Besluit 2022/1958 - Ondertekening van de Overeenkomst met Noord-Macedonië inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Noord-Macedonië

1.

Wettekst

18.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 270/1

 

BESLUIT (EU) 2022/1958 VAN DE RAAD

van 13 oktober 2022

inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Noord-Macedonië inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Noord-Macedonië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten b) en d), en artikel 79, lid 2, punt c), in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op grond van artikel 73, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad (1) moet, als de omstandigheden vereisen dat grensbeheerteams van het permanente korps van de Europese Grens- en kustwacht worden ingezet in een derde land waar de teamleden uitvoerende bevoegdheden zullen uitoefenen, de Unie op grond van artikel 218 van het Verdrag betreffende de Europese Unie een statusovereenkomst sluiten met het desbetreffende derde land.

 

(2)

Op 29 juli 2022 heeft de Raad de Commissie machtiging verleend om met de Republiek Noord-Macedonië onderhandelingen te openen over een overeenkomst inzake operationele activiteiten die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Noord-Macedonië uitvoert (de “overeenkomst”).

 

(3)

De onderhandelingen zijn met succes afgerond met de parafering van de overeenkomst.

 

(4)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (2); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.

 

(5)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het besluit noch bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over dit besluit of het dit in zijn interne recht zal omzetten.

 

(6)

De overeenkomst moet namens de Unie worden ondertekend en de aangehechte verklaring inzake IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein moet namens de Unie worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Noord-Macedonië inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Noord-Macedonië (de “overeenkomst”) wordt goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting ervan (3).

Artikel 2

De aan dit besluit gehechte verklaring wordt namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 13 oktober 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    BLAŽEK
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).
  • (2) 
    Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
  • (3) 
    De tekst van de overeenkomst wordt samen met het besluit betreffende de sluiting ervan bekendgemaakt.
 

VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, DE ZWITSERSE BONDSSTAAT EN HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN

De partijen bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Noord-Macedonië inzake operationele activiteiten die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Noord-Macedonië uitvoert, nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop die landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Het is daarom wenselijk dat de autoriteiten van IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein enerzijds, en de Republiek Noord-Macedonië anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten inzake de uitvoering van operationele activiteiten door het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Noord-Macedonië, die vergelijkbaar zijn met de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Noord-Macedonië inzake operationele activiteiten die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de Republiek Noord-Macedonië uitvoert.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.