Uitvoeringsbesluit 2022/2254 - 14 november 2022 Machtiging van Bulgarije af te wijken van artikel 287 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

17.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 297/69

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/2254 VAN DE RAAD

van 14 november 2022

waarbij Bulgarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op basis van artikel 287, punt 17), van Richtlijn 2006/112/EG mag Bulgarije vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 25 600 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers.

 

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 17 mei 2022, heeft Bulgarije verzocht om machtiging tot invoering van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 287, punt 17), van Richtlijn 2006/112/EG, zodat het belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan de tegenwaarde van 51 130 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers kan vrijstellen van de btw (“de bijzondere maatregel”). De bijzondere maatregel zou van toepassing zijn tot en met 31 december 2024, de uiterste datum waarop de lidstaten Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad (2) moeten hebben omgezet. Uit die richtlijn volgt dat de lidstaten met ingang van 1 januari 2025 vrijstelling van de btw mogen verlenen voor leveringen van goederen en diensten door belastingplichtigen van wie de jaaromzet in een bepaalde lidstaat de drempel van 85 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid niet overschrijdt.

 

(3)

Bij brief van 26 juli 2022 heeft de Commissie de overige lidstaten op grond van artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG van het verzoek van Bulgarije in kennis gesteld. Bij brief van 27 juli 2022 heeft de Commissie Bulgarije meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(4)

De bijzondere maatregel is in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2020/285, die tot doel heeft de nalevingslasten voor kleine ondernemingen te beperken en concurrentieverstoringen in de interne markt te vermijden.

 

(5)

De bijzondere maatregel zal facultatief blijven voor belastingplichtigen aangezien zij nog altijd voor de normale btw-regeling kunnen kiezen op grond van artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG.

 

(6)

Volgens de door Bulgarije verstrekte gegevens zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik in Bulgarije.

 

(7)

Met de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad (3) hoeft Bulgarije vanaf het begrotingsjaar 2022 geen compensatieberekening meer te verrichten met betrekking tot het overzicht van de eigen btw-middelen.

 

(8)

Aangezien Bulgarije verwacht dat de bijzondere maatregel zal leiden tot minder btw-verplichtingen en dus tot minder administratieve lasten en nalevingskosten voor kleine ondernemingen en voor de belastingautoriteiten, zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de totale btw-inkomsten, moet Bulgarije worden gemachtigd om de bijzondere maatregel in te voeren.

 

(9)

De toepassing van de bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt. De periode moet lang genoeg zijn om de Commissie in staat te stellen de doeltreffenheid en de geschiktheid van de drempel te evalueren. Bovendien moeten de lidstaten op grond van artikel 3, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/285 uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken om te voldoen aan artikel 1 van die richtlijn, die Richtlijn 2006/112/EG wijzigt en in eenvoudiger btw-regels voor kleine ondernemingen voorziet, en moeten zij die bepalingen met ingang van 1 januari 2025 toepassen. Het is daarom passend Bulgarije te machtigen de bijzondere maatregel toe te passen tot en met 31 december 2024,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 287, punt 17), van Richtlijn 2006/112/EG wordt Bulgarije gemachtigd belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan de tegenwaarde van 51 130 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers, van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) vrij te stellen.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

Het is van toepassing tot en met 31 december 2024.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Bulgarije.

Gedaan te Brussel, 14 november 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (2) 
    Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PB L 62 van 2.3.2020, blz. 13).
  • (3) 
    Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad van 30 april 2021 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 165 van 11.5.2021, blz. 9).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.