Besluit 2021/1919 - Standpunt EU inzake de vaststelling van een besluit, via een schriftelijke procedure, door de deelnemers aan de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten tot herziening van de in bijlage VI van die regeling opgenomen sectorovereenkomst inzake de opwekking van elektriciteit uit steenkool - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 389/21

De richtsnoeren van de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten (de “regeling”) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), met inbegrip van de in bijlage VI bij de regeling opgenomen sectorovereenkomst inzake de opwekking van elektriciteit uit steenkool (Coal-Fired Electricity Generation Sector Understanding — CFSU), zijn omgezet en derhalve in de Unie juridisch bindend gemaakt door Verordening (EU) nr. 1233/2011 van het Europees Parlement en de Raad (1).

Overeenkomstig de CFSU moeten de deelnemers aan de regeling (de “deelnemers”) via een schriftelijke procedure een besluit vaststellen om de CFSU te herzien met het oog op een verdere verstrenging van de voorwaarden ervan om bij te dragen tot de gemeenschappelijke doelstelling om de klimaatverandering aan te pakken en de overheidssteun voor kolengestookte elektriciteitscentrales verder af te bouwen.

Het besluit tot herziening van de CFSU moet in overeenstemming zijn met de internationale verbintenissen van de Europese Unie uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs en het klimaatbeleid van de Unie.

In zijn conclusies over Klimaat- en energiediplomatie — verwezenlijking van de externe dimensie van de Europese Green Deal van 25 januari 2021 heeft de Raad opgeroepen tot een wereldwijde uitfasering, volgens een duidelijk tijdschema, van subsidies voor fossiele brandstoffen die schadelijk zijn voor het milieu, en tot een doortastende en rechtvaardige wereldwijde transitie naar klimaatneutraliteit, met inbegrip van een uitfasering van het gebruik van steenkool zonder emissiereductie in de energieproductie en, als eerste stap, een onmiddellijke stopzetting van alle financiering van nieuwe steenkoolinfrastructuur in derde landen.

Aangezien het besluit van de deelnemers op grond van Verordening (EU) nr. 1233/2011 bindend zal zijn voor de Unie en beslissende invloed kan hebben op de inhoud van het recht van de Unie, is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen inzake de vaststelling van een besluit, via een schriftelijke procedure, door de deelnemers tot herziening van de CFSU,