Besluit 2023/2190 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-IJsland over de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van dat Gemengd Comité

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

Serie L
 
 

2023/2190

13.10.2023

BESLUIT (EU) 2023/2190 VAN DE RAAD

van 28 september 2023

over het namens de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland over de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van dat Gemengd Comité

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland over de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1) (de “overeenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2017/1912 van de Raad (2) en is op 1 mei 2018 in werking getreden.
 

(2)

Bij artikel 10, lid 1, van de overeenkomst is het Gemengd Comité ingesteld.
 

(3)

Op grond van artikel 10, lid 2, van de overeenkomst moet het Gezamenlijk Comité zijn reglement van orde zelf vaststellen.
 

(4)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité aangaande het reglement van orde van het Comité, aangezien dat reglement voor de Unie bindend zal zijn.
 

(5)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité in te nemen standpunt aangaande het reglement van orde van het Comité moet worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 28 september 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    GRANDE-MARLASKA GÓMEZ
 
  • (2) 
    Besluit (EU) 2017/1912 van de Raad van 9 oktober 2017 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland over de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 274 van 24.10.2017, blz. 1).
 

ONTWERP

BESLUIT Nr. 1/… VAN HET GEMENGD COMITÉ

van …

inzake de vaststelling van zijn reglement van orde

HET GEMENGD COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland over de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1) (de “overeenkomst”), en met name artikel 10, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op grond van artikel 10, lid 2, van de overeenkomst bepaalt het Gemengd Comité zelf zijn reglement van orde.
 

(2)

Het reglement van orde van het Gemengd Comité moet worden vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het reglement van orde van het Gemengd Comité, zoals opgenomen in de bijlage, wordt vastgesteld.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te …,

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

Het delegatiehoofd

 
 

BIJLAGE

Reglement van orde van het Gemengd Comité

Artikel 1

Delegatiehoofden

  • 1. 
    De Europese Unie en IJsland (“de partijen”) wijzen elk een delegatiehoofd aan dat de contactpersoon is voor alle aangelegenheden betreffende het Gemengd Comité. De partijen benoemen ook een plaatsvervanger van het delegatiehoofd.
  • 2. 
    Elk delegatiehoofd kan alle taken van het delegatiehoofd of een deel daarvan delegeren aan de plaatsvervanger, in welk geval alle navolgende bepalingen betreffende het delegatiehoofd eveneens gelden voor de plaatsvervanger.

Artikel 2

Voorzitter

Het voorzitterschap van het Gemengd Comité wordt bij toerbeurt voor een kalenderjaar bekleed door het delegatiehoofd van elke partij.

Artikel 3

Bijeenkomsten

  • 1. 
    Tenzij de partijen anderszins overeenkomen, komt het Gemengd Comité bijeen op verzoek van een van beidepartijen, afwisselend in de Unie en in IJsland, uiterlijk 90 dagen nadat het verzoek is ingediend.
  • 2. 
    Elke vergadering van het Gemengd Comité wordt door de voorzitter bijeengeroepen op een door de partijen overeengekomen datum en plaats. De convocatie wordt uiterlijk 28 kalenderdagen voor de vergadering door de voorzitter aan de leden toegezonden, tenzij de partijen anders overeenkomen.
  • 3. 
    Wanneer beide partijen daarover overeenstemming bereiken, kunnen de vergaderingen van het Gemengd Comité worden bijgewoond door deskundigen die opgevraagde specifieke informatie kunnen verstrekken.
  • 4. 
    Tenzij gezamenlijk anders is overeengekomen, zijn de vergaderingen van het Gemengd Comité niet openbaar.
  • 5. 
    Bij wijze van uitzondering kunnen de vergaderingen van het Gemengd Comité worden gehouden met behulp van door de partijen overeengekomen technologische middelen, zoals videoconferentie.

Artikel 4

Delegaties

Vóór elke vergadering stelt elke partij de andere via het secretariaat van het Gemengd Comité zoals bedoeld in artikel 5 in kennis van de voorgenomen samenstelling van haar delegatie.

Artikel 5

Secretariaat

Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van IJsland worden door elk delegatiehoofd afzonderlijk benoemd om gezamenlijk op te treden als secretarissen van het Gemengd Comité, en voeren gezamenlijk de secretariaatstaken uit in een geest van wederzijds vertrouwen en samenwerking.

Artikel 6

Correspondentie

  • 1. 
    De voor het Gemengd Comité bestemde correspondentie wordt aan de secretarissen gericht.
  • 2. 
    Het secretariaat ziet erop toe dat de correspondentie die aan het Gemengd Comité is gericht, aan de voorzitter wordt doorgestuurd, en in voorkomend geval ook aan de andere leden.
  • 3. 
    Correspondentie tussen de partijen kan verlopen in om het even welke schriftelijke vorm, ook e-mail.

Artikel 7

Agenda van de bijeenkomsten

  • 1. 
    Het secretariaat stelt op basis van voorstellen van de partijen voor elke vergadering een voorlopige agenda op. Op de voorlopige agenda staan de punten waarvoor het secretariaat uiterlijk 21 kalenderdagen voor de vergadering een verzoek van een partij tot plaatsing op de agenda, samen met de desbetreffende documenten, heeft ontvangen.
  • 2. 
    De voorlopige agenda wordt, samen met de desbetreffende documenten, uiterlijk 15 kalenderdagen voor de vergadering verspreid.
  • 3. 
    De agenda wordt aan het begin van elke vergadering door de voorzitter en het andere delegatiehoofd goedgekeurd. Punten die niet op de voorlopige agenda staan, kunnen als agendapunt worden opgenomen voor zover de partijen daarmee instemmen.
  • 4. 
    De voorzitter kan in overleg met de partijen de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen inkorten teneinde rekening te houden met bijzondere omstandigheden.

Artikel 8

Vaststelling van instrumenten

  • 1. 
    De besluiten van het Gemengd Comité in de zin van artikel 10, leden 2 en 3, van de overeenkomst worden bij consensus aangenomen en aan de partijen gericht. De besluiten worden ondertekend door de voorzitter en het andere delegatiehoofd.
  • 2. 
    Een besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan, tenzij in het besluit zelf anders is bepaald.
  • 3. 
    Elke partij kan besluiten een door het Gemengd Comité vastgesteld besluit bekend te maken.

Artikel 9

Schriftelijke procedure

Het Gemengd Comité kan besluiten aannemen via een schriftelijke procedure, indien de partijen dat overeenkomen. De schriftelijke procedure bestaat uit een uitwisseling van nota’s tussen de twee secretarissen, die in overleg met de partijen handelen. De partij die het gebruik van de schriftelijke procedure voorstelt, legt het ontwerpbesluit voor aan de andere partij, die antwoordt, waarbij zij aangeeft of zij het ontwerp al dan niet aanvaardt, wijzigingen voorstelt of verdere bedenktijd vraagt. Indien het ontwerp wordt goedgekeurd, wordt het vastgesteld overeenkomstig artikel 8, lid 1.

Artikel 10

Notulen

  • 1. 
    De voorzitter stelt ontwerpnotulen van elke vergadering op en legt deze binnen 20 werkdagen na de vergadering aan het andere delegatiehoofd voor. In de ontwerpnotulen wordt een overzicht gegeven van de aanbevelingen en kunnen ook andere bereikte conclusies worden vermeld. Het andere delegatiehoofd stemt in met het ontwerp of legt de voorgestelde wijzigingen voor. Zodra overeenstemming is bereikt over de ontwerpnotulen, worden twee originelen ondertekend door de voorzitter en door het andere delegatiehoofd. De voorzitter en het andere delegatiehoofd bewaren elk een van de originelen van de notulen.
  • 2. 
    In het geval dat geen overeenstemming over de notulen is bereikt voordat de volgende vergadering wordt gehouden, worden de door het andere delegatiehoofd voorgelegde wijzigingen als bijlage bij de ontwerpnotulen gehecht.

Artikel 11

Kosten

  • 1. 
    Elke partij draagt de kosten die zij in verband met haar deelname aan de vergaderingen van het Gemengd Comité maakt.
  • 2. 
    Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.

Artikel 12

Vertrouwelijkheid

De beraadslagingen van het Gemengd Comité zijn vertrouwelijk.

 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2190/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.