Besluit 2020/1708 - Financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2022, het jaarlijkse bedrag voor 2021, de eerste tranche voor 2021 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2023 en 2024

1.

Wettekst

17.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 385/13

 

BESLUIT (EU) 2020/1708 VAN DE RAAD

van 13 november 2020

betreffende de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2022, het jaarlijkse bedrag voor 2021, de eerste tranche voor 2021 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2023 en 2024

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014‐2020, overeenkomstig de ACS‐EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (1), en met name artikel 7,

Gezien Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds, en tot intrekking van Verordening (EU) 2015/323 (2), en met name artikel 19, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig de procedure van de artikelen 19 tot en met 22 van Verordening (EU) 2018/1877 (“het financieel reglement van het 11e EOF”) moet de Commissie uiterlijk op 15 oktober 2020 een voorstel indienen voor: a) het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2022; b) het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2021; c) het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2021, en d) een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2023 en 2024.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 46 van het financieel reglement van het 11e EOF heeft de Europese Investeringsbank (EIB) de Commissie haar geactualiseerde vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen.

 

(3)

In artikel 20, lid 1, van het financieel reglement van het 11e EOF is bepaald dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor voorgaande Europese ontwikkelingsfondsen (EOF’s) worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen worden gedaan in het kader van het 10e EOF voor de EIB en in het kader van het 11e EOF voor de Commissie.

 

(4)

In artikel 55 van het financieel reglement van het 11e EOF is bepaald dat de bedragen van projecten in het kader van het 10e EOF of van voorgaande EOF’s die niet zijn vastgelegd overeenkomstig artikel 1, lid 3, van het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014‐2020, overeenkomstig de ACS‐EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (“het Intern Akkoord”), of die zijn vrijgemaakt overeenkomstig artikel 1, lid 4, van het Intern Akkoord, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen anders besluit, in mindering moeten worden gebracht op de in artikel 1, lid 2, onder a), van het Intern Akkoord bedoelde bijdragen van de lidstaten.

 

(5)

In de artikelen 152 en 153 van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (3) is bepaald dat het Verenigd Koninkrijk partij bij het EOF zal blijven tot de afsluiting van het 11e EOF en alle voorgaande EOF’s die nog niet zijn afgesloten. Het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 10e EOF of voorgaande EOF’s mag echter niet worden hergebruikt.

 

(6)

Bij Besluit (EU) 2019/1800 (4) heeft de Raad op 24 oktober 2019 op voorstel van de Commissie het maximum van de jaarlijkse EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2021 vastgesteld op 3 700 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2022 wordt vastgesteld op 2 800 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 2 500 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 2

Het jaarlijkse bedrag van de EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2021 wordt vastgesteld op 4 000 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 3 700 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 3

De individuele EOF-bijdragen die de lidstaten voor de eerste tranche van 2021 aan de Commissie en aan de EIB moeten betalen, zijn in de tabel in de bijlage bij dit besluit weergegeven.

Artikel 4

Een bedrag van 223 000 000 EUR uit niet-vastgelegde of vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 8e EOF en het 9e EOF wordt terugbetaald in de vorm van een korting op de betalingen voor de eerste tranche voor 2021, als vermeld in artikel 3.

Artikel 5

De indicatieve en niet-bindende prognose voor het verwachte jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2023 wordt vastgesteld op 1 800 000 000 EUR voor de Commissie en op 300 000 000 EUR voor de EIB, en voor 2024 op 1 500 000 000 EUR voor de Commissie en op 200 000 000 EUR voor de EIB.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 13 november 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (4) 
    Besluit (EU) 2019/1800 van de Raad van 24 oktober 2019 betreffende de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2021, het jaarlijkse bedrag voor 2020, de eerste tranche voor 2020 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2022 en 2023 (PB L 274 van 28.10.2019, blz. 9).
 

BIJLAGE

 

LIDSTATEN EN HET VERENIGD KONINKRIJK

Verdeelsleutel 8e/9e EOF %

Verdeelsleutel 10e EOF %

Verdeelsleutel 11e EOF %

Eerste tranche 2021 (EUR)

EIB

Commissie

Commissie

Commissie

10e EOF

11e EOF

Terugbetaling 8e/9e EOF

11e EOF min terugbetaling 8e/9e EOF

BELGIË

3,92

3,53

3,24927

2 471 000,00

51 988 320,00

–8 741 600,00

43 246 720,00

BULGARIJE

 

0,14

0,21853

98 000,00

3 496 480,00

0,00

3 496 480,00

TSJECHIË

 

0,51

0,79745.

357 000,00

12 759 200,00

0,00

12 759 200,00

DENEMARKEN

2,14

2,00

1,98045

1 400 000,00

31 687 200,00

–4 772 200,00

26 915 000,00

DUITSLAND

23,36

20,50

20,57980

14 350 000,00

329 276 800,00

–52 092 800,00

277 184 000,00

ESTLAND

 

0,05

0,08635

35 000,00

1 381 600,00

0,00

1 381 600,00

IERLAND

0,62

0,91

0,94006

637 000,00

15 040 960,00

–1 382 600,00

13 658 360,00

GRIEKENLAND

1,25

1,47

1,50735

1 029 000,00

24 117 600,00

–2 787 500,00

21 330 100,00

SPANJE

5,84

7,85

7,93248

5 495 000,00

126 919 680,00

–13 023 200,00

113 896 480,00

FRANKRIJK

24,30

19,55

17,81269

13 685 000,00

285 003 040,00

–54 189 000,00

230 814 040,00

KROATIË

 

0,00

0,22518

0,00

3 602 880,00

0,00

3 602 880,00

ITALIË

12,54

12,86

12,53009

9 002 000,00

200 481 440,00

–27 964 200,00

172 517 240,00

CΥΡRUS

 

0,09

0,11162

63 000,00

1 785 920,00

0,00

1 785 920,00

LETLAND

 

0,07

0,11612

49 000,00

1 857 920,00

0,00

1 857 920,00

LITOUWEN

 

0,12

0,18077

84 000,00

2 892 320,00

0,00

2 892 320,00

LUXEMBURG

0,29

0,27

0,25509

189 000,00

4 081 440,00

–646 700,00

3 434 740,00

HONGARIJE

 

0,55

0,61456

385 000,00

9 832 960,00

0,00

9 832 960,00

MALTA

 

0,03

0,03801

21 000,00

608 160,00

0,00

608 160,00

NEDERLAND

5,22

4,85

4,77678

3 395 000,00

76 428 480,00

–11 640 600,00

64 787 880,00

OOSTENRIJK

2,65

2,41

2,39757

1 687 000,00

38 361 120,00

–5 909 500,00

32 451 620,00

POLEN

 

1,30

2,00734

910 000,00

32 117 440,00

0,00

32 117 440,00

PORTUGAL

0,97

1,15

1,19679

805 000,00

19 148 640,00

–2 163 100,00

16 985 540,00

ROEMENIË

 

0,37

0,71815

259 000,00

11 490 400,00

0,00

11 490 400,00

SLOVENIË

 

0,18

0,22452

126 000,00

3 592 320,00

0,00

3 592 320,00

SLOWAKIJE

 

0,21

0,37616

147 000,00

6 018 560,00

0,00

6 018 560,00

FINLAND

1,48

1,47

1,50909

1 029 000,00

24 145 440,00

–3 300 400,00

20 845 040,00

ZWEDEN

2,73

2,74

2,93911

1 918 000,00

47 025 760,00

–6 087 900,00

40 937 860,00

VERENIGD KONINKRIJK

12,69

14,82

14,67862

10 374 000,00

234 857 920,00

–28 298 700,00

206 559 220,00

TOTAAL EU‐27 EN HET VERENIGD KONINKRIJK

100,00

100,00

100,00

70 000 000,00

1 600 000 000,00

–223 000 000,00

1 377 000 000,00

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.