Verordening 2024/1392 - Tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst met Oekraïne

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2024/1392

29.5.2024

VERORDENING (EU) 2024/1392 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 14 mei 2024

inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (2) (“de Associatieovereenkomst”), vormt de basis voor de betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne. Overeenkomstig Besluit 2014/668/EU van de Raad (3) wordt titel IV van de Associatieovereenkomst, die betrekking heeft op handel en daarmee verband houdende aangelegenheden, sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast en is die titel na ratificatie door alle lidstaten in werking getreden op 1 september 2017.

 

(2)

In de Associatieovereenkomst wordt uitdrukking gegeven aan de wens van de partijen bij de Associatieovereenkomst (“de partijen”) om de betrekkingen op ambitieuze en innoverende wijze te versterken en uit te breiden, om geleidelijke economische integratie te vergemakkelijken en tot stand te brengen, en om dit te doen met inachtneming van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie van de partijen.

 

(3)

Artikel 25 van de Associatieovereenkomst voorziet in de geleidelijke totstandbrenging van een vrijhandelszone tussen de partijen in overeenstemming met artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 (GATT 1994). Daartoe voorziet artikel 29 van de Associatieovereenkomst in de geleidelijke afschaffing van de douanerechten overeenkomstig de in de Associatieovereenkomst opgenomen lijsten en voorziet het in de mogelijkheid om die afschaffing versneld en in ruimere mate te realiseren.

 

4)

De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne sinds 24 februari 2022 heeft ernstige negatieve gevolgen gehad voor het vermogen van Oekraïne om handel te drijven met de rest van de wereld, zowel door de vernietiging van productiecapaciteit als door de onbeschikbaarheid van een aanzienlijk deel van de vervoersmogelijkheden, bijvoorbeeld als gevolg van de beperking van en onzekerheid van toegang tot de Zwarte Zee. In die uitzonderlijke omstandigheden en teneinde de negatieve economische gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne te verzachten, is het noodzakelijk de ontwikkeling van nauwere economische betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne te versnellen om steun te blijven verlenen aan de autoriteiten en de bevolking van Oekraïne. Het is derhalve noodzakelijk en passend handelsstromen te blijven stimuleren en concessies te blijven verlenen in de vorm van handelsliberaliseringsmaatregelen voor alle producten, in overeenstemming met de versnelde afschaffing van de douanerechten ter zake van handel tussen de Unie en Oekraïne.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) moet de Unie toezien op de samenhang tussen de diverse onderdelen van haar externe optreden. Overeenkomstig artikel 207, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) moet de gemeenschappelijke handelspolitiek worden gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.

 

(6)

Verordening (EU) 2023/1077 van het Europees Parlement en de Raad (4) verstrijkt op 5 juni 2024.

 

(7)

De bij deze verordening ingestelde tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen moeten de volgende vorm aannemen: i) de schorsing van de toepassing van het stelsel van invoerprijzen op groenten en fruit, ii) de schorsing van tariefcontingenten en invoerrechten, en iii) de schorsing van de toepassing van hoofdstuk V en artikel 24 van Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad (5). Met die maatregelen zal de Unie tijdelijk passende economische en financiële steun verlenen aan Oekraïne en de marktdeelnemers die worden getroffen.

 

(8)

Om fraude te voorkomen moeten de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne voldoet aan alle toepasselijke voorwaarden voor het verkrijgen van voordelen uit hoofde van de Associatieovereenkomst, met inbegrip van de regels inzake de oorsprong van de betrokken producten en de daarmee samenhangende procedures, en dat Oekraïne zich ertoe verbindt administratief nauw met de Unie samen te werken, overeenkomstig die Associatieovereenkomst.

 

(9)

De bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen moeten ook onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking en geen nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking instelt, de bestaande douanerechten of heffingen niet verhoogt en geen andere beperkingen van de handel met de Unie invoert, tenzij dat duidelijk gerechtvaardigd is in de context van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.

 

(10)

De bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen moeten ook onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne de algemene beginselen van de Associatieovereenkomst blijft eerbiedigen. Artikel 2 van de Associatieovereenkomst bepaalt in dit verband onder meer dat de eerbiediging van de democratische beginselen, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de bevordering van respect voor de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit, onschendbaarheid van de grenzen en onafhankelijkheid, alsmede de bestrijding van de proliferatie van massavernietigingswapens, daarmee samenhangende materialen en de overbrengingsmiddelen daarvoor, essentiële elementen zijn van de Associatieovereenkomst. Voorts bepaalt artikel 3 van de Associatieovereenkomst dat de rechtsstaat, goed bestuur, corruptiebestrijding, de strijd tegen de verschillende vormen van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en terrorisme, de bevordering van duurzame ontwikkeling en efficiënt multilateralisme van wezenlijk belang zijn om de betrekkingen tussen de partijen uit te bouwen.

 

(11)

Onder voorbehoud van een beoordeling die de Commissie uitvoert in het kader van het regelmatige toezicht op de gevolgen van deze verordening en die zij start naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, moet worden voorzien in de mogelijkheid om alle noodzakelijke maatregelen te nemen ten aanzien van de invoer van producten die binnen de werkingssfeer van deze verordening vallen, bijvoorbeeld tarwe en andere granen, die negatieve gevolgen hebben voor de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten. Er is een bijzonder precaire situatie op de markten voor eieren, pluimvee, suiker, haver, mais, gries en honing, die de landbouwproducenten in de Unie kan schaden als de invoer uit Oekraïne zou toenemen. Het is passend een automatische vrijwaringsmaatregel in te voeren voor die producten die wordt geactiveerd indien de cumulatieve ingevoerde hoeveelheden van om het even welk van deze producten in een bepaalde periode een bepaald niveau bereiken dat is gebaseerd op het rekenkundig gemiddelde van de invoervolumes die in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2021, in 2022 en in 2023 zijn geconstateerd.

 

(12)

Invoer uit Oekraïne, onder meer van granen en oliehoudende zaden, kan worden onderworpen aan toezicht uit hoofde van hoofdstuk IV van Verordening (EU) 2015/478, hetgeen de mogelijkheid omvat om de overlegging van een toezichtsdocument te eisen als voorwaarde voor vrij verkeer (invoervergunning), indien de producenten in de Unie schade dreigen te lijden door de ontwikkeling van de invoer en indien dit in het belang van de Unie is.

 

(13)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de preferentiële regelingen waarin artikel 1, lid 1, voorziet tijdelijk te schorsen indien niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden om voor die preferentiële regelingen in aanmerking te komen, en om vrijwaringsmaatregelen in te voeren in gevallen waarin de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten nadelige gevolgen ondervindt van de invoer in het kader van deze verordening. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6). Voor de vaststelling van voorlopige vrijwaringsmaatregelen moet de in die verordening vastgestelde raadplegingsprocedure worden gevolgd, gezien de gevolgen en de aard van dergelijke maatregelen en de logische volgorde ervan in relatie tot de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen. Bovendien moet die raadplegingsprocedure worden gevolgd voor de vaststelling van procedures om de invoervolumes van eieren, pluimvee, suiker, haver, mais, gries en honing uit Oekraïne te monitoren, teneinde de doeltreffende werking van de automatische vrijwaringsmaatregel te waarborgen.

 

(14)

Het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsruimte, die integraal deel uitmaakt van de Associatieovereenkomst, moet een gedetailleerde beoordeling bevatten van de uitvoering van de bij deze verordening vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen.

 

(15)

Gezien het verstrijken van Verordening (EU) 2023/1077 op 5 juni 2024, moet deze verordening op 6 juni 2024 in werking treden,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Handelsliberaliseringsmaatregelen

  • 1. 
    De volgende preferentiële regelingen worden ingevoerd:
 

a)

de toepassing van het stelsel van invoerprijzen wordt geschorst voor de producten waarop het van toepassing is zoals bepaald in bijlage I-A bij de Associatieovereenkomst. Op de invoer van die producten zijn geen douanerechten van toepassing;

 

b)

alle in bijlage I-A bij de Associatieovereenkomst vastgestelde tariefcontingenten worden geschorst en de onder die contingenten vallende producten mogen zonder douanerechten uit Oekraïne in de Unie worden ingevoerd.

  • 2. 
    De toepassing van hoofdstuk V en artikel 24 van Verordening (EU) 2015/478 wordt tijdelijk geschorst ten aanzien van invoer van oorsprong uit Oekraïne.

Artikel 2

Voorwaarden voor de preferentiële regelingen

Voor de in artikel 1, lid 1, vastgestelde preferentiële regelingen gelden de volgende voorwaarden:

 

a)

naleving door Oekraïne van de regels inzake de oorsprong van producten en de daarmee samenhangende procedures, zoals bepaald in de Associatieovereenkomst;

 

b)

Oekraïne stelt geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking noch nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking in voor de invoer van producten van oorsprong uit de Unie, verhoogt de bestaande douanerechten of heffingen niet en voert geen andere beperkingen van de handel met de Unie in, met inbegrip van discriminerende interne administratieve maatregelen, tenzij de oorlogssituatie dat duidelijk rechtvaardigt, en

 

c)

Oekraïne respecteert de democratische beginselen, de mensenrechten, de fundamentele vrijheden alsmede het principe van de rechtsstaat, en de aanhoudende inspanningen in de strijd tegen corruptie en illegale activiteiten worden voortgezet, overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 22 van de Associatieovereenkomst.

Artikel 3

Tijdelijke schorsing

  • 1. 
    Indien de Commissie oordeelt dat er voldoende bewijs is dat Oekraïne de in artikel 2 uiteengezette voorwaarden niet naleeft, kan zij de in artikel 1, lid 1, vastgestelde preferentiële regelingen bij uitvoeringshandeling geheel of gedeeltelijk schorsen. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.
  • 2. 
    Indien een lidstaat de Commissie verzoekt een van de preferentiële regelingen te schorsen op basis van het verzuim van Oekraïne om de in artikel 2, punt b), bepaalde voorwaarden na te leven, verstrekt de Commissie binnen vier maanden na de indiening van dat verzoek een met redenen omkleed advies over de vraag of de bewering dat Oekraïne die voorwaarden niet naleeft, onderbouwd is. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat dit inderdaad het geval is, leidt zij de procedure in als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 4

Vrijwaringsmaatregelen

  • 1. 
    Indien een onder artikel 1, lid 1, vallend product van oorsprong uit Oekraïne wordt ingevoerd onder voorwaarden die nadelige gevolgen hebben voor de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten, kan de Commissie alle noodzakelijke maatregelen instellen door middel van een uitvoeringshandeling. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.

Dergelijke maatregelen kunnen worden ingesteld voor zo lang als nodig is om de nadelige gevolgen voor de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten op te vangen.

  • 2. 
    De Commissie houdt regelmatig toezicht op de effecten van deze verordening, met inachtneming van de informatie over uitvoer, invoer, prijzen op de markt van de Unie of op die van een of meer lidstaten, en productie in de Unie van de producten waarop de bij artikel 1, lid 1, punt b), vastgestelde handelsliberaliseringsmaatregelen van toepassing zijn.

De Commissie stelt de lidstaten om de twee maanden in kennis van de resultaten van het regelmatige toezicht, te beginnen vanaf 6 juni 2024.

  • 3. 
    De Commissie beoordeelt de situatie op de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten met het oog op het instellen van maatregelen overeenkomstig lid 1. Die beoordeling wordt gestart:
 

a)

naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat, met voldoende voorlopig bewijs waarover die lidstaat redelijkerwijs kan beschikken op grond van lid 4, van invoer die nadelige gevolgen heeft voor de markt als bedoeld in lid 1, of

 

b)

op eigen initiatief, nadat het de Commissie duidelijk is geworden dat er voldoende voorlopig bewijs is dat er sprake is van invoer die nadelige gevolgen heeft voor de in lid 1 bedoelde markt.

De in de eerste alinea bedoelde beoordeling wordt afgesloten binnen vier maanden na de aanvang ervan.

  • 4. 
    Bij het verrichten van de beoordeling op grond van lid 3 houdt de Commissie rekening met alle relevante marktontwikkelingen, met inbegrip van de gevolgen van de betrokken invoer voor de situatie op de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten. Die beoordeling omvat factoren zoals:
 

a)

de snelheid en omvang van de toename van de invoer uit Oekraïne van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers,

 

b)

de gevolgen van de betrokken invoer voor de productie en de prijzen op de markt van de Unie of de markt van een of meer lidstaten, rekening houdend met de ontwikkeling van de invoer uit andere bronnen.

De in de eerste alinea bedoelde lijst van factoren is niet volledig en andere relevante factoren kunnen eveneens in aanmerking worden genomen.

  • 5. 
    In kritieke omstandigheden waarin vertraging moeilijk te herstellen schade zou veroorzaken, kan de Commissie elke noodzakelijke maatregel voorlopig instellen door middel van een uitvoeringshandeling. Een dergelijke maatregel kan alleen worden ingesteld na een naar behoren gemotiveerd verzoek van een lidstaat krachtens lid 3, punt a), van dit artikel, en wordt binnen 21 dagen na ontvangst van het verzoek vastgesteld. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 5, lid 4, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld. De looptijd van een voorlopige vrijwaringsmaatregel mag niet meer bedragen dan 120 dagen.
  • 6. 
    Wanneer de Commissie op grond van de in lid 3 bedoelde beoordeling van oordeel is dat de markt voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie of in een of meer lidstaten nadelige gevolgen heeft ondervonden en zij voornemens is om op grond van lid 1 een definitieve maatregel in te stellen, maakt zij in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht bekend waarin zij de invoering van die maatregel aankondigt. Het bericht bevat een samenvatting van de belangrijkste resultaten van de beoordeling en vermeldt de termijn waarbinnen belanghebbenden hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken. Die termijn mag niet meer dan tien dagen bedragen, te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking van het bericht.
  • 7. 
    Indien in de periode van 6 juni tot en met 31 december 2024 de gecumuleerde invoervolumes van eieren, pluimvee, suiker, haver, mais, gries of honing sinds 1 januari 2024 het rekenkundig gemiddelde bereiken van de invoervolumes die in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2021, in 2022 en in 2023 zijn geconstateerd, doet de Commissie binnen 14 dagen en na kennisgeving aan het bij artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2015/478 ingestelde Comité vrijwaringsmaatregelen (“het Comité vrijwaringsmaatregelen”) het volgende:
 

a)

voor dat product het overeenkomstige tariefcontingent dat bij artikel 1, lid 1, punt b), van deze verordening is geschorst tot en met 31 december 2024 opnieuw instellen, en

 

b)

met ingang van 1 januari 2025 hetzij een tariefcontingent van vijf twaalfden van dat rekenkundig gemiddelde, hetzij het overeenkomstige tariefcontingent dat bij artikel 1, lid 1, punt b), van deze verordening is geschorst, indien dit hoger is, invoeren.

Indien in de periode van 1 januari tot en met 5 juni 2025 de gecumuleerde invoervolumes van eieren, pluimvee, suiker, haver, mais, gries of honing voor de periode vanaf 1 januari 2025 vijf twaalfden bereiken van het respectieve rekenkundig gemiddelde van de invoervolumes die in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2021, in 2022 en in 2023 zijn geconstateerd, stelt de Commissie binnen 14 dagen en na het Comité vrijwaringsmaatregelen in kennis te hebben gesteld, voor dat product opnieuw het overeenkomstige bij artikel 1, lid 1, punt b), geschorste tariefcontingent in.

Voor de toepassing van dit lid verwijzen de termen eieren, pluimvee, suiker, haver, mais, gries en honing naar alle producten die vallen onder de respectieve tariefcontingenten voor eieren en albuminen, vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, suikers, haver, mais, meel en pellets, gries en griesmeel van gerst, op andere wijze bewerkte granen, en honing, in het aanhangsel bij bijlage I-A bij de Associatieovereenkomst. Het in dit lid bedoelde rekenkundig gemiddelde wordt berekend door de som van de invoervolumes in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2021, in 2022 en in 2023 door tweeënhalf te delen.

De Commissie kan een uitvoeringshandeling vaststellen ter bepaling van de regelingen om de in dit lid bedoelde invoervolumes te monitoren. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 5, lid 4, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

  • 8. 
    Indien de Commissie op grond van lid 1, 5 of 7 een maatregel instelt waarbij een bij artikel 1, lid 1, punt b), geschorst tariefcontingent opnieuw wordt ingesteld, wordt bij het beheer van dat tariefcontingent rekening gehouden met de hoeveelheid die is ingevoerd in het kalenderjaar waarin de Commissie die maatregel instelt.

Artikel 5

Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 285, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) ingestelde Comité douanewetboek, wat artikel 3, lid 1, van deze verordening betreft. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het Comité vrijwaringsmaatregelen, wat artikel 4, lid 1, van deze verordening betreft. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 3. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
  • 4. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 6

Beoordeling van de uitvoering van de handelsliberaliseringsmaatregelen

Het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsruimte bevat een gedetailleerde beoordeling van de uitvoering van de handelsliberaliseringsmaatregelen waarin wordt voorzien in deze verordening en bevat, voor zover passend, een beoordeling van de sociale gevolgen van die maatregelen in Oekraïne en in de Unie. Informatie over de invoer van producten als bedoeld in artikel 1, lid 1, punt b), wordt beschikbaar gesteld op de website van de Commissie en wordt maandelijks bijgewerkt.

Artikel 7

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op 6 juni 2024.

Deze verordening is van toepassing tot en met 5 juni 2025.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 mei 2024.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • R. 
    METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

  • H. 
    LAHBIB
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 23 april 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 13 mei 2024.
  • (3) 
    Besluit 2014/668/EU van de Raad van 23 juni 2014 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 278 van 20.9.2014, blz. 1).
  • (4) 
    Verordening (EU) 2023/1077 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 144 van 5.6.2023, blz. 1).
  • (5) 
    Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (7) 
    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie ( PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
 

Met betrekking tot deze verordening is één verklaring afgelegd, die te vinden is in PB C … (1).

 

  • (1) 
    Verklaring van de Commissie over het toezicht op de invoer van graan uit Oekraïne naar aanleiding van de vaststelling van Verordening (EU) 2024/1392 van het Europees Parlement en de Raad inzake tijdelijke handelsliberaliseringsmaatregelen bovenop de handelsconcessies die op Oekraïense producten van toepassing zijn krachtens de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB C, C/2024/3357, 29.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/3357/oj).
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1392/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.