Besluit 2022/1851 - Standpunt EU in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de EU en Mongolië inzake de instelling van een gespecialiseerde werkgroep inzake ontwikkelingssamenwerking

1.

Wettekst

5.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 257/8

 

BESLUIT (EU) 2022/1851 VAN DE RAAD

van 29 september 2022

betreffende het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, inzake de instelling van een gespecialiseerde werkgroep inzake ontwikkelingssamenwerking

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 209, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (1) (de “overeenkomst”), is bij Besluit (EU) 2017/2270 van de Raad (2) door de Unie gesloten en op 1 november 2017 in werking getreden.

 

(2)

Krachtens de overeenkomst kan het bij de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité (het “Gemengd Comité”) gespecialiseerde werkgroepen instellen die het bij de uitvoering van zijn taken ondersteunen. Die werkgroepen brengen op elke vergadering van het Gemengd Comité gedetailleerd verslag uit over hun activiteiten.

 

(3)

Zowel de Unie als Mongolië hebben belangstelling getoond voor de instelling van een gespecialiseerde werkgroep inzake ontwikkelingssamenwerking, teneinde de samenwerking tussen de partijen te formaliseren en te verdiepen en een bijdrage te leveren aan het Gemengd Comité.

 

(4)

Het Gemengd Comité stelt tijdens zijn vierde zitting of, in voorkomend geval, via een schriftelijke procedure voorafgaand aan die zitting, overeenkomstig zijn reglement van orde, een besluit vast betreffende de instelling van een gespecialiseerde werkgroep inzake ontwikkelingssamenwerking en de vaststelling van het mandaat ervan.

 

(5)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Gemengd Comité moet worden ingenomen, aangezien het besluit van het Gemengd Comité voor de Unie bindend zal zijn.

 

(6)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de vierde zitting van het Gemengd Comité of, in voorkomend geval, via een schriftelijke procedure voorafgaand aan die zitting, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.
  • 2. 
    Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Gemengd Comité.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 29 september 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    SÍKELA
 

  • (2) 
    Besluit (EU) 2017/2270 van de Raad van 9 oktober 2017 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (PB L 326 van 9.12.2017, blz. 5).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.