Richtlijn 2024/1799 - Gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2024/1799

10.7.2024

RICHTLIJN (EU) 2024/1799 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 juni 2024

betreffende gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en de Richtlijnen (EU) 2019/771 en (EU) 2020/1828

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2)

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad (4) heeft als doelstelling de werking van de interne markt te verbeteren en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te bieden en meer circulariteit in de economie te bereiken. In de context van de groene transitie heeft deze richtlijn als doelstelling de werking van de interne markt te verbeteren en moet zij daarnaast duurzamere consumptie bevorderen, en vormt derhalve qua doelstelling een aanvulling op Richtlijn (EU) 2019/771.

 

(2)

Om die doelstellingen te verwezenlijken, en met name om grensoverschrijdende dienstverlening en concurrentie tussen reparateurs van door consumenten op de interne markt gekochte goederen te faciliteren, moeten er uniforme regels worden vastgesteld om de reparatie van door consumenten gekochte goederen te bevorderen, zowel binnen als buiten de aansprakelijkheid van de verkoper, zoals vastgesteld bij Richtlijn (EU) 2019/771. De lidstaten hebben al regels ingevoerd, of overwegen dat te doen, om reparatie en hergebruik van door consumenten gekochte goederen te bevorderen buiten de bestaande aansprakelijkheid van de verkoper, zoals vastgesteld bij Richtlijn (EU) 2019/771. Verschillende dwingende nationale regels op dat gebied vormen daadwerkelijke of potentiële belemmeringen voor de werking van de interne markt en hebben een negatieve invloed op grensoverschrijdende transacties van marktdeelnemers die op die markt actief zijn. Die marktdeelnemers moeten zo nodig hun diensten aanpassen om te voldoen aan de verschillende dwingende nationale regels en kunnen worden geconfronteerd met extra transactiekosten voor het verkrijgen van het nodige juridisch advies over de vereisten van het recht van de lidstaat waar de consument zijn of haar gewone verblijfplaats heeft, die van toepassing zijn op grond van Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5), en moeten hun overeenkomsten voor het verlenen van reparatiediensten dienovereenkomstig aanpassen. Dat zal met name gevolgen hebben voor kleine en middelgrote ondernemingen, die het merendeel van de reparatiesector uitmaken. Versnipperde wetgeving kan daarnaast het vertrouwen van de consument in grensoverschrijdende reparatie negatief beïnvloeden vanwege onzekerheid over factoren die belangrijk zijn voor de beslissing om goederen te laten repareren.

 

(3)

Om het vroegtijdig weggooien van levensvatbare door consumenten gekochte goederen tegen te gaan en om consumenten aan te moedigen hun goederen langer te gebruiken, moeten de bepalingen betreffende de reparatie van goederen worden aangescherpt, zodat consumenten voor betaalbare reparatie terechtkunnen bij de verlener van reparatiediensten van hun keuze. Reparatie moet leiden tot duurzame consumptie, omdat reparatie waarschijnlijk minder afval door weggegooide goederen, minder vraag naar grondstoffen, waaronder energie, door het fabricageproces en de verkoop van nieuwe goederen ter vervanging van defecte goederen, en minder uitstoot van broeikasgassen tot gevolg heeft. Deze richtlijn bevordert duurzame consumptie ten voordele van het milieu door bevordering van een levenscyclus van goederen, waar hergebruik, reparatie en opknappen deel van uitmaken, en dat moet ook de consument ten goede komen doordat kosten in verband met nieuwe aankopen op korte termijn vermeden kunnen worden.

 

(4)

Consumentengedrag bestaat uit veel verschillende aspecten. Bij de keuze tussen reparatie en aankoop van een nieuw goed spelen beslissingscriteria als economisch gemak, duurzaamheid, beschikbaarheid en nabijheid van een reparatiedienst en de benodigde tijd voor een reparatie een belangrijke rol. Allerlei obstakels kunnen consumenten beletten voor reparatie te kiezen. Deze richtlijn heeft tot doel een aantal van die obstakels weg te nemen.

 

(5)

Verordening (EU) 2024/1781 van het Europees Parlement en de Raad (6) bevat in het bijzonder vereisten aan de aanbodzijde, die gericht zijn op een duurzamer productontwerp in de productiefase. Richtlijn (EU) 2024/825 van het Europees Parlement en de Raad (7) bevat vereisten aan de vraagzijde, die gericht zijn op betere informatieverstrekking op het verkooppunt over de duurzaamheid en repareerbaarheid van goederen, waardoor consumenten in staat moeten worden gesteld om met kennis van zaken duurzame aankoopbeslissingen te nemen. Deze richtlijn heeft tot doel die vereisten aan de aanbod- en vraagzijde aan te vullen door bevordering van reparatie en hergebruik in de fase na de verkoop, buiten de aansprakelijkheid van de verkoper. Daarnaast moet Richtlijn (EU) 2019/771 worden gewijzigd om herstelling binnen de aansprakelijkheid van de verkoper te bevorderen. Deze richtlijn heeft derhalve, in de context van de Europese Green Deal, als doelstellingen een duurzamere consumptie, een circulaire economie en de groene transitie te bevorderen.

 

(6)

Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de vrijheid van de lidstaten om andere aspecten van overeenkomsten voor het verlenen van reparatiediensten te reguleren dan die welke bij Unierecht zijn geharmoniseerd. Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de vrijheid van de lidstaten om te voorzien in regels betreffende aspecten van het algemene overeenkomstenrecht, zoals regels inzake de totstandkoming, de geldigheid, de nietigheid of de gevolgen van overeenkomsten, met inbegrip van de gevolgen van de ontbinding van een overeenkomst voor zover zij niet bij deze richtlijn worden geregeld, en aan het recht op schadevergoeding. Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan Verordening (EU) 2023/988 van het Europees Parlement en de Raad (8), met name bij terugroepacties in verband met productveiligheid.

 

(7)

De lidstaten moeten de vrijheid behouden om, indien dat verenigbaar is met de verplichtingen van deze richtlijn en ander toepasselijk Unierecht, bepalingen te handhaven of in te voeren over andere aspecten van bevordering van reparatie van goederen die een aanvulling kunnen vormen op de regels van deze richtlijn, bijvoorbeeld met betrekking tot commerciële garanties, het bestaan van reparatiecentra of financiële stimulansen voor reparatie.

 

(8)

Om volledig nut te halen uit deze richtlijn, moet zij op alle goederen van toepassing zijn. De bepalingen betreffende de in deze richtlijn gespecificeerde reparatie- en informatieverplichtingen mogen echter alleen van toepassing zijn op goederen waarvoor in rechtshandelingen van de Unie repareerbaarheidsvereisten zijn vastgelegd.

 

(9)

De repareerbaarheidsvereisten moeten alle vereisten uit hoofde van de rechtshandelingen van de Unie omvatten die ervoor moeten zorgen dat goederen kunnen worden gerepareerd, met inbegrip van maar niet beperkt tot de vereisten uit hoofde van het kader voor ecologisch ontwerp, bedoeld in Verordening (EU) 2024/1781, teneinde een breed scala van goederen te bestrijken, evenals toekomstige ontwikkelingen op andere gebieden van het Unierecht.

 

(10)

Reparateurs moeten consumenten belangrijke informatie over hun reparatiediensten verstrekken. Om de vrije keuze van de consument door wie hij of zij goederen wil laten repareren, te vergemakkelijken en hem of haar geschikte reparatiediensten te helpen vinden en kiezen, moeten reparateurs vrijwillig kunnen gebruikmaken van het gestandaardiseerde Europees reparatie-informatieformulier in bijlage I bij deze richtlijn. Het Europees reparatie-informatieformulier moet de belangrijkste parameters bevatten die van invloed zijn op de reparatiebeslissingen van de consument, zoals de aard van het defect, de prijs en de termijn waarbinnen de reparateur zich ertoe verbindt de reparatie te voltooien. Indien de reparateur extra diensten, zoals vervoer, aanbiedt, moeten de afzonderlijke kosten van die diensten worden vermeld. De informatie op het Europees reparatie-informatieformulier moet op duidelijke en begrijpelijke wijze en in overeenstemming met de toegankelijkheidsvoorschriften van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad (9) aan de consument worden verstrekt. Het Europees reparatie-informatieformulier kan consumenten in staat stellen reparatiediensten, met inbegrip van alternatief reparatieaanbod, te beoordelen en gemakkelijk onderling te vergelijken en kan, met name voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, de verstrekking van informatie over reparatiediensten vergemakkelijken. Reparateurs zouden meer rechtszekerheid krijgen aangezien zij door het correct gebruiken en invullen van het Europees reparatie-informatieformulier zouden worden geacht te voldoen aan hun wettelijke verplichtingen, met name inzake de verstrekking van bepaalde precontractuele informatie op grond van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad (10). De gestandaardiseerde presentatie van essentiële informatie via het Europees reparatie-informatieformulier zou de duidelijkheid en transparantie ten goede komen en bijdragen tot een groter vertrouwen van de consument in reparatiediensten.

 

(11)

Indien de reparateur het Europees reparatie-informatieformulier verstrekt, moet hij dat doen binnen een redelijke termijn die moet overeenkomen met de kortst mogelijke termijn na het verzoek en voordat de consument gebonden is door een overeenkomst voor de verlening van reparatiediensten. Indien er geen Europees reparatie-informatieformulier wordt verstrekt, moet een consument tevens een overeenkomst voor de verlening van reparatiediensten met een reparateur kunnen sluiten op grond van precontractuele informatie die op andere wijze overeenkomstig Richtlijn 2011/83/EU wordt verstrekt.

 

(12)

Het Europees reparatie-informatieformulier moet kosteloos worden verstrekt. Er bestaan echter situaties waarin een reparateur een diagnosedienst moet verrichten, d.w.z. de goederen moet inspecteren om de aard van het defect of het type reparatie te bepalen. In dergelijke gevallen moet de reparateur de consument kunnen vragen de noodzakelijke door hem gemaakte kosten, met inbegrip van arbeids- of vervoerskosten, te betalen. In overeenstemming met de precontractuele informatie en andere vereisten van Richtlijn 2011/83/EU moet de reparateur de consument over dergelijke kosten informeren voordat de consument om de diagnosedienst verzoekt en voordat het Europees reparatie-informatieformulier wordt verstrekt. Consumenten moeten kunnen afzien van het opvragen van de diagnosedienst indien de kosten voor het verkrijgen van de diagnosedienst naar hun mening te hoog zijn. Indien de consument ervoor kiest het goed te laten repareren, moet de reparateur dergelijke kosten kunnen aftrekken van de prijs van de reparatie. Dat laat de regels van de lidstaten inzake de verplichte aftrek van dergelijke kosten onverlet. De aftrek kan worden meegedeeld via het Europees reparatie-informatieformulier.

 

(13)

Reparateurs mogen de reparatievoorwaarden die zij op het Europees reparatie-informatieformulier verstrekken, inclusief de prijs van reparatie, niet wijzigen gedurende minimaal dertig kalenderdagen. De reparateur en de consument moeten echter een langere termijn kunnen overeenkomen. Dat zou garanderen dat consumenten voldoende tijd krijgen om verschillende reparatieaanbiedingen te vergelijken. Indien een overeenkomst voor het verrichten van reparatiediensten wordt gesloten op basis van het Europees reparatie-informatieformulier, moet de informatie over de reparatievoorwaarden en de prijs op dat formulier integraal deel uitmaken van de overeenkomst voor het verlenen van reparatiediensten, waardoor de verplichtingen van de reparateur uit hoofde van die overeenkomst nader zijn omschreven. Bij niet-naleving van die contractuele verplichtingen is het toepasselijke nationale recht van kracht.

 

(14)

Indien een reparateur besluit het Europees reparatie-informatieformulier te verstrekken en de consument de daarin gestelde voorwaarden aanvaardt, moet de reparateur worden verplicht de reparatie uit te voeren. De lidstaten moeten voorzien in evenredige en doeltreffende rechtsmiddelen voor consumenten indien de reparateur de reparatiedienst niet verricht nadat de consument het Europees reparatie-informatieformulier heeft aanvaard. Dergelijke rechtsmiddelen kunnen een vergoeding van de voor de diagnosedienst betaalde kosten omvatten.

 

(15)

Richtlijn (EU) 2019/771 legt verkopers de verplichting op om goederen te herstellen in het geval van een conformiteitsgebrek dat bestond op het moment dat de goederen werden geleverd en dat binnen de aansprakelijkheidstermijn aan het licht komt. Geldt die verplichting niet, dan worden er veel defecte maar verder levensvatbare goederen vroegtijdig weggegooid. Om consumenten aan te moedigen goederen in dergelijke gevallen te laten repareren, moet deze richtlijn fabrikanten verplichten om op verzoek van de consument goederen te repareren waarop repareerbaarheidsvereisten van rechtshandelingen van de Unie van toepassing zijn, aangezien die repareerbaarheidsvereisten tot hen zijn gericht. Die verplichting moet gelden voor zowel binnen als buiten de Unie gevestigde fabrikanten met betrekking tot goederen die in de Unie in de handel worden gebracht. Voorts moet deze richtlijn de economische keuzevrijheid van fabrikanten om met de productie van een goed te stoppen, onverlet laten, onverminderd de verplichting uit hoofde van het Unierecht om reserveonderdelen en gereedschappen te leveren, in voorkomend geval.

 

(16)

Aangezien de uit hoofde van deze richtlijn aan fabrikanten opgelegde reparatieverplichting betrekking heeft op gebreken die niet te wijten zijn aan de niet-conformiteit van de goederen met een verkoopovereenkomst, moeten fabrikanten reparaties tegen betaling van een prijs door de consument of kosteloos kunnen uitvoeren. Het in rekening brengen van een prijs moet fabrikanten stimuleren om duurzame bedrijfsmodellen te ontwikkelen, waaronder het aanbieden van reparatiediensten. Bij een dergelijke prijs zou er bijvoorbeeld rekening kunnen worden gehouden met arbeidskosten, kosten voor reserveonderdelen, kosten voor het exploiteren van de reparatiefaciliteit en een gebruikelijke marge. De prijs moet redelijk zijn, wat inhoudt dat de prijs zo moet worden vastgesteld dat consumenten niet opzettelijk worden afgeschrikt om gebruik te maken van de reparatieverplichting van de fabrikanten. De prijs en de voorwaarden van de reparatie moeten worden overeengekomen in een overeenkomst tussen de consument en de fabrikant, en de consument moet de vrijheid hebben om te beslissen of die kosten en voorwaarden aanvaardbaar zijn. De noodzaak van een dergelijke overeenkomst en de concurrentiedruk van andere reparateurs moeten fabrikanten die een reparatieverplichting hebben ertoe aanzetten om de prijs voor de consument aanvaardbaar te houden. De reparatieverplichting kan ook kosteloos worden vervuld, indien het defect wordt gedekt door een commerciële garantie, bijvoorbeeld met betrekking tot gegarandeerde duurzaamheid van goederen. Om consumenten ertoe aan te zetten hun goederen buiten de wettelijke garantie te laten repareren, moet een fabrikant gedurende de reparatie een vergelijkbaar goed te leen kunnen aanbieden, dat teruggegeven moet worden zodra de consument het gerepareerde goed ontvangt.

 

(17)

Het zou nuttig zijn als de reparatie zo dicht mogelijk bij de consument zou kunnen worden uitgevoerd om onnodige verzendkosten en emissies te voorkomen. Fabrikanten en, in voorkomend geval, gemachtigde vertegenwoordigers, importeurs en distributeurs moeten aan hun reparatieverplichting kunnen voldoen door de reparatie uit te besteden, bijvoorbeeld indien zij niet over de reparatie-infrastructuur beschikken of indien de reparatie kan worden uitgevoerd door een reparateur die zich dichter bij de consument bevindt. Zij moeten echter aansprakelijk blijven voor de reparatieverplichting.

 

(18)

Uit hoofde van de vereisten van gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld op grond van Verordening (EU) 2024/1781 of uitvoeringsmaatregelen die zijn vastgesteld op grond van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad (11), moeten fabrikanten toegang bieden tot reserveonderdelen, reparatie- en onderhoudsinformatie of reparatiegerelateerde softwaretools, firmware of vergelijkbare hulpmiddelen. Die vereisten waarborgen dat reparatie technisch haalbaar is, niet alleen door de fabrikant, maar ook door andere reparateurs. Bijgevolg zullen de reparateurs en, in voorkomend geval, de consumenten overeenkomstig de rechtshandelingen van de Unie toegang hebben tot reserveonderdelen en reparatiegerelateerde informatie en -instrumenten, en zullen consumenten een ruimere keuze hebben aan reparateurs of, indien van toepassing, de mogelijkheid om het goed zelf te repareren. Reserveonderdelen moeten ten minste gedurende de in de rechtshandelingen van de Unie gestelde termijn beschikbaar worden gesteld. Fabrikanten die reserveonderdelen en gereedschappen beschikbaar stellen voor goederen die onder de in bijlage II bij deze richtlijn vermelde rechtshandelingen vallen, hetzij op grond van overeenkomstige wettelijke verplichtingen uit hoofde van het Unierecht, hetzij vrijwillig, moeten een redelijke prijs in rekening brengen die de toegang tot dergelijke reserveonderdelen en gereedschappen niet ontmoedigt, waardoor reparatie wordt verhinderd. Ter aanvulling van die maatregelen mogen fabrikanten geen contractuele bepalingen, hardware- of softwaretechnieken gebruiken die de reparatie belemmeren van goederen waarvoor de in bijlage II bij deze richtlijn vermelde rechtshandelingen van de Unie repareerbaarheidsvereisten bevatten, tenzij die worden gerechtvaardigd door legitieme en objectieve factoren, waaronder het voorkomen of beperken van het ongeoorloofde gebruik van werken en andere onderwerpen die door intellectuele-eigendomsrechten worden beschermd uit hoofde van Unie- en nationale rechtshandelingen, meer bepaald de Richtlijnen 2001/29/EG (12), 2004/48/EG (13) en (EU) 2019/790 (14) van het Europees Parlement en de Raad. Dat moet bijgevolg de concurrentie bevorderen en de consumenten ten goede komen met betere diensten en lagere reparatieprijzen.

 

(19)

Praktijken van handelaren die consumenten doen geloven dat hun goederen niet kunnen worden gerepareerd als gevolg van een eerdere reparatie of inspectie door een onafhankelijke reparateur, een niet-professionele reparateur of eindgebruikers, of onjuiste, en daardoor consumenten misleidende, beweringen dat een dergelijke reparatie of inspectie veiligheidsrisico’s met zich meebrengt, kunnen in voorkomend geval oneerlijke handelspraktijken in de zin van Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (15) vormen.

 

(20)

De reparatieverplichting moet ook van kracht zijn in gevallen waarin de fabrikant buiten de Unie is gevestigd. Om consumenten in staat te stellen zich tot een in de Unie gevestigde marktdeelnemer te wenden om aan die verplichting te voldoen, voorziet deze richtlijn in een reeks alternatieve marktdeelnemers die in dergelijke gevallen de reparatieverplichting van de fabrikant overnemen. Dat moet fabrikanten die zich buiten de Unie bevinden in staat stellen hun reparatieverplichting binnen de Unie te organiseren en na te komen.

 

(21)

Om te voorkomen dat fabrikanten te zwaar worden belast en ervoor te zorgen dat zij hun reparatieverplichting kunnen nakomen, moet die verplichting worden beperkt tot de goederen waarvoor rechtshandelingen van de Unie repareerbaarheidsvereisten bevatten en zulks binnen de grenzen van die vereisten. De repareerbaarheidsvereisten verplichten fabrikanten niet om defecte goederen te repareren, maar waarborgen dat goederen repareerbaar zijn. Voorbeelden van rechtshandelingen van de Unie met repareerbaarheidsvereisten zijn gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld op grond van Verordening (EU) 2024/1781 of uitvoeringsmaatregelen die zijn vastgesteld op grond van Richtlijn 2009/125/EG, die een kader scheppen om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren, of andere desbetreffende rechtshandelingen van de Unie, zoals Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad (16). Die beperking van de reparatieverplichting moet ervoor zorgen dat alleen goederen met een repareerbaar ontwerp aan een dergelijke verplichting zijn onderworpen. De relevante repareerbaarheidsvereisten hebben onder meer betrekking op ontwerpvereisten die de mogelijkheid vergroten om de goederen te demonteren en op een reeks reserveonderdelen die gedurende een minimumperiode beschikbaar moeten worden gesteld. De reparatieverplichting moet overeenstemmen met het toepassingsgebied van de repareerbaarheidsvereisten; de vereisten inzake ecologisch ontwerp zouden bijvoorbeeld alleen van toepassing kunnen zijn op bepaalde onderdelen van de goederen of er zou een specifieke periode kunnen worden vastgesteld waarin reserveonderdelen beschikbaar moeten worden gesteld. De reparatieverplichting uit hoofde van deze richtlijn, die consumenten in staat stelt om in de fase na de verkoop rechtstreeks bij de fabrikant een reparatie te claimen, moet een aanvulling vormen op de repareerbaarheidsvereisten met betrekking tot de aanbodzijde, zoals die bijvoorbeeld zijn vastgelegd in Verordening (EU) 2024/1781, waardoor de vraag van consumenten naar reparatie wordt gestimuleerd.

 

(22)

Ten behoeve van de rechtszekerheid moeten in bijlage II bij deze richtlijn de rechtshandelingen van de Unie met repareerbaarheidsvereisten voor relevante categorieën goederen worden vermeld. Teneinde te zorgen voor samenhang met toekomstige ontwikkelingen in de regelgeving moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van het toevoegen van rechtshandelingen van de Unie aan bijlage II bij deze richtlijn, wanneer er nieuwe repareerbaarheidsvereisten worden vastgesteld. De Commissie moet die rechtshandelingen zo spoedig mogelijk, uiterlijk twaalf maanden na de bekendmaking ervan, toevoegen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (17). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

 

(23)

Hoewel deze richtlijn de reparatieverplichting oplegt aan de fabrikant, vergemakkelijkt die voor de consument ook de keuze voor reparatiediensten van andere reparateurs. Die keuze zal met name worden vergemakkelijkt doordat het Europees reparatie-informatieformulier vrijwillig zal worden verstrekt, niet alleen door de fabrikant, maar ook door reparateurs, zoals de verkoper of onafhankelijke reparateurs, of doordat kan worden gezocht via een onlinereparatieplatform. Aangezien consumenten voor de reparatie zouden moeten betalen, zullen zij waarschijnlijk reparatiemogelijkheden onderling vergelijken om te kiezen voor de reparatiedienst die het best aan hun behoeften voldoet. Waarschijnlijk zullen zij dus eerst onafhankelijke reparateurs in hun omgeving of de verkoper benaderen voordat zij contact opnemen met fabrikanten die zich bijvoorbeeld op grotere afstand zouden kunnen bevinden en bij wie de kosten hoger zouden kunnen zijn vanwege de transportkosten.

 

(24)

Overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/771 moet een fabrikant van de reparatieverplichting worden vrijgesteld indien reparatie feitelijk of juridisch onmogelijk is. Daarom mag de fabrikant reparatie niet kunnen weigeren om zuiver economische redenen, zoals de kosten van reserveonderdelen, of louter omdat een eerdere reparatie door andere reparateurs of, in voorkomend geval, door de consument is uitgevoerd. In nationaal recht tot uitvoering van Richtlijn (EU) 2019/771 of de voorafgaande Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad (18) wordt al gebruikgemaakt van het criterium of reparatie onmogelijk is, en nationale rechterlijke instanties passen het toe.

 

(25)

Om consumenten bewuster te maken van de beschikbaarheid van reparaties en dus de kans op reparatie te vergroten, moeten fabrikanten of, in voorkomend geval, gemachtigde vertegenwoordigers, importeurs of distributeurs consumenten informeren door informatie beschikbaar te stellen over hun reparatieverplichting en hun reparatiediensten. De informatie moet ten minste tijdens de gehele duur van de reparatieverplichting beschikbaar zijn, wat kan worden opgevat als vanaf het moment van het in de handel brengen tot het verstrijken van de repareerbaarheidsvereisten. In die informatie moet worden vermeld welke goederen onder die verplichting vallen, samen met een uitleg over de reparatie en in welke mate reparatie voor die goederen wordt aangeboden, bijvoorbeeld via onderaannemers. Die informatie moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor de consument en op een duidelijke en begrijpelijke wijze worden verstrekt, zonder dat de consument erom hoeft te vragen en in overeenstemming met de toegankelijkheidsvoorschriften van Richtlijn (EU) 2019/882. Het moet de fabrikant vrijstaan op welke wijze hij de consumenten informeert, bijvoorbeeld via een website op een zichtbare en in het oog springende wijze, via het digitaal productpaspoort of op het verkooppunt, bijvoorbeeld indien de fabrikant de verkoper is.

 

(26)

Om reparatie aan te moedigen, moet de Commissie een Europees onlineplatform voor reparatie (het “Europees onlineplatform”) opzetten. Het Europees onlineplatform moet bestaan uit nationale secties op basis van een gemeenschappelijke online-interface, en links bevatten naar nationale onlineplatforms voor reparatie (de “nationale onlineplatforms”) die voldoen aan de criteria van deze richtlijn. Daartoe moet de Commissie een gemeenschappelijke online-interface voor het Europees onlineplatform ontwikkelen. De Commissie moet ook verantwoordelijk zijn voor het IT-onderhoud van de gemeenschappelijke online-interface en voor het beantwoorden van technische of andere vragen van gebruikers wanneer het Europees onlineplatform niet goed functioneert. Het Europees onlineplatform moet voor consumenten gratis toegankelijk zijn. Ook moet het, in voorkomend geval, geschikt zijn voor verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt, of aanvullende marktconforme instrumenten, zoals vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven. De lidstaten moeten ofwel de gemeenschappelijke online-interface gebruiken om hun nationale secties op het Europees onlineplatform te creëren, ofwel nationale onlineplatforms die aan de criteria van deze richtlijn voldoen, opzetten of in voorkomend geval in stand houden. Wanneer de lidstaten van het Europees onlineplatform gebruikmaken, moet het hun vrijstaan om hun nationale secties naar eigen inzicht in te vullen, bijvoorbeeld via zelfregistratie, invoering van bulkgegevens uit bestaande databanken met toestemming van de reparateurs, of door registratie afhankelijk te stellen van voorafgaande goedkeuring. Indien de lidstaten dat nodig achten, moeten zij voorwaarden kunnen stellen aan de toegang tot de nationale secties, zoals het voldoen aan criteria inzake beroepskwalificaties of het aantonen van naleving van toepasselijke vrijwillige Europese of nationale kwaliteitsnormen voor reparaties. Dergelijke voorwaarden mogen niet discriminerend zijn en moeten in overeenstemming zijn met het Unierecht. lidstaten die ervoor kiezen om toegangsvoorwaarden te stellen voor hun nationale secties, moeten zes maanden extra de tijd krijgen om hun nationale sectie gebruiksklaar te maken.

 

(27)

Sommige lidstaten of bedrijven hebben middelen geïnvesteerd in het ontwikkelen van nationale onlineplatforms ter bevordering van reparatie. Om buitensporige administratieve lasten te voorkomen en passende flexibiliteit toe te staan, moeten de lidstaten ook kunnen kiezen voor het behoud van bestaande nationale onlineplatforms die aan de vereisten van deze richtlijn voldoen. Indien een lidstaat een nationaal onlineplatform in stand houdt of opzet, mag hij er niet toe worden verplicht een nationale sectie op het Europees onlineplatform op te zetten of nationale contactpunten aan te wijzen. De lidstaten moeten kiezen tussen het opzetten van een nationale sectie op het Europees onlineplatform of het opzetten van een nationaal onlineplatform dat aan de voorwaarden van deze richtlijn voldoet, en moeten de Commissie daarvan uiterlijk op 31 juli 2026 in kennis stellen. Dergelijke nationale onlineplatforms zullen via een link op het Europees onlineplatform toegankelijk zijn, indien zij uiterlijk op 31 juli 2027 gebruiksklaar zijn. Die platforms kunnen privaat, publiek of via een publiek-privaat partnerschap worden beheerd.

 

(28)

Het Europees onlineplatform moet gebruikersvriendelijke tools bevatten om per lidstaat naar reparateurs te zoeken. Dat zou consumenten helpen bij het beoordelen en vergelijken van de voor- en nadelen van verschillende verleners van reparatiediensten en hen aldus stimuleren om voor reparatie te kiezen. Hoewel het Europees onlineplatform tot doel heeft het zoeken naar reparatiediensten in relaties tussen bedrijven en consumenten te vergemakkelijken, moeten de lidstaten, om duurzame consumptie te bevorderen, de werkingssfeer van hun nationale sectie op het Europees onlineplatform kunnen uitbreiden tot verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt, of vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven, zoals repair cafes.

 

(29)

De lidstaten moeten een vertegenwoordiger aanwijzen in een door de Commissie opgerichte deskundigengroep om advies te geven over het ontwerp en de werking van het Europees onlineplatform, teneinde de coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten te vergemakkelijken.

 

(30)

De lidstaten moeten ook nationale contactpunten aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor taken in verband met het beheer van hun nationale sectie. De door de lidstaten aangewezen nationale contactpunten moeten in voorkomend geval toezicht houden op de gegevens in de nationale sectie die dienen voor het opsporen, identificeren en verwijderen van ongeldige informatie in overeenstemming met het Unierecht.

 

(31)

De Commissie moet ervoor zorgen dat het Europees onlineplatform voor consumenten gemakkelijk en kosteloos toegankelijk is. Het Europees onlineplatform moet consumenten in staat stellen geschikte reparatiediensten voor hun defecte goederen te vinden, evenals, in voorkomend geval, verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt, of vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven, zoals repair cafes. Consumenten moeten zoekfuncties kunnen gebruiken om te filteren op verschillende kenmerken, zoals categorieën goederen, beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen, kwaliteitsindicatoren en eventuele reparatievoorwaarden, met inbegrip van de locatie van de reparateur en de mogelijkheid van grensoverschrijdende dienstverlening. Het Europees onlineplatform moet ook toegankelijk zijn voor kwetsbare consumenten, onder wie personen met een handicap, overeenkomstig het toepasselijke Unierecht inzake toegankelijkheid.

 

(32)

De zoekfunctie op basis van goederen kan verwijzen naar het type of het merk goederen. Aangezien reparateurs niet op de hoogte kunnen zijn van het specifieke defect voordat er een verzoek tot reparatie is gedaan, moet het voldoende zijn dat zij op het Europees onlineplatform algemene informatie verstrekken over de belangrijkste elementen van hun reparatiediensten, zodat consumenten kunnen beslissen of zij het goed in kwestie willen laten repareren; dat zijn met name de gemiddelde tijd om de reparatie te voltooien, de beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen, de plaats waar de consument de goederen ter reparatie kan inleveren en de beschikbaarheid van aanvullende diensten. Reparateurs en, indien van toepassing, verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt, of vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven, zoals repair cafes, moeten worden aangemoedigd om hun informatie op het Europees onlineplatform regelmatig bij te werken. Om het vertrouwen van consumenten in de reparatiediensten die beschikbaar zijn op het Europees onlineplatform te vergroten, moeten reparateurs kunnen aantonen dat zij aan bepaalde reparatienormen voldoen.

 

(33)

Om het Europees reparatie-informatieformulier gemakkelijker te kunnen verkrijgen, moeten consumenten via het Europees onlineplatform de mogelijkheid krijgen om dat formulier via het Europees onlineplatform rechtstreeks bij de reparateur op te vragen, indien die dat formulier vrijwillig beschikbaar stelt.

 

(34)

Om de bekendheid van het Europees onlineplatform bij consumenten te vergroten, moeten de Commissie en de lidstaten passende maatregelen nemen, bijvoorbeeld het Europees onlineplatform op gerelateerde nationale websites vermelden of communicatiecampagnes voeren.

 

(35)

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun nationale wetgeving, ook bij de omzetting van deze richtlijn, volledig in overeenstemming is met de fundamentele vrijheden van dienstverrichting en van vestiging, zoals die zijn verankerd in de Verdragen. Deze richtlijn moet Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad (19) onverlet laten.

 

(36)

De lidstaten moeten ten minste één maatregel ter bevordering van reparatie nemen. Dergelijke maatregelen kunnen van financiële of niet-financiële aard zijn. Maatregelen van niet-financiële aard zijn bijvoorbeeld voorlichtingscampagnes, rechtstreekse ondersteuning van vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven, zoals het beschikbaar stellen van ruimte voor reparatielaboratoria of ontmoetingsplekken, bijvoorbeeld in gemeenschaps- of culturele centra. Maatregelen van financiële aard kunnen bijvoorbeeld de vorm aannemen van reparatievouchers, reparatiefondsen, het ondersteunen of opzetten van lokale of regionale onlineplatforms voor reparatie, het organiseren of financieren van opleidingsprogramma’s voor het verwerven van speciale vaardigheden op het gebied van reparatie of fiscale maatregelen. Op fiscaal gebied kunnen de lidstaten, indien van toepassing, overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (20) naargelang van het geval kiezen voor een verlaagd btw-tarief voor de verrichting van hersteldiensten voor huishoudelijke apparaten, schoenen en lederwaren, kleding en huishoudlinnen, met inbegrip van herstelling en wijziging. In dat verband zou de Commissie kunnen overwegen om zo nodig een voorstel tot wijziging van bijlage III bij die richtlijn in te dienen. Die maatregelen kunnen op nationaal, regionaal of lokaal niveau worden genomen. De lidstaten moeten, ter vergemakkelijking van het uitwisselen van beste praktijken, de Commissie in kennis stellen van een of meer maatregelen die zij hebben genomen om reparatie te bevorderen. De Commissie moet de informatie over die maatregelen in de gegevensbank openbaar maken.

 

(37)

Het is noodzakelijk dat de lidstaten sancties vaststellen voor inbreuken op nationale bepalingen die op grond van deze richtlijn zijn vastgesteld, en erop toezien dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en ontmoedigend zijn.

 

(38)

De Commissie moet ervoor zorgen dat er een vrijwillige Europese kwaliteitsnorm voor reparatiediensten kan worden ontwikkeld, bijvoorbeeld door vrijwillige samenwerking aan normen tussen ondernemingen, overheidsinstanties en andere belanghebbenden, zoals onafhankelijke reparateurs en vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven, aan te moedigen en te vergemakkelijken of door een normalisatieverzoek te doen aan de Europese normalisatieorganisaties. Een Europese kwaliteitsnorm voor reparatiediensten zou het vertrouwen van consumenten in reparatiediensten in de hele Unie kunnen vergroten. Een dergelijke norm kan aspecten omvatten die van invloed zijn op de beslissingen van consumenten over reparaties, zoals de tijd die nodig is om de reparatie te voltooien, de beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen, kwaliteitsgaranties zoals een commerciële garantie op reparatie en de beschikbaarheid van aanvullende diensten zoals verwijdering, installatie en transport die door reparateurs worden aangeboden.

 

(39)

De handhavingsbepalingen van deze richtlijn laten Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad (21) onverlet.

 

(40)

Om consumenten ertoe aan te zetten voor herstelling te kiezen om goederen conform te maken binnen de aansprakelijkheid van de verkoper, en derhalve herstelling te bevorderen, moet, voor het geval dat de consument kiest voor herstelling als remedie om goederen conform te maken, Richtlijn (EU) 2019/771 worden gewijzigd om de aansprakelijkheidstermijn te verlengen met twaalf maanden, die bij de resterende aansprakelijkheidstermijn van het goed moeten worden opgeteld. Die verlenging moet eenmaal van toepassing zijn. De lidstaten kunnen herstelling echter verder stimuleren door te voorzien in aanvullende verlengingen van de aansprakelijkheid van de verkoper indien er opnieuw herstelling plaatsvindt. De lidstaten kunnen ook regels invoeren of handhaven om in geval van herstelling de aansprakelijkheid van de verkoper met termijnen van meer dan twaalf maanden te verlengen. In overeenstemming met Richtlijn (EU) 2019/771 moet de verkoper, indien de aansprakelijkheidstermijn is verlengd, aansprakelijk zijn voor elk conformiteitsgebrek dat bestond op het tijdstip waarop de goederen werden geleverd en dat aan het licht komt binnen de resterende aansprakelijkheidstermijn van het goed, met inbegrip van de verlenging. De verlenging van de aansprakelijkheidstermijn mag geen afbreuk doen aan de rechten van consumenten waarin Richtlijn (EU) 2019/771 voorziet. Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de invoering of handhaving door de lidstaten van bepalingen die uitsluitend voor herstelde onderdelen in een langere verlenging van de aansprakelijkheidstermijn voorzien overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/771. Gelet op de door Richtlijn (EU) 2019/771 geboden flexibiliteit, moeten lidstaten die niet in vaste aansprakelijkheidstermijnen van de verkoper of uitsluitend in een verjaringstermijn voor de remedies voorzien, ervoor zorgen dat de aansprakelijkheid van de verkoper of de verjaringstermijn voor remedies in geval van herstelling ten minste gelijk is aan twee jaar en twaalf maanden, wat overeenkomt met de in Richtlijn (EU) 2019/771 bepaalde minimale aansprakelijkheidstermijn van de verkoper en de minimale verlenging van die termijn in geval van herstelling. Verlenging van de aansprakelijkheidstermijn zou duurzame consumptie aanmoedigen en bijdragen tot een circulaire economie.

 

(41)

Om herstelling binnen de aansprakelijkheid van de verkoper te bevorderen ten behoeve van de consument en bescherming van het milieu, moet Richtlijn (EU) 2019/771 verder worden gewijzigd om een nieuwe verplichting in te voeren dat de consument wordt geïnformeerd over het recht om te kiezen tussen herstelling en vervanging, alsook over de verlenging van de aansprakelijkheidstermijn indien die consument voor herstelling kiest, waardoor die beter bewust wordt van de beide alternatieven en van het voordeel van de keuze voor herstelling. Die informatieverplichting zou duurzame consumptie aanmoedigen en bijdragen tot een circulaire economie.

 

(42)

Om consumenten te helpen en herstelling te stimuleren, kan de verkoper, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de desbetreffende categorie goederen, aan de consument een vervangend goed lenen indien de herstelling niet binnen een redelijke termijn of niet zonder ernstige overlast wordt voltooid. Dat vervangende goed kan ook een opgeknapt goed zijn. Hoe dan ook moet het vervangende goed kosteloos aan de consument worden geleend. Bovendien moet de verkoper de herstelling ook dan nog binnen een redelijke termijn voltooien. Het uitlenen van een goed voor de duur van de herstelling kan de consument ernstige overlast besparen, maar kan geen rechtvaardiging zijn van een onredelijk lange herstellingstermijn. Daarnaast kan de verkoper, in geval van vervanging als remedie en op verzoek van de consument, de consument een opgeknapt goed verstrekken.

 

(43)

Om de handhaving van de regels van deze richtlijn door middel van representatieve maatregelen mogelijk te maken, is wijziging van bijlage I bij Richtlijn (EU) 2020/1828 noodzakelijk. Voor de bevoegde autoriteiten die door hun lidstaten zijn aangewezen om met elkaar en met de Commissie samen te werken en acties te coördineren met het oog op de handhaving van de regels van deze richtlijn, is wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad (22) noodzakelijk.

 

(44)

Om de marktdeelnemers in staat te stellen zich aan te passen, moeten er overgangsbepalingen betreffende de toepassing van een aantal artikelen van deze richtlijn worden geïntroduceerd. De wijziging van Richtlijn (EU) 2019/771 moet slechts van toepassing worden op verkoopovereenkomsten die worden gesloten na 31 juli 2026, teneinde rechtszekerheid te waarborgen en verkopers voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan de gewijzigde remedies reparatie en vervanging.

 

(45)

Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (23) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van die stukken gerechtvaardigd.

 

(46)

De doelstelling om de reparatie van door consumenten aangekochte goederen te bevorderen teneinde bij te dragen aan de goede werking van de interne markt en tegelijkertijd te zorgen voor een hoog niveau van milieu- en consumentenbescherming, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. De nieuwe nationale dwingende regels ter bevordering van duurzame consumptie door middel van reparatie van gebreken die buiten het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2019/771 vallen, zullen waarschijnlijk onderling uiteenlopen en tot versnippering van de interne markt leiden. De lidstaten mogen de volledig geharmoniseerde regels betreffende gebreken die onder de aansprakelijkheid van de verkoper vallen, zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2019/771, niet wijzigen. De doelstelling van deze richtlijn kan, vanwege de omvang en gevolgen ervan, beter op het niveau van de Unie worden verwezenlijkt door middel van volledig geharmoniseerde gemeenschappelijke regels ter bevordering van reparatie binnen en buiten de aansprakelijkheid van de verkoper, zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2019/771. Daarom kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

 

(47)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en vrijheden en beoogt de volledige eerbiediging te waarborgen van met name de artikelen 16, 26, 37, 38 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”). De richtlijn draagt bij tot een verbetering van de kwaliteit van het milieu overeenkomstig artikel 37 van het Handvest door duurzame consumptie van goederen te bevorderen en zo de negatieve milieueffecten van het vroegtijdig weggooien van levensvatbare goederen te verminderen. Deze richtlijn zorgt voor volledige naleving van artikel 38 van het Handvest inzake consumentenbescherming door de rechten van consumenten te versterken met betrekking tot gebreken die zich voordoen of die aan het licht komen buiten de aansprakelijkheid van de verkoper, op grond van Richtlijn (EU) 2019/771. De richtlijn garandeert ook de eerbiediging van de vrijheid van ondernemerschap overeenkomstig artikel 16 van het Handvest door de contractvrijheid te waarborgen en de ontwikkeling van reparatiediensten op de interne markt aan te moedigen. Deze richtlijn draagt bij tot de integratie van personen met een handicap overeenkomstig artikel 26 van het Handvest door de toegankelijkheid van het Europees onlineplatform voor personen met een handicap te vergemakkelijken. Deze richtlijn heeft tot doel de volledige eerbiediging te waarborgen van artikel 47 van het Handvest betreffende het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht door middel van effectieve handhavingsmiddelen,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp, doel en toepassingsgebied

  • 1. 
    Deze richtlijn voorziet in gemeenschappelijke regels ter versterking van de bepalingen betreffende de reparatie van goederen, teneinde bij te dragen tot de goede werking van de interne markt en tegelijkertijd een hoog niveau van consumenten- en milieubescherming te waarborgen.
  • 2. 
    Deze richtlijn is van toepassing op de reparatie van door consumenten gekochte goederen in geval van een gebrek aan de goederen dat optreedt of aan het licht komt buiten de aansprakelijkheid van de verkoper op grond van artikel 10 van Richtlijn (EU) 2019/771.
  • 3. 
    De artikelen 5 en 6 zijn uitsluitend van toepassing op goederen waarvoor en voor zover de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie in repareerbaarheidsvereisten voorzien.
  • 4. 
    Deze richtlijn geldt onverminderd Richtlijn (EU) 2018/958.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

 

1)

“consument”: consument zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2), van Richtlijn (EU) 2019/771;

 

2)

“reparateur”: elke natuurlijke of rechtspersoon die, in verband met zijn of haar handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, een reparatiedienst verleent, met inbegrip van fabrikanten en verkopers die reparatiediensten verlenen en verleners van reparatiediensten, ongeacht of ze onafhankelijk dan wel verbonden zijn met dergelijke fabrikanten of verkopers;

 

3)

“reparatie”: reparatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 20), van Verordening (EU) 2024/1781;

 

4)

“verkoper”: verkoper zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3), van Richtlijn (EU) 2019/771;

 

5)

“fabrikant”: fabrikant zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 42), van Verordening (EU) 2024/1781;

 

6)

“gemachtigde vertegenwoordiger”: gemachtigde vertegenwoordiger zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 43), van Verordening (EU) 2024/1781;

 

7)

“importeur”: importeur zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 44), van Verordening (EU) 2024/1781;

 

8)

“distributeur”: distributeur zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 45), van Verordening (EU) 2024/1781;

 

9)

“goederen”: goederen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Richtlijn (EU) 2019/771, met uitzondering van water, gas en elektriciteit;

 

10)

“opknappen”: opknappen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 18), van Verordening (EU) 2024/1781;

 

11)

“repareerbaarheidsvereisten”: vereisten uit hoofde van de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie, die het mogelijk maken een goed te repareren, waaronder vereisten ter verbetering van het gemak van demontage en vereisten inzake de toegang tot reserveonderdelen, reparatiegerelateerde informatie en gereedschappen die van toepassing zijn op goederen of specifieke onderdelen van goederen;

 

12)

“duurzame gegevensdrager”: duurzame gegevensdrager zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11), van Richtlijn (EU) 2019/771.

Artikel 3

Niveau van harmonisering

De lidstaten behouden in hun nationale recht geen bepalingen die afwijken van die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld of voeren dergelijke bepalingen niet in.

Artikel 4

Europees reparatie-informatieformulier

  • 1. 
    Reparateurs kunnen de consument het Europees reparatie-informatieformulier, dat is opgenomen in bijlage I, verstrekken. Het Europees reparatie-informatieformulier wordt verstrekt op een duurzame gegevensdrager en binnen een redelijke termijn na het verzoek en voordat de consument gebonden is door een overeenkomst voor de verlening van reparatiediensten.
  • 2. 
    Het Europees reparatie-informatieformulier wordt kosteloos verstrekt.
  • 3. 
    In afwijking van lid 2 kan de reparateur, indien een diagnosedienst, met inbegrip van een fysiek onderzoek of een onderzoek op afstand, nodig is om de aard van het defect en het soort reparatie te bepalen en een schatting te maken van de prijs van de reparatie, de consument verzoeken de noodzakelijke kosten van die dienst te betalen.

Onverminderd Richtlijn 2011/83/EU informeert de reparateur de consument over de kosten van de diagnosedienst.

  • 4. 
    Op het Europees reparatie-informatieformulier worden de volgende reparatievoorwaarden op een duidelijke en begrijpelijke wijze gespecificeerd:
 

a)

de identiteit van de reparateur;

 

b)

het geografische adres waar de reparateur is gevestigd, evenals het telefoonnummer en e-mailadres van de reparateur en, indien beschikbaar, andere online communicatiemiddelen waarmee de consument op een snelle, efficiënte en toegankelijke wijze contact kan opnemen en kan communiceren met de reparateur;

 

c)

het te repareren goed;

 

d)

de aard van het defect en het soort reparatie dat wordt voorgesteld;

 

e)

de prijs of, indien de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de wijze waarop de prijs moet worden berekend en de maximale prijs voor de reparatie;

 

f)

de tijd die nodig is om de reparatie te voltooien;

 

g)

de beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen tijdens de reparatie en de eventuele kosten van tijdelijke vervanging voor de consument;

 

h)

de plaats waar de consument het goed ter reparatie kan inleveren;

 

i)

indien van toepassing, de beschikbaarheid van aanvullende diensten, zoals verwijdering, installatie en transport, die door de reparateur worden aangeboden, en de eventuele gedetailleerde kosten van die diensten voor de consument;

 

j)

de geldigheidsduur van het Europees reparatie-informatieformulier;

 

k)

aanvullende informatie, indien van toepassing.

  • 5. 
    Gedurende een periode van dertig kalenderdagen vanaf de datum waarop het Europees reparatie-informatieformulier aan de consument is verstrekt, wijzigt de reparateur de in dat formulier vermelde reparatievoorwaarden niet. De reparateur en de consument kunnen een langere geldigheidsduur van het Europees reparatie-informatieformulier overeenkomen. Indien de consument binnen de geldigheidsduur de voorwaarden van het Europees reparatie-informatieformulier aanvaardt, is de reparateur verplicht de reparatiedienst onder die voorwaarden uit te voeren.
  • 6. 
    Wanneer de reparateur aan de consument een volledig en nauwkeurig Europees reparatie-informatieformulier heeft verstrekt, wordt hij geacht te hebben voldaan aan de volgende vereisten:
 

a)

de informatievereisten met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de reparatiedienst, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 1, punt a), en artikel 6, lid 1, punt a), van Richtlijn 2011/83/EU, en artikel 22, lid 1, punt j), van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad (24);

 

b)

de informatievereisten met betrekking tot de identiteit en de contactgegevens van de reparateur, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 1, punt b), en artikel 6, lid 1, punten b) en c), van Richtlijn 2011/83/EU, artikel 22, lid 1, punt a), van Richtlijn 2006/123/EG, en artikel 5, lid 1, punten a), b) en c), van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad (25);

 

c)

de informatievereisten met betrekking tot de prijs, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 1, punt c), en artikel 6, lid 1, punt e), van Richtlijn 2011/83/EU, en artikel 22, lid 1, punt i), en lid 3, punt a), van Richtlijn 2006/123/EG;

 

d)

de informatievereisten met betrekking tot de regelingen voor de uitvoering en de tijd die nodig is om de reparatiedienst uit te voeren, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 1, punt d), en artikel 6, lid 1, punt g), van Richtlijn 2011/83/EU.

Artikel 5

Reparatieverplichting

  • 1. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat de fabrikant op verzoek van de consument goederen repareert waarvoor repareerbaarheidsvereisten zijn vastgesteld in de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie en zulks binnen de grenzen van die vereisten. De fabrikant is niet verplicht dergelijke goederen te repareren indien reparatie onmogelijk is. De fabrikant kan de reparatie uitbesteden om te voldoen aan zijn reparatieverplichting.
  • 2. 
    De reparatie op grond van lid 1 wordt uitgevoerd onder de volgende voorwaarden:
 

a)

de reparatie wordt kosteloos of tegen een redelijke prijs uitgevoerd;

 

b)

de reparatie wordt uitgevoerd binnen een redelijke termijn die ingaat vanaf het moment waarop de fabrikant het goed fysiek in bezit heeft, het goed heeft ontvangen of via de consument toegang tot het goed heeft gekregen;

 

c)

de fabrikant kan de consument gedurende de reparatie kosteloos of tegen een redelijke vergoeding een vervangend goed uitlenen, en

 

d)

indien reparatie onmogelijk is, kan de fabrikant de consument een opgeknapt goed aanbieden.

  • 3. 
    Wanneer de fabrikant die op grond van lid 1 tot reparatie verplicht is, buiten de Unie is gevestigd, komt zijn gemachtigde vertegenwoordiger in de Unie de verplichting van de fabrikant na. Wanneer de fabrikant geen gemachtigde vertegenwoordiger in de Unie heeft, komt de importeur van het betrokken goed de verplichting van de fabrikant na. Indien er geen importeur is, komt de distributeur van het betrokken goed de verplichting van de fabrikant na. De gemachtigde vertegenwoordiger, importeur en distributeur kunnen de reparatie uitbesteden om te voldoen aan hun reparatieverplichting.
  • 4. 
    Fabrikanten die reserveonderdelen en gereedschappen beschikbaar stellen voor goederen die onder de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie vallen, bieden die reserveonderdelen en gereedschappen aan tegen een redelijke prijs die reparatie niet ontmoedigt.
  • 5. 
    Fabrikanten of, in voorkomend geval, gemachtigde vertegenwoordigers, importeurs of distributeurs die op grond van dit artikel een reparatieverplichting hebben, zorgen ervoor dat consumenten via een vrij toegankelijke website toegang hebben tot informatie over de indicatieve prijzen die in rekening worden gebracht voor de gebruikelijke reparatie van goederen die onder de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie vallen.
  • 6. 
    Fabrikanten gebruiken geen contractuele bepalingen, hardware- of softwaretechnieken die de reparatie belemmeren van goederen die onder de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie vallen, tenzij die worden gerechtvaardigd door legitieme en objectieve factoren, waaronder de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten uit hoofde van Unie- en nationaal recht. Fabrikanten weerhouden onafhankelijke reparateurs er met name niet van gebruik te maken van originele of tweedehands reserveonderdelen, compatibele reserveonderdelen en reserveonderdelen gemaakt met 3D-printing, mits die reserveonderdelen in overeenstemming zijn met de voorschriften uit hoofde van Unie- of nationaal recht, zoals voorschriften inzake productveiligheid, of met inachtneming van de intellectuele eigendom. Dit lid doet geen afbreuk aan de specifieke vereisten van de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie en aan het Unie- en nationale recht dat voorziet in de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten.
  • 7. 
    Fabrikanten weigeren niet om onder de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie vallende goederen te repareren op de enkele grond dat een eerdere reparatie door andere reparateurs of door andere personen is uitgevoerd.
  • 8. 
    Onverminderd de reparatieverplichting uit hoofde van dit artikel kunnen consumenten om reparatie verzoeken bij een reparateur van hun keuze.
  • 9. 
    De Commissie stelt overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast om bijlage II te wijzigen door de lijst van rechtshandelingen van de Unie waarin repareerbaarheidsvereisten zijn vastgesteld, bij te werken in het licht van de ontwikkelingen in de regelgeving. De Commissie stelt dergelijke gedelegeerde handelingen zonder onnodige vertraging en uiterlijk twaalf maanden na de bekendmaking van de respectieve rechtshandeling van de Unie vast.

Artikel 6

Informatie over de reparatieverplichting

De lidstaten zorgen ervoor dat de fabrikant of, in voorkomend geval, de gemachtigde vertegenwoordiger, importeur of distributeur ten minste voor de gehele duur van hun reparatieverplichting op grond van artikel 5 kosteloos op een gemakkelijk toegankelijke, duidelijke en begrijpelijke wijze informatie over hun reparatiediensten beschikbaar stellen.

Artikel 7

Europees onlineplatform voor reparatie

  • 1. 
    Er wordt een Europees onlineplatform voor reparatie (het “Europees onlineplatform”) opgericht om consumenten in staat te stellen reparateurs en, in voorkomend geval, verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt, of vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven te vinden. Het Europees onlineplatform bestaat uit nationale secties die de gemeenschappelijke online-interface gebruiken, en bevat links naar de in lid 3 bedoelde nationale onlineplatforms voor reparatie (de “nationale onlineplatforms”).
  • 2. 
    Uiterlijk op 31 juli 2027 ontwikkelt de Commissie de gemeenschappelijke online-interface van het Europees onlineplatform. Die gemeenschappelijke online-interface voldoet aan de vereisten van lid 6 en is beschikbaar in alle officiële talen van de Unie. De Commissie zorgt vervolgens voor het technische onderhoud van de gemeenschappelijke online-interface.
  • 3. 
    De lidstaten gebruiken de in lid 2 bedoelde gemeenschappelijke online-interface voor hun nationale secties. lidstaten die beschikken over ten minste één nationaal onlineplatform, dat zowel publiek als privaat kan zijn, dat hun gehele grondgebied bestrijkt en voldoet aan de bepalingen van lid 6, zijn echter niet verplicht een nationale sectie op het Europees onlineplatform op te zetten. In plaats daarvan bevat het Europees onlineplatform links naar dergelijke nationale onlineplatforms. De lidstaten zorgen ervoor dat hun nationale onlineplatforms uiterlijk op 31 juli 2027 operationeel zijn.
  • 4. 
    De lidstaten kunnen het toepassingsgebied van hun nationale sectie op het Europees onlineplatform of, in voorkomend geval, hun nationale onlineplatform uitbreiden zodat niet alleen reparateurs, maar ook verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt of vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven daaronder vallen.
  • 5. 
    Het gebruik van nationale secties en nationale onlineplatforms op het Europees onlineplatform is gratis voor consumenten. De registratie is vrijwillig voor reparateurs en, in voorkomend geval, verkopers van opgeknapte goederen en kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt of vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven.
  • 6. 
    De nationale secties die gebruikmaken van de gemeenschappelijke online-interface en de nationale onlineplatforms:
 

a)

bevatten functies om te zoeken op goederen, de plaats van reparatiediensten (die ook op een kaart kan worden opgezocht), grensoverschrijdende dienstverlening, de reparatievoorwaarden, waaronder de tijd die nodig is om de reparatie te voltooien, de beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen en de plaats waar de consument de goederen ter reparatie kan inleveren, de beschikbaarheid van en de voorwaarden voor door reparateurs aangeboden aanvullende diensten, waaronder verwijdering, installatie en transport, en de toepasselijke Europese of nationale kwaliteitsnormen voor reparatie;

 

b)

bevatten, in voorkomend geval, een functie om te zoeken op verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt of vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven;

 

c)

stellen consumenten in staat om het Europees reparatie-informatieformulier op te vragen bij reparateurs die dat aanbieden;

 

d)

maken het mogelijk dat reparateurs hun contactgegevens en diensten regelmatig kunnen updaten;

 

e)

stellen reparateurs in staat aan te geven dat zij voldoen aan toepasselijke Unie- of nationale kwaliteitsnormen;

 

f)

maken toegang mogelijk via nationale websites die verbonden zijn met de ene digitale toegangspoort die is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad (26);

 

g)

waarborgen toegang voor personen met een beperking, en

 

h)

verstrekken contactformulieren voor gebruikers om technische kwesties in verband met de werking van het Europees onlineplatform te melden, alsook onnauwkeurigheden met betrekking tot de informatie die wordt verstrekt door reparateurs en, in voorkomend geval, de verkopers van opgeknapte goederen, de kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt of vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven.

  • 7. 
    Het Europees onlineplatform maakt het mogelijk niet-persoonsgebonden gegevens te verzamelen over de werking van de nationale secties.
  • 8. 
    De lidstaten en de Commissie nemen passende maatregelen om consumenten, relevante marktdeelnemers en verkopers te informeren over de beschikbaarheid van het Europees onlineplatform.

Artikel 8

Deskundigengroep

De Commissie richt een deskundigengroep op die bestaat uit vertegenwoordigers van alle lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. De deskundigengroep heeft tot taak de Commissie te adviseren over het ontwerp en de werking van het Europees onlineplatform en de nationale secties.

Artikel 9

Nationale contactpunten

  • 1. 
    Uiterlijk op 31 juli 2026 verstrekken de lidstaten de Commissie de volgende gegevens:
 

a)

het nationale contactpunt dat zij voor het Europees onlineplatform hebben aangewezen, of

 

b)

de nationale onlineplatforms die zij overeenkomstig artikel 7, lid 3, hebben opgericht of zullen oprichten.

  • 2. 
    Uiterlijk op 31 juli 2026 kunnen de lidstaten die gebruikmaken van de nationale secties van het Europees onlineplatform, overeenkomstig het Unierecht voorwaarden vaststellen voor de toegang tot hun nationale sectie voor registratie door reparateurs en, in voorkomend geval, verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt en vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven. Die voorwaarden kunnen met name voorzien in voorafgaande goedkeuring van de registratie op de nationale sectie door het nationale contactpunt of in vereisten inzake beroepskwalificaties. Die lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op die datum in kennis van de vastgestelde toegangsvoorwaarden.
  • 3. 
    De lidstaten die de nationale secties van het Europees onlineplatform gebruiken en de in lid 2 van dit artikel bedoelde voorwaarden toepassen, zorgen ervoor dat hun nationale sectie operationeel is binnen zes maanden na de datum waarop de Commissie de in artikel 7, lid 2, bepaalde gemeenschappelijke online-interface aanbiedt.
  • 4. 
    Het nationale contactpunt is belast met de volgende taken:
 

a)

toegang verlenen tot hun nationale sectie voor registratie door reparateurs en, in voorkomend geval, verkopers van opgeknapte goederen en kopers van defecte goederen die moeten worden opgeknapt en vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven;

 

b)

de naleving van alle door de lidstaten op grond van lid 2 vastgestelde toegangsvoorwaarden waarborgen, en

 

c)

de Commissie bijstaan bij de werking van de nationale secties van het Europees onlineplatform.

Artikel 10

Maatregelen voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Indien passend stelt de Commissie richtsnoeren vast om met name micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen bij de naleving van de vereisten en verplichtingen van deze richtlijn.

Artikel 11

Handhaving

  • 1. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat er passende en doeltreffende middelen beschikbaar zijn om de naleving van deze richtlijn te waarborgen.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde middelen omvatten bepalingen volgens welke een of meer van onderstaande, naar nationaal recht bepaalde instanties, zich uit hoofde van het nationale recht tot de bevoegde rechterlijke of administratieve instanties van de lidstaat kunnen wenden om de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn te doen toepassen:
 

a)

overheidsinstanties of hun vertegenwoordigers;

 

b)

organisaties die een rechtmatig belang hebben bij de bescherming van de consument of het milieu;

 

c)

beroepsorganisaties die een rechtmatig belang hebben bij een optreden in rechte.

Artikel 12

Voorlichting van consumenten

De lidstaten nemen de passende maatregelen om informatie over de rechten van consumenten uit hoofde van deze richtlijn, en over hoe die rechten kunnen worden afgedwongen, aan de consument ter beschikking te stellen, onder andere via nationale websites die zijn verbonden met de ene digitale toegangspoort die is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1724.

Artikel 13

Maatregelen van de lidstaten ter bevordering van reparatie

  • 1. 
    De lidstaten nemen ten minste één maatregel ter bevordering van reparatie.
  • 2. 
    Uiterlijk op 31 juli 2029 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van een of meer van de uit hoofde van lid 1 genomen maatregelen. De Commissie maakt informatie over de door de lidstaten gemelde maatregelen openbaar.

Artikel 14

Dwingend karakter

  • 1. 
    Tenzij in deze richtlijn anders is bepaald, is de consument niet gebonden door bepalingen van een overeenkomst die, te zijnen of harer nadele, de toepassing uitsluiten van de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn, van die bepalingen afwijken of de gevolgen ervan wijzigen.
  • 2. 
    Deze richtlijn belet de reparateur niet om de consument bij overeenkomst regelingen aan te bieden die verder gaan dan de door deze richtlijn geboden bescherming.

Artikel 15

Sancties

De lidstaten stellen de regels inzake sancties vast die van toepassing zijn op inbreuken op nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van de artikelen 4, 5 en 6, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die sancties worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 31 juli 2026 in kennis van die regels en maatregelen en delen haar onverwijld eventuele latere wijzigingen daarvan mee.

Artikel 16

Wijzigingen van Richtlijn (EU) 2019/771

Richtlijn (EU) 2019/771 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 7, lid 1, wordt punt d) vervangen door:

 

“d)

de hoeveelheid hebben en de kwaliteiten en andere kenmerken bezitten, onder meer met betrekking tot duurzaamheid, repareerbaarheid, functionaliteit, compatibiliteit en beveiliging die voor hetzelfde type goederen normaal zijn en die de consument redelijkerwijs mag verwachten, gelet op de aard van de goederen en rekening houdend met publieke mededelingen die zijn gedaan door of namens de verkoper of andere personen in eerdere schakels van de transactieketen, waaronder de producent, in het bijzonder in reclameboodschappen of op de etikettering.”.

 

2)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“2 bis.   Indien, overeenkomstig artikel 13, lid 2, herstelling plaatsvindt als remedie om de goederen in conformiteit te brengen, wordt de aansprakelijkheidstermijn eenmaal met twaalf maanden verlengd.”

;

 

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   De lidstaten kunnen langere termijnen handhaven of invoeren dan die bedoeld in de leden 1, 2 en 2 bis.”

;

 

c)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“5 bis.   Lidstaten die overeenkomstig lid 3 of lid 5 niet voorzien in vaste termijnen voor de aansprakelijkheid van de verkoper of uitsluitend voorzien in een verjaringstermijn voor de remedies, kunnen afwijken van lid 2 bis, mits zij ervoor zorgen dat de aansprakelijkheid van de verkoper of de verjaringstermijn voor remedies in geval van herstelling ten minste gelijk is aan drie jaar.”.

 

3)

In artikel 13 wordt het volgende lid ingevoegd:

“2 bis.   Voordat de verkoper de goederen in conformiteit brengt, informeert de verkoper de consument over diens recht om te kiezen tussen herstelling en vervanging, alsook over de in artikel 10, lid 2 bis, bepaalde mogelijke verlenging van de aansprakelijkheidstermijn.”.

 

4)

In artikel 14 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Herstellingen of vervangingen worden verricht:

 

a)

kosteloos;

 

b)

binnen een redelijke termijn vanaf het tijdstip waarop de verkoper door de consument in kennis is gesteld van het conformiteitsgebrek;

 

c)

zonder ernstige overlast voor de consument, rekening houdend met de aard van de goederen en het doel waarvoor de consument de goederen heeft gekocht.

Tijdens de herstelling kan de verkoper, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de desbetreffende categorie goederen, met name de noodzaak van de consument om dergelijke goederen permanent beschikbaar te hebben, aan de consument kosteloos een vervangend goed, met inbegrip van een opgeknapt goed, uitlenen.

De verkoper kan op uitdrukkelijk verzoek van de consument een opgeknapt goed verstrekken teneinde te voldoen aan zijn verplichting tot vervanging van het goed.”.

Artikel 17

Wijziging van Richtlijn (EU) 2020/1828

Aan bijlage I bij Richtlijn (EU) 2020/1828 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“(69)

Richtlijn (EU) 2024/1799 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 betreffende gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en de Richtlijnen (EU) 2019/771 en (EU) 2020/1828 (PB L, 2024/1799, 10.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/1799/oj).”.

Artikel 18

Wijziging van Verordening (EU) 2017/2394

Aan de bijlage bij Verordening (EU) 2017/2394 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“29.

Richtlijn (EU) 2024/1799 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 betreffende gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en de Richtlijnen (EU) 2019/771 en (EU) 2020/1828 (PB L, 2024/1799, 10.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/1799/oj).”.

Artikel 19

Verslaglegging door de Commissie en evaluatie

  • 1. 
    Uiterlijk op 31 juli 2031 brengt de Commissie verslag uit over de toepassing van deze richtlijn. In het verslag wordt de bijdrage van deze richtlijn, en met name van de artikelen 5 en 16, aan de bevordering van reparatie op de interne markt beoordeeld, waaronder de reparatie van goederen die onderworpen zijn aan repareerbaarheidsvereisten buiten de wettelijke garantie en de keuze van de consument voor reparatie binnen de wettelijke garantie, alsook de gevolgen ervan voor bedrijven en consumenten.
  • 2. 
    In het verslag wordt ook de doeltreffendheid van stimulansen om voor reparatie te kiezen, waaronder de verlenging van de wettelijke garantie, beoordeeld, alsook de noodzaak om commerciële garanties voor reparatiediensten te bevorderen en regels vast te stellen inzake de aansprakelijkheid van reparateurs voor reparatie.
  • 3. 
    Met betrekking tot artikel 7 wordt in het verslag de doeltreffendheid van het Europees onlineplatform beoordeeld op basis van informatie over het aantal actieve verleners van reparatiediensten en het aantal consumenten dat het Europees onlineplatform raadpleegde.
  • 4. 
    De Commissie dient dat verslag in bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige informatie voor het opstellen van dat verslag. Dat verslag gaat indien passend vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
  • 5. 
    Het niveau van harmonisatie dat nodig is om een gelijk speelveld voor ondernemingen op de interne markt te waarborgen, met inbegrip van de convergentie en divergentie tussen de nationale wetgevingen van de lidstaten ter omzetting van deze richtlijn, met name wat de aansprakelijkheidstermijnen betreft, wordt beoordeeld in het kader van de in artikel 25 van Richtlijn (EU) 2019/771 bepaalde evaluatie.

Artikel 20

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
  • 2. 
    De in artikel 5, lid 9, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van zes jaar vanaf 31 augustus 2024. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het verstrijken van de termijn van zes jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen die verlenging verzet.
  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 9, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
  • 4. 
    Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
  • 5. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 6. 
    Een op grond van artikel 5, lid 9, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt slechts in werking indien noch het Europees Parlement, noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie vóór het verstrijken van die termijn hebben meegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 21

Overgangsbepalingen

Artikel 16 van deze richtlijn is niet van toepassing op verkoopovereenkomsten die zijn gesloten vóór 31 juli 2026.

Artikel 22

Omzetting

  • 1. 
    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 juli 2026 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten passen die bepalingen toe met ingang van 31 juli 2026.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 23

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 24

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 juni 2024.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • R. 
    METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    MICHEL
 

  • (3) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 23 april 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 30 mei 2024.
  • (4) 
    Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, en tot intrekking van Richtlijn 1999/44/EG (PB L 136 van 22.5.2019, blz. 28).
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2024/1781 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2020/1828 en Verordening (EU) 2023/1542 en tot intrekking van Richtlijn 2009/125/EG (PB L, 2024/1781, 28.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1781/oj).
  • (7) 
    Richtlijn (EU) 2024/825 van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2024 tot wijziging van de Richtlijnen 2005/29/EG en 2011/83/EU wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en door middel van bescherming tegen oneerlijke praktijken (PB L, 2024/825, 6.3.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/825/oj).
  • (8) 
    Verordening (EU) 2023/988 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 inzake algemene productveiligheid, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 87/357/EEG van de Raad (PB L 135 van 23.5.2023, blz. 1).
  • (9) 
    Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 70).
  • Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG van de Raad en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64).
  • Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).
  • Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).
  • Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92).
  • Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (“richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22).
  • Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG (PB L 191 van 28.7.2023, blz. 1).
  • Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen (PB L 171 van 7.7.1999, blz. 12).
  • Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen (PB L 173 van 9.7.2018, blz. 25).
  • Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).
  • Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PB L 409 van 4.12.2020, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).
  • Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (“richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1).
 

BIJLAGE I

EUROPEES REPARATIE-INFORMATIEFORMULIER

Deel I

Identiteit en contactgegevens van de reparateur die de reparatiedienst verleent

 

Reparateur

[Identiteit]

Adres

[Geografisch adres voor gebruik door de consument]

Telefoonnummer

 

E-mailadres

 

Indien aangegeven door de reparateur, andere online communicatiemiddelen waarmee de consument snel en efficiënt contact kan opnemen en kan communiceren met de reparateur

 

Deel II

Informatie over de reparatiedienst

 

Te repareren goed

[Identificatie van het goed]

Aard van het defect

[Beschrijving van het defect]

Soort voorgestelde reparatie

[Welke soort maatregelen zullen er worden genomen om het defect te repareren]

Prijs van de reparatie of, indien de prijs niet kan worden berekend, de toepasselijke berekeningsmethode en de maximale prijs van de reparatie

[Dit betekent het totale bedrag of, indien dat niet kan worden berekend, de berekeningsmethode en het maximale bedrag voor de reparatiedienst, in EUR/nationale valuta]

Tijd om de reparatie te voltooien

[Termijn in dagen waarbinnen de reparateur zich ertoe verbindt de dienst uit te voeren]

Beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen

[Een tijdelijk vervangend goed betekent dat de consument een gelijkwaardig goed ontvangt voor gebruik tijdens de reparatieperiode; de reparateur moet “Ja” of “Neen” aangeven]

Zo ja, vermeld de bijbehorende kosten, indien van toepassing:

[In EUR/nationale valuta]

Plaats waar de goederen worden ingeleverd

[De plaats waar de consument de goederen ter reparatie inlevert]

Indien van toepassing, de beschikbaarheid van aanvullende diensten

[Geef aan of en in welke mate er aanvullende diensten zoals verwijdering, installatie en transport worden aangeboden, of “Geen” als er geen aanvullende diensten worden aangeboden voor de desbetreffende reparatie]

Zo ja, vermeld de bijbehorende kosten, indien van toepassing:

[In EUR/nationale valuta, per aangeboden dienst]

De geldigheidsduur van het Europees reparatie-informatieformulier

[Geldigheidsduur van ten minste dertig dagen]

Aanvullende informatie, indien van toepassing

 

De aanwijzingen tussen vierkante haken zijn bedoeld voor de reparateur en moeten worden vervangen door de desbetreffende gegevens.

 

BIJLAGE II

LIJST VAN RECHTSHANDELINGEN VAN DE UNIE WAARIN REPAREERBAARHEIDSVEREISTEN ZIJN VASTGESTELD

1.   

Voor huishoudelijke wasmachines en huishoudelijke was-droogcombinaties: Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie (1)

2.   

Voor huishoudelijke afwasmachines: Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie (2)

3.   

Voor koelapparaten: Verordening (EU) 2019/2019 van de Commissie (3)

4.   

Voor elektronische beeldschermen: Verordening (EU) 2019/2021 van de Commissie (4)

5.   

Voor lasapparatuur: Verordening (EU) 2019/1784 van de Commissie (5)

6.   

Voor stofzuigers: Verordening (EU) nr. 666/2013 van de Commissie (6)

7.   

Voor servers en gegevensopslagproducten: Verordening (EU) 2019/424 van de Commissie (7)

8.   

Voor mobiele telefoons, draadloze telefoons en slatecomputers: Verordening (EU) 2023/1670 van de Commissie (8)

9.   

Voor huishoudelijke droogtrommels: Verordening (EU) 2023/2533 van de Commissie (9)

10.   

Voor goederen met batterijen voor lichte vervoermiddelen: Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad (10)

 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke wasmachines en huishoudelijke was-droogcombinaties overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1015/2010 van de Commissie (PB L 315 van 5.12.2019, blz. 285).
  • (2) 
    Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1016/2010 van de Commissie (PB L 315 van 5.12.2019, blz. 267).
  • (3) 
    Verordening (EU) 2019/2019 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 643/2009 van de Commissie (PB L 315 van 5.12.2019, blz. 187).
  • (4) 
    Verordening (EU) 2019/2021 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektronische beeldschermen overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 642/2009 van de Commissie (PB L 315 van 5.12.2019, blz. 241).
  • (5) 
    Verordening (EU) 2019/1784 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor lasapparatuur krachtens Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 25.10.2019, blz. 121).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 666/2013 van de Commissie van 8 juli 2013 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor stofzuigers betreft (PB L 192 van 13.7.2013, blz. 24).
  • (7) 
    Verordening (EU) 2019/424 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor servers en gegevensopslagproducten overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 617/2013 van de Commissie (PB L 74 van 18.3.2019, blz. 46).
  • (8) 
    Verordening (EU) 2023/1670 van de Commissie van 16 juni 2023 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor smartphones, andere mobiele telefoons dan smartphones, draadloze telefoons en slatecomputers overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/826 van de Commissie (PB L 214 van 31.8.2023, blz. 47).
  • (9) 
    Verordening (EU) 2023/2533 van de Commissie van 17 november 2023 houdende uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke droogtrommels, tot wijziging van Verordening (EU) 2023/826 van de Commissie, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 932/2012 van de Commissie (PB L, 2023/2533, 22.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2533/oj).
  • Verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG (PB L 191 van 28.7.2023, blz. 1).
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/1799/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.