet nr. 7/2009 van 12 februari”;

 

b)

de nieuwe en vereenvoudigde bijzondere steun voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door “Wetsbesluit nr. 10-G/2020 van 26 maart” en artikel 2 van “Wetsbesluit nr. 27B/2020 van 19 juni”;

 

c)

de specifieke beroepsopleidingsprogramma’s voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door de artikelen 7 tot en met 9 van “Wetsbesluit nr 10-G/2020 van 26 maart”;

 

d)

de nieuwe bijzondere steunmaatregel voor ondernemingen voor het hernemen van de bedrijfsactiviteiten, waarin wordt voorzien door artikel 4, leden 1 tot en met 7 en leden 10 tot en met 12, en artikel 5 van “Wetsbesluit nr. 27-B/2020 van 19 juni”;

 

e)

de nieuwe aanvulling ter stabilisering van het inkomen voor werknemers die gebruikmaken van hetzij de in de punten a), b) en c) bedoelde steun voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke werkonderbreking of verkorting van de normale, in de Portugese Arbeidswet neergelegde werktijd, hetzij de nieuwe en vereenvoudigde bijzondere steun in respons op de huidige COVID-19-pandemie, waarin wordt voorzien door artikel 3 van “Wetsbesluit nr. 27-B/2020 van 19 juni”, zoals gewijzigd bij “Wet 58-A/2020 van 14 augustus”;

 

f)

de nieuwe en progressieve specifieke steun voor het behoud van dienstverbanden door tijdelijke verkorting van de normale werktijd, waarin wordt voorzien door “Wetsbesluit nr. 46-A/2020 van 30 juli”;

 

g)

de nieuwe bijzondere steunmaatregel voor zelfstandigen, informele werkenden en beherende vennoten, waarin wordt voorzien door de artikelen 26 tot en met 28 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en artikel 325-G van “Wet nr. 2/2020 van 31 maart”, zoals gewijzigd bij artikel 3 van “Wet 27-A/2020 van 24 juli”;

 

h)

de kinderbijslag voor werknemers die niet kunnen werken omdat zij moeten zorgen voor hun kinderen onder de leeftijd van 12 jaar of voor andere personen ten laste, waarin wordt voorzien door artikel 23 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”;

 

i)

de bijzondere steun voor het behoud van het dienstverband van opleidingspersoneel bij annulering van beroepsopleidingen, waarin wordt voorzien door “Regeringsdecreet nr. 3485-C/2020 van 17 maart”, “Regeringsdecreet nr. 4395/2020 van 10 april” en “Regeringsdecreet nr. 5897-B/2020 van 28 mei”;

 

j)

de regionale maatregelen in verband met werkgelegenheid in de autonome regio Azoren, waarin wordt voorzien door “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 97/2020 van 8 april”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 120/2020 van 28 april”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 128/2020 van 5 mei”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 129/2020 van 5 mei”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 195/2020 van 15 juli”, “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 196/2020 van 15 juli” en “Resolutie van de Raad van de regionale regering van de Azoren nr. 200/2020 van 17 juli”;

 

k)

regionale maatregelen in verband met werkgelegenheid in de autonome regio Madeira, waarin wordt voorzien door “Resolutie van de Raad van de regionale regering van Madeira nr. 101/2020 van 13 maart” en “Ordonnantie nr. 133-B/2020 van het vicevoorzitterschap van de regionale regering van Madeira en van het Regionale Secretariaat voor sociale inclusie en burgerschap van 22 april”;

 

l)

de toelage voor werknemers en zelfstandigen die uit voorzorg in zelfisolatie gaan, waarin wordt voorzien door artikel 19 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en artikel 325-F van “Wet nr. 2/2020 van 31 maart”, zoals gewijzigd bij artikel 3 van “Wet 27A/2020 van 24 juli”;

 

m)

de ziekte-uitkering voor wie besmet is met COVID-19, waarin wordt voorzien door artikel 20 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart” en artikel 325-F van “Wet nr. 2/2020 van 31 maart”, zoals gewijzigd bij artikel 3 van “Wet 27-A/2020 van 24 juli”;

 

n)

de aankoop van persoonlijk beschermingsmiddelen voor gebruik op de werkplek, met name in openbare ziekenhuizen, vakdepartementen, gemeenten, de autonome regio’s Azoren en Madeira, waarin wordt voorzien door artikel 3 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”;

 

o)

de campagne voor hygiëne op school, waarin wordt voorzien door artikel 9 van “Wetsbesluit nr. 10-A/2020 van 13 maart”;

 

p)

het testen op COVID-19-besmetting bij opgenomen patiënten en personeel van openbare ziekenhuizen, personeel van rusthuizen en kinderopvang;

 

q)

de nieuwe bijzondere compensatie voor personeel van de nationale dienst voor gezondheidszorg dat betrokken was bij de strijd tegen de COVID-19-uitbraak, waarin wordt voorzien door artikel 42-A van “Wet nr. 2/2020 van 31 maart”, zoals gewijzigd bij artikel 3 van “Wet 27-A/2020 van 24 juli”.

Artikel 4

Portugal stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de geadresseerde.

Artikel 6

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 25 september 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (2) 
    Zoals gewijzigd bij Wet 27-A/2020 van 24 juli 2020.
  • (3) 
    Zoals gewijzigd bij Wet 27-A/2020 van 24 juli 2020.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.