Besluit 2023/663 - Standpunt EU in het WTO-Comité voor overheidsopdrachten met betrekking tot de toetreding van Noord-Macedonië tot de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO

1.

Wettekst

22.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 83/65

 

BESLUIT (EU) 2023/663 VAN DE RAAD

van 20 maart 2023

tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het WTO-Comité voor overheidsopdrachten in te nemen standpunt met betrekking tot de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië tot de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 17 maart 2017 heeft de Republiek Noord-Macedonië (“Noord-Macedonië”) verzocht om toe te treden tot de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (“herziene GPA”) van de Wereldhandelsorganisatie (“WTO”), die op 6 april 2014 in werking is getreden.

 

(2)

De verbintenissen van Noord-Macedonië betreffende de dekking zijn vastgesteld in het definitieve aanbod van het land, dat op 13 september 2022 aan de partijen bij de herziene GPA (“de partijen”) is voorgelegd en op 27 september 2022 is gecorrigeerd.

 

(3)

Het definitieve aanbod van Noord-Macedonië is bevredigend en vereist geen specifiek voorbehoud met betrekking tot Noord-Macedonië. De in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorwaarden voor de toetreding van Noord-Macedonië tot de herziene GPA zullen worden opgenomen in het besluit van het Comité voor overheidsopdrachten van de WTO (“GPA-comité”) betreffende de toetreding van Noord-Macedonië.

 

(4)

In artikel XXII:2 van de herziene GPA is bepaald dat elk WTO-lid tot de herziene GPA kan toetreden op tussen dat lid en de partijen overeen te komen voorwaarden en dat deze voorwaarden worden vastgesteld in een besluit van het Comité voor overheidsopdrachten.

 

(5)

De toetreding van Noord-Macedonië tot de herziene GPA zal naar verwachting een positieve bijdrage leveren aan de verdere internationale openstelling van de markten voor overheidsopdrachten.

 

(6)

Het is passend om het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Comité voor overheidsopdrachten moet worden ingenomen in verband met de toetreding van Noord-Macedonië tot de herziene GPA,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie in het Comité voor overheidsopdrachten van de Wereldhandelsorganisatie (“WTO”) moet worden ingenomen, houdt in dat de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië (“Noord-Macedonië”) tot de herziene WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten (“herziene GPA”) wordt goedgekeurd, met inachtneming van de wijzigingen in de regeling van de Europese Unie ingevolge de toetreding van Noord-Macedonië tot de herziene GPA die in de bijlage bij dit besluit zijn vastgesteld.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    KULLGREN
 

BIJLAGE

WIJZIGINGEN IN DE REGELING VAN DE EU NAAR AANLEIDING VAN DE TOETREDING VAN DE REPUBLIEK NOORD-MACEDONIË TOT DE HERZIENE WTO-OVEREENKOMST INZAKE OVERHEIDSOPDRACHTEN

Bij de toetreding van de Republiek Noord-Macedonië (“Noord-Macedonië”) tot de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (“herziene GPA”) wordt afdeling 2, punt 1 (“De aanbestedende diensten van de centrale overheden van de EU-lidstaten”), van bijlage 1 bij aanhangsel I bij de herziene GPA voor de Europese Unie vervangen door:

 

“1.

Voor de goederen, diensten, leveranciers en dienstverleners van Liechtenstein, Zwitserland, IJsland, Noorwegen, Nederland met betrekking tot Aruba, het Verenigd Koninkrijk en Noord-Macedonië: opdrachten van alle aanbestedende diensten van centrale overheden van EU-lidstaten. De onderstaande lijst is indicatief.”.

Bij de toetreding van Noord-Macedonië tot de herziene GPA wordt afdeling 2 van bijlage 6 bij aanhangsel I voor de Europese Unie vervangen door:

 

“2.

Wanneer concessieovereenkomsten voor werken worden gegund door in de bijlagen 1 en 2 vermelde aanbestedende diensten, is daarop het beginsel van nationale behandeling van toepassing voor de dienstverleners in de bouwnijverheid van IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Nederland met betrekking tot Aruba, Zwitserland, Montenegro, het Verenigd Koninkrijk en Noord-Macedonië, mits de waarde ervan ten minste 5 000 000 SDR bedraagt en voor de dienstverleners in de bouwnijverheid van Korea, mits de waarde ervan ten minste dan 15 000 000 SDR bedraagt.”.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.