Uitvoeringsbesluit 2020/1629 - 29 oktober 2020 Machtiging van Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd

1.

Wettekst

4.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 366/15

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1629 VAN DE RAAD

van 29 oktober 2020

waarbij Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name artikel 19,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brief van 7 augustus 2019 heeft Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG verzocht te worden gemachtigd om een verlaagd tarief van elektriciteitsbelasting toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan zeeschepen en binnenschepen die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven (“walstroom”). De Franse autoriteiten hebben op 4 maart 2020 en 30 april 2020 aanvullende informatie en toelichtingen verstrekt.

 

(2)

Met dit verlaagde belastingtarief wil Frankrijk de ontwikkeling en het gebruik van walstroom verder stimuleren. Dergelijke stroom wordt beschouwd als een minder milieubelastende manier om schepen die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd, van stroom te voorzien dan de verbranding van bunkerbrandstoffen door die schepen.

 

(3)

Voor zover het gebruik van walstroom de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen voorkomt die gepaard gaat met de verbranding van bunkerbrandstoffen door afgemeerde schepen, draagt de maatregel bij tot een betere lokale luchtkwaliteit in havensteden en minder geluidsoverlast. Onder de specifieke structurele omstandigheden van de elektriciteitsproductie in Frankrijk, zal het gebruik van walstroom in plaats van elektriciteit die wordt opgewekt door verbranding van bunkerbrandstoffen, naar verwachting met name de CO2-emissies, andere luchtverontreiniging en geluidsoverlast verminderen. Er wordt bijgevolg verwacht dat de maatregel zal bijdragen tot de doelstellingen van het milieu-, gezondheids- en klimaatbeleid van de Unie.

 

(4)

De machtiging van Frankrijk om een verlaagd belastingtarief toe te passen op walstroom gaat niet verder dan wat nodig is om het gebruik van die elektriciteit te bevorderen, aangezien stroomopwekking aan boord vanuit het oogpunt van concurrentie in de meeste gevallen nog altijd het interessantste alternatief zal zijn. Om dezelfde reden, en ook omdat de relevante technologie momenteel nog niet wijdverbreid is op de markt, valt niet te verwachten dat de toepassing van dat verlaagde belastingtarief gedurende de looptijd ervan tot grote concurrentieverstoringen zal leiden en de goede werking van de interne markt zal belemmeren.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG dient iedere uit hoofde van de in artikel 19, lid 1 van die richtlijn verleende machtiging strikt beperkt te zijn in de tijd. Om ervoor te zorgen dat de machtiging lang genoeg geldt om de marktdeelnemers er niet van te weerhouden de noodzakelijke investeringen te doen, is het passend de gevraagde machtiging van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2026 te verlenen. De machtiging komt echter te vervallen op de datum van toepassing van algemene bepalingen betreffende belastingvoordelen voor walstroom die de Raad op grond van artikel 113 of enige andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zou vaststellen, indien die bepalingen vóór 31 december 2026 van toepassing worden.

 

(6)

Dit besluit laat de toepassing van de Unieregels betreffende staatsteun onverlet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen, met uitzondering van particuliere pleziervaartuigen, die op een ligplaats in een haven zijn afgemeerd (“walstroom”), mits de in artikel 10 van Richtlijn 2003/96/EG bedoelde minimumbelastingniveaus in acht worden genomen.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2026.

Mocht de Raad evenwel, handelend op basis van artikel 113 of een andere bepaling van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, algemene bepalingen betreffende belastingvoordelen voor walstroom vaststellen, dan komt dit besluit te vervallen op de dag waarop die algemene regels van toepassing worden.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 29 oktober 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.