Uitvoeringsbesluit 2021/678 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2020/1350 tot toekenning van tijdelijke steun aan Litouwen om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken

1.

Wettekst

27.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/12

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/678 VAN DE RAAD

van 23 april 2021

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 van de Raad tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Litouwen om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Naar aanleiding van een verzoek van Litouwen op 7 augustus 2020 heeft de Raad op 25 september 2020 financiële bijstand aan Litouwen toegekend in de vorm van een lening van maximaal 602 310 000 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar, als aanvulling op de nationale inspanningen van Litouwen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(2)

De lening diende door Litouwen te worden gebruikt ter financiering van de werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 (2).

 

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Litouwen nog steeds inactief. Dit heeft geleid tot een plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven in Litouwen ten aanzien van de in artikel 3, punten a) en b), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 bedoelde maatregelen.

 

(4)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Litouwen in 2020 en 2021 heeft getroffen om die uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hadden en hebben nog steeds een dramatisch effect op de overheidsfinanciën. Volgens de najaarsprognose 2020 van de Commissie zou Litouwen tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 8,4 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een overheidsschuld van 47,2 % van het bbp hebben. In 2021 zullen het overheidstekort en de overheidsschuld van Litouwen naar verwachting respectievelijk 6,0 % en 50,7 % van het bbp bedragen. Volgens de tussentijdse winterprognose 2021 van de Commissie zou het bbp van Litouwen in 2021 met 2,2 % toenemen.

 

(5)

Op 11 maart 2021 heeft Litouwen de Unie om 354 950 000 EUR aan verdere financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn in 2020 en 2021 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen. Hierbij gaat het met name om de in de overwegingen 6 tot en met 8 beschreven maatregelen.

 

(6)

In de “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd in 2020 (3), als bedoeld in artikel 3, punt a), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350, heeft Litouwen een subsidieregeling ingevoerd voor werkgevers die het geraamde loon dekt van elke werknemer die inactief is geworden. als ondersteuning tijdens de quarantaine en de noodtoestand. Vóór 1 januari 2021 kon een werkgever kiezen tussen een subsidie van 70 % van het loon, tot een maximum van anderhalve keer het minimumloon, of een subsidie van 90 % van het loon (100 % voor werknemers van 60 jaar en ouder), tot maximaal het minimumloon. Sinds 1 januari 2021 kan een werkgever een subsidie van 100 % van het loon ontvangen, tot een maximum van anderhalve keer het minimumloon. Werkgevers die gebruikmaken van de regeling, moeten ten minste 50 % van hun werknemers in dienst houden tot minstens drie maanden na het einde van de loonsubsidie.

 

(7)

Overeenkomstig de “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd in 2020, als bedoeld in artikel 3, punt a), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350, werden ook subsidies betaald voor werknemers die terugkeren na inactiviteit (4), tot een periode van zes maanden na hun terugkeer naar het werk. Met een begrenzing tot het minimumloon of twee keer het minimumloon afhankelijk van de economische activiteit van de werkgever, kan de steun in de eerste en tweede maand na de terugkeer naar het werk tot 100 %, in de derde en vierde maand tot 50 % en in de vijfde en de zesde maand tot 30 % van het werknemersloon bedragen. Die subsidies kunnen worden beschouwd als een soortgelijke maatregel als een werktijdverkortingsregeling in de zin van Verordening (EU) 2020/672 omdat zij ertoe strekten inkomenssteun te verstrekken aan werknemers en bestaande banen in stand te houden.

 

(8)

De overheid heeft ook uitkeringen ingevoerd voor zelfstandigen, met inbegrip van zelfstandigen met een landbouwbedrijf of een boerderij van minstens vier economische grootte-eenheden, als bedoeld in artikel 3, punt b), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350. Die maatregel is in 2020 gewijzigd (5). In 2020 bedroeg die uitkering 257 EUR en werd zij betaald tijdens de periode van quarantaine en noodtoestand en de daaropvolgende twee maanden. In 2021 bedraagt de uitkering 260 EUR en wordt zij betaald tijdens de periode van quarantaine en noodtoestand en de daaropvolgende maand. De uitkeringen voor zelfstandigen kunnen worden beschouwd als een soortgelijke maatregel als een werktijdverkortingsregeling in de zin van Verordening (EU) 2020/672 omdat zij ertoe strekken de zelfstandigen of daarmee gelijkgestelde categorieën van werkenden te beschermen tegen inkomensderving of -verlies.

 

(9)

Litouwen voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Litouwen heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 1 101 607 198 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dit is een plotse en sterke stijging omdat zij verband houdt met een verlenging van bestaande nationale maatregelen die rechtstreeks verband houden met de werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen die een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in Litouwen bestrijken. Litouwen financierde 144 347 198 EUR van de stijging van het uitgavenbedrag uit Uniemiddelen.

 

(10)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Litouwen geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, waarvan sprake is in het verzoek van Litouwen van 11 maart 2021.

 

(11)

Daarom moet financiële bijstand worden verleend om Litouwen te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

 

(12)

Litouwen en de Commissie moeten in de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst met dit besluit rekening houden.

 

(13)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

 

(14)

Litouwen moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Litouwen die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

 

(15)

Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van Litouwen en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De Unie stelt Litouwen een lening van maximaal 957 260 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.”;

 

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst. Eventuele verdere tranches worden vrijgegeven overeenkomstig de voorwaarden van die leningsovereenkomst of zijn, in voorkomend geval, onderworpen aan de inwerkingtreding van een addendum bij die overeenkomst of van een gewijzigde leningsovereenkomst.”.

 

2)

Artikel 3 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Litouwen mag de volgende maatregelen financieren:

 

a)

de loonsubsidies gedurende de periode van inactiviteit, waarin wordt voorzien door artikel 41 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd in 2020;

 

b)

de loonsubsidies na de periode van inactiviteit, waarin wordt voorzien door artikel 41 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd in 2020;

 

c)

de uitkeringen aan zelfstandigen, waarin wordt voorzien door artikel 5-1 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd in 2020;

 

d)

de uitkeringen aan zelfstandigen met een landbouwbedrijvigheid, waarin wordt voorzien door artikel 5-2 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd in 2020”.

 

3)

Artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

  • 1. 
    Litouwen stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.
  • 2. 
    Als in artikel 3 bedoelde maatregelen gebaseerd zijn op geplande overheidsuitgaven en onderworpen zijn aan een uitvoeringsbesluit tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350, stelt Litouwen de Commissie uiterlijk zes maanden na de datum van vaststelling van dat gewijzigde uitvoeringsbesluit, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Litouwen.

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de geadresseerde.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 23 april 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

A.P. ZACARIAS

 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1350 van de Raad van 25 september 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Litouwen om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 314 van 29.9.2020, blz. 35).
  • (3) 
    Artikel 41, deel 2-1 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd bij “Wet nr. XIII-2822” van 17 maart 2020, “Wet nr. XIII-2846” van 7 april 2020, “Wet nr. XIII-3005” van 4 juni 2020 en “Wet nr. XIV-131” van 23 december 2020.
  • (4) 
    Artikel 41, deel 2-4 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd bij “Wet nr. XIII-2822” van 7 mei 2020 en “Wet nr. XIII-3005” van 4 juni 2020.
  • (5) 
    Artikel 5-1 van “Arbeidswet nr. XII-2470” van 21 juni 2016, als gewijzigd bij Wet nr. XIII-2822 van 17 maart 2020, Wet nr. XIII-2846 van 7 april 2020, Wet nr. XIII-2877 van 30 april 2020 en Wet nr. XIV-35 van 3 december 2020.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.