Besluit 2023/925 - Standpunt EU over een wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst (EASA-verordening)

1.

Wettekst

8.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/13

 

BESLUIT (EU) 2023/925 VAN DE RAAD

van 24 april 2023

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst (EASA-verordening)

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

 

(2)

Op grond van artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het Gemengd Comité van de EER besluiten om onder meer bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst te wijzigen.

 

(3)

Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(4)

Bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(5)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 24 april 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (3) 
    Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).
 

ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. [..]

van …

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-Overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-Overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1) moet in de EER-Overeenkomst worden opgenomen.

 

(2)

De activiteiten van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (“het Agentschap”) kunnen van invloed zijn op het veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart in de Europese Economische Ruimte.

 

(3)

Verordening (EU) 2018/1139 moet derhalve in de EER-Overeenkomst worden opgenomen, zodat de EVA-staten volwaardig kunnen deelnemen aan de activiteiten van het Agentschap.

 

(4)

Sommige bepalingen inzake luchtverkeersbeheer/luchtvaartnavigatiediensten van Verordening (EU) 2018/1139 en de op basis daarvan vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen zijn afkomstig uit de bijlagen bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Verdrag van Chicago), de procedures voor luchtvaartnavigatiediensten (PANS) en de regionale aanvullende procedures (SUPP’s) die van toepassing zijn op de Europese regio (EUR) en/of de regio Afrika-Indische Oceaan (AFI) van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO), die mogelijk ongeschikt of onverenigbaar zijn met die welke van toepassing zijn op de Noord-Atlantische regio (NAT) van de ICAO. Hoewel IJsland zich ertoe verbindt te voldoen aan de bepalingen van Verordening (EU) 2018/1139 en die na te leven, brengt de ligging van IJsland met zich dat het land voldoet aan de SUPP’s die van toepassing zijn op de NAT-regio en die naleeft. Daarom kunnen SUPP’s en leidraadmateriaal die specifiek zijn voor de NAT-regio, als passende aanvaardbare wijzen van naleving en leidraadmateriaal voor IJsland worden beschouwd.

 

(5)

De bijlagen II en XIII bij de EER-Overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij de EER-Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

In hoofdstuk X wordt aan punt 7e (Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad) het volgende toegevoegd:

“, gewijzigd bij:

 

32018 R 1139: Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).”.

 

2.

In hoofdstuk XVIII wordt aan punt 4zzr (Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad) het volgende toegevoegd:

“, gewijzigd bij:

 

32018 R 1139: Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).”.

Artikel 2

Bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

Punt 64a (Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

het volgende streepje wordt toegevoegd:

 

“—

32018 R 1139: Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).”;

 

ii)

na aanpassing c) wordt de volgende aanpassing toegevoegd:

 

“d)

Aan artikel 25 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van het op grond van lid 1 opgerichte comité en hebben binnen dit comité dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft de status van waarnemer in het comité.””.

 

2.

Aan punt 66a (Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad), punt 66n (Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad) en punt 66w (Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

 

“—

32018 R 1139: Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).”.

 

3.

Aan punt 66d (Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad) en punt 66gc (Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

“, gewijzigd bij:

 

32018 R 1139: Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).”.

 

4.

Punt 66za (Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

het volgende wordt toegevoegd:

“, gewijzigd bij:

 

32018 R 1139: Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).”;

 

ii)

de tekst van aanpassing c) wordt vervangen door:

“Aan artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd:

“6.   De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van het op grond van lid 1 opgerichte comité en hebben binnen dat comité dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft de status van waarnemer in dat comité.””.

 

5.

Na punt 66zab (Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

 

“66zb.

32018 R 1139: Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:

 

a)

Tenzij hierna anders wordt bepaald, en in afwijking van de bepalingen van Protocol 1 bij de EER-Overeenkomst, staat de in de verordening gebruikte term “lidsta(a)t(en)” en andere termen die verwijzen naar hun overheidsinstellingen niet alleen voor de in de verordening bedoelde lidstaten maar ook voor de EVA-staten en hun overheidsinstellingen. Punt 11 van Protocol 1 is van toepassing.

 

b)

Wat betreft de EVA-staten, staat het Agentschap waar en wanneer nodig de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité van de EVA-staten, naargelang van het geval, bij in de uitvoering van hun respectieve taken. Het Agentschap en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité van de EVA-staten, naargelang van het geval, werken waar en voor zover nodig samen en wisselen informatie uit.

 

c)

Niets in deze verordening wordt uitgelegd als een overdracht aan het Agentschap van bevoegdheid om krachtens internationale overeenkomsten namens de EVA-staten te handelen voor andere doeleinden dan bijstand in de uitvoering van hun verplichtingen op grond van die overeenkomsten.

 

d)

Toepasselijke vereisten inzake luchtverkeersbeheer/luchtvaartnavigatiediensten in de verordening en de bijbehorende uitvoerings- en gedelegeerde handelingen, die voortvloeien uit bepalingen die van toepassing zijn op de Europese regio (EUR) en/of de regio Afrika-Indische Oceaan (AFI) van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO), moeten worden opgevat als niet vereist voor IJsland, wanneer IJsland voldoet aan de regionale aanvullende procedures van de Noord-Atlantische regio van de ICAO (NAT). Die regionale aanvullende bepalingen kunnen als aanvaardbare wijzen van naleving en leidraadmateriaal voor IJsland worden beschouwd.

Verwijzingen op het gebied van luchtverkeersbeheer/luchtvaartnavigatiediensten in de verordening of in de uitvoerings- en gedelegeerde handelingen daarvan, naar andere EU-verordeningen die in hun geografische toepassingsgebied beperkt zijn tot de Europese regio (EUR) en/of de regio Afrika-Indische Oceaan (AFI) van de ICAO, zijn niet bindend voor IJsland, tenzij IJsland specifiek heeft verklaard dat dergelijke verordeningen van toepassing zijn in IJsland.

 

e)

Wanneer IJsland voldoet aan de regionale aanvullende procedures (SUPP’s) en/of het leidraadmateriaal die specifiek zijn voor de NAT-regio, is het gebruik van alternatieve wijzen van naleving en de daaropvolgende kennisgeving daarvan niet vereist.

 

f)

De EVA-staten nemen deel aan het door het Agentschap in samenwerking met de Commissie, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de in artikel 74 bedoelde nationale bevoegde autoriteiten opgezette register van informatie.

 

g)

In artikel 62:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na de woorden “De Commissie,”;

 

ii)

worden in lid 5, punt a), de woorden “en een EVA-staat” ingevoegd na de woorden “deze lidstaten”;

 

iii)

luidt, wat betreft de EVA-staten, de tweede alinea van lid 5 als volgt:

“De betrokken EVA-staten dienen uiterlijk zes maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER [dit besluit] de Commissie, het Agentschap en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA in kennis te stellen van hun gezamenlijke verantwoordelijkheid en hun alle relevante informatie te verstrekken, met name de in punt a) bedoelde overeenkomst en de maatregelen die zijn getroffen om ervoor te zorgen dat die taken daadwerkelijk worden uitgevoerd overeenkomstig punt b). De Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA werken samen bij hun beoordeling van de kennisgeving.”;

 

iv)

worden in lid 5, derde alinea, de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”, en worden de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “stellen zij de Commissie”;

 

v)

worden in lid 9 de woorden “de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na de woorden “de Commissie,”.

 

h)

In artikel 66:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”;

 

ii)

worden in lid 3 de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”;

 

iii)

worden in lid 4 de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”.

 

i)

In artikel 68:

 

i)

worden in lid 1, punt a), de woorden “, een EVA-staat of EVA-staten” ingevoegd na de woorden “de Unie”;

 

ii)

worden in lid 1, punt c), de woorden “, een EVA-staat of EVA-staten” ingevoegd na de woorden “een lidstaat”;

 

iii)

aan lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Wanneer de Unie overleg pleegt met een derde land met het oog op het sluiten van overeenkomsten betreffende de erkenning van certificaten of dergelijke overeenkomsten sluit, worden de EVA-staten naar behoren geïnformeerd en streven de Unie en haar lidstaten ernaar de EVA-staten de mogelijkheid te bieden tot die overeenkomst toe te treden of te verkrijgen dat hun een soortgelijke overeenkomst met dat derde land wordt aangeboden. De EVA-staten streven er op hun beurt naar met derde landen overeenkomsten te sluiten die overeenstemmen met die van de Unie.”.

 

j)

In artikel 72:

 

i)

worden in lid 1 en lid 6 de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”;

 

ii)

worden in lid 4 de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”;

 

iii)

wordt het volgende lid toegevoegd:

“8.   Informatie of gegevens die afkomstig zijn van de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA moeten te allen tijde even gelijkwaardige bescherming genieten als informatie of gegevens die afkomstig zijn van de EU-lidstaten, het Agentschap of de Commissie.”.

 

k)

In artikel 74, leden 1 tot en met 7, worden de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”.

 

l)

Aan artikel 75 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   Het Agentschap staat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ook bij met maatregelen en taken op grond van dit artikel.”.

 

m)

In artikel 76:

 

i)

worden in lid 2 de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”;

 

ii)

worden in lid 4, derde alinea, de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”.

 

n)

In artikel 84:

 

i)

wordt aan lid 1 de volgende alinea toegevoegd:

“De bevoegdheid om overeenkomstig deze verordening boeten en dwangsommen op te leggen aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het Agentschap een certificaat heeft afgegeven of die een verklaring bij het Agentschap heeft ingediend, berust bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA wanneer het hoofdkantoor van een dergelijke natuurlijke of rechtspersoon zich bevindt in een EVA-staat of, indien die persoon geen hoofdkantoor heeft, waar hij zijn woonplaats of plaats van vestiging in een EVA-staat heeft.”;

 

ii)

worden in lid 3 de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”;

 

iii)

worden in lid 5, de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, het EVA-Hof” ingevoegd na de woorden “Het Hof van Justitie”, en worden de woorden “, en, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”;

 

iv)

worden in lid 6 de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”.

 

o)

Aan artikel 85, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Het Agentschap staat ook de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bij en verleent haar dezelfde ondersteuning, wanneer dergelijke maatregelen en taken op grond van de EER-Overeenkomst onder de bevoegdheid van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vallen. Het Agentschap brengt bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verslag uit over de inspecties en andere monitoringactiviteiten die in een EVA-staat zijn uitgevoerd.”.

 

p)

In artikel 88:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “De Commissie”;

 

ii)

worden in lid 2 de woorden “en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”;

 

iii)

worden in lid 3 de woorden “of, wat betreft de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de Commissie”.

 

q)

In artikel 89, lid 1, worden de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na “De Commissie”.

 

r)

In artikel 90, lid 4, worden de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na “de Commissie”.

 

s)

In artikel 93, worden de woorden “en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ” ingevoegd na de woorden “de Commissie”.

 

t)

Aan artikel 95 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   In afwijking van artikel 12, lid 2, punt a), en artikel 82, lid 3, punt a), van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de uitvoerend directeur van het Agentschap in dienst worden genomen.

In afwijking van artikel 12, lid 2, punt e), artikel 82, lid 3, punt e), en artikel 85, lid 3, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, worden de in artikel 129, lid 1, van de EER-Overeenkomst bedoelde talen door het Agentschap ten aanzien van zijn personeel beschouwd als in artikel 55, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde talen van de Unie.”.

 

u)

Aan artikel 96 wordt het volgende toegevoegd:

“De EVA-staten kennen aan het Agentschap en zijn personeel gelijkwaardige voorrechten en immuniteiten toe als die welke zijn vervat in Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU is gehecht.”.

 

v)

Aan artikel 99 wordt het volgende lid toegevoegd:

“6.   De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van de raad van beheer en hebben binnen die raad dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA benoemt in haar hoedanigheid van waarnemer één vertegenwoordiger en een plaatsvervanger.”.

 

w)

Aan artikel 106 wordt het volgende lid toegevoegd:

“7.   Onderdanen van EVA-staten kunnen als lid of voorzitter van de kamers van beroep worden benoemd. Wanneer de Commissie de in lid 1 bedoelde lijst van gekwalificeerde kandidaten opstelt, beschouwt zij ook EVA-onderdanen als kandidaten.”.

 

x)

In artikel 114, lid 3, worden de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EVA-staten ” ingevoegd na de woorden “lidstaten”.

 

y)

In artikel 119:

 

i)

wordt in lid 1 na de woorden “bijgehouden door het Agentschap.” de volgende zin ingevoegd:

“Verordening (EG) nr. 1049/2001 is, voor de toepassing van deze verordening, eveneens van toepassing voor alle documenten van het Agentschap betreffende de EVA-Staten.”;

 

ii)

worden in artikel 3 de woorden “, het IJslands en het Noors” ingevoegd na de woorden “de Unie”;

 

iii)

worden in artikel 5 de woorden “of in het IJslands of het Noors” ingevoegd na de woorden “de Unie”.

 

z)

Aan artikel 120 wordt het volgende lid toegevoegd:

“13.   De EVA-staten nemen een gedeelte van de in lid 1, punt a), bedoelde financiële bijdrage van de Unie voor hun rekening. Te dien einde zijn de procedures van artikel 82, lid 1, punt a), van de EER-Overeenkomst en Protocol 32 bij de EER-Overeenkomst van overeenkomstige toepassing.”.

 

za)

Aan artikel 127 wordt het volgende lid toegevoegd:

“5.   De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van het op grond van lid 1 opgerichte comité en hebben binnen dat comité dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft de status van waarnemer in het comité.”.

 

zb)

In artikel 128, lid 4, worden de woorden “en elke EVA-staat” ingevoegd na de woorden “elke lidstaat”.

 

zc)

Artikel 140, lid 6, is niet van toepassing op de EVA-staten.

 

zd)

Waar van toepassing en tenzij anders is bepaald, zijn de bovengenoemde aanpassingen van overeenkomstige toepassing op andere wetgeving van de Unie waarbij aan het Agentschap bevoegdheden worden toegekend, en worden zij in deze Overeenkomst opgenomen.“.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2018/1139 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op …, of op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-Overeenkomst (*), indien dat later is.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,….

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER

 

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

 

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen bij Besluit nr. …/… waarbij Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad in de EER-Overeenkomst wordt opgenomen

De partijen erkennen dat de opname van die verordening geen afbreuk doet aan de directe toepassing van Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie op de onderdanen van de EVA-staten op het grondgebied van elk der lidstaten van de Europese Unie, op grond van artikel 11 van dat protocol.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.