Mobiliteit van jonge vrijwilligers in de EU 2022/C 157/01

1.

Wettekst

11.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 157/1

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 5 april 2022

betreffende mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 157/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 165 en 166,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

1.

Op 15 september 2021 heeft de voorzitter van de Europese Commissie in haar toespraak over de Staat van de Europese Unie (1) aangekondigd dat de Europese Commissie zou voorstellen 2022 uit te roepen tot Europees Jaar van de Jeugd, “dat in het teken staat van de jongeren, die zoveel hebben overgehad voor anderen”. Het Europees Jaar van de Jeugd is er onder meer op gericht jongeren te ondersteunen bij het verwerven van een beter inzicht in, en de diverse uit het overheidsbeleid op Unie-, nationaal, regionaal en lokaal niveau voortvloeiende mogelijkheden die voor hen beschikbaar zijn actief te promoten, teneinde hun persoonlijke, sociale, economische en professionele ontwikkeling in een groene, digitale en inclusieve wereld te ondersteunen, en tegelijk te streven naar de wegneming van de resterende belemmeringen daarvoor (2).

 

2.

Zoals benadrukt in de resolutie van het Europees Parlement over de gevolgen van COVID-19 voor jongeren en sport (2020/2864(RSP)) (3) stonden jongeren centraal bij door solidariteit ingegeven activiteiten om aan de behoeften van hun gemeenschappen in het licht van de COVID-19-pandemie tegemoet te komen, van het voeren van bewustmakingscampagnes tot werken in de frontlinie in het kader van het Europees Solidariteitskorps, en ander vrijwilligerswerk.

 

3.

Via hun vrijwilligersactiviteiten in het kader van het Europees Solidariteitskorps en andere regelingen geven jongeren concrete invulling aan de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), waarin de wens van de ondertekenaars wordt uitgedrukt om de solidariteit tussen de volkeren van Europa te verdiepen, aan artikel 2 VEU, waarin solidariteit wordt genoemd als een van de waarden die de lidstaten gemeen hebben, en aan artikel 3 VEU, waarin wordt bepaald dat de Unie als doel heeft de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen. Hun humanitaire vrijwilligerswerk draagt bij tot het bevorderen van de vrede in Europa en in de wereld en van de eerbiediging van de menselijke waardigheid en de mensenrechten.

 

4.

De ervaringen met het Europees vrijwilligerswerk (1996-2018) en het Europees Solidariteitskorps zijn weliswaar succesvol, maar hebben aangetoond dat transnationaal vrijwilligerswerk verder moet worden gefaciliteerd, met name voor kansarme jongeren. In dit verband heeft de Raad opgeroepen tot een herziening van Aanbeveling van de Raad van 20 november 2008 over mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie (“de aanbeveling van de Raad van 2008”), om het potentieel van de Europese jeugdprogramma’s om jongeren te bereiken en bij te dragen tot de opbouw van een gemeenschap, te versterken (4). Dit komt met name tot uiting in bijlage 4 over het werkplan voor de EU-strategie voor jongeren 2019-2027. Voorts wordt in het verslag van de Commissie over de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren van 14 oktober 2021 (5) verwezen naar de herziening van de aanbeveling van de Raad van 2008.

 

5.

De meeste problemen die in de aanbeveling van de Raad van 2008 zijn aangehaald, zijn nog steeds cruciaal en zijn in dit voorstel overgenomen. Door verschillende ontwikkelingen die zich sinds 2008 hebben voorgedaan, is de actualisering van de aanbeveling van de Raad van 2008 noodzakelijk geworden. Een belangrijke ontwikkeling is de lancering van het Europees Solidariteitskorps in 2016 en de invoering van nieuwe nationale regelingen en activiteiten voor vrijwilligerswerk, ook met transnationale elementen (6) die soms zeer gelijkaardige mogelijkheden bieden voor jongeren. In de EU-strategie voor jongeren 2019-2027 (7) werden de lidstaten en de Commissie verzocht om, in het kader van hun respectieve bevoegdheden, te streven naar complementariteit en synergieën tussen EU-financieringsinstrumenten en nationale, regionale en lokale regelingen.

 

6.

Uit een evaluatie van de EU-strategie voor jongeren en de aanbeveling van de Raad van 2008 (8) bleek dat de behoefte aan inclusie van mensen uit kansarme milieus in 2015 een dringender probleem was dan in 2008. Andere behoeften die werden vastgesteld maar niet werden aangepakt in de aanbeveling van 2008, waren onder meer kwaliteitsborging voor vrijwilligersprojecten, mogelijkheden voor capaciteitsopbouw voor organisaties en beter toezicht op de uitvoering van de aanbeveling. Een deskundigengroep heeft verdere beleidsaanbevelingen (9) gedaan, die ook betrekking hadden op het delen van kennis en netwerken, toegang tot vrijwilligerswerk, administratieve belemmeringen, bewustmaking, erkenning, digitaal vrijwilligerswerk en de milieucontext, en die ten grondslag lagen aan de voorgestelde aanbeveling.

 

7.

Sinds 2008 hebben crises ernstige gevolgen gehad, met bijvoorbeeld verstoringen van de transnationale fysieke mobiliteit van vrijwilligers. Uit de COVID-19-pandemie is gebleken hoe belangrijk het is te allen tijde de veiligheid en de lichamelijke en geestelijke gezondheid van alle deelnemers te waarborgen, onder meer door voorzieningen te treffen om de mogelijke gevolgen van onvoorziene omstandigheden te beheersen. Bovendien had het begrip “transnationaal vrijwilligerswerk” gedurende lange tijd in de praktijk uitsluitend betrekking op activiteiten met fysieke mobiliteit. Door de technologische vooruitgang en ingevolge de COVID-19-pandemie hebben zich echter nieuwe trends op het gebied van vrijwilligerswerk voorgedaan. Digitaal vrijwilligerswerk heeft aangetoond dat het een aanvulling kan vormen op fysieke mobiliteit of een alternatief kan zijn voor jongeren die niet in staat zijn fysiek te reizen. De intergenerationele dimensie van vrijwilligerswerk heeft ook duidelijk aangetoond hoe belangrijk vrijwilligerswerk is om de demografische uitdagingen van onze samenleving aan te pakken. De bezorgdheid over het milieu en de klimaatverandering staat bovenaan op de politieke agenda van de EU. Bij activiteiten waarbij sprake is van transnationale mobiliteit, moet daarmee rekening worden gehouden.

 

8.

In de mededeling van de Europese Commissie over de totstandbrenging van de Europese onderwijsruimte tegen 2025 (10) werd het belang benadrukt van inclusiviteit, kwaliteit en erkenning van grensoverschrijdende ervaringen in het kader van het Europees Solidariteitskorps. Om gemeenschappen en jonge vrijwilligers ten goede te komen, moeten vrijwilligersactiviteiten de kwaliteit van de beschikbare mogelijkheden en passende ondersteuning van deelnemers in elke fase van hun vrijwilligerservaring waarborgen.

 

9.

In zijn resolutie betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021-2030) heeft de Raad in het kader van prioritair gebied 1 van het strategisch kader bevestigd dat “het bevorderen, waarderen en erkennen van niet-formeel leren, met inbegrip van vrijwilligerswerk, en verbeteren van de inclusiviteit, kwaliteit en erkenning van grensoverschrijdende solidariteitsactiviteiten” een concreet punt voor actie is.

 

10.

Een van de eerste problemen waarmee jongeren die geïnteresseerd zijn in transnationaal vrijwilligerswerk te maken krijgen, is de toegang tot gebruiksvriendelijke informatie over hun status en rechten als vrijwilliger op een specifieke nationale website, waardoor zij zich van bij het begin van hun transnationale vrijwilligersactiviteit ten volle bewust zijn van de gevolgen ervan voor hun socialezekerheidsrechten in de ontvangende lidstaat en in de lidstaat waar zij hun gewone verblijfplaats hebben (11). Krachtens Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing zijn de Commissie en de lidstaten reeds verplicht om EU-burgers gebruikersvriendelijke online informatie te verstrekken over de in het recht van de Unie en de lidstaten vastgestelde rechten, verplichtingen en regels op het gebied van vrijwilligerswerk in een andere lidstaat (12).

 

11.

Veel kwesties in verband met transnationale mobiliteit kunnen niet alleen op nationaal niveau worden aangepakt, aangezien zowel de uitzendende als de ontvangende lidstaten bij de activiteiten betrokken zijn. De administratieve en juridische kaders voor vrijwilligerswerk kunnen van lidstaat tot lidstaat verschillen. Het is zeer belangrijk dat jongeren die geïnteresseerd zijn in transnationaal vrijwilligerswerk toegang hebben tot uitgebreide en op hen afgestemde informatie over de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften op het gebied van vrijwilligerswerk, met name wat betreft de dekking van de sociale zekerheid in zowel de uitzendende als de ontvangende lidstaten.

 

12.

In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Actieplan inzake integratie en inclusie 2021-2027 (13) wordt de rol van vrijwilligerswerk bij de integratie en inclusie van kansarmen erkend. Voor velen van hen is vrijwilligerswerk wellicht de meest toegankelijke mogelijkheid om deel te nemen aan grensoverschrijdende mobiliteit, zeker als het om vrijwilligerswerk van korte duur of in groeps- of teamverband gaat.

 

13.

Onderdanen van derde landen kunnen stuiten op administratieve en praktische belemmeringen voor grensoverschrijdend vrijwilligerswerk als zij een visum of een verblijfsvergunning voor korte of langere duur moeten aanvragen met het oog op vrijwilligerswerk in een andere lidstaat. Bij Richtlijn (EU) 2016/801 worden de voorwaarden geregeld voor het verkrijgen van een visum of verblijfsvergunning voor langere duur om als vrijwilliger te worden toegelaten tot een EU-lidstaat. De richtlijn voorziet echter niet in bepalingen inzake mobiliteit binnen de EU van vrijwilligers uit derde landen.

 

14.

Via vrijwilligerswerk kunnen vrijwilligers leerresultaten behalen die hun inzetbaarheid vergroten. Er bestaan nationale of EU-kaders (namelijk Youthpass (14) en Europass (15)) ter ondersteuning van de identificatie, documentatie en validatie van leerresultaten van vrijwilligersactiviteiten. De aanbeveling van de Raad van 20 december 2012 betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren (16) nodigde werkgevers, jongeren en maatschappelijke organisaties uit om de identificatie en documentatie van op het werk of via vrijwilligersactiviteiten verworven leerresultaten te bevorderen en te vergemakkelijken. In de evaluatie (17) van de aanbeveling van de Raad van 2012 zijn gebieden vastgesteld waarop nadere maatregelen nodig zijn om de doelstellingen van de aanbeveling van de Raad van 2012 te verwezenlijken, om mensen toegang te bieden tot meer en betere validatiemogelijkheden, waardoor zij verder kunnen leren en hun vaardigheden in de Europese samenleving en op de arbeidsmarkt goed kunnen benutten. Het Europass-besluit van 18 april 2018 rekent vrijwilligers tot zijn doelgroepen.

 

15.

Ingevolge nieuwe ontwikkelingen sinds 2008, gegevens over belemmeringen voor transnationaal vrijwilligerswerk en de beleidsaanbevelingen van een deskundigengroep inzake de bevordering van de mobiliteit van jonge vrijwilligers, is een nieuwe aanbeveling van de Raad over vrijwilligerswerk noodzakelijk, om de kwaliteit van transnationaal vrijwilligerswerk voor jongeren te faciliteren en te verbeteren en wederzijds leren, netwerken en synergieën tussen regelingen en activiteiten voor vrijwilligerswerk in de lidstaten en het Europees Solidariteitskorps aan te moedigen.

 

16.

Deze aanbeveling is volledig in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid.

ERKENT HETGEEN VOLGT:

 

17.

De definitie van “vrijwilligerswerk” die voor de toepassing van deze aanbeveling wordt gebruikt, is dezelfde als die van Verordening (EU) 2021/888 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps”, namelijk een solidariteitsactiviteit die gedurende een periode van maximaal twaalf maanden plaatsvindt als vrijwillige (18) onbetaalde activiteit en bijdraagt tot de verwezenlijking van het algemeen belang. Wanneer transnationale regelingen in de lidstaten voorzien in solidariteitsactiviteiten met een duur van meer dan twaalf maanden die verder voldoen aan de definitie van vrijwilligerswerk, moeten deze voor de toepassing van deze aanbeveling als vrijwilligerswerk worden beschouwd en dus in het toepassingsgebied ervan worden opgenomen.

 

18.

Vrijwilligerswerk voor jongeren dat onder deze aanbeveling valt, omvat vrijwilligerswerk in de hele EU door EU-onderdanen of onderdanen van derde landen die in een lidstaat verblijven en zich naar een andere lidstaat verplaatsen met het oog op vrijwilligerswerk in het kader van het Europees Solidariteitskorps of nationale regelingen en activiteiten voor grensoverschrijdend vrijwilligerswerk in de lidstaten. Voor zover mogelijk moeten de maatregelen die de lidstaten en de Commissie naar aanleiding van deze aanbeveling nemen, ook rekening houden met grensoverschrijdende vrijwilligersactiviteiten tussen lidstaten en derde landen. Vrijwilligersactiviteiten mogen geen negatieve gevolgen hebben voor potentiële of bestaande banen of als vervanging daarvan worden beschouwd. De termen “jeugd” en “jongeren” hebben betrekking op de leeftijdsgroep van 18 tot 30 jaar.

 

19.

Kansarme jongeren zijn jongeren die om economische, sociale, culturele, geografische of gezondheidsredenen, wegens hun migratieachtergrond, een handicap of onderwijsproblemen, of om welke andere reden dan ook, met inbegrip van redenen die aanleiding kunnen geven tot discriminatie in de zin van artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, kampen met belemmeringen die hen beletten daadwerkelijk toegang te krijgen tot mogelijkheden (19).

BEVEELT AAN DAT DE LIDSTATEN:

 

20.

Maatregelen overwegen die bijdragen tot de instandhouding van een adequaat en duidelijk wetgevings- en uitvoeringskader voor de gezondheid en veiligheid van deelnemers aan transnationale vrijwilligersactiviteiten door:

 

a)

ervoor te zorgen dat alle vrijwilligers socialezekerheidsdekking kunnen genieten in een lidstaat, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels;

 

b)

ondersteuning te bieden aan organisatoren die betrokken zijn bij de uitvoering van vrijwilligersactiviteiten om ervoor te zorgen dat er duidelijke en betrouwbare procedures zijn om vrijwilligers te verzorgen en bij te staan in geval van crises, noodsituaties en andere onvoorziene omstandigheden.

 

21.

Toegankelijke informatie verstrekken over en bekendheid geven aan de rechten van vrijwilligers zoals bepaald in het hierboven beschreven specifieke kader, met name:

 

a)

voor een nationale website zorgen die voldoet aan de eisen van de richtlijn inzake webtoegankelijkheid (20), waarop vrijwilligers praktische, toegankelijke en uitgebreide informatie kunnen raadplegen over de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften inzake vrijwilligerswerk en de gevolgen van vrijwilligerswerk in een andere lidstaat voor hun bestaande en toekomstige socialezekerheidsrechten (21) (zowel voor inkomende als uitgaande EU-vrijwilligers);

 

b)

ondersteuning bieden aan aanbieders van jongereninformatie door aan te sporen tot opleiding in het samenstellen van op jongeren afgestemde informatie over de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften inzake vrijwilligerswerk;

 

c)

samenwerking bevorderen met reeds gevestigde netwerken en diensten zoals ERYICA om die informatie samen te stellen;

 

d)

organisatoren van bestaande nationale regelingen en activiteiten voor grensoverschrijdend vrijwilligerswerk aanmoedigen om de aandacht te vestigen op relevante nationale en Europese websites (22) die vrijwilligers informeren over hun rechten en plichten en over de toepasselijke regels met betrekking tot vrijwilligerswerk in een andere lidstaat.

 

22.

De kwaliteit van de mogelijkheden voor vrijwilligerswerk verbeteren door organisatoren van vrijwilligersactiviteiten te ondersteunen bij hun inspanningen op het vlak van capaciteitsopbouw. Dit kan met name worden bereikt door:

 

a)

de organisatoren in zowel de uitzendende als de ontvangende lidstaat aan te moedigen om samen te werken, onder meer door voldoende informatie te verstrekken over de vrijwilligersactiviteit, de organisatoren en de vrijwilliger, zodat beide partijen een geïnformeerd besluit kunnen nemen over de duurzaamheid van de activiteit en aan alle wettelijke vereisten kunnen voldoen;

 

b)

de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten aan te moedigen om de nadruk te leggen op kwaliteit, onder meer door de organisatie van vrijwilligersactiviteiten te steunen op een analyse die aan identificeerbare behoeften beantwoordt en tot gunstige resultaten in lokale gemeenschappen leidt;

 

c)

de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten aan te moedigen om voldoende nadruk te leggen op de educatieve dimensie van vrijwilligersactiviteiten, met inbegrip van het leren van talen in het kader van transnationaal vrijwilligerswerk;

 

d)

de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten te ondersteunen bij de toepassing van een meer systematische en algemene toepassing van bestaande nationale of EU-kaders (namelijk Youthpass en Europass) om de identificatie, documentatie en validatie van leerresultaten van vrijwilligersactiviteiten te ondersteunen;

 

e)

jeugdwerk te erkennen als belangrijke bron van mogelijkheden voor vrijwilligerswerk voor jongeren en als een van de voornaamste instrumenten voor de ontwikkeling van de kwaliteit van vrijwilligersactiviteiten in de EU en het op die manier bijdragen tot de uitvoering van de Europese jeugdwerkagenda (23);

 

f)

de grensoverschrijdende mobiliteit te bevorderen van degenen die werkzaam zijn in jongerenwerk en jongerenorganisaties;

 

g)

de opleiding van jeugdwerkers en organisatoren van vrijwilligersactiviteiten te ondersteunen, met erkenning van de belangrijke rol die zij spelen bij het bijstaan en begeleiden van jonge vrijwilligers door middel van een hoogwaardige ervaring met vrijwilligerswerk;

 

h)

de organisatoren van transnationale vrijwilligersactiviteiten aan te moedigen om het kwaliteitskeurmerk van het Europees Solidariteitskorps aan te vragen;

 

i)

algemene kwaliteitsnormen voor vrijwilligerswerk te ontwikkelen en te bevorderen, met gebruikmaking van het uitgebreide systeem van kwaliteits-, steun-, inclusie- en certificeringsmaatregelen van Verordening (EU) 2021/888 (24), waar dat gezien de nationale context mogelijk is;

 

j)

maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat vrijwilligersactiviteiten niet leiden tot vervanging van werkgelegenheid;

 

23.

Ervoor zorgen dat de toegang tot transnationale vrijwilligersactiviteiten een realistische mogelijkheid is voor alle jongeren, met inbegrip van kansarme jongeren, onder meer door:

 

a)

de oprichting en/of werking van nationale gateways en regionale en lokale structuren te ondersteunen, zoals jeugdwerkinfrastructuur en eventuele jongereninformatiecentra, om informatie en begeleiding te verstrekken in verband met bestaande mogelijkheden voor vrijwilligerswerk, in vormen die toegankelijk zijn voor personen met een handicap, potentiële jonge vrijwilligers, met inbegrip van kansarme jongeren, maatschappelijke en solidariteitsorganisaties en andere belanghebbenden op het terrein. Voorbeelden van deze structuren zijn alumninetwerken (zoals EuroPeers) en lokale jeugdwerkers, die gebruikmaken van hun capaciteit om potentiële kandidaten voor vrijwilligerswerk mondiger te maken en te ondersteunen. In voorkomend geval zouden zij kunnen samenwerken met de nationale agentschappen die het Europees Solidariteitskorps uitvoeren;

 

b)

de toegang tot transnationale vrijwilligerservaringen voor kansarme jongeren te vergemakkelijken door gerichte en toegankelijke informatie en bewustmaking via relevante organisaties en netwerken (25), zoals Eurodesk en ERYICA, te bevorderen, onder meer door bewustmaking van het belang van interculturele competenties en het leren van talen als opstap voor transnationale mobiliteit;

 

c)

ervoor te zorgen dat de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten worden aangemoedigd om sociale inclusie te bevorderen, onder meer door redelijke en geschikte logiezen aan te bieden die toegankelijk zijn voor jongeren, met name jongeren met een handicap;

 

d)

de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten te ondersteunen bij de integratie van aspecten van inclusie van kansarme jongeren in hun projecten (26), onder meer door hen in contact te brengen met deskundigen van diensten die belast zijn met de bevordering van sociale inclusie, die hen kunnen ondersteunen en opleiden;

 

e)

gerichte steun te verlenen voor de ontwikkeling van vrijwilligersactiviteiten, met name het bevorderen van inclusie, gelijkheid en versterking van de positie van kansarme groepen of groepen die een risico lopen op discriminatie, en jonge vrijwilligers uit deze gemeenschappen te stimuleren om vrijwilligerswerk te doen en als multiplicator of zelfs rolmodel op te treden in hun eigen gemeenschap;

 

f)

de relevante organisaties en netwerken te ondersteunen bij de bevordering van lokale vrijwilligersactiviteiten (waaronder kortlopende en deeltijdse activiteiten en activiteiten in groepsverband) als een mogelijke eerste stap in de richting van deelname aan transnationale activiteiten, en aanvullende gerichte steun te verstrekken voor de ontwikkeling van mogelijkheden voor vrijwilligerswerk die gericht zijn op jongeren die om verschillende redenen niet aan fysieke transnationale mobiliteit kunnen deelnemen, door onder meer digitale mogelijkheden voor vrijwilligerswerk te bieden;

 

g)

bestaande transnationale instrumenten die de mobiliteit van jongeren kunnen bevorderen, zoals mobiliteitskaarten, verder te promoten en het gebruik ervan in alle transnationale vrijwilligersactiviteiten aan te moedigen (27);

 

h)

waar mogelijk en onverminderd het Schengenacquis en het Unierecht inzake de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen, administratieve en praktische problemen op te lossen die zich voordoen bij het verkrijgen van visa en/of verblijfsvergunningen voor onderdanen van derde landen met het oog op vrijwilligerswerk.

 

24.

Het bewustzijn van de voordelen van vrijwilligersactiviteiten vergroten door middel van voorlichtings-, begeleidings- en bewustmakingsactiviteiten, onder meer door nationale belanghebbenden te betrekken bij de sectoren onderwijs, opleiding, werkgelegenheid, sociale diensten en jeugdzaken. Daarbij moet bijzondere aandacht worden besteed aan de bewustmaking van kansarme jongeren. Dat houdt onder meer in te promoten dat:

 

a)

jongeren via vrijwilligersactiviteiten concreet kunnen bijdragen tot het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen en solidariteit kunnen tonen met mensen in een kwetsbare situatie;

 

b)

een vrijwilligerservaring de persoonlijke, educatieve, sociale, burgerlijke en professionele ontwikkeling van jongeren bevordert en hen helpt de competenties te ontwikkelen die nodig zijn en gewaardeerd worden op de arbeidsmarkt;

 

c)

er kaders bestaan ter ondersteuning van de identificatie, documentatie en validatie van leerresultaten van vrijwilligersactiviteiten (met inbegrip van Youthpass en Europass).

 

25.

Gemeenschapsvormende activiteiten in verband met vrijwilligerswerk ondersteunen en bevorderen. Hierbij gaat het met name om:

 

a)

het bevorderen van de werking van netwerken van vrijwilligers op nationaal niveau, met name degene die deelnemen aan activiteiten met een langetermijnvisie — dat wil zeggen netwerken die niet gekoppeld zijn aan of beperkt zijn tot de duur van individuele projecten;

 

b)

het bevorderen van bestaande Europese netwerken die verband houden met vrijwilligerswerk, met name het Europees solidariteitsnetwerk en EuroPeers, alsook andere middelen en platformen die toegankelijk zijn via de portaalsite van het Europees Solidariteitskorps op de Europese Jongerensite;

 

c)

het aanmoedigen van voormalige vrijwilligers om hun ervaringen te delen via jeugdnetwerken, onderwijsinstellingen en workshops als ambassadeurs of als leden van een netwerk, en huidige of toekomstige vrijwilligers op te leiden;

 

d)

het aanmoedigen van de organisatoren van vrijwilligersactiviteiten om vrijwilligers te ondersteunen bij hun integratie in de gastgemeenschap tijdens hun activiteit en bij hun aanhoudende betrokkenheid bij vrijwilligersactiviteiten na hun terugkeer naar huis, met bijzondere aandacht voor het begeleiden van kansarme jongeren.

 

26.

Nieuwe trends in en alternatieve aspecten en vormen van vrijwilligerswerk onderzoeken, onder meer door:

 

a)

het uittesten van verscheidene vormen van vrijwilligerswerk en het verzamelen van feitenmateriaal over digitaal vrijwilligerswerk in een transnationale context te bevorderen, als aanvulling op fysieke mobiliteit of als een op zichzelf staande vorm van vrijwilligersactiviteiten;

 

b)

de waarde van vrijwilligerswerk tussen de generaties te onderkennen als een waardevolle bijdrage aan het aanpakken van de uitdagingen waarmee een vergrijzende samenleving wordt geconfronteerd, alsook als een manier om jongeren te betrekken bij een intergenerationele dialoog, de overdracht van kennis tussen de generaties te vergemakkelijken en de sociale cohesie te verbeteren.

 

27.

Synergieën, complementariteit en continuïteit tot stand brengen tussen regelingen en activiteiten voor vrijwilligerswerk op Europees niveau en op verschillende niveaus in de afzonderlijke lidstaten. Het gaat bijvoorbeeld om:

 

a)

het uitwisselen van informatie tussen de lidstaten over bestaande regelingen voor vrijwilligerswerk, met inbegrip van eventuele nationale regelingen en activiteiten voor ambtenaren, en het doorgeven van dergelijke informatie aan de Europese Commissie om de publicatie ervan op de Europese Jongerensite en de jongerenwiki en de ontwikkeling van beste praktijken te vergemakkelijken;

 

b)

het overwegen van maatregelen ter bevordering en ondersteuning van de overdracht van beste praktijken tussen regelingen of activiteiten voor vrijwilligerswerk;

 

28.

Vrijwilligersactiviteiten ondersteunen die een zinvolle bijdrage leveren aan het aanpakken van klimaat- en milieugerelateerde uitdagingen, door:

 

a)

het aanmoedigen van de integratie van groene praktijken in alle vrijwilligersprojecten en -activiteiten en het bevorderen van ecologisch duurzaam en verantwoord gedrag onder deelnemers en deelnemende organisaties;

 

b)

het bevorderen van de verkleining van de ecologische voetafdruk van vrijwilligersactiviteiten, bijvoorbeeld door de vermindering van afval, recycling en het gebruik van duurzame vervoermiddelen wanneer dat mogelijk is;

 

c)

het bevorderen van de ontwikkeling van vrijwilligersactiviteiten die betrekking hebben op milieubescherming, duurzaamheid, klimaatdoelstellingen en rampenpreventie en -herstel;

 

29.

Informatie over gemaakte vorderingen bij de uitvoering van deze aanbeveling opnemen in de regelmatige updates in het kader van de EU-strategie voor jongeren, met name als onderdeel van de jongerenwiki.

VERZOEKT DE COMMISSIE:

 

30.

de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten te faciliteren om de hindernissen van jongeren om vrijwilligerswerk te doen weg te nemen, bijvoorbeeld met peer-learningactiviteiten, deskundigengroepen van de Commissie of het EU-jongerenstrategieplatform;

 

31.

de lidstaten te ondersteunen bij het volgen van deze aanbeveling via de samenwerkingsmechanismen en -instrumenten van de EU-jongerenstrategie, de Europese jeugdwerkagenda en de jongerenprogramma’s van de EU, met name het Europees Solidariteitskorps;

 

32.

wederzijds leren en uitwisselingen tussen de lidstaten en alle relevante belanghebbenden op verschillende niveaus te vergemakkelijken door middel van activiteiten zoals collegiaal leren en adviseren, deskundigengroepen, netwerken en andere samenwerkingsstructuren, met bijzondere aandacht voor synergieën en complementariteit tussen regelingen of activiteiten op EU- en nationaal niveau, met inbegrip van eventuele nationale ambtenarenregelingen. Daartoe moet gebruik worden gemaakt van bestaande ruimten, zoals de jongerenwiki en de Europese Jongerensite, waar middelen en kennis kunnen worden gedeeld tussen de lidstaten en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) op verschillende niveaus;

 

33.

nieuwe trends in en vormen van vrijwilligerswerk te verkennen die de basisbeginselen van gelijke kansen en non-discriminatie, toegankelijkheid, inclusiviteit en kwalitatief hoogstaande activiteiten eerbiedigen, door het verzamelen van feitenmateriaal, het ontwikkelen van beste praktijken en het opstellen van richtsnoeren en handboeken, met name met betrekking tot digitaal of gemengd vrijwilligerswerk en intergenerationeel vrijwilligerswerk;

 

34.

Europese mogelijkheden voor vrijwilligerswerk voor jongeren, met name voor kansarme personen, te promoten en hierover informatie te verspreiden via de Europese Jongerensite, die het registratie-instrument voor solidariteitsactiviteiten in het kader van het Europees Solidariteitskorps bevat; in samenwerking met de lidstaten op de Europese Jongerenportaalsite links naar relevante nationale websites op te nemen (28);

 

35.

het gebruik van bestaande EU-instrumenten ter ondersteuning van de validatie van leerresultaten van niet-formeel en informeel leren, met name Youthpass en het Europass-platform, verder te ontwikkelen, te bevorderen en te ondersteunen, onder meer door middel van Europese digitale credentials voor leerprestaties;

 

36.

ondersteuning te bieden voor onderzoek en gegevensverzameling over de langetermijneffecten van vrijwilligerswerk en solidariteitsactiviteiten voor personen en organisaties, alsook voor de samenleving, met inbegrip van lessen en inzichten uit de COVID-19-pandemie op de vrijwilligerssector en de paraatheid ervan voor soortgelijke crises, door middel van studies, enquêtes, statistieken, onderzoek en gegevensanalyse;

 

37.

het onlineplatform jongerenwiki te gebruiken om informatie te verzamelen over de vorderingen van de lidstaten bij het opvolgen van deze aanbeveling;

 

38.

verslag uit te brengen over de toepassing van deze aanbeveling van de Raad in het kader van de werkzaamheden voor de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren en van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese onderwijsruimte en verder.

Deze aanbeveling vervangt Aanbeveling van de Raad van 20 november 2008 over mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 5 april 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • R. 
    BACHELOT-NARQUIN
 

  • (1) 
    https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/soteu_2021_address_nl_0.pdf.
  • (3) 
    Aangenomen teksten - De gevolgen van COVID-19 voor jongeren en sport - Woensdag 10 februari 2021 (europa.eu).
  • (5) 
    Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren (2019-2021), COM/2021/636 final.
  • (6) 
    Verordening (EU) 2021/888 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps”. Vrijwilligerswerk kan plaatsvinden in niet-EU-landen:
  • zoals bepaald in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2021/888 kan “vrijwilligerswerk [...] in het kader van het onderdeel “deelname van jongeren aan solidariteitsactiviteiten” [plaatsvinden] in een ander land dan het land van verblijf van de deelnemer (grensoverschrijdend vrijwilligerswerk) of in het land van verblijf van de deelnemer (vrijwilligerswerk in eigen land).”. Een ander land dan het land van verblijf van de deelnemer kan een met het programma geassocieerd derde land of een ander deelnemend land zijn;
  • zoals bepaald in artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) 2021/888 mag “vrijwilligerswerk in het kader van het Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening [...] alleen plaatsvinden in de regio’s in derde landen waar humanitaire hulpactiviteiten en -operaties plaatsvinden, en zich geen internationale of niet-internationale gewapende conflicten afspelen.”.

Zoals bepaald in artikel 2, punt 3, staat deelname aan het programma ook open voor onderdanen van derde landen “die legaal [verblijven] in een lidstaat, in een met het programma geassocieerd derde land, of in een ander deelnemend land als bedoeld in de onderhavige verordening.”.

  • (7) 
    https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:42018Y1218(01)&qid=1578414694481&from=EN.
  • (8) 
    Evaluatie van de EU-strategie voor jongeren en Aanbeveling van de Raad over de mobiliteit van jonge vrijwilligers, 2016.
  • (9) 
    “Promoting the mobility of young volunteers and cross-border solidarity, a practical toolbox for actors and stakeholders in the field of youth and recommendations for policymakers”, opgesteld door de deskundigengroep die door de Europese Commissie is opgericht ter ondersteuning van de herziening van de aanbeveling van de Raad van 2008 over mobiliteit van jonge vrijwilligers, 2021 (werkzaamheden uitgevoerd van september 2019 tot en met september 2020).
  • Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — De Europese onderwijsruimte tegen 2025 tot stand brengen, COM(2020) 625 final, beschikbaar op EUR-Lex - 52020DC0625 - NL - (eur-lex.europa.eu).
  • Er zij aan herinnerd dat Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels voorziet in de coördinatie van de socialezekerheidsrechten, met inbegrip van prestaties bij ziekte, in grensoverschrijdende situaties en van toepassing is op vrijwilligers die zich tussen lidstaten verplaatsen.
  • Doc. COM(2020) 758 final.
  • Youthpass is het belangrijkste erkennings- en validatie-instrument dat voor alle deelnemers aan Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps beschikbaar is om het leerproces weer te geven en hun leerresultaten te documenteren in het Youthpass-certificaat.
  • Bij Besluit (EU) 2018/646 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verstrekken van betere diensten voor vaardigheden en kwalificaties (Europass) en houdende intrekking van Beschikking nr. 2241/2004/EG (PB L 112 van 2.5.2018, blz. 42) is een Europees kader vastgesteld ter ondersteuning van de transparantie en het begrip van vaardigheden en kwalificaties die in formele, niet-formele en informele contexten, waaronder praktische ervaringen, mobiliteit en vrijwilligerswerk, zijn verworven.
  • Evaluatie van de EU-strategie voor jongeren en aanbeveling van de Raad over de mobiliteit van jonge vrijwilligers (europa.eu), 2016.
  • Vrijwilligers worden niet betaald voor hun tijd, maar kosten kunnen wel worden gedekt. Deze zijn doorgaans beperkt tot reizen, maaltijden of logies en/of andere kleine persoonlijke uitgaven.
  • Zie dezelfde definitie in artikel 2, punt 4), van Verordening (EU) 2021/888.
  • Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties. PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1..
  • Met inbegrip van informatie over de procedures voor het aanvragen van een Europese ziekteverzekeringskaart (EHIC) en gedetailleerde informatie over wat al dan niet onder de nationale gezondheidszorgstelsels valt.
  • De meertalige portaalsite “Uw Europa” in toepassing van Verordening (EU) 2018/1724, PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1.PB L 295; het gedeelte jongerenwiki van de Europese Jongerensite; informatie op het Europaportaal, bv. over de EHIC: Een kaart aanvragen - Werkgelegenheid, Sociale Zaken & Inclusie - Europese Commissie (europa.eu).
  • Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het kader voor het instellen van een Europese jeugdwerkagenda (2020/C 415/01).
  • Verordening (EU) 2021/888 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van het programma “Europees Solidariteitskorps” en tot intrekking van Verordeningen (EU) 2018/1475 en (EU) nr. 375/2014 (PB L 202 van 8.6.2021, blz. 32).
  • Zie de inclusie- en diversiteitstrategie van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps voor richtsnoeren over de wijze waarop dit moet gebeuren: https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/implementation-guidelines-erasmus-and-european-solidarity-corps-inclusion-and-diversity_en.
  • In lijn met in 2020-2021 vastgestelde EU-strategieën voor gelijkheid en beleidskaders op het gebied van inclusie die gericht zijn op specifieke gediscrimineerde en achtergestelde groepen: EU-actieplan tegen racisme 2020-2025 (COM(2020) 565 final van 18 september 2020), strategisch EU-kader voor gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma (COM(2020) 620 final van 7 oktober 2020), strategie voor gelijkheid van lhbtiq’ers (COM(2020) 698 final van 12 november 2020), actieplan voor integratie en inclusie (COM(2020) 758 final van 24 november 2020), strategie voor de rechten van personen met een handicap (COM(2021) 101 final van 3 maart 2021).
  • Het voormalige Europese vrijwilligerswerk paste deze goede praktijk reeds toe; momenteel verstrekt het Europees Solidariteitskorps elke vrijwilliger kosteloos een Europese Jeugdkaart.
  • Met informatie als bedoeld in punt 2, a), van deze aanbeveling, alsmede informatie over nationale regelingen of activiteiten voor vrijwilligerswerk.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.