Besluit 2021/926 - Standpunten die namens de EU moeten worden ingenomen in schriftelijke procedures door de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten en door de deelnemers aan de Sectorovereenkomst inzake exportkredieten voor vliegtuigen voor de burgerluchtvaart, over de verzoeken van het Verenigd Koninkrijk om tot die regeling en tot die Sectorovereenkomst toe te treden

1.

Wettekst

9.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 203/12

 

BESLUIT (EU) 2021/926 VAN DE RAAD

van 7 juni 2021

betreffende de standpunten die namens de Europese Unie moeten worden ingenomen in schriftelijke procedures door de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten en door de deelnemers aan de Sectorovereenkomst inzake exportkredieten voor vliegtuigen voor de burgerluchtvaart, over de verzoeken van het Verenigd Koninkrijk om tot die regeling en tot die Sectorovereenkomst toe te treden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De in het kader van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ontwikkelde richtsnoeren van de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten (de “regeling”) zijn in de Unie van toepassing krachtens Verordening (EU) nr. 1233/2011 van het Europees Parlement en de Raad (1).

 

(2)

De deelnemers aan de regeling zijn Australië, Canada, de Europese Unie, Japan, Korea, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Turkije, de Verenigde Staten en Zwitserland.

 

(3)

De Sectorovereenkomst inzake exportkredieten voor vliegtuigen voor de burgerluchtvaart (de “ASU” — Aircraft Sector Understanding) is opgenomen in bijlage III bij de regeling en maakt integraal deel uit van de regeling. De ASU is derhalve ook van toepassing in de Unie krachtens Verordening (EU) nr. 1233/2011.

 

(4)

De deelnemers aan de ASU zijn Australië, Brazilië, Canada, de Europese Unie, Japan, Korea, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, de Verenigde Staten en Zwitserland.

 

(5)

De regeling, met inbegrip van de ASU, biedt een kader voor het ordelijk en transparant gebruik van door de overheid gesteunde exportkredieten op hun respectieve toepassingsgebieden. Zij strekt ertoe gelijke voorwaarden voor door de overheid gesteunde exportkredieten te bewerkstelligen opdat niet zozeer de gunstigste door de overheid gesteunde financiële voorwaarden als wel prijs en kwaliteit van de uit te voeren goederen en diensten maatgevend zijn voor de concurrentie tussen exporteurs.

 

(6)

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) heeft zich met ingang van 1 februari 2020 uit de Unie teruggetrokken (2).

 

(7)

Overeenkomstig artikel 3 van de regeling kunnen leden van de OESO die geen deelnemer zijn aan de regeling en niet-leden van de OESO door de huidige deelnemers worden uitgenodigd tot de regeling toe te treden. Een niet-deelnemer aan de ASU kan tot de ASU toetreden overeenkomstig de procedures van aanhangsel I bij de ASU.

 

(8)

In een brief van 28 januari 2021 heeft het Verenigd Koninkrijk de deelnemers aan de regeling en de deelnemers aan de ASU verzocht in te stemmen met zijn toetreding tot respectievelijk de regeling en de ASU. De deelnemers aan de regeling en de deelnemers aan de ASU moeten via een schriftelijke procedure een besluit nemen over die verzoeken.

 

(9)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen over het door de deelnemers aan de regeling vast te stellen besluit, alsook het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen over het door de deelnemers aan de ASU vast te stellen besluit, aangezien beide voorgenomen besluiten krachtens artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1233/2011 voor de Unie bindend zullen zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de schriftelijke procedure door de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten, over het verzoek van het Verenigd Koninkrijk om tot die regeling toe te treden, bestaat erin dat verzoek te ondersteunen.
  • 2. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de schriftelijke procedure door de deelnemers aan de Sectorovereenkomst inzake exportkredieten voor vliegtuigen voor de burgerluchtvaart, over het verzoek van het Verenigd Koninkrijk om tot die Sectorovereenkomst toe te treden, bestaat erin dat verzoek te ondersteunen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 7 juni 2021.

Voor de Raad

De voorzitster

  • F. 
    VAN DUNEM
 

  • (1) 
    Verordening (EU) nr. 1233/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de toepassing van bepaalde richtsnoeren op het gebied van door de overheid gesteunde exportkredieten en tot intrekking van de Beschikkingen 2001/76/EG en 2001/77/EG van de Raad (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 45).
  • (2) 
    Besluit (EU) 2020/135 van de Raad van 30 januari 2020 betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.