Verordening 2022/2465 - Wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

1.

Wettekst

16.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/81

 

VERORDENING (EU) 2022/2465 VAN DE RAAD

van 12 december 2022

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 31,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De markt van de Unie voor bepaalde basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen is sterk afhankelijk van de invoer uit derde landen. In 2021 voerde de Unie 2,9 miljoen ton ammoniak en 4,7 miljoen ton ureum in voor de productie van stikstofhoudende meststoffen. De prijzen voor deze producten zijn in 2021 aanzienlijk gestegen en zijn tijdens het lopende jaar nog verder toegenomen.

 

(2)

Momenteel wordt een aanzienlijk deel van die basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen in de Unie ingevoerd vanuit derde landen die preferentiële toegang tot de markt van de Unie hebben, zodat de invoer vrij van rechten is. Niettemin voert de Unie een grote hoeveelheid basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen in die van oorsprong zijn uit landen waarop het gemeenschappelijk douanetarief als vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (1) van toepassing is, met rechten van momenteel 5,5 % tot 6,5 %.

 

(3)

In de mededeling van de Commissie van 23 maart 2022 met de titel “De voedselzekerheid waarborgen en de veerkracht van voedselsystemen versterken”, merkt de Commissie op dat er al vóór de Russische invasie in Oekraïne sprake was van aanzienlijke prijsstijgingen op de grondstoffenmarkten, die op de landbouwmarkten tot uiting kwam door de toenemende kosten voor energie en meststoffen, waardoor ook de prijzen van landbouwproducten zijn gestegen. Zij wijst erop dat de invasie in Oekraïne en een wereldwijde stijging van de grondstoffenprijzen de prijzen op de landbouwmarkten verder hebben opgedreven en de kwetsbaarheden van het voedselsysteem van de Unie, dat gedeeltelijk op de invoer van meststoffen aangewezen is, aan het licht hebben gebracht. Dit leidt tot stijgende kosten voor de producenten en heeft gevolgen voor de prijzen van levensmiddelen, hetgeen bezorgdheid teweegbrengt over de koopkracht van consumenten en het inkomen van landbouwers in de Unie. De Commissie onderstreept dat de kosten en de beschikbaarheid van minerale meststoffen op korte termijn prioriteit moeten hebben, in afwachting van de transitie naar het gebruik van duurzame soorten meststoffen of bemestingsmethoden. In de tussentijd moet de meststoffenindustrie in de Unie toegang hebben tot de noodzakelijke invoer, onder meer van de basisproducten die nodig zijn om binnen de Unie zelf meststoffen te produceren. De Commissie wijst er ook op dat de prijzen en het aanbod van meststoffen voor landbouwers zullen worden gemonitord om te voorkomen dat de oogstvooruitzichten in de Unie in gevaar komen.

 

(4)

Derhalve moeten er maatregelen worden genomen ter verlaging van de kosten waarmee de Unieproducenten van meststoffen worden geconfronteerd bij de invoer van basisproducten voor de productie van stikstofhoudende meststoffen.

 

(5)

Bovendien hebben douanerechten op de invoer van intermediaire basisproducten zoals ammoniak en ureum in de Unie in deze tijd van schaarste aan stikstofhoudende meststoffen op de internationale markten een ontmoedigend effect op de voorziening van de Uniemarkt, in vergelijking met andere wereldmarkten waar dergelijke invoerrechten niet bestaan. Het verschil in douanerechten staat ook de inspanningen om de invoer in de Unie te diversifiëren in de weg.

 

(6)

De in artikel 56, lid 2, punt c), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen moeten derhalve tijdelijk worden geschorst. Deze tijdelijke maatregel geldt gedurende zes maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Teneinde de gevolgen van de maatregel te kunnen beoordelen, moet de Commissie een verslag opstellen en aan de Raad voorleggen.

 

(7)

Tegelijkertijd moet de Unie overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie toezien op de samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden, en tussen haar externe optreden en het beleid van de Unie op andere terreinen.

 

(8)

De betrekkingen tussen de Unie en de Russische Federatie hebben zich de afgelopen jaren in zeer ongunstige zin ontwikkeld; de situatie is in het bijzonder de afgelopen maanden verslechterd wegens de veronachtzaming van het internationaal recht door de Russische Federatie en met name de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog in Oekraïne.

 

(9)

Sinds juli 2014 heeft de Unie geleidelijk beperkende maatregelen ten aanzien van de Russische Federatie ingesteld. In zijn conclusies van 24 februari 2022 heeft de Europese Raad verklaard dat de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne een flagrante schending van het internationaal recht en van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties vormt, en de Europese en mondiale veiligheid en stabiliteit ondermijnt.

 

(10)

Op 3 juni 2022 nog heeft de Raad een zesde sanctiepakket tegen de Russische Federatie aangenomen wegens de aanhoudende aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de gemelde gruweldaden van Russische strijdkrachten in Oekraïne.

 

(11)

Hoewel de Russische Federatie lid is van de Wereldhandelsorganisatie, is de Unie bovendien op grond van de uitzonderingen krachtens de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, en met name artikel XXI van de GATT 1994, ontheven van de verplichting om aan uit de Russische Federatie ingevoerde producten dezelfde voordelen toe te kennen als aan soortgelijke producten die uit andere landen worden ingevoerd (meestbegunstigingsbehandeling).

 

(12)

Aan de invoer uit de Russische Federatie mag derhalve geen vrijstelling van invoerrechten en meestbegunstigingsbehandeling worden toegekend met betrekking tot de onder deze verordening vallende producten.

 

(13)

Ook de situatie tussen de Unie en Belarus is de afgelopen jaren verslechterd vanwege de veronachtzaming van het internationaal recht, de grondrechten en de mensenrechten door het Belarussische regime. Daarnaast heeft Belarus de aanvalsoorlog van de Russische Federatie tegen Oekraïne van meet af aan ondersteund, onder meer door de Russische Federatie toe te staan ballistische raketten vanaf Belarussisch grondgebied af te vuren, door het vervoer van Russisch militair personeel en zware wapens, tanks en militaire vervoersmiddelen mogelijk te maken, door Russische militaire luchtvaartuigen toe te staan door het Belarussische luchtruim naar Oekraïne te vliegen, door in tankpunten te voorzien en door Russische wapens en militaire uitrusting in Belarus op te slaan.

 

(14)

Sinds oktober 2020 heeft de Unie geleidelijk beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus ingesteld. Op 2 december 2021 heeft de Raad een vijfde sanctiepakket aangenomen in verband met aanhoudende mensenrechtenschendingen en de instrumentalisering van migranten. Vanwege de betrokkenheid van Belarus bij de ongerechtvaardigde en niet-uitgelokte aanvalsoorlog van de Russische Federatie tegen Oekraïne werden op 24 februari, 2 maart, 9 maart en 3 juni 2022 nieuwe sanctiepakketten aangenomen. Bovendien is Belarus geen lid van de Wereldhandelsorganisatie. Daarom is de Unie uit hoofde van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie niet verplicht de meestbegunstigingsregeling toe te passen op producten uit Belarus. Bovendien bieden handelsovereenkomsten de mogelijkheid om maatregelen te nemen die gerechtvaardigd zijn op basis van toepasselijke uitzonderingsclausules, met name uitzonderingen met betrekking tot de veiligheid.

 

(15)

Derhalve is het passend de Russische Federatie en Belarus uit te sluiten van het toepassingsgebied van de autonome schorsingen van rechten waarin deze verordening voorziet, overeenkomstig de Algemene bepalingen met betrekking tot het douanerecht in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, met name in het eerste deel, titel I, punt B, 1.

 

(16)

Bijgevolg mag de invoer van basisproducten voor stikstofhoudende meststoffen van oorsprong uit de Russische Federatie en Belarus niet onder de schorsing van rechten vallen. In plaats daarvan moet de invoer van de producten uit de Russische Federatie en Belarus waarop deze verordening betrekking heeft, onderworpen blijven aan het invoerrecht dat voordien van toepassing was.

 

(17)

Gezien de aanzienlijke en plotse prijsstijging van de basisproducten die nodig zijn voor de productie van stikstofhoudende meststoffen, die nog wordt verergerd door de noodsituatie die de aanvalsoorlog van de Russische Federatie tegen Oekraïne heeft veroorzaakt op de meststoffenmarkt, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

(18)

Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In het tweede deel, afdeling VI, hoofdstuk 28, wordt de vermelding voor GN-code 2814 10 00 in kolom 3 (“Invoerrecht conventioneel (%)”) vervangen door:

“5,5 (*1)

(*1)  Dit douanerecht is op autonome basis geschorst gedurende zes maanden vanaf 16 december 2022, behalve voor Rusland en Belarus, waarvoor overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2465 het recht van 5,5 % geldt.”."

 

2)

In het tweede deel, afdeling VI, hoofdstuk 31, wordt de vermelding voor de GN-codes 3102 10 10 en 3102 10 90 in kolom 3 (“Invoerrecht conventioneel (%)”) vervangen door:

“6,5 (*2)

(*2)  Dit douanerecht is op autonome basis geschorst gedurende zes maanden vanaf 16 december 2022, behalve voor Rusland en Belarus, waarvoor overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2465 het recht van 6,5 % geldt.”."

Artikel 2

Uiterlijk op 17 mei 2023 stelt de Commissie een evaluatieverslag over de gevolgen van de in deze verordening vastgestelde schorsing van rechten op en legt zij het voor aan de Raad. Op basis van dat verslag dient de Commissie zo nodig een wetgevingsvoorstel in ter verlenging van die schorsing van rechten.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij houdt op van toepassing te zijn op 17 juni 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (1) 
    Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.