Besluit 2022/2410 - Standpunt EU in het regionaal stuurcomité van de Vervoersgemeenschap in verband met bepaalde administratieve en personeelsaangelegenheden van de Vervoersgemeenschap, de invoering van een schooltoelage en regels inzake detachering en ter plaatse gecontracteerde deskundigen

1.

Wettekst

9.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 317/106

 

BESLUIT (EU) 2022/2410 VAN DE RAAD

van 5 december 2022

betreffende het namens de Europese Unie in het regionaal stuurcomité van de Vervoersgemeenschap in te nemen standpunt in verband met bepaalde administratieve en personeelsaangelegenheden van de Vervoersgemeenschap, de invoering van een schooltoelage en regels inzake detachering en ter plaatse gecontracteerde deskundigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91 en artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap (“het verdrag”) is door de Unie ondertekend overeenkomstig Besluit (EU) 2017/1937 van de Raad (1).

 

(2)

Het verdrag is namens de Europese Unie goedgekeurd op 4 maart 2019 (2) en in werking getreden op 1 mei 2019.

 

(3)

Het regionaal stuurcomité werd bij het verdrag opgericht voor het beheer en de goede uitvoering van dat verdrag.

 

(4)

Het is de bedoeling dat het regionaal stuurcomité besluiten vaststelt over wijzigingen van Besluit nr. 2019/3 inzake de regels voor de schooltoelage voor het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap en de regels inzake detachering en ter plaatse gecontracteerde deskundigen.

 

(5)

Aangezien dergelijke besluiten noodzakelijk zijn voor de goede werking van het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap, is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het regionaal stuurcomité met betrekking tot de vaststelling ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het regionaal stuurcomité van de Vervoersgemeenschap met betrekking tot de besluiten tot wijziging van Besluit nr. 2019/3 tot vaststelling van regels voor schooltoelagen voor het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap en regels inzake detachering en ter plaatse gecontracteerde deskundigen, wordt gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluiten van het regionaal stuurcomité.

Kleine wijzigingen van die ontwerpbesluiten kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het regionaal stuurcomité.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 5 december 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    KUPKA
 

  • (1) 
    Besluit (EU) 2017/1937 van de Raad van 11 juli 2017 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap (PB L 278 van 27.10.2017, blz. 1).
  • (2) 
    Besluit (EU) 2019/392 van de Raad van 4 maart 2019 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap (PB L 71 van 13.3.2019, blz. 1).
 

ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2022 VAN HET REGIONAAL STUURCOMITÉ VAN DE VERVOERSGEMEENSCHAP

van …

tot wijziging van Besluit nr. 2019/3 van het regionaal stuurcomité van de Vervoersgemeenschap van 5 juni 2019

HET REGIONAAL STUURCOMITÉ VAN DE VERVOERSGEMEENSCHAP,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap, met name artikel 24, lid 1, en artikel 30,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Besluit nr. 2019/3 van het regionaal stuurcomité van de Vervoersgemeenschap van 5 juni 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

bijlage I, rubriek 3, punt 30, eerste zin, komt als volgt te luiden:

“Tijdens de selectieprocedure wordt de directeur bijgestaan door een selectiecomité, dat minstens vier leden telt: één vertegenwoordiger van het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap, één vertegenwoordiger van het voorzitterschap en twee vertegenwoordigers van de Europese Commissie.”;

 

2)

rubriek 5 van bijlage II “Personeelsstatuut van de Vervoersgemeenschap” wordt als volgt gewijzigd:

“5.   ARBEIDSTIJDEN, DEELTIJDWERK EN TELEWERKEN”;

 

3)

aan bijlage II “Personeelsstatuut van de Vervoersgemeenschap” wordt een nieuw artikel 5.3 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

“5.3   Telewerken

Telewerken wordt toegestaan in uitzonderlijke omstandigheden en alleen wanneer dit duidelijk in het belang is van het secretariaat en aansluit bij de prioriteiten van het secretariaat.

Toestemming om te telewerken wordt verleend door de directeur of een adjunct-directeur.

Telewerken is beperkt in tijd en duur.

De directeur stelt gedetailleerde regels vast voor telewerken binnen de normale werkweek.”;

 

4)

rubriek 9 van bijlage II “Personeelsstatuut van de Vervoersgemeenschap” komt als volgt te luiden:

“9.   SALARISSEN, REISKOSTEN, VERHUISKOSTEN EN SCHOOLTOELAGE”;

 

5)

aan bijlage II “Personeelsstatuut van de Vervoersgemeenschap” wordt een nieuw artikel 9.4 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

“9.4   Schooltoelage

De Vervoersgemeenschap kan bijdragen aan de schooltoelage voor een kind of kinderen ten laste van personeelsleden die een onderwijsinstelling bezoekt of bezoeken die schoolgeld aanrekent op de plaats waar de zetel van het permanent secretariaat is gevestigd, overeenkomstig door het stuurcomité vast te stellen gedetailleerde regels.”.

Voor het regionaal stuurcomité

De voorzitter

 

ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2022 VAN HET REGIONAAL STUURCOMITÉ VAN DE VERVOERSGEMEENSCHAP

van …

inzake de regels voor de schooltoelage van het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap

HET REGIONAAL STUURCOMITÉ VAN DE VERVOERSGEMEENSCHAP,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap, met name artikel 24, lid 1, en artikel 30,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

De aan dit besluit gehechte regels inzake de schooltoelage van het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap worden hierbij vastgesteld.

Voor het regionaal stuurcomité

De voorzitter

 

Regels inzake schooltoelagen van het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap

  • 1. 
    Definities
 
 

1.1

“Secretariaat”: permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap.

 
 

1.2

“Directeur”: directeur van het secretariaat.

 
 

1.3

“Personeelsleden”: alle ambtenaren van het secretariaat, zijnde de directeur, de adjunct-directeuren en alle andere personeelsleden van de verdragsluitende partijen die permanent op het secretariaat werken in overeenstemming met dit personeelsstatuut, met uitzondering van de gedetacheerde nationale deskundigen en lokaal gecontracteerde deskundigen.

 
 

1.4

“kind ten laste”:

a)

het legitieme, natuurlijke of geadopteerde kind van een ambtenaar of van zijn/haar echtgenoot, dat daadwerkelijk door het personeelslid wordt ondersteund. Dit geldt ook voor een kind waarvoor een adoptie-aanvraag is ingediend en waarvoor de adoptieprocedure aanhangig is gemaakt;

 

b)

elk kind dat door het personeelslid moet worden ondersteund op grond van een rechterlijke beslissing over de bescherming van minderjarigen.

 
 

1.5

“hoofdkantoor”: de plaats waar de zetel van het secretariaat is gevestigd.

 
 

1.6

“onderwijsinstellingen”: crèches, kleuterscholen, instellingen voor lager en middelbaar onderwijs die opleiding verstrekken en een leerprogramma volgen.

 
 

1.7

“schooltoelage”: een vaste bijdrage aan het school-/inschrijvingsgeld of het algemene school- en onderwijsgeld dat door de onderwijsinstelling in rekening wordt gebracht.

  • 2. 
    Toepasbaarheid
 
 

2.1

Schooltoelagen kunnen worden toegekend aan alle personeelsleden, op voorwaarde dat:

het kind/de kinderen ten laste van een personeelslid van het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap is/zijn ingeschreven bij het secretariaat-generaal van de regering van de Republiek Servië, en

het kind/de kinderen ten laste naar een onderwijsinstelling gaan die schoolgeld vraagt en is gevestigd op de plaats waar het permanent secretariaat zetelt (Belgrado).

 
 

2.2

Het recht vervalt wanneer:

a)

het kind niet langer volledig dagonderwijs volgt bij een onderwijsinstelling die schoolgeld vraagt, of

 

b)

het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt, of

 

c)

het personeelslid niet meer in actieve dienst is.

  • 3. 
    Betaling van de schooltoelage
 
 

3.1

Personeelsleden ontvangen een schooltoelage voor elk kind ten laste in de zin van punt 1.4 dat jonger is dan zes jaar en naar een crèche of kleuterschool gaat. Deze voorschoolse toelage wordt toegekend tot het jaar waarin het kind de leeftijd van zes jaar bereikt (inclusief het 6de jaar) of totdat het kind naar de lagere school gaat.

 
 

3.2

Personeelsleden ontvangen een schooltoelage voor elk kind ten laste in de zin van punt 1.4 dat ten minste vijf jaar oud is en volledig dagonderwijs volgt aan een lagere of middelbare school. Zodra het kind naar de lagere school gaat, vervalt het recht op de voorschoolse toelage.

 
 

3.3

Voor de schooltoelage worden de volgende uitgaven in aanmerking genomen:

a)

het inschrijvingsgeld van de school/onderwijsinstelling, of

 

b)

de algemene school- en onderwijskosten die door de onderwijsinstelling in rekening worden gebracht.

De schooltoelage omvat geen kosten die rechtstreeks verband houden met het onderwijs: vervoer van kinderen, boeken, maaltijden, extra lessen, extra mentoren, uitrusting, examens of examenuitgaven, uitgaven voor speciale cursussen en activiteiten (met inbegrip van uitrusting), correspondentiecursussen als bedoeld in punt 3.8, en andere kosten die niet in het jaarlijkse school- of inschrijvingsgeld zijn opgenomen. Deze beperking geldt ook voor andere indirecte kosten: mogelijke kredieten, leningen of dergelijke die het personeelslid kan aangaan om de schoolkosten te dekken.

 
 

3.4

Het recht op de schooltoelage gaat in op de eerste dag van de maand waarin het kind begint naar de in de punten 3.1 en 3.2 bedoelde onderwijsinstelling te gaan, en eindigt aan het einde van de laatste maand van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt.

 
 

3.5

Voor lagere of middelbare scholen bedraagt de schooltoelage maximaal 285,81 euro/maand, voor crèches of kleuterscholen 102,90 euro/maand.

Uitgaven boven deze maxima worden niet vergoed.

 
 

3.6

De schooltoelage wordt uitbetaald na overlegging van een door de onderwijsinstelling afgegeven betalingsbewijs/originele factuur van het inschrijvings- of schoolgeld en van andere bewijsstukken waaruit blijkt dat het kind op de plaats waar het secretariaat zetelt de onderwijsinstelling bezoekt die het schoolgeld in rekening brengt.

De betaling geschiedt, op basis van de werkelijk gemaakte kosten voor het inschrijvings-/schoolgeld en tot de in punt 3.5 vermelde maxima, in de vorm van een maandelijkse betaling die gelijk is aan een twaalfde van de totale subsidiabele kosten.

 
 

3.7

Als de opleiding van het kind gedurende ten minste één schooljaar wordt onderbroken door ziekte of andere dwingende redenen, wordt de periode waarin het personeelslid in aanmerking komt voor de schooltoelage verlengd met de duur van de onderbreking.

 
 

3.8

De schooltoelage is niet verschuldigd voor correspondentiecursussen of voor privéonderwijs.

 
 

3.9

Als het kind een beurs of een financiële tegemoetkoming of toelage uit andere bronnen ontvangt ter ondersteuning van de inschrijvingskosten bij de onderwijsinstelling, stelt het personeelslid het secretariaat daarvan schriftelijk in kennis en wordt de schooltoelage verlaagd en berekend op basis van het resterende bedrag dat door het personeelslid moet worden betaald.

 
 

3.10

Het schooljaar bestaat uit het werkelijke aantal dagen tussen de eerste dag van het eerste semester en de laatste dag van het laatste semester in de onderwijsinstelling waar het kind naartoe gaat.

 
 

3.11

Aanvragen tot betaling van de schooltoelage worden schriftelijk bij de directeur ingediend en worden gestaafd met bewijsstukken als vereist in punt 3.6.

  • 4. 
    Slotbepaling
 
 

4.1

De schooltoelage voor een kinderen ten laste die in het jaar voorafgaand aan de vaststelling van de onderwijsregeling voor het eerst naar school zijn gegaan, wordt overeenkomstig de vastgestelde onderwijsvoorschriften betaald op vertoon van de bewijsstukken betreffende de werkelijk gemaakte kosten en tot de vastgestelde maxima.

 
 

4.2

De personeelsleden moeten elke wijziging in de onderwijssituatie, zoals beëindiging van het onderwijs, onderbreking van het onderwijs en herstart van het onderwijs na een onderbreking, verandering van school enz., schriftelijk aan de directeur melden. De desbetreffende wijziging van de schooltoelage wordt met terugwerkende kracht toegepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de wijziging heeft plaatsgevonden.

 
 

4.3

De directeur is verantwoordelijk voor de correcte toepassing van deze regels.

 
 

4.4

In het licht van de prijsontwikkelingen kan de directeur aan het regionaal stuurcomité voorstellen deze regels te herzien.

 

ONTWERP

BESLUIT Nr. …/2022 VAN HET REGIONAAL STUURCOMITÉ VAN DE VERVOERSGEMEENSCHAP

van …

inzake de regels voor detachering en lokaal gecontracteerde deskundigen

HET REGIONAAL STUURCOMITÉ VAN DE VERVOERSGEMEENSCHAP,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap, met name artikel 24, lid 1, en artikel 30,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

De aan dit besluit gehechte regels inzake detachering en ter plaatse gecontracteerde deskundigen worden hierbij vastgesteld.

Voor het regionaal stuurcomité

De voorzitter

 

Regels inzake Detachering en ter plaatse gecontracteerde deskundigen

  • 1. 
    Definities
 
 

1.1

“TCT-secretariaat”: permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap.

 
 

1.2

“Directeur”: directeur van het TCT-secretariaat.

 
 

1.3

“Personeelsleden”: alle ambtenaren van het TCT-secretariaat, zijnde de directeur, de adjunct-directeur en alle andere personeelsleden van de verdragsluitende partijen die permanent op het TCT-secretariaat werken in overeenstemming met dit personeelsstatuut, met uitzondering van de gedetacheerde nationale deskundigen en lokaal gecontracteerde deskundigen.

 
 

1.4

“Zuidoost-Europese partij”: een van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (*1), Montenegro, Noord-Macedonië en Servië.

 
 

1.5

“Gedetacheerde”: een werknemer die in dienst is van de oorspronkelijke (feitelijke) werkgever, maar tijdelijk wordt uitgezonden naar het hoofdkantoor om diensten te verlenen aan het TCT-secretariaat.

 
 

1.6

“Detachering”: de tijdelijke aanstelling van een werknemer van een afzonderlijke organisatie bij het TCT-secretariaat voor een bepaalde periode om een specifieke activiteit uit te voeren.

 
 

1.7

“Hoofdkantoor”: de plaats waar de zetel van het TCT-secretariaat is gevestigd.

 
 

1.8

“Openbare vervoersinstellingen”: alle met voor vervoer bevoegde bestuursorganen op alle overheidsniveaus, zoals ministeries en andere overheidsinstanties en -instellingen, binnen de partijen bij het TCT.

 
 

1.9

“TCT”: Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap.

 
 

1.10

“Lokaal gecontracteerde persoon”: een deskundige die voor een beperkte periode in dienst is genomen en de activiteiten ter plaatse verricht in een van de Zuidoost-Europese partijen.

  • 2. 
    Detacheringen
 
 

2.1

Bij de planning van de detachering ziet het TCT-secretariaat erop toe dat de behoeften van het TCT-secretariaat een leidend beginsel vormen, in overeenstemming met het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap en het overeengekomen jaarlijkse werkprogramma.

 
 

2.2

De openbare vervoersinstellingen van de partijen bij het TCT hebben recht op detachering van deskundigen voor een opdracht op het TCT-secretariaat van het verdrag.

 
 

2.3

Gedetacheerden zijn personeelsleden in overheidsdienst die vóór hun detachering ten minste twee jaar permanent of op contractbasis voor hun werkgever hebben gewerkt en gedurende de hele detacheringsperiode in dienst van die werkgever blijven. Zij moeten ten minste drie jaar ervaring hebben met juridische, wetenschappelijke, technische, adviserende of toezichthoudende functies op een gebied dat verband houdt met vervoer.

 
 

2.4

De werkgever van de gedetacheerde verbindt zich ertoe gedurende de gehele detacheringsperiode het salaris van de gedetacheerde te blijven betalen en zijn ambtelijke status in stand te houden. De werkgever van de gedetacheerde blijft ook verantwoordelijk voor de sociale rechten van de gedetacheerde, met name de ziektekosten- en pensioenverzekering en andere socialezekerheidsbijdragen, zoals vereist door de nationale wetgeving. De beëindiging of wijziging van de administratieve status van de gedetacheerde kan leiden tot de beëindiging van de detachering door het TCT-secretariaat.

 
 

2.5

De gedetacheerde is een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of van een Zuidoost-Europese Partij.

 
 

2.6

Het TCT-secretariaat dekt geen andere kosten voor de aanstelling van de gedetacheerde, afgezien van hetgeen in punt 10 is bepaald.

 
 

2.7

De standplaats is de zetel van het TCT-secretariaat in Belgrado.

 
 

2.8

De gedetacheerde beheerst de Engelse taal uitstekend.

 
 

2.9

De directeur van het TCT-secretariaat informeert het regionale stuurcomité via het jaarlijks operationeel verslag over de stand van zaken met betrekking tot de detacheringen voor het voorgaande jaar.

  • 3. 
    Selectieprocedure
 
 

3.1

Het TCT-secretariaat van het verdrag verricht een jaarlijkse beoordeling van zijn administratieve en financiële capaciteit voor het aantal gedetacheerden dat in het TCT-secretariaat kan worden ondergebracht. Het TCT-secretariaat bepaalt de benodigde deskundigheid/het profiel van de gedetacheerde aan de hand van het activiteitenplan dat in het werkprogramma voor het desbetreffende jaar is beschreven. De financiële capaciteit wordt bepaald door de voor een bepaald jaar beschikbare begrotingsmiddelen.

 
 

3.2

De gedetacheerden worden geselecteerd via een open en transparante procedure, door een selectiepanel bestaande uit een vertegenwoordiger van de Europese Commissie, de voorzitter of medevoorzitter van het regionale stuurcomité van het TCT, en een vertegenwoordiger van het TCT-secretariaat.

 
 

3.3

Een uitnodiging voor het indienen van detacheringsaanvragen in een bepaald jaar wordt door het TCT-secretariaat toegezonden aan de Zuidoost-Europese partijen, in hun alfabetische volgorde, als beschreven in punt 1.4, en aan de EU. Elke Zuidoost-Europese partij en de EU wordt verzocht een shortlist van minstens twee en hoogstens drie kandidaten die aan de selectiecriteria voldoen, in te dienen voor een later gesprek met het selectiepanel.

 
 

3.4

De selectieprocedure en de selectiecriteria worden opgesteld door het TCT-secretariaat en voorgelegd aan het regionaal stuurcomité.

 
 

3.5

Als de detacheringsaanvragen afkomstig zijn van de Zuidoost-Europese Partij die het voorzitterschap van het regionaal stuurcomité bekleedt, bestaat het selectiepanel uit de vertegenwoordiger van de Europese Commissie, de voorzitter of medevoorzitter van het volgende regionale stuurcomité van het TCT en de vertegenwoordiger van het TCT-secretariaat.

 
 

3.6

Op voorstel van het selectiepanel wordt de detachering toegestaan door de directeur van het TCT-secretariaat.

 
 

3.7

De detachering vereist een aanstellingsakte door de directeur van het TCT-secretariaat en een schriftelijke overeenkomst over de detacheringsvoorwaarden, met inbegrip van die van de respectieve instelling die de formele werkgever van de gedetacheerde is. Dit gebeurt door middel van een briefwisseling tussen de directeur van het TCT-secretariaat en het hoofd van de instelling die de gedetacheerde voorstelt.

  • 4. 
    Duur van de detachering
 
 

4.1

De duur van de detachering is beperkt tot zes maanden.

 
 

4.2

De gedetacheerden werken gedurende de hele detacheringsperiode op voltijdse basis.

  • 5. 
    Taken van de gedetacheerde
 
 

5.1

Gedetacheerden krijgen een werkplan met duidelijk omschreven taken en verantwoordelijkheden, alsmede rapportagelijnen.

 
 

5.2

Alle werkgerelateerde regelingen worden schriftelijk vastgelegd. De dienst waaraan de gedetacheerden zijn toegewezen, stelt de gedetacheerden en hun werkgever vóór het begin van de detachering in kennis van de beoogde taken en verzoekt hen schriftelijk te bevestigen dat zij geen enkele reden kennen (zoals een belangenconflict, of onverenigbaarheid met de beroepsbekwaamheden van de werkzaamheden van de gedetacheerde persoon) om de toewijzing van die taken te weigeren.

 
 

5.3

De gedetacheerde vertegenwoordigt het TCT-secretariaat niet en gaat geen financiële of andere verbintenissen aan, noch voert hij namens het TCT-secretariaat onderhandelingen met derden. In het bijzonder:

a)

mogen gedetacheerden zich tijdens de detacheringsperiode niet inlaten met activiteiten buiten de Vervoersgemeenschap die onverenigbaar zijn met de correcte uitvoering van zijn/haar taken of die een conflict kunnen veroorzaken tussen persoonlijke belangen en de belangen van de Vervoersgemeenschap of die de reputatie van de Vervoersgemeenschap kunnen schaden;

 

b)

mogen gedetacheerden geen betaalde activiteiten buiten de Vervoersgemeenschap uitoefenen zonder de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de directeur.

Een gedetacheerde die een rechtstreeks of onrechtstreeks aandeel hebben in een onderneming in de vervoerssector, waardoor zij het beheer van die onderneming kunnen beïnvloeden, de directeur daarvan schriftelijk in kennis stellen.

 
 

5.4

Het TCT-secretariaat blijft als enige verantwoordelijk voor de goedkeuring van de resultaten van de door de gedetacheerde uitgevoerde taken en voor de ondertekening van alle officiële documenten die uit die taken voortvloeien.

 
 

5.5

De werkgever en de gedetacheerde verbinden zich er tevens toe het secretariaat van het TCT in kennis te stellen van elke wijziging van de omstandigheden tijdens de detachering, met name die welke zouden kunnen leiden tot een belangenconflict als bedoeld in punt 5.3.a).

 
 

5.6

Als de gedetacheerde de hem toegewezen taken niet uitvoert of de bepalingen van punt 5.3 niet naleeft, heeft de directeur van het TCT-secretariaat het recht de detachering te beëindigen indien hij dit nodig acht.

 
 

5.7

Na afloop van de detachering voert het secretariaat een exitgesprek en stelt het een evaluatieverslag op. Het verslag wordt gedeeld met de gedetacheerde en de instelling die hem/haar heeft voorgesteld.

  • 6. 
    Rechten en verplichtingen van de gedetacheerde
 
 

6.1

Gedurende de detacheringsperiode:

handelt de gedetacheerde bij de uitvoering van zijn/haar taken en zijn/haar gedragingen uitsluitend in het belang van het TCT-secretariaat en conform de doelstellingen van het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap.

De gedetacheerde vraagt noch aanvaardt instructies van een regering, autoriteit, organisatie of persoon buiten het TCT-secretariaat.

Bij de uitvoering van de hem/haar toegewezen taken handelt de gedetacheerde objectief, onpartijdig en loyaal aan het TCT-secretariaat.

Het is de gedetacheerde verboden om informatie waarvan hij tijdens de uitvoering van zijn taken kennis heeft genomen, mee te delen aan onbevoegden, tenzij die informatie reeds openbaar of voor het publiek toegankelijk is gemaakt.

De gedetacheerde heeft het recht van vrijheid van meningsuiting mits hij de beginselen van loyaliteit en onpartijdigheid in acht neemt.

Zonder voorafgaande toestemming van de directeur van het TCT-secretariaat vindt geen publicatie of openbare uitvoering plaats door de gedetacheerde.

Alle rechten met betrekking tot de werkzaamheden die tijdens de detachering door de gedetacheerde worden verricht, zijn eigendom van het TCT-secretariaat.

Elke niet-naleving van een van de bepalingen van deze detacheringsregels geeft de directeur van het TCT-secretariaat het recht de detachering van de gedetacheerde te beëindigen.

  • 7. 
    Opschorting van de detachering
 
 

7.1

Op schriftelijk verzoek van de gedetacheerde of zijn/haar werkgever en met instemming van deze laatste kan de directeur van het TCT-secretariaat een opschorting van de detacheringsperioden toestaan en de toepasselijke voorwaarden specificeren. Tijdens deze opschortingen worden de in de detacheringsregels bedoelde dagvergoedingen niet uitbetaald.

  • 8. 
    Beëindiging van de detachering
 
 

8.1

De detachering kan worden beëindigd:

a)

door de werkgever van de gedetacheerde, indien diens wezenlijke belangen zulks vereisen;

 

b)

door de directeur van het TCT-secretariaat en de gezamenlijk optredende werkgever, op verzoek van de gedetacheerde, gericht aan beide partijen, indien de persoonlijke of professionele belangen van de gedetacheerde dit vereisen;

 

c)

door de directeur van het TCT-secretariaat indien de gedetacheerden of hun werkgever de hen toegewezen taken niet uitvoeren en/of de detacheringsregels niet naleven. Het TCT-secretariaat stelt de gedetacheerde en de werkgever van de gedetacheerde daarvan onmiddellijk in kennis;

 

d)

in geval van beëindiging of wijziging van de administratieve status van de gedetacheerde.

 
 

8.2

De beëindiging geschiedt met inachtneming van een opzegtermijn van één maand.

  • 9. 
    Sociale zekerheid van de gedetacheerde
 
 

9.1

Vóór het begin van de detacheringsperiode verklaart de werkgever van de gedetacheerde dat de gedetacheerde gedurende de gehele detacheringsperiode onderworpen blijft aan de door de nationale wetgeving van de werkgever voorgeschreven ziekte-, pensioen- en andere socialezekerheidsbijdragen, en dat deze ook de in het buitenland gemaakte kosten dekken.

 
 

9.2

Vanaf de dag waarop de detachering aanvangt, is de gedetacheerde verzekerd tegen het risico van beroepsziekten of -ongevallen dat kan worden toegeschreven aan de uitvoering van officiële taken door het TCT-secretariaat, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling inzake de bijdrage van de Vervoersgemeenschap aan de ziekte-, werkloosheids-, pensioen- en invaliditeitsverzekering voor het personeel van het TCT-secretariaat van de Vervoersgemeenschap.

  • 10. 
    Dagvergoedingen voor de gedetacheerde
 
 

10.1

De gedetacheerde heeft gedurende de gehele duur van de detachering recht op een dagvergoeding per kalenderdag.

 
 

10.2

De dagvergoeding heeft tot doel alle kosten op de plaats van detachering te dekken. De dagvergoeding is verschuldigd voor elke kalenderdag van de maand, met inbegrip van de perioden van dienstreis, jaarlijks verlof, buitengewoon verlof en door het TCT-secretariaat toegekende vakantiedagen.

De dagvergoeding wordt overgemaakt op een bankrekening van de gedetacheerde.

In geval van ongeoorloofde afwezigheid worden geen dagvergoedingen betaald aan de gedetacheerde en kan de directeur van het TCT-secretariaat besluiten de detachering te beëindigen.

 
 

10.3

De dagvergoeding bedraagt 91,28 EUR.

 
 

10.4

Vóór de detachering bevestigt de werkgever aan het TCT-secretariaat dat hij tijdens de detachering het bezoldigingsniveau zal handhaven dat de gedetacheerde op het tijdstip van de detachering ontving.

 
 

10.5

De gedetacheerde verricht tijdens de detachering geen bezoldigde activiteit buiten het TCT-secretariaat.

 
 

10.6

Bij aanvang van de detachering wordt de eerste 45 dagen van de dagvergoedingen waarop de gedetacheerde recht heeft, voorgeschoten in de vorm van een vast bedrag. Voor detacheringen die aanvangen op de eerste dag van de maand, wordt dit forfaitaire bedrag uiterlijk op de 25e dag van de maand betaald. Voor detacheringen die aanvangen op de 16e dag van de maand, wordt dit forfaitaire bedrag uiterlijk op de 10e dag van de volgende maand betaald. Indien de detachering gedurende de eerste 45 dagen wordt beëindigd, betaalt de gedetacheerde het bedrag terug dat overeenkomt met de resterende duur van die periode.

 
 

10.7

Naast die welke in deze detacheringsregeling zijn vastgesteld, hebben gedetacheerden, alsmede hun gezinsleden, geen recht op andere uitkeringen, toelagen of vergoedingen, zoals reis- en verhuiskosten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst, bijdrage in de ziekte-, werkloosheids-, pensioen- en invaliditeitsverzekering, schooltoelage enz.

  • 11. 
    Algemene bepalingen die van toepassing zijn op gedetacheerden
 
 

11.1

De werktijden van gedetacheerden zijn in overeenstemming met artikel 5 van het personeelsstatuut.

 
 

11.2

Ziekteverlof mag niet langer duren dan de periode van detachering van de betrokkene.

 
 

11.3

De op het TCT-secretariaat geldende regels inzake jaarlijks, buitengewoon, ziekte- en rouwverlof (1) zijn van toepassing op gedetacheerden.

 
 

11.4

Niet-opgenomen vakantiedagen bij de werkgever vóór het begin van de detachering worden niet in aanmerking genomen of ter beschikking gesteld bij detachering naar het TCT-secretariaat.

 
 

11.5

Tijdens de detachering moeten de dienst waaraan de gedetacheerde is toegewezen en het TCT-secretariaat voorafgaande toestemming verlenen voor verlof.

 
 

11.6

Vakantiedagen die aan het einde van de detacheringsperiode niet zijn opgenomen, worden niet vergoed.

 
 

11.7

Gedetacheerden kunnen op dienstreis worden gestuurd door het TCT-secretariaat. De kosten van dienstreizen worden vergoed overeenkomstig de reisvoorschriften voor het personeel van de Vervoersgemeenschap.

 
 

11.8

Indien dit in het belang is van het TCT-secretariaat, hebben gedetacheerden het recht om door het TCT-secretariaat georganiseerde opleidingen te volgen.

 
 

11.9

Gedetacheerden ondertekenen een verklaring van afwezigheid van belangenconflicten en vertrouwelijkheid voordat zij met hun werkzaamheden beginnen.

 
 

11.10

De betrekkingen tussen de Vervoersgemeenschap en de gedetacheerde worden niet geregeld door het Servische recht of het recht van enige andere plaatselijke jurisdictie, maar door het personeelsstatuut en de zetelovereenkomst van het TCT-secretariaat.

 
 

11.11

De Vervoersgemeenschap is niet aansprakelijk voor bijdragen aan socialezekerheidsstelsels, verzekeringen of andere regelingen die door de gedetacheerde in zijn/haar individuele hoedanigheid zijn aangegaan of aangevraagd.

 
 

11.12

Gedetacheerden verstrekken het TCT-secretariaat een schriftelijke bevestiging van hun aansluiting bij een ziektekosten- en pensioenverzekering voordat zij aan het werk gaan.

 
 

11.13

Gedetacheerden kunnen geen aanspraak maken op een baan bij het TCT-secretariaat.

 
 

11.14

In geval van een geschil tussen het TCT-secretariaat en een gedetacheerde is artikel 14 van bijlage II "Personeelsstatuut van de Vervoersgemeenschap" van toepassing.

  • 12. 
    Lokaal gecontracteerde deskundigen
 
 

12.1

De directeur kan voor het TCT-secretariaat of de Zuidoost-Europese partijen een lokaal gecontracteerde persoon in dienst nemen tegen een uurtarief (“lokaal gecontracteerde deskundige”), mits aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

a)

er is behoefte aan aanvullende administratieve of deskundige ondersteuning in verband met de uitvoering van het TCT;

 

b)

waarvoor er sprake is van een gebrek aan capaciteit of kennis;

 

c)

voor een beperkte periode; en

 

d)

beschikbaarheid van begrotingsmiddelen.

 
 

12.2

De aanstelling van lokaal gecontracteerde deskundigen geschiedt door middel van een dienstenovereenkomst waarin het uurtarief, een beschrijving van de toegewezen taken, de duur van de aanstelling en de vertrouwelijkheidsverplichtingen worden vastgesteld. De dienstenovereenkomst valt niet onder het Servische recht of het recht van een ander lokaal rechtsgebied.

 
 

12.3

Lokaal gecontracteerde deskundigen worden geselecteerd volgens een transparante procedure onder leiding van het TCT-secretariaat en worden op ad-hocbasis ingezet. Lokaal gecontracteerde deskundigen mogen niet meer dan 320 werkuren per jaar worden ingezet. De inzet van lokaal gecontracteerde personen mag in geen geval leiden tot omzeiling van de aanwervingsregels. Het TCT-secretariaat of elk van de Zuidoost-Europese partijen kan maximaal één lokaal gecontracteerde persoon per jaar in dienst nemen.

 
 

12.4

Lokaal gecontracteerde deskundigen worden niet beschouwd als personeelsleden of ambtenaren van het TCT-secretariaat en vallen niet onder het personeelsstatuut of de zetelovereenkomst van de Vervoersgemeenschap.

 
 

12.5

Lokaal gecontracteerde deskundigen en hun personen ten laste hebben geen recht op andere uitkeringen, toelagen of compensaties naast het in de dienstenovereenkomst overeengekomen en vastgestelde uurtarief.

 
 

12.6

Lokaal gecontracteerde deskundigen kunnen geen aanspraak maken op een baan bij het TCT-secretariaat.

  • 13. 
    Slotbepalingen
 
 

13.1

De directeur is verantwoordelijk voor de correcte toepassing van deze regels.

 
 

13.2.

Deze regels zijn van toepassing met ingang van de eerste dag van de kalendermaand volgende op de vaststelling ervan.

 
 

13.3

De directeur kan het regionaal stuurcomité voorstellen deze regels te herzien indien daar gegronde redenen voor zijn.

 

(*1)  Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo;

  • (1) 
    TCT-personeelsstatuut: https://www.transport-community.org/wp-content/uploads/2019/11/transport-community-staffrules_annexe2.pdf
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.