Uitvoeringsbesluit 2020/1662 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 waarbij Malta wordt gemachtigd af te wijken van artikel 287 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

10.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 374/6

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1662 VAN DE RAAD

van 3 november 2020

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 waarbij Malta wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Uit hoofde van artikel 287, punt 13, van Richtlijn 2006/112/EG kan Malta vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde (“btw”) verlenen aan drie categorieën belastingplichtigen, namelijk degenen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan 37 000 EUR wanneer de economische activiteit voornamelijk bestaat uit goederenleveringen, degenen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan 24 300 EUR wanneer de economische activiteit voornamelijk bestaat uit diensten met een lage toegevoegde waarde (hoge inputs), en degenen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan 14 600 EUR in andere gevallen, meer bepaald diensten met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs).

 

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 van de Raad (2) werd Malta gemachtigd om tot en met 31 december 2020 of tot en met de datum van inwerkingtreding van een richtlijn tot wijziging van de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG, indien die datum eerder zou vallen, een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG (hierna “de derogatiemaatregel” genoemd), teneinde belastingplichtigen van wie de economische activiteit voornamelijk bestaat uit verlening van diensten met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs) en de jaaromzet niet hoger is dan 20 000 EUR, van de btw vrij te stellen.

 

(3)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 5 juni 2020, heeft Malta verzocht om machtiging tot verlenging van de derogatiemaatregel tot en met 31 december 2024, de datum waartegen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen dienen vast te stellen om te voldoen aan Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad (3), die voorziet in eenvoudigere btw-regels voor kleine ondernemingen en waarbij onder meer artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG met ingang van 1 januari 2025 wordt geschrapt.

 

(4)

Bij brief van 12 juni 2020 heeft de Commissie de overige lidstaten overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG van het verzoek van Malta in kennis gesteld. Bij brief van 15 juni 2020 heeft de Commissie Malta meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(5)

Aangezien de derogatiemaatregel tot minder btw-verplichtingen en daarmee ook tot minder administratieve lasten en kosten voor kleine bedrijven heeft geleid, moet Malta worden gemachtigd de derogatiemaatregel te blijven toepassen.

 

(6)

De machtiging voor de toepassing van de derogatiemaatregel moet in de tijd worden beperkt. De periode moet lang genoeg zijn om te kunnen evalueren of de drempel doeltreffend en passend is. Bovendien wordt artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG met ingang van 1 januari 2025 geschrapt bij Richtlijn (EU) 2020/285. Het is derhalve passend Malta te machtigen de derogatiemaatregel toe te passen tot en met 31 december 2024.

 

(7)

De derogatiemaatregel heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat Malta een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad (4).

 

(8)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Het is van toepassing van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2024.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Malta.

Gedaan te Brussel, 3 november 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 van de Raad van 20 februari 2018 waarbij Malta wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 54 van 24.2.2018, blz. 14).
  • (3) 
    Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PB L 62 van 2.3.2020, blz. 13).
  • (4) 
    Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.