Besluit 2022/2574 - Standpunt EU in de Partnerschapsraad die is ingesteld bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot de verlenging van de in artikel 552, lid 11, van die overeenkomst bedoelde overgangsperiode waarin het Verenigd Koninkrijk mag afwijken van de verplichting om persoonsgegevens van passagiers na hun vertrek uit het Verenigd Koninkrijk te wissen

1.

Wettekst

28.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 334/96

 

BESLUIT (EU) 2022/2574 VAN DE RAAD

van 19 december 2022

betreffende het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Partnerschapsraad die is ingesteld bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, met betrekking tot de verlenging van de in artikel 552, lid 11, van die overeenkomst bedoelde overgangsperiode waarin het Verenigd Koninkrijk mag afwijken van de verplichting om persoonsgegevens van passagiers na hun vertrek uit het Verenigd Koninkrijk te wissen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, lid 2, en artikel 87, lid 2, punt a), in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (1),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 542 van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”) (2), worden in deel drie, titel III (SAMENWERKING INZAKE RECHTSHANDHAVING EN JUSTITIE IN STRAFZAKEN) van de handels- en samenwerkingsovereenkomst regels vastgesteld uit hoofde waarvan persoonsgegevens van passagiers (“PNR-gegevens”) mogen worden doorgegeven aan, verwerkt en gebruikt door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk voor vluchten tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk, en worden tevens specifieke waarborgen in dat verband vastgesteld.

 

(2)

Artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk de PNR-gegevens van passagiers na hun vertrek uit het land moet wissen, tenzij uit een risicobeoordeling blijkt dat het nodig is dergelijke PNR-gegevens te bewaren.

 

(3)

Artikel 552, lid 11, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk tijdelijk gedurende een overgangsperiode van lid 4 van dat artikel kan afwijken, in afwachting van de zo spoedig mogelijke tenuitvoerlegging van technische aanpassingen door het Verenigd Koninkrijk. Tijdens die overgangsperiode moet de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk het gebruik van de PNR-gegevens die overeenkomstig artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst moeten worden gewist, voorkomen door ten aanzien van die PNR-gegevens de aanvullende waarborgen toe te passen die zijn opgenomen in artikel 552, lid 11, punten a) tot en met d), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 552, lid 12, punt a), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst brengt het in artikel 552, lid 7, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde onafhankelijke bestuursorgaan verslag uit over en brengt de in artikel 525, lid 3, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde toezichthoudende autoriteit van het Verenigd Koninkrijk voor gegevensbescherming een advies uit over de vraag of de aanvullende waarborgen daadwerkelijk zijn toegepast.

 

(5)

Artikel 552, lid 10, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat artikel 552, lid 11, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst van toepassing is vanwege de bijzondere omstandigheden die het Verenigd Koninkrijk ervan weerhouden de technische aanpassingen aan te brengen die nodig zijn om de systemen voor de verwerking van PNR-gegevens die het Verenigd Koninkrijk heeft gebruikt terwijl het recht van de Unie op het Verenigd Koninkrijk van toepassing was, om te zetten in systemen waarmee PNR-gegevens overeenkomstig artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst zouden kunnen worden gewist.

 

(6)

Artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat, indien de in artikel 552, lid 10, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde bijzondere omstandigheden aanhouden, de Partnerschapsraad de in artikel 552, lid 11, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde overgangsperiode met één jaar verlengt. Op 21 december 2021 heeft de Partnerschapsraad een daartoe strekkend besluit genomen, waarmee de overgangsperiode werd verlengd tot en met 31 december 2022 (3).

 

(7)

Onder dezelfde voorwaarden en indien het Verenigd Koninkrijk bovendien aantoont dat het aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt bij de omzetting van zijn PNR-verwerkingssystemen in systemen waarmee PNR-gegevens kunnen worden gewist overeenkomstig artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, hoewel het nog niet mogelijk was deze volledig om te zetten, verlengt de Partnerschapsraad de overgangsperiode voor het laatst met nog eens één jaar, dat wil zeggen tot en met 31 december 2023.

 

(8)

Richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad (4) over het gebruik van PNR-gegevens voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit is binnen de Unie van toepassing overeenkomstig de verdragen.

 

(9)

Op 29 september 2022 heeft het Verenigd Koninkrijk aan het bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst opgerichte Gespecialiseerd Comité voor samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie (het “Gespecialiseerd Comité”) een beoordeling verstrekt overeenkomstig artikel 552, lid 12, punt b), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

 

(10)

In zijn beoordeling is het Verenigd Koninkrijk tot de conclusie gekomen dat de in artikel 552, lid 10, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde bijzondere omstandigheden aanhouden en dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt om zijn systemen voor de verwerking van PNR-gegevens om te zetten in systemen waarmee PNR-gegevens overeenkomstig artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst kunnen worden gewist, hoewel het nog niet mogelijk was deze volledig om te zetten. Het Verenigd Koninkrijk merkte op dat het in overeenstemming met artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst een systeem heeft ontwikkeld en opgezet om PNR-gegevens te wissen en dat dit systeem zich nu in de betatestfase bevindt. Het Verenigd Koninkrijk heeft ook meegedeeld dat het bezig is met de ontwikkeling van een geautomatiseerd risicobeoordelingsproces op basis van objectieve gegevens om te bepalen welke PNR-gegevens na het vertrek van de passagiers uit het Verenigd Koninkrijk moeten worden bewaard. Overeenkomstig artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het Gespecialiseerd Comité voor samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie zich op 13 oktober 2022 gebogen over de beoordeling van het Verenigd Koninkrijk.

 

(11)

Daarnaast heeft het Verenigd Koninkrijk op 29 september 2022 op grond van artikel 552, lid 12, punt a), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst aan het Gespecialiseerd Comité tevens een verslag van het in artikel 552, lid 7, van die overeenkomst bedoelde onafhankelijke bestuursorgaan verstrekt, dat een advies van de in artikel 525, lid 3, van die overeenkomst bedoelde toezichthoudende autoriteit voor gegevensbescherming van het Verenigd Koninkrijk bevat, waarin de daadwerkelijke toepassing van de in artikel 552, lid 11, van die overeenkomst bedoelde waarborgen werd beschreven.

 

(12)

Overeenkomstig artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het Gespecialiseerd Comité zich op 13 oktober 2022 gebogen over het verslag van het Verenigd Koninkrijk. Bij die gelegenheid heeft het Verenigd Koninkrijk een aantal vragen uit de Unie beantwoord en aanvullende informatie verstrekt over de toepassing van de waarborgen inzake gegevensbescherming, en heeft het ermee ingestemd deze informatie vervolgens schriftelijk ter beschikking te stellen.

 

(13)

Op 21 november 2022 heeft het Verenigd Koninkrijk die aanvullende informatie schriftelijk ingediend. Derhalve wordt geoordeeld dat de in artikel 552, lid 10, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde bijzondere omstandigheden aanhouden en dat het Verenigd Koninkrijk heeft aangetoond dat het aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt bij de omzetting van zijn PNR-verwerkingssystemen in systemen waarmee PNR-gegevens overeenkomstig artikel 552, lid 4, van die overeenkomst kunnen worden gewist, hoewel het nog niet mogelijk was deze volledig in die zin om te zetten. Daarom moet de Partnerschapsraad, overeenkomstig artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, de in artikel 552, lid 11, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde overgangsperiode voor het laatst met één jaar verlengen, tot en met 31 december 2023.

 

(14)

Het Gespecialiseerd Comité is het bevoegde orgaan voor het toezicht op en de evaluatie van de uitvoering van deel drie van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, met inbegrip van de jaarlijkse beoordeling van het onafhankelijke bestuursorgaan van het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 552, lid 7, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst inzake de benadering van de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot de noodzaak om PNR-gegevens te bewaren overeenkomstig artikel 552, lid 4. Verwacht wordt dat het Verenigd Koninkrijk uiterlijk op 31 december 2023 alle technische aanpassingen zal hebben voltooid die nodig zijn om zijn systemen voor de verwerking van PNR-gegevens in staat te stellen PNR-gegevens te wissen overeenkomstig artikel 552, lid 4, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, en het Gespecialiseerd Comité voor samenwerking inzake rechtshandhaving en justitie daarvan in kennis zal stellen.

 

(15)

De handels- en samenwerkingsovereenkomst is verbindend voor alle lidstaten op grond van Besluit (EU) 2021/689, dat artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als materiële rechtsgrondslag heeft.

 

(16)

Denemarken en Ierland zijn krachtens Besluit (EU) 2021/689 gebonden door deel drie van de handels- en samenwerkingsovereenkomst en nemen derhalve deel aan de vaststelling en toepassing van dit besluit ter uitvoering van de handels- en samenwerkingsovereenkomst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Partnerschapsraad die is opgericht bij artikel 7, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, houdt in dat wordt ingestemd met een tweede en definitieve verlenging, tot en met 31 december 2023, van de overgangsperiode waarin het Verenigd Koninkrijk mag afwijken van de verplichting om persoonsgegevens van passagiers na hun vertrek uit het Verenigd Koninkrijk te wissen overeenkomstig artikel 552, lid 13, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 2

Het besluit van de Partnerschapsraad wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 19 december 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    SÍKELA
 

  • (3) 
    Besluit nr. 2/2021 van de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, van 21 december 2021 wat betreft de verlenging van de overgangsperiode waarin het Verenigd Koninkrijk mag afwijken van de verplichting om de persoonsgegevens van passagiers na hun vertrek uit het Verenigd Koninkrijk te wissen (PB L 467 van 29.12.2021, blz. 6).
  • (4) 
    Richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 132).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.