Uitvoeringsbesluit 2022/2190 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1353 tot toekenning van tijdelijke steun aan Polen om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken

1.

Wettekst

10.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/3

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2190 VAN DE RAAD

van 8 november 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1353 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan de Republiek Polen om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Naar aanleiding van een verzoek van Polen van 6 augustus 2020 heeft de Raad bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1353 (2) financiële bijstand aan Polen toegekend in de vorm van een lening van maximaal 11 236 693 087 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar en een beschikbaarheidsperiode van 18 maanden, als aanvulling op de nationale inspanningen van Polen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

 

(2)

De lening moest door Polen worden gebruikt ter financiering van werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen als bedoeld in artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1353.

 

(3)

Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in Polen inactief geworden. Dat heeft geleid tot herhaalde plotse en sterke stijgingen van de overheidsuitgaven van Polen in verband met nieuwe maatregelen, namelijk PCR-tests en uitkeringen voor gezondheidswerkers die COVID-19 bestrijden.

 

(4)

De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die Polen in 2020, 2021 en 2022 heeft getroffen om die uitbraak en de sociaaleconomische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hadden en hebben nog steeds een dramatisch effect op de overheidsfinanciën. Polen had in 2020 een overheidstekort en een overheidsschuld van respectievelijk 6,9 % en 57,1 % van het bruto binnenlands product (bbp); eind 2021 waren dat tekort en die schuld gedaald tot respectievelijk 1,9 % en 53,8 %. Volgens de voorjaarsprognose 2022 van de Commissie zou Polen tegen het einde van 2022 een overheidstekort van 4,0 % van het bbp en een schuld van 50,8 % van het bbp hebben. Volgens de zomerprognose 2022 van de Commissie zou het bbp van Polen in 2022 met 5,2 % toenemen.

 

(5)

Op 19 september 2022 heeft Polen de Unie om verlenging verzocht voor de lijst van maatregelen waarvoor bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1353 reeds financiële bijstand was toegekend, teneinde zijn in 2020, 2021 en 2022 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaaleconomische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen, voort te zetten (“het verzoek”). Polen heeft met name een reeks gezondheidsgerelateerde maatregelen ingevoerd om de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden, zoals uiteengezet in de overwegingen 6 en 7.

 

(6)

Op basis van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties” (3) heeft de minister van Volksgezondheid het Nationaal Gezondheidsfonds opgedragen met belangstellende laboratoria contracten te sluiten voor de uitvoering van diagnostische RT-PCR-tests voor SARS-CoV-2. De kosten van die tests werden gefinancierd uit de overheidsbegroting en waren in verhouding tot het aantal personen dat een testaanvraag indiende. Zoals vermeld in het verzoek, wordt alleen verzocht om de in 2020 en 2021 verrichte uitgaven te financieren in het kader van Verordening (EU) 2020/672. De maatregel is nieuw en werd van eind april 2020 tot eind maart 2022 uitgevoerd.

 

(7)

Op basis van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties” (4) en de “wet van 14 augustus 2020 tot wijziging van bepaalde handelingen teneinde de werking van de gezondheidsbescherming in verband met de COVID-19-epidemie en na beëindiging ervan te waarborgen” (5) heeft de minister van Volksgezondheid het Nationaal Gezondheidsfonds gelast om aan medische entiteiten die medische activiteiten verrichten, middelen over te dragen voor de toekenning van uitkeringen aan gezondheidswerkers die COVID-19 bestrijden, als bedoeld in het verzoek. De maatregel is bedoeld om de kosten te dekken voor de toekenning van aanvullende maandelijkse uitkeringen voor medisch personeel en van eenmalige aanvullende uitkeringen voor andere gezondheidswerkers. De uitkeringen werden toegekend aan personen die deelnamen aan de verstrekking van gezondheidsdiensten en rechtstreeks contact hadden met patiënten die (vermoedelijk) besmet waren met het SARS-CoV-2-virus, in organisatorische eenheden van medische entiteiten. Er wordt alleen verzocht om de in 2020 en 2021 verrichte uitgaven te financieren in het kader van Verordening (EU) 2020/672. De maatregel is nieuw en is van september 2020 tot eind maart 2022 uitgevoerd.

 

(8)

Polen voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. Polen heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 11 826 003 428 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dat is een plotse en sterke stijging omdat zij ook verband houdt met de nieuwe gezondheidsgerelateerde maatregelen ter bestrijding van COVID-19 die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van de ondernemingen en van de beroepsbevolking in Polen. Polen is voornemens 9 100 000 EUR van de toegenomen uitgaven als gevolg van de nieuwe gezondheidsgerelateerde maatregelen via Uniemiddelen te financieren en 580 210 341 EUR via eigen financiering.

 

(9)

De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, Polen geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met de werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, en met de in het verzoek bedoelde maatregelen op gezondheidsgebied in verband met de COVID-19-uitbraak.

 

(10)

De in het verzoek en in de overwegingen 6 en 7 bedoelde gezondheidsgerelateerde maatregelen kosten 1 672 546 359 EUR.

 

(11)

De al bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1353 verleende financiële bijstand moet derhalve ook gelden voor de in de overwegingen 6 en 7 bedoelde nieuwe maatregelen.

 

(12)

Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

 

(13)

Polen moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre Polen die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 3 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1353 wordt vervangen door:

“Artikel 3

Polen mag de volgende maatregelen financieren:

 

a)

een vermindering van de sociale bijdragen, zoals bepaald in artikel 31zo van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties”, voor het deel van de uitgaven dat betrekking heeft op de ondersteuning van zelfstandigen, alle sociale coöperaties (ongeacht het aantal werknemers) en, voor ondernemingen met maximaal vijftig werknemers, het deel van de uitgaven met betrekking tot werknemers die ononderbroken in dienst bleven;

 

b)

een toelage wegens werkonderbreking voor zelfstandigen en personen met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, zoals bepaald in de artikelen 15zq en 15zua van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties”;

 

c)

subsidies voor lonen en sociale bijdragen van ondernemingen die van werktijdverkorting gebruikmaken of de werktijd vrijwillig verminderen, of waarin de werknemers ononderbroken in dienst bleven, zoals bepaald in de artikelen 15g, 15ga, 15gga, 15gg, 15zzb, 15zze en 15zze2 van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties”;

 

d)

subsidies voor zelfstandigen zonder personeel, zoals bepaald in artikel 15zzc van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties”;

 

e)

leningen die kunnen worden omgezet in subsidies aan zelfstandigen, micro-ondernemingen en niet-gouvernementele organisaties, voor het bedrag dat daadwerkelijk in subsidies wordt omgezet, zoals bepaald in de artikelen 15zzd en 15zzda van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties”;

 

f)

de financiering van de uitvoering van diagnostische PCR-tests in de laboratoria die met het Nationaal Gezondheidsfonds contracten voor de uitvoering van diagnostische RT-PCR-tests voor SARS-CoV-2 hebben gesloten, zoals bepaald in artikel 10a, leden 1 en 2, en, na het verstrijken van artikel 10a, in artikel 11h, lid 2, punt 2, en artikel 11h, lid 4, van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties”;

 

g)

de toekenning van aanvullende maandelijkse uitkeringen aan gezondheidswerkers en van eenmalige aanvullende uitkeringen aan andere gezondheidswerkers, zoals bepaald in artikel 10a, lid 1, van de “wet van 2 maart 2020 inzake specifieke oplossingen voor de preventie, de bestrijding en de uitroeiing van COVID-19, andere besmettelijke ziekten en daardoor veroorzaakte crisissituaties” en, na het verstrijken van artikel 10a, in artikel 42 van de “wet van 14 augustus 2020 tot wijziging van bepaalde handelingen teneinde de werking van de gezondheidsbescherming in verband met de COVID-19-epidemie en na de beëindiging ervan te waarborgen”.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.

Het wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de Republiek Polen.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 november 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • Z. 
    STANJURA
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1353 van de Raad van 25 september 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan Republiek Polen om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 314 van 29.9.2020, blz. 45).
  • (3) 
    Artikel 10a, leden 1 en 2, en, na het verstrijken van artikel 10a, artikel 11h, lid 2, punt 2, en artikel 11h, lid 4. 2020 poz. 374, zoals gewijzigd.
  • (4) 
    Artikel 10a, lid 1. 2020 poz. 374.
  • (5) 
    Artikel 42. 2020 poz. 1493.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.