Besluit 2022/1090 - Ondertekening van de Overeenkomst met Nieuw-Zeeland op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de EU voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Nieuw-Zeelandse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/3

In Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad (1) is bepaald dat het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land kan overdragen, onder meer op basis van een ingevolge artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) gesloten internationale overeenkomst tussen de Unie en het derde land, waarin passende waarborgen zijn opgenomen betreffende de bescherming van de privacy en de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers.

Op 13 mei 2020 heeft de Raad de Commissie machtiging verleend voor het openen van onderhandelingen met Nieuw-Zeeland over een overeenkomst op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de autoriteiten van Nieuw- Zeeland die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

De onderhandelingen over de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Nieuw-Zeeland, anderzijds, op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de autoriteiten van Nieuw-Zeeland die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme (de “overeenkomst”), werden met succes afgesloten en gevolgd door de uitwisseling van de geparafeerde tekst van de overeenkomst, ontvangen op 3 december 2021.

De overeenkomst waarborgt de volledige eerbiediging van de grondrechten van de Unie, met name het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, het recht op bescherming van persoonsgegevens en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, zoals erkend in respectievelijk artikel 7, artikel 8 en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (2).

De overeenkomst is niet van invloed op en doet geen afbreuk aan de doorgifte van persoonsgegevens of andere vormen van samenwerking tussen de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de nationale veiligheid.

Ierland is gebonden door Verordening (EU) 2016/794 en neemt derhalve deel aan de vaststelling van dit besluit.

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 10 juni 2022 zijn Advies 11/2022 uitgebracht.

De overeenkomst moet namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip,