Besluit 2024/2751 - Handelsovereenkomst met Colombia en Peru

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2024/2751

31.10.2024

BESLUIT (EU) 2024/2751 VAN DE RAAD

van 14 oktober 2024

tot sluiting van de Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 6, punt a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 19 januari 2009 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie en haar lidstaten te onderhandelen over een meerpartijenhandelsovereenkomst met de lidstaten van de Andesgemeenschap die eveneens een ambitieuze, alomvattende en evenwichtige handelsovereenkomst wilden sluiten.

 

(2)

Na afloop van de onderhandelingen werd op 23 maart 2011 een handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, (hierna “de overeenkomst” genoemd), geparafeerd.

 

(3)

In overeenstemming met Besluit 2012/735/EU van de Raad (2) werd de overeenkomst op 26 juni 2012 namens de Unie ondertekend, behoudens de sluiting ervan, en is zij voorlopig toegepast.

 

(4)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd.

 

(5)

De overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van investeerders uit de lidstaten van de Unie op een gunstiger behandeling ingevolge overeenkomsten op het gebied van investeringen waarbij een lidstaat en een ondertekenend Andesland partij zijn.

 

(6)

Ingevolge artikel 218, lid 7, van het Verdrag dient de Raad de Commissie te machtigen tot goedkeuring van door het Handelscomité vastgestelde wijzigingen aan de overeenkomst inzake geografische aanduidingen die ingevolge artikel 209, lid 2, van de overeenkomst door het subcomité Intellectuele eigendom zijn voorgesteld.

 

(7)

De procedures voor de bescherming van deze geografische aanduidingen die ingevolge de overeenkomst worden beschermd, moeten worden vastgelegd.

 

(8)

De overeenkomst mag niet aldus worden uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend of dat deze verplichtingen bevat waarop bij rechterlijke instanties van de Unie of de lidstaten een rechtstreeks beroep kan worden gedaan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds (3), wordt namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die bevoegd is (zijn) om namens de Unie de in artikel 330, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten, waarmee de instemming van de Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.

Artikel 3

Voor de toepassing van artikel 209, lid 2, van de overeenkomst worden door het Handelscomité op voorstel van het subcomité Intellectuele Eigendom vastgestelde wijzigingen van de overeenkomst inzake geografische aanduidingen, door de Commissie namens de Unie goedgekeurd. Indien belanghebbenden, nadat bezwaren in verband met een geografische aanduiding naar voren zijn gebracht, geen overeenstemming kunnen bereiken, stelt de Commissie een standpunt vast op basis van de procedure van artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (4).

Artikel 4

  • 1. 
    Een ingevolge aanhangsel 1 van bijlage XIII (Lijsten van geografische aanduidingen) bij de overeenkomst beschermde naam mag worden gebruikt door iedere marktdeelnemer die landbouwproducten, levensmiddelen, wijn, gearomatiseerde wijn of gedistilleerde dranken in de handel brengt die aan de desbetreffende specificatie voldoen.
  • 2. 
    De lidstaten en de instellingen van de Unie handhaven de in artikel 210 van de overeenkomst bedoelde bescherming ook op verzoek van een belanghebbende.

Artikel 5

De overeenkomst wordt niet aldus uitgelegd dat daaraan rechten kunnen worden ontleend of dat deze verplichtingen bevat waarop bij rechterlijke instanties van de Unie of de lidstaten een rechtstreeks beroep kan worden gedaan.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 14 oktober 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (1) 
    Goedkeuring van 11 december 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/2751/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.