Besluit 2023/2861 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst met de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, anderzijds

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2023/2861

28.12.2023

BESLUIT (EU) 2023/2861 VAN DE RAAD

van 20 juli 2023

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 21 juni 2018 heeft de Raad de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid gemachtigd om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen alsook te onderhandelen over de onder de bevoegdheid van de Unie vallende bepalingen van een partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de landen van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, anderzijds.

 

(2)

De onderhandelingen werden op 15 april 2021 succesvol afgerond, met uitzondering van de definitie van de Partijen.

 

(3)

In de Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, anderzijds (“de Overeenkomst”) worden de historisch nauwe betrekkingen en de steeds sterkere banden die zich ontwikkelen tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (“OACPS-leden”), anderzijds, weerspiegeld, alsook hun wens om de betrekkingen op ambitieuze en innovatieve wijze verder te versterken en uit te breiden. In de Overeenkomst worden de betrekkingen tussen de Unie en haar lidstaten en de OACPS-leden opnieuw gedefinieerd, met inbegrip van de prioriteiten en werkmethoden op de verschillende beleidsgebieden die onder de Overeenkomst vallen.

 

(4)

De Overeenkomst moet worden ondertekend en de aangehechte EU-verklaring inzake de middelen voor samenwerking en uitvoering moet worden goedgekeurd.

 

(5)

De Overeenkomst moet gedeeltelijk op voorlopige basis worden toegepast tussen de Unie en de OACPS-leden, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.

 

(6)

De ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst laten de uitoefening door de lidstaten van hun nationale bevoegdheden overeenkomstig de Verdragen onverlet, met name op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, onderwijs en migratie, en veranderen niets aan de verantwoordelijkheden van de lidstaten conform de Verdragen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, anderzijds (“de Overeenkomst”), onder voorbehoud van de sluiting van de Overeenkomst (1).

Artikel 2

De aan dit besluit gehechte verklaring wordt namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de Overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 4

  • 1. 
    In afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst vereiste procedures, en overeenkomstig artikel 98, lid 4, ervan, wordt de Overeenkomst (2) voorlopig toegepast tussen de Unie en de OACPS-leden, voor zover de bepalingen ervan betrekking hebben op aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, met inbegrip van aangelegenheden die vallen onder de bevoegdheid van de Unie om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te bepalen en uit te voeren, en op de Unie van toepassing zijn.
  • 2. 
    Niettegenstaande lid 1 van dit artikel worden de volgende artikelen niet op voorlopige basis toegepast:
 

a)

in het algemene deel:

 

artikel 12, leden 4 en 6, voor zover zij betrekking hebben op de inning van belastinginkomsten;

 

artikel 17, lid 4, laatste zin, voor zover dit militaire uitgaven betreft;

 

artikel 22, lid 2, derde zin;

 

artikel 29, lid 2;

 

artikel 32, lid 1, punt b), en artikel 32, lid 2, laatste zin;

 

artikel 64, lid 1, laatste zin;

 

artikel 67, lid 2;

 

artikel 85, lid 1, eerste zin, en artikel 85, lid 4;

 

b)

in het Regionaal Protocol Afrika:

 

artikel 9, lid 1, laatste zin;

 

artikel 58, lid 5, eerste zin;

 

artikel 67, lid 2, laatste zin, en artikel 67, lid 4, laatste zin;

 

artikel 68, lid 4, voor zover dit penitentiaire stelsels betreft;

 

artikel 72, lid 1, voor zover dit het beheer van overheidsschuld betreft;

 

artikel 76, lid 2;

 

c)

in het Regionaal Protocol Caribisch gebied:

 

artikel 33, lid 4;

 

artikel 34, lid 2;

 

artikel 35, voor zover dit het beheer van overheidsschuld betreft;

 

artikel 36, lid 3, eerste zin;

 

artikel 51, lid 5, eerste zin;

 

d)

in het Regionaal Protocol Stille Oceaan:

 

artikel 18;

 

artikel 26, lid 4, voor zover dit de verhoging van het aantal routes en de frequenties van luchtvaartdiensten betreft;

 

artikel 40, lid 3, voor zover dit penitentiaire stelsels betreft;

 

artikel 41, lid 1, voor zover dit het beheer van overheidsschuld betreft.

  • 3. 
    Niettegenstaande lid 1 van dit artikel worden bepalingen met betrekking tot buitenlandse investeringen niet op voorlopige basis toegepast voor zover dit portfolio-investeringen of elke andere vorm van niet-directe investeringen betreft.
  • 4. 
    Niettegenstaande lid 1 wordt deel V van het algemene deel van de Overeenkomst voorlopig toegepast voor zover de bepalingen van dat deel beperkt zijn tot het waarborgen van de voorlopige toepassing van de Overeenkomst zoals gedefinieerd in dit artikel.
  • 5. 
    De voorlopige toepassing van delen van de Overeenkomst laat de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en haar lidstaten conform de Verdragen onverlet.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (2) 
    De datum vanaf welke de Overeenkomst voorlopig wordt toegepast, wordt door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2861/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.