Besluit 2024/2829 - Wijziging van Richtlijn 2007/2/EG wat betreft bepaalde rapportagevoorschriften voor infrastructuren voor ruimtelijke informatie - Hoofdinhoud

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

2024/2829

6.11.2024

Rapportagevoorschriften zijn van essentieel belang voor de goede monitoring en correcte handhaving van rechtshandelingen van de Unie. Het is echter van belang om zulke voorschriften te stroomlijnen om ervoor te zorgen dat ze beantwoorden aan het beoogde doel, en om de administratieve lasten te beperken.

Bij Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) zijn algemene regels vastgesteld voor de oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Europese Gemeenschap (INSPIRE), ter ondersteuning van het milieubeleid van de Unie en beleidsmaatregelen of activiteiten die van invloed kunnen zijn op het milieu. Op grond van die richtlijn moeten de lidstaten uiterlijk op 31 maart van elk jaar een samenvattend verslag uitbrengen, dat zo nodig is geactualiseerd, met onder meer een korte beschrijving van de kosten en baten van de tenuitvoerlegging van die richtlijn.

Rekening houdend met de resultaten van het verslag van de Commissie van 9 juni 2017 over maatregelen om milieuverslaglegging te stroomlijnen en de bijbehorende geschiktheidscontrole van de verslaglegging en monitoring van het milieubeleid van de Unie, werd Richtlijn 2007/2/EG gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/1010 van het Europees Parlement en de Raad (4) om de reikwijdte van de rapportage te beperken tot de governance voor de uitvoering van die richtlijn en het hergebruik van openbare ruimtelijke gegevens. Uit de evaluatie van Richtlijn 2007/2/EG, die de Commissie in 2022 heeft afgerond, kwam naar voren dat er ruimte is om het rechtskader efficiënter te maken door verdere verlichting van de administratieve lasten.

Ter verlichting van de administratieve lasten van de rapportagevoorschriften uit hoofde van Richtlijn 2007/2/EG, is het nodig de frequentie en het tijdstip van de rapportage over de uitvoering en het gebruik van de infrastructuur voor ruimtelijke informatie van de lidstaten worden afgestemd op recentere horizontale rechtshandelingen inzake digitale gegevens. Daarom is het passend de frequentie van de rapportage uit hoofde van Richtlijn 2007/2/EG te verlagen tot eenmaal per twee jaar.

Aangezien de in Richtlijn 2007/2/EG aan te brengen wijziging betrekking heeft op het verstrekken van informatie aan de Commissie door de lidstaten, is er geen verplichting voor de lidstaten om die om te zetten. In deze specifieke situatie is het daarom passend een besluit als instrument voor een dergelijke wijziging te kiezen.

Daar de doelstelling van dit besluit, namelijk de in Richtlijn 2007/2/EG vastgelegde rapportagevoorschriften te stroomlijnen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

Richtlijn 2007/2/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,