Verordening 2024/2747 - Kader van maatregelen in verband met noodsituaties op de interne markt en met de veerkracht van de interne markt en tot wijziging van Verordening 2679/98 (verordening inzake noodsituaties op de interne markt en veerkracht van de interne markt)

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2024/2747

8.11.2024

VERORDENING (EU) 2024/2747 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 9 oktober 2024

tot vaststelling van een kader van maatregelen in verband met noodsituaties op de interne markt en met de veerkracht van de interne markt en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad (verordening inzake noodsituaties op de interne markt en veerkracht van de interne markt)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 21, 46 en 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Eerdere crises, met name de beginperiode van de COVID-19-crisis, hebben aangetoond dat het vrije verkeer van goederen, personen en diensten op de interne markt en de toeleveringsketens ervan zwaar kunnen worden getroffen. Dit kan gevolgen hebben voor de grensoverschrijdende handel tussen de lidstaten, waardoor belemmeringen voor de goede werking van de interne markt ontstaan. Bovendien ontbraken tijdens die crises de passende crisisbeheersingsinstrumenten en coördinatiemechanismen, bestreken zij niet alle aspecten van de interne markt of maakten zij geen tijdige en doeltreffende respons op de crises mogelijk.

 

(2)

In het begin van de COVID-19-crisis hebben de lidstaten beperkingen ingevoerd op het vlak van het vrije verkeer op de interne markt, evenals uiteenlopende maatregelen met betrekking tot de levering van goederen en diensten die van kritiek belang waren of onontbeerlijk waren in respons op de crisis, en deze beperkingen en maatregelen waren niet altijd gerechtvaardigd. De ad-hocmaatregelen die de Commissie nam om de werking van de interne markt te herstellen, op basis van de bestaande regels, volstonden niet. De Unie was onvoldoende voorbereid om een efficiënte productie, aankoop en distributie van crisisrelevante niet-medische goederen te verzekeren, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen. De maatregelen om de beschikbaarheid van crisisrelevante niet-medische goederen tijdens de COVID-19-crisis te waarborgen, waren noodzakelijkerwijs reactief. De COVID-19-crisis maakte ook duidelijk dat het ontbrak aan informatie-uitwisseling en een goed overzicht van de productiecapaciteit in de Unie en er kwetsbaarheden van de toeleveringsketens binnen de Unie en in de wereld waren.

 

(3)

Daarnaast hadden ongecoördineerde maatregelen ter beperking van het vrije verkeer van personen grote gevolgen voor sectoren die afhankelijk zijn van mobiele werknemers, met inbegrip van werknemers in grensregio’s, die gedurende de COVID-19-crisis een essentiële rol op de interne markt speelden.

 

(4)

De Raad had de mogelijkheid om via de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (Integrated Political Crisis Response — IPCR) informatie uit te wisselen en bepaalde acties met betrekking tot de COVID-19-crisis te coördineren, terwijl de lidstaten in andere situaties onafhankelijk handelden. De acties van de Commissie liepen echter enkele weken vertraging op door het gebrek aan Uniebrede noodplanningsmaatregelen en omdat niet duidelijk was met welke nationale autoriteit zij contact moest opnemen voor een snelle aanpak van de gevolgen van de crisis voor de interne markt. Bovendien werd duidelijk dat ongecoördineerde beperkende maatregelen van de lidstaten de gevolgen van de crisis voor de interne markt nog zouden verergeren. Er bleek behoefte aan afspraken tussen de lidstaten en instellingen, organen en instanties van de Unie op het vlak van noodplanning, technische coördinatie en samenwerking en informatie-uitwisseling. Bovendien werd duidelijk dat het gebrek aan doeltreffende coördinatie tussen de lidstaten het tekort aan goederen verergerde en tot meer belemmeringen leidde voor het vrije verkeer van diensten en personen.

 

(5)

Vertegenwoordigende organisaties van marktdeelnemers stelden dat marktdeelnemers onvoldoende op de hoogte waren van de beperkingen van het vrije verkeer of de crisisresponsmaatregelen die door de lidstaten tijdens de COVID-19-crisis werden ingevoerd. Dit was onder meer te wijten aan een gebrek aan transparantie van autoriteiten van de lidstaten ten behoeve van marktdeelnemers die niet wisten waar zij dergelijke informatie konden verkrijgen, alsook aan taalbarrières en de administratieve lasten die ontstaan doordat er telkens in elke lidstaat navraag moet worden gedaan, met name in een voortdurend veranderende regelgevingsomgeving. Door dit gebrek aan informatie konden marktdeelnemers niet met kennis van zaken besluiten nemen over de mate waarin zij tijdens de crisis hun recht van vrij verkeer konden uitoefenen of hun grensoverschrijdende bedrijfsactiviteiten konden voortzetten. Het is nodig de beschikbaarheid van informatie over beperkingen van het vrije verkeer en crisisresponsmaatregelen op nationaal en Unieniveau te verbeteren.

 

(6)

Ondanks het aanvankelijke gebrek aan coördinatie hebben de regels van de interne markt een belangrijke rol gespeeld bij het beperken van de negatieve gevolgen van de COVID-19-crisis en bij het waarborgen van een snel herstel van de economie van de Unie, in het bijzonder doordat ze ongerechtvaardigde en onevenredige nationale beperkingen als onderdeel van de unilaterale reacties van de lidstaten hebben verhinderd en ze een sterke stimulans vormden voor het vinden van gemeenschappelijke oplossingen, wat een positief effect had op de solidariteit.

 

(7)

De gebeurtenissen naar aanleiding van de COVID-19-crisis hebben ook duidelijk gemaakt dat de Unie haar aanpak moet coördineren en beter voorbereid moet zijn op mogelijke toekomstige crises, met name gezien de aanhoudende gevolgen van de klimaatverandering en de daaruit voortvloeiende natuurrampen, alsook de mondiale economische en geopolitieke instabiliteit. Crises zoals bosbranden, aardbevingen of grootschalige cyberaanvallen zijn andere voorbeelden van crises die mogelijk een snellere reactie kunnen vereisen om belemmeringen voor het vrije verkeer op de interne markt te voorkomen en te verhinderen dat de toeleveringsketens die onontbeerlijk zijn om de activiteiten op de interne markt in stand te houden, ernstig worden verstoord. Het feit dat dergelijke crises uitzonderlijke en plotselinge gebeurtenissen van buitengewone aard en omvang zijn, impliceert dat deze gebeurtenissen zich redelijkerwijs onverwacht voordoen. Aangezien het niet bekend is welke crises mogelijk zullen volgen en in de toekomst ernstige gevolgen kunnen hebben voor de interne markt en de toeleveringsketens ervan, is het nodig een instrument op te zetten dat van kracht wordt bij uiteenlopende crises die gevolgen hebben voor de interne markt.

 

(8)

De gevolgen van een crisis voor de interne markt kunnen de werking van de interne markt op twee manieren verstoren. Een crisis kan aanleiding geven tot belemmeringen van het vrije verkeer of kan ertoe leiden dat toeleveringsketens worden verstoord. Verstoringen van toeleveringsketens kunnen tekorten aan goederen en diensten op de interne markt verergeren en productieprocessen bemoeilijken, wat leidt tot bijkomende handelsbelemmeringen en verstoring van de mededinging tussen de lidstaten en tussen particuliere marktdeelnemers, waardoor de goede werking van de interne markt wordt verstoord. Verstoringen van toeleveringsketens kunnen ook leiden tot of de kans verhogen op de invoering van uiteenlopende nationale maatregelen om die problemen in de toeleveringsketen aan te pakken, met als gevolg de activering van een noodfase voor de interne markt. Deze verordening moet betrekking hebben op deze soorten gevolgen voor de interne markt en voorzien in maatregelen om belemmeringen voor het vrije verkeer of verstoringen van de toeleveringsketen te voorkomen, die leiden tot tekorten aan crisisrelevante goederen of diensten.

 

(9)

Om onnodige administratieve lasten voor de lidstaten te voorkomen, moeten incidenten die door middel van de in deze verordening bedoelde vroegtijdige ad-hocwaarschuwingen worden gemeld, zodanig worden gedefinieerd dat ze geen betrekking hebben op gebeurtenissen die verwaarloosbare voorzienbare gevolgen hebben voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, of voor de toeleveringsketens van goederen en diensten die onontbeerlijk zijn voor de instandhouding van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten op de interne markt.

 

(10)

Om te waarborgen dat het bij deze verordening vastgestelde kader van maatregelen ten volle effect kan sorteren in de context van de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om gedetailleerde regelingen vast te stellen met betrekking tot crisisparaatheid, samenwerking, informatie-uitwisseling en crisiscommunicatie. Deze gedetailleerde regelingen, in de vorm van een paraatheidskader, moeten de specifieke technische en operationele aspecten van de mechanismen voor informatie-uitwisseling tussen de Commissie en de lidstaten bevatten. Voorts moeten in dat kader regelingen worden vastgesteld voor de operationele coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten op het gebied van crisiscommunicatie. In dit verband moet op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie een specifieke inventaris worden opgesteld van alle bevoegde autoriteiten van de respectieve lidstaten die betrokken zijn bij de uitvoering van het in deze verordening vastgestelde kader. In die inventaris moeten met name de taken en verantwoordelijkheden worden opgenomen die aan de bevoegde autoriteiten van hun respectieve lidstaten overeenkomstig het nationale recht zijn toegewezen tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt. De regelingen tussen de Commissie en de lidstaten moeten ook betrekking hebben op de veilige informatie-uitwisseling over de raadpleging van de marktdeelnemers en de sociale partners in verband met hun respectieve initiatieven en maatregelen ter beperking van en in respons op de gevolgen van een potentiële crisis.

 

(11)

De in deze verordening vastgestelde maatregelen moeten op coherente, transparante, efficiënte, evenredige en tijdige wijze worden ingezet, terdege rekening houdend met de noodzaak vitale maatschappelijke functies in stand te houden, waaronder de openbare veiligheid, de staatsveiligheid, de openbare orde of de volksgezondheid. Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de bevoegdheid van de lidstaten met betrekking tot, bijvoorbeeld, het nationaal volksgezondheidsbeleid en moet de verantwoordelijkheid van de lidstaten om de nationale veiligheid te waarborgen en hun bevoegdheid om essentiële staatsfuncties te waarborgen onverlet laten, met inbegrip van het waarborgen van de territoriale integriteit van de staat en het handhaven van de openbare orde. Deze verordening moet derhalve aangelegenheden die verband houden met de nationale veiligheid en defensie onverlet laten.

 

(12)

Deze verordening voorziet in de nodige middelen om tijdens crises ervoor te zorgen dat de interne markt, de bedrijven die op de interne markt actief zijn en de bijbehorende strategische toeleveringsketens blijven functioneren, met inbegrip van het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, medewerkers inbegrepen, en de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen of diensten voor burgers, bedrijven en overheidsinstanties. Daarnaast wordt bij deze verordening een forum opgericht dat moet zorgen voor passende coördinatie, samenwerking en informatie-uitwisseling. Verder voorziet deze verordening in de middelen om tijdig de informatie die nodig is voor een gerichte respons en adequaat marktgedrag van bedrijven en burgers tijdens een crisis, toegankelijk te maken en beschikbaar te stellen.

 

(13)

Waar mogelijk moet deze verordening het mogelijk maken te anticiperen op gebeurtenissen en crises, door de Unie in staat te stellen om voort te bouwen op de continue analyse van sectoren die van kritiek belang zijn voor de economie van de interne markt.

 

(14)

Door de veerkracht en paraatheid van de industrie van de Unie op het gebied van kritieke grondstoffen te versterken, vormt Verordening (EU) 2024/1252 van het Europees Parlement en de Raad (4) een aanvulling op deze verordening, waardoor de Commissie tijdens een waakzaamheids- of noodfase voor de interne markt gerichte maatregelen kan activeren naar aanleiding van een bedreiging voor of verstoring van de levering van goederen van kritiek belang, ook wat betreft kritieke grondstoffen.

 

(15)

Deze verordening mag niet overlappen met het bestaande kader voor geneesmiddelen, medische hulpmiddelen of andere medische tegenmaatregelen uit hoofde van het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging, met inbegrip van Verordening (EU) 2022/123 (5), Verordening (EU) 2022/2370 (6), Verordening (EU) 2022/2371 (7) van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2022/2372 van de Raad (8) betreffende de crisisparaatheid en -respons op gezondheidsgebied. Het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging moet voorrang hebben op deze verordening wat betreft verstoringen van de toeleveringsketens en tekorten aan geneesmiddelen, medische hulpmiddelen of andere medische tegenmaatregelen indien aan de voorwaarden van dat kader is voldaan. Daarom moeten geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en andere medische tegenmaatregelen in de zin van Verordeningen (EU) 2022/2371 en (EU) 2022/2372, indien zij in de op grond van artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2372 vastgestelde lijst zijn opgenomen, uitgesloten zijn van het toepassingsgebied van deze verordening, behalve wat betreft de bepalingen inzake het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, tijdens een noodsituatie op de interne markt, en met name de bepalingen die bedoeld zijn om het vrije verkeer te herstellen en te vergemakkelijken.

 

(16)

Deze verordening moet een aanvulling vormen op de IPCR-regeling die de Raad uit hoofde van Besluit 2014/415/EU van de Raad (9) beheert wat betreft de werkzaamheden van de Raad inzake de effecten op de interne markt van sectoroverschrijdende crises die besluitvorming vereisen met betrekking tot noodplanning en de uitvoering van waakzaamheids- en noodmaatregelen. Deze verordening moet de IPCR-regeling die de Raad uit hoofde van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1993 van de Raad (10) beheert, onverlet laten.

 

(17)

Deze verordening moet het Uniemechanisme voor civiele bescherming onverlet laten. Deze verordening moet een aanvulling vormen op het Uniemechanisme voor civiele bescherming (Union Civil Protection Mechanism — UCPM) en moet het UCPM, waar nodig, ondersteunen wat betreft de beschikbaarheid van kritieke goederen en het vrije verkeer van civielebeschermingswerkers, met inbegrip van hun uitrusting, bij crises die binnen het toepassingsgebied van het UCPM vallen.

 

(18)

Deze verordening moet Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad (11) onverlet laten, met inbegrip van het bijbehorende algemene kader voor de tijdelijke invoering of verlenging van grenstoezicht aan de binnengrenzen en het kennisgevingssysteem voor de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen.

 

(19)

Deze verordening moet de bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (12) inzake crisismanagement, zoals uiteengezet in de artikelen 55, 56 en 57, uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/300 van de Commissie (13), onverlet laten.

 

(20)

Deze verordening moet het Europees mechanisme voor paraatheid en respons bij voedselzekerheidscrises onverlet laten. Niettemin moeten de bepalingen inzake vrij verkeer van deze verordening van toepassing zijn op levensmiddelen, met inbegrip van de bepalingen betreffende beperkingen van het recht van vrij verkeer. De maatregelen betreffende levensmiddelen kunnen ook worden getoetst op hun overeenstemming met andere relevante bepalingen van het Unierecht.

 

(21)

Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de mogelijkheid voor de Commissie om namens de Unie in overleg te treden of samen te werken met betrokken autoriteiten van landen buiten de Unie, in overeenstemming met het Unierecht, met bijzondere aandacht voor ontwikkelingslanden, teneinde coöperatieve oplossingen te vinden om verstoringen van de toeleveringsketens te voorkomen, in overeenstemming met internationale verplichtingen. Dit kan in voorkomend geval coördinatie vereisen in relevante internationale fora.

 

(22)

Een van de uitdagingen die tijdens de COVID-19-crisis zijn vastgesteld, was het gebrek aan een netwerk om te zorgen voor paraatheid en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten, enerzijds, en tussen de lidstaten en de Commissie, anderzijds. Daarom moet de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening door een governancemechanisme worden ondersteund. Op Unieniveau moet uit hoofde van deze verordening een raad inzake noodsituaties op en veerkracht van de interne markt (de “raad”) worden opgericht, die bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de Commissie, om de samenwerking, de informatie-uitwisseling en de vlotte, doeltreffende en geharmoniseerde uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken. De raad moet de Commissie adviseren en bijstaan met betrekking tot specifieke kwesties, waaronder de consistente uitvoering van deze verordening, en zo bijdragen tot de samenwerking tussen de lidstaten, en moet relevante onderwerpen die verband houden met dreigende of bestaande crises analyseren en bespreken.

 

(23)

De Commissie moet de raad voorzitten en instaan voor het secretariaat ervan. Iedere lidstaat moet een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aanwijzen. De voorzitter moet een vertegenwoordiger van het Europees Parlement uitnodigen als permanente waarnemer. Om relevant advies in te winnen met betrekking tot de activiteiten van de raad en een passende deelname van deskundigen mogelijk te maken, moet de voorzitter deskundigen kunnen uitnodigen om als waarnemer deel te nemen aan de werkzaamheden van de raad en op ad-hocbasis specifieke vergaderingen bij te wonen wanneer die aanwezigheid relevant is met het oog op de agenda van de vergadering. Met het oog op een coherente en gecoördineerde Unierespons op uiteenlopende crises die gevolgen kunnen hebben voor de werking van de interne markt, moet de voorzitter ook vertegenwoordigers van andere crisisrelevante organen op Unieniveau als waarnemer uitnodigen voor de relevante vergaderingen van de raad. Om internationale samenwerking te bevorderen moet de voorzitter vertegenwoordigers van internationale organisaties en landen buiten de Unie uitnodigen om deel te nemen aan relevante vergaderingen van de raad in overeenstemming met de relevante bilaterale of internationale overeenkomsten. De voorzitter moet waarnemers kunnen uitnodigen om met relevante expertise, informatie en inzichten bij te dragen aan de besprekingen, maar waarnemers mogen niet worden betrokken bij het formuleren van aanbevelingen of adviezen van de raad.

 

(24)

De raad moet specifieke taken hebben in de context van het paraatheidskader en de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt. Tot deze taken behoren het overleg met en het verstrekken van advies aan de Commissie met betrekking tot de beoordeling van de criteria waarmee rekening moet worden gehouden bij het activeren van de verschillende fasen, alsook met betrekking tot de beoordeling of er aan de specifieke voorwaarden voor het treffen van concrete responsmaatregelen is voldaan. De Commissie moet zo veel mogelijk rekening houden met adviezen, aanbevelingen of verslagen van de raad.

 

(25)

Om de vertrouwelijkheid van de op grond van deze verordening ontvangen informatie te waarborgen, wordt de raad aangemoedigd om in zijn reglement van orde te bepalen dat de leden en waarnemers van de raad handels- en bedrijfsgeheimen en andere gevoelige en vertrouwelijke informatie die bij de toepassing van deze verordening is verkregen of opgesteld, niet openbaar mogen maken en zich aan gelijkwaardige verplichtingen inzake beroepsgeheim moeten houden als die van toepassing zijn op het personeel van de Commissie.

 

(26)

Om de transparantie, verantwoordingsplicht en coördinatie te bevorderen, met name in tijden van crisis, moet de bevoegde commissie van het Europees Parlement de voorzitter van de raad kunnen uitnodigen om voor die commissie te verschijnen. Het Europees Parlement moet zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld van voorgestelde of vastgestelde uitvoeringshandelingen van de Raad. De Commissie moet rekening houden met de elementen die naar voren komen in de kenbaar gemaakte standpunten in de krachtens deze verordening gevoerde dialoog over noodsituaties en veerkracht, waaronder de relevante resoluties van het Europees Parlement.

 

(27)

Om de betrokkenheid van de voornaamste belanghebbenden, met name vertegenwoordigers van marktdeelnemers, sociale partners, onderzoekers en het maatschappelijk middenveld te vergroten, moet de Commissie bovendien een stakeholdersplatform oprichten om vrijwillige reacties op noodsituaties op de interne markt te vergemakkelijken en aan te moedigen.

 

(28)

Om een doeltreffende coördinatie en informatie-uitwisseling in de context van het paraatheidskader, alsook in de context van de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt, te waarborgen, moeten de lidstaten een centraal verbindingsbureau aanwijzen dat verantwoordelijk is voor het onderhouden van contacten met het door de Commissie aangewezen verbindingsbureau op Unieniveau en met de centrale verbindingsbureaus van de andere lidstaten. De centrale verbindingsbureaus moeten fungeren als contactpunt voor de communicatie met betrokken bevoegde autoriteiten van de lidstaten en informatie verzamelen van die autoriteiten, indien nodig ook van autoriteiten op regionaal en lokaal niveau. De centrale verbindingsbureaus moeten ook verantwoordelijk zijn voor de coördinatie en de uitwisseling van informatie. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om een reeds bestaande autoriteit aan te wijzen als hun centrale verbindingsbureau. Die verbindingsbureaus moeten ook de centrale contactpunten in de lidstaten alle crisisrelevante informatie verstrekken, waar mogelijk in realtime.

 

(29)

Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de mogelijkheid voor de Commissie om te beoordelen of het passend is beperkingen op de uitvoer van goederen op te leggen in overeenstemming met de internationale rechten en verplichtingen van de Unie uit hoofde van Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad (14).

 

(30)

Deze verordening moet maatregelen die worden genomen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (15), onverlet laten.

 

(31)

Deze verordening geldt onverminderd, en vormt een aanvulling op, Richtlijn (EU) 2022/2557 van het Europees Parlement en de Raad (16), waarin geharmoniseerde minimumvoorschriften zijn vastgesteld om ervoor te zorgen dat diensten die van essentieel belang zijn voor de instandhouding van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten zonder belemmeringen worden verleend op de interne markt, om de veerkracht van kritieke entiteiten die dergelijke diensten verlenen te vergroten en om de grensoverschrijdende samenwerking tussen bevoegde autoriteiten te verbeteren.

 

(32)

Met het oog op een betere paraatheid en meer veerkracht tijdens mogelijke toekomstige crises die ernstige negatieve gevolgen kunnen hebben voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, of die de toeleveringsketens van goederen en diensten op de interne markt kunnen verstoren, moet de Commissie marktdeelnemers aanmoedigen en ondersteunen bij het opstellen van vrijwillige crisisprotocollen. Marktdeelnemers moeten vrij kunnen beslissen of zij al dan niet deelnemen aan dergelijke vrijwillige crisisprotocollen. De deelname aan deze vrijwillige crisisprotocollen mag niet gepaard gaan met onevenredige administratieve lasten. In de vrijwillige crisisprotocollen moeten de specifieke parameters van verwachte verstoringen worden opgenomen, de specifieke rollen over alle deelnemers worden verdeeld, en de activeringsmechanismen voor dergelijke protocollen en de bijbehorende maatregelen worden beschreven. Betrokken belanghebbenden, waaronder autoriteiten van de lidstaten, organen en instanties van de Unie en maatschappelijke organisaties of andere relevante organisaties, kunnen eveneens worden betrokken bij het opstellen van dergelijke vrijwillige crisisprotocollen. Bij het bepalen van de parameters van de verstoringen waarmee rekening moet worden gehouden, moeten marktdeelnemers kunnen voortbouwen op hun ervaring met beperkingen van het vrije verkeer en verstoringen van de toeleveringsketens als gevolg van uiteenlopende crises.

 

(33)

Om lering te trekken uit de ervaring met eerdere crises moet de Commissie opleidingsprogramma’s en -materiaal voor publieke en particuliere belanghebbenden, waaronder marktdeelnemers, ontwikkelen en beschikbaar maken. De deelname aan dergelijke opleidingsprogramma’s en simulaties moet vrijwillig blijven.

 

(34)

In het kader van de crisisparaatheid moet deze verordening het mogelijk maken te anticiperen op gebeurtenissen en crises waarvoor er stresstests en simulaties kunnen worden uitgevoerd, door voort te bouwen op de continue analyse van sectoren die van kritiek belang zijn voor de economie van de interne markt en de voortdurende prognosewerkzaamheden van de Unie. De Commissie moet met name scenario’s en parameters in specifieke sectoren ontwikkelen die de specifieke risico’s in verband met een crisis weergeven. Om de crisisparaatheid van alle actoren te waarborgen, is het nodig regels vast te stellen met betrekking tot stresstests, die ten minste om de twee jaar moeten worden uitgevoerd. In dit verband moet de Commissie de ontwikkeling van strategieën voor paraatheid bij noodsituaties vergemakkelijken en aanmoedigen, met inbegrip van strategieën voor crisiscommunicatie en informatie-uitwisseling, in moeilijke omstandigheden, over toepasselijk beperkingen die gelden. De specifieke aandachtssectoren moeten worden vastgesteld op basis van bestaande, op indicatoren gebaseerde instrumenten waarmee toezicht wordt gehouden op de ontwikkeling van toeleveringsketens in de Unie, teneinde de mogelijke moeilijkheden in kaart te brengen, rekening houdend met relevante specifieke criteria zoals handelsstromen, vraag en aanbod, concentratie van aanbod, de productie en productiecapaciteiten in de Unie en de wereld in de verschillende stadia van de waardeketen en de onderlinge afhankelijkheid tussen marktdeelnemers.

 

(35)

Het uitwisselen van informatie in verband met vroegtijdige ad-hocwaarschuwingen moet mogelijk zijn via het netwerk dat is opgezet tussen de centrale verbindingsbureaus van de lidstaten en het verbindingsbureau op Unieniveau. Dergelijke vroegtijdige ad-hocwaarschuwingen moeten aan de Commissie worden gemeld in geval van significante incidenten, zodat de Unie de ontwikkeling van een potentiële, dreigende of bestaande crisis beter kan volgen en zo een beter niveau van paraatheid kan waarborgen indien de crisis zich zou voordoen of zich zou ontwikkelen.

 

(36)

Om rekening te houden met de uitzonderlijke aard van, en de mogelijke verreikende gevolgen voor de werking van de interne markt tijdens, de waakzaamheids- of de noodfase voor de interne markt, moeten op grond van artikel 291, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bij wijze van uitzondering aan de Raad uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de waakzaamheids- of de noodfase voor de interne markt te activeren. De uitvoeringshandeling van de Raad voor de activering van de waakzaamheidsfase voor de interne markt moet elementen omvatten die intrinsiek verband houden met de beoordeling van de naleving van de voorwaarden die de activering rechtvaardigen, namelijk een beoordeling van de mogelijke gevolgen van de crisis in kwestie voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, op de interne markt alsook voor de toeleveringsketens ervan, een lijst van goederen en diensten van kritiek belang die onontbeerlijk zijn voor de instandhouding van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten op de interne markt, en de te nemen waakzaamheidsmaatregelen. Wanneer er voor de activering van de noodfase voor de interne markt ook een lijst van crisisrelevante goederen of crisisrelevante diensten, of van beide, nodig is, moet die lijst op hetzelfde tijdstip worden vastgesteld als de activering van de noodfase voor de interne markt en moet deze bijgevolg intrinsiek verbonden zijn met die activering. Om die reden moeten aan de Raad ook uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend voor het vaststellen van die lijst van crisisrelevante goederen of crisisrelevante diensten, alsook voor het bijwerken ervan. Het moet mogelijk zijn de waakzaamheids- of de noodfase voor de interne markt te verlengen aan de hand van een uitvoeringshandeling van de Raad op voorstel van de Commissie. Indien blijkt dat geen van beide fasen geactiveerd moet zijn, moet de desbetreffende fase worden gedeactiveerd.

 

(37)

Om te verzekeren dat de raad geschikte informatie ontvangt over een mogelijke noodsituatie op de interne markt, is het nodig te voorzien in monitoring. Die monitoring moet betrekking hebben op de toeleveringsketens van goederen en diensten van kritiek belang waarvoor de waakzaamheidsfase voor de interne markt is geactiveerd, alsook op het vrije verkeer van personen die betrokken zijn bij de productie en levering van dergelijke goederen en diensten. De monitoring van de toeleveringsketens van goederen en diensten van kritiek belang moet worden uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op basis van verzoeken om vrijwillige verstrekking van informatie over factoren die van invloed zijn op de beschikbaarheid van de geselecteerde goederen en diensten van kritiek belang, zoals productiecapaciteit, beschikbaarheid van noodzakelijke arbeidskrachten, voorraden, beperkingen van leveranciers, mogelijkheden voor diversificatie en vervanging, de ontwikkeling van de vraag en knelpunten. Het verzoek om vrijwillige verstrekking van informatie in het kader van deze monitoring moet worden gericht tot alle actoren in de relevante toeleveringsketen van goederen en diensten van kritiek belang en andere relevante belanghebbenden die op het grondgebied van de lidstaten zijn gevestigd. Het is met name belangrijk om informatie te verzamelen over verstoringen van het vrije verkeer van de relevante marktdeelnemers in de toeleveringsketens van goederen en diensten van kritiek belang omdat het gebrek aan geschikte arbeidskrachten een van de belangrijkste oorzaken van verstoringen van de toeleveringsketens is. De monitoring van verstoringen van het vrije verkeer van bij de productie en levering van goederen en diensten betrokken personen, die wordt uitgevoerd door de autoriteiten van de lidstaten, moet ruim worden opgevat en betrekking hebben op werknemers, dienstverleners, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en andere personen die betrokken zijn bij onderzoek, ontwikkeling en het in de handel brengen van goederen. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten de verzamelde informatie via de centrale verbindingsbureaus aan de Commissie en de raad verstrekken. Die informatie moet de raad in staat stellen de Commissie te adviseren over de noodzaak om de noodfase voor de interne markt te activeren.

 

(38)

Voor nationale maatregelen die niet in het kader van deze verordening zijn geharmoniseerd en die, wanneer deze worden vastgesteld en toegepast in reactie op een noodsituatie op de interne markt, gevolgen hebben voor het vrije verkeer van goederen of personen of voor de vrije dienstverrichting tijdens noodsituaties op de interne markt, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat die maatregelen volledig in overeenstemming zijn met het VWEU en andere bepalingen van het Unierecht zoals Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad (17), en Richtlijnen 2004/38/EG (18), 2005/36/EG (19), 2006/123/EG (20) en (EU) 2015/1535 (21) van het Europees Parlement en de Raad. Indien lidstaten dergelijke maatregelen nemen, moeten deze gerechtvaardigd zijn en in overeenstemming zijn met de beginselen van evenredigheid en non-discriminatie overeenkomstig het Unierecht. Bovendien mogen dergelijke maatregelen, in overeenstemming met die beginselen, geen onnodige administratieve lasten met zich meebrengen en moeten de lidstaten alle mogelijke maatregelen nemen ter beperking van de administratieve lasten als gevolg van maatregelen in reactie op een noodsituatie op de interne markt. Daarnaast moet bij dergelijke maatregelen naar behoren rekening worden gehouden met de situatie van grensregio’s en ultraperifere gebieden, met name voor grensoverschrijdende werknemers. De lidstaten moeten maatregelen die het vrije verkeer beperken in reactie op een noodsituatie op de interne markt, intrekken zodra deze niet langer nodig zijn. In het algemeen zijn nationale maatregelen ter beperking van het vrije verkeer die niet krachtens deze verordening zijn geharmoniseerd, in beginsel niet langer gerechtvaardigd of evenredig wanneer de noodfase voor de interne markt wordt gedeactiveerd, en moeten deze daarom worden ingetrokken.

 

(39)

Deze verordening mag niet zo worden uitgelegd beperkingen van het vrije verkeer van goederen, diensten en personen die in strijd zijn met het VWEU of andere Unierechtelijke bepalingen toe te staan of te rechtvaardigen. Bijvoorbeeld mag het feit dat bepaalde beperkingen uitdrukkelijk worden verboden tijdens een noodfase voor de interne markt, niet worden opgevat als een rechtvaardiging voor dergelijke beperkingen buiten die fase of als rechtvaardiging voor andere mogelijke beperkingen die onverenigbaar zijn met het Unierecht en die niet uitdrukkelijk op grond van deze verordening worden verboden.

 

(40)

Op grond van artikel 21 VWEU heeft iedere burger van de Unie het recht vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. De gedetailleerde voorwaarden en beperkingen met betrekking tot dat recht zijn vastgesteld in Richtlijn 2004/38/EG. In die richtlijn worden de algemene beginselen vastgesteld die op die beperkingen van toepassing zijn en de redenen die kunnen worden aangevoerd om dergelijke maatregelen te rechtvaardigen. Die redenen hebben betrekking op openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid. In dat verband kunnen beperkingen van het vrije verkeer gerechtvaardigd zijn indien zij evenredig en niet-discriminerend zijn. Deze verordening heeft niet als doel aanvullende gronden ter beperking van het recht van vrij verkeer van personen vast te stellen naast die van hoofdstuk VI van Richtlijn 2004/38/EG.

 

(41)

De maatregelen om het vrije verkeer van personen te vergemakkelijken en alle andere maatregelen die van invloed zijn op het vrije verkeer van personen waarin deze verordening voorziet, zijn gebaseerd op artikel 21 VWEU en vormen een aanvulling op Richtlijn 2004/38/EG tijdens noodsituaties op de interne markt. Dergelijke maatregelen mogen niet ertoe leiden dat beperkingen van het vrije verkeer die in strijd zijn met de Verdragen of ander Unierecht worden toegestaan of gerechtvaardigd.

 

(42)

In artikel 45 VWEU is het recht van vrij verkeer van werknemers neergelegd, met inachtneming van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. Artikel 46 VWEU vormt de rechtsgrondslag voor de vaststelling van maatregelen die nodig zijn om tot een vrij verkeer van werknemers te komen, zoals dit in artikel 45 VWEU is omschreven. Deze verordening omvat bepalingen die een aanvulling vormen op bestaande maatregelen om het vrije verkeer van personen verder te versterken, de transparantie te vergroten en administratieve bijstand te verlenen tijdens noodsituaties op de interne markt. Dergelijke maatregelen behelzen het opzetten en beschikbaar stellen van centrale contactpunten voor werknemers en hun vertegenwoordigers in de lidstaten en op Unieniveau tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt in overeenstemming met deze verordening.

 

(43)

Het is passend bepaalde nationale maatregelen te verbieden die het vrije verkeer of de vrije dienstverrichting beperken en die niet mogen worden opgelegd tijdens of in reactie op een noodsituatie op de interne markt omdat zij duidelijk onevenredig zijn. Daarom moeten dergelijke maatregelen van de lidstaten worden beoordeeld in het licht van die harmonisatiebepalingen en niet in het licht van het VWEU of ander Unierecht.

 

(44)

De lidstaten moeten met name ervan afzien maatregelen in te voeren die discriminatie inhouden op basis van nationaliteit of, in het geval van ondernemingen, de plaats van hun maatschappelijke zetel, het hoofdbestuur of de hoofdvestiging.

 

(45)

De lidstaten moeten ervan afzien maatregelen in te voeren die het voor begunstigden van het recht van vrij verkeer onmogelijk maken naar hun lidstaat van verblijf terug te keren indien zij zich bij de uitbraak van een crisis in een andere lidstaat bevinden.

 

(46)

De lidstaten moeten ervan afzien maatregelen te nemen die het voor begunstigden van het recht van vrij verkeer onmogelijk maken om dwingende gezinsredenen naar andere lidstaten te reizen, wanneer dergelijke reizen binnen de lidstaat die de maatregel vaststelt, onder dezelfde omstandigheden toegestaan blijven.

 

(47)

Deze verordening mag de lidstaten niet beletten hun onderdanen en ingezetenen toe te staan naar hun grondgebied terug te keren tijdens noodsituaties op de interne markt. Om dergelijke reizen te vergemakkelijken, moeten andere lidstaten deze onderdanen en ingezetenen toestaan hun grondgebied te verlaten om zich naar de lidstaat van nationaliteit of van verblijf te begeven of over hun grondgebied te reizen om zich naar de lidstaat van nationaliteit of van verblijf te begeven.

 

(48)

Beperkingen van het vrije verkeer, onder meer in de vorm van administratieve vereisten en procedures zoals aangifte-, registratie- of vergunningsprocedures, zijn verboden, tenzij deze in overeenstemming zijn met het Unierecht. Wanneer gerechtvaardigde en evenredige administratieve vereisten en procedures overeenkomstig het Unierecht zijn vastgesteld, moeten de lidstaten tijdens een noodsituatie op de interne markt prioriteit geven aan het faciliteren van de naleving van deze vereisten en de behandeling van dergelijke procedures voor personen die betrokken zijn bij de productie of levering van crisisrelevante goederen of diensten. Daartoe en wanneer dit nodig is om het vrije verkeer van dergelijke aanbieders of bepaalde categorieën daarvan te vergemakkelijken, moet de Commissie voorzien in regelingen, waaronder digitale instrumenten en modellen.

 

(49)

Bij deze verordening worden verplichtingen vastgesteld om transparantie te waarborgen met betrekking tot nationale maatregelen die tijdens een noodfase voor de interne markt worden getroffen en het recht van vrij verkeer van personen beperken. Dergelijke beperkingen moeten in overeenstemming zijn met het Unierecht, met name Richtlijn 2004/38/EG. Deze verplichtingen mogen geen afbreuk doen aan bestaande informatie- of kennisgevingsverplichtingen die blijven gelden. Het vrije verkeer van personen is van het grootste belang voor de goede werking van de interne markt. Uit de COVID-19-crisis is gebleken dat beperkingen van het recht van vrij verkeer overloopeffecten kunnen hebben op alle andere fundamentele vrijheden. Een gebrek aan informatie over crisisgerelateerde beperkingen van het vrije verkeer van personen kan extra moeilijkheden veroorzaken voor burgers van de Unie en marktdeelnemers bij het beheer van hun activiteiten tijdens een crisis. Momenteel is er geen systeem voor transparantie van kracht om aan burgers van de Unie en marktdeelnemers informatie te verschaffen over beperkingen van het vrije verkeer van personen. De lidstaten moeten de Commissie en de andere lidstaten de tekst meedelen van de nationale wettelijke of regelgevende bepalingen waarbij in reactie op een crisis beperkingen worden ingevoerd op de uitoefening van het recht van vrij verkeer van personen, alsook de wijzigingen van die tekst, onverwijld na de vaststelling ervan. De tekst moet vergezeld gaan van de redenen voor dergelijke maatregelen, met inbegrip van de redenen die aantonen dat de maatregelen gerechtvaardigd en evenredig zijn, alsmede alle onderliggende wetenschappelijke of andere gegevens die de vaststelling, het toepassingsgebied, de datum van vaststelling, de datum van toepassing en de duur van die maatregelen ondersteunen. Om te waarborgen dat burgers van de Unie en marktdeelnemers toegang hebben tot betrouwbare informatie over beperkingen van het vrije verkeer, moeten de lidstaten het publiek zo spoedig mogelijk duidelijke, volledige en tijdige informatie verstrekken waarin dergelijke maatregelen worden toegelicht, vooral wat betreft het toepassingsgebied, de datum van vaststelling en toepassing en de duur ervan. Deze informatie moet ook aan de Commissie worden verstrekt. Op basis daarvan moet de Commissie de relevante informatie publiceren op een speciale website die beschikbaar is in alle officiële talen van de instellingen van de Unie.

 

(50)

Om ervoor te zorgen dat de specifieke noodmaatregelen voor de interne markt waarin deze verordening voorziet, alleen worden gebruikt wanneer zij onontbeerlijk zijn voor de reactie op een specifieke noodsituatie op de interne markt, moet voor die maatregelen activering door middel van uitvoeringshandelingen van de Commissie vereist zijn, onder vermelding van de redenen voor de activering en van de crisisrelevante goederen of diensten waarop de maatregelen betrekking hebben.

 

(51)

Om er bovendien voor te zorgen dat deze uitvoeringshandelingen evenredig zijn en dat de rol van de marktdeelnemers in het kader van crisisbeheersing wordt geëerbiedigd, mag de Commissie responsmaatregelen bij een noodsituatie op de interne markt uitsluitend activeren nadat een noodfase voor de interne markt werd geactiveerd door de Raad en indien marktdeelnemers niet in staat zijn binnen een redelijk tijdskader op vrijwillige basis een oplossing te bieden (“activering in twee stappen”). De noodzaak van de activering van responsmaatregelen bij een noodsituatie op de interne markt moet in alle uitvoeringshandelingen, en ten aanzien van alle specifieke aspecten van de crisis, worden gerechtvaardigd.

 

(52)

Om nauwkeurig te kunnen beoordelen of het treffen van specifieke responsmaatregelen bij een noodsituatie op de interne markt het mogelijk maakt om ernstige tekorten aan crisisrelevante goederen of diensten of de onmiddellijke dreiging daarvan in een noodsituatie op de interne markt te verminderen, moet de Commissie de relevante marktdeelnemers in toeleveringsketens van crisisrelevante goederen en diensten om informatie kunnen verzoeken. Deze informatieverzoeken moeten, in voorkomend geval, betrekking hebben op: de productiecapaciteit en voorraden van crisisrelevante goederen in productiefaciliteiten die zijn gevestigd in de Unie en in landen buiten de Unie waar die marktdeelnemers actief zijn, waarmee zij contracten sluiten of waar zij voorraden aankopen; het tijdschema of een raming van de verwachte output voor de volgende drie maanden voor elke productiefaciliteit in de Unie en in landen buiten de Unie waar die marktdeelnemers actief zijn of waarmee zij contracten sluiten; en gedetailleerde informatie over relevante verstoringen van of tekorten in toeleveringsketens. Teneinde de lidstaat waar de marktdeelnemer zijn productiefaciliteit heeft ten volle te betrekken, moet de Commissie die lidstaat onverwijld een afschrift van het informatieverzoek doen toekomen en moet de Commissie, indien de bevoegde autoriteit van die lidstaat daarom verzoekt, de door haar verkregen informatie op beveiligde wijze met die lidstaat delen.

 

(53)

De Commissie mag de informatieverzoeken voor marktdeelnemers alleen inzetten wanneer de informatie die nodig is om adequaat te reageren op de noodsituatie op de interne markt — zoals informatie die nodig is voor de aankoop van goederen door de Commissie in naam of voor rekening van de lidstaten of voor het ramen van de productiecapaciteit van fabrikanten van crisisrelevante goederen waarvan de toeleveringsketens zijn verstoord — nog niet ter beschikking staat van de Commissie en niet uit openbare bronnen of op vrijwillige basis kan worden verkregen. Bij het indienen van een informatieverzoek door middel van een uitvoeringshandeling moet de Commissie waarborgen dat het voordeel voor het algemeen belang opweegt tegen de eventuele ongemakken die de betrokken marktdeelnemers kunnen ondervinden. De Commissie moet rekening houden met de lasten die een dergelijk informatieverzoek kan opleveren, met name voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, en moet dienovereenkomstig de antwoordtermijnen vaststellen. Wanneer de verwerking van een informatieverzoek door een marktdeelnemer zijn activiteiten aanzienlijk kan verstoren, moet die marktdeelnemer kunnen weigeren de gevraagde informatie te verstrekken. De marktdeelnemer moet ertoe worden verplicht de Commissie in kennis te stellen van de redenen voor een weigering om de gevraagde informatie te verschaffen. Tot die redenen behoren met name het risico van aansprakelijkheid voor het schenden van contractuele geheimhoudingsverplichtingen op grond van contracten die onder het recht van een land buiten de Unie vallen, of het risico van openbaarmaking van informatie die verband houdt met de nationale veiligheid in het geval van goederen met mogelijk gebruik in het kader van de nationale veiligheid, waaronder nationale reserves.

 

(54)

De maximale termijn waarbinnen een marktdeelnemer op een informatieverzoek moet antwoorden, moet twintig werkdagen zijn. De specifieke individuele termijn moet per geval worden vastgesteld en kan in bepaalde omstandigheden korter zijn. De marktdeelnemer moet om een eenmalige verlenging van de termijn kunnen verzoeken waardoor de totale termijn, mits de Commissie daar uitdrukkelijk mee instemt, kan worden verlengd tot meer dan twintig werkdagen. Het moet worden bepaald dat verzoeken om een verlenging van de termijn door de marktdeelnemer bij de Commissie moeten worden ingediend in overeenstemming met de in het individuele besluit bepaalde communicatieregelingen. Voorts moet worden bepaald dat, in afwachting van het antwoord van de Commissie op het verzoek om verlenging, de oorspronkelijke termijn als volledig van toepassing wordt beschouwd.

 

(55)

Indien nodig moet de activering van de noodfase voor de interne markt het ook mogelijk maken bepaalde crisisresponsprocedures in gang te zetten die voorzien in aanpassingen van de regels inzake het ontwerp, de productie, de conformiteitsbeoordeling en het in de handel brengen van goederen die zijn onderworpen aan geharmoniseerde voorschriften van de Unie, alsook van bepaalde regels met betrekking tot de goederen die onder het kader voor algemene productveiligheid van de Unie vallen. Deze crisisresponsprocedures moeten het mogelijk maken als crisisrelevant aangemerkte goederen snel in de handel te brengen in een noodsituatie. In het geval van geharmoniseerde producten moeten de conformiteitsbeoordelingsinstanties de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante goederen voorrang geven boven alle andere lopende aanvragen voor andere producten. Indien de conformiteitsbeoordelingsprocedures van crisisrelevante goederen onnodig vertraagd zijn, moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vergunningen kunnen afgeven om dergelijke goederen die niet de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedures hebben doorlopen, op hun markt in de handel te brengen, mits zij aan de toepasselijke veiligheidseisen voldoen. Dergelijke vergunningen mogen alleen geldig zijn op het grondgebied van de lidstaat van afgifte tot de geldigheid ervan door middel van een uitvoeringshandeling van de Commissie is uitgebreid tot het grondgebied van de Unie. De geldigheidsduur van dergelijke vergunningen die afwijken van conformiteitsbeoordelingsprocedures moet worden beperkt tot de duur van de noodfase voor de interne markt. Bovendien moeten de mechanismen van respectievelijk het vermoeden van conformiteit en het vermoeden van conformiteit met het algemene veiligheidsvereiste op bepaalde punten worden versoepeld om het makkelijker te maken het aanbod van geharmoniseerde en niet-geharmoniseerde crisisrelevante goederen te vergroten. In de context van een noodsituatie op de interne markt moeten de fabrikanten van crisisrelevante goederen ook kunnen vertrouwen op nationale en internationale normen, die een beschermingsniveau bieden dat gelijkwaardig is aan dat van de Europese normen waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. Met betrekking tot uitsluitend de geharmoniseerde crisisrelevante goederen, in gevallen waarin er geen dergelijke Europese normen bestaan of de naleving ervan ernstig wordt bemoeilijkt door de verstoringen van de interne markt, moet de Commissie de mogelijkheid hebben om gemeenschappelijke specificaties op te stellen die een vermoeden van conformiteit vestigen, teneinde de fabrikanten gebruiksklare technische oplossingen te bieden.

 

(56)

Het doorvoeren van deze crisisrelevante aanpassingen van de desbetreffende sectorale regels van de Unie vereist gerichte aanpassingen van de volgende 16 handelingen: Richtlijnen 2000/14/EG (22), 2006/42/EG (23), 2010/35/EU (24), 2014/29/EU (25), 2014/30/EU (26), 2014/33/EU (27), 2014/34/EU (28), 2014/35/EU (29), en 2014/53/EU (30), 2014/68/EU (31) van het Europees Parlement en de Raad en Verordeningen (EU) 2016/424 (32), (EU) 2016/425 (33), (EU) 2016/426 (34), (EU) nr. 305/2011 (35), (EU) 2023/988 (36) en (EU) 2023/1230 (37) van het Europees Parlement en de Raad. De wijzigingen tot vaststelling van noodprocedures in elk van de respectieve handelingen mogen alleen van toepassing worden wanneer zij specifiek worden geactiveerd. De activering van de noodprocedures uit hoofde van elke respectieve handeling moet afhankelijk worden gesteld van de activering van de noodfase voor de interne markt uit hoofde van deze verordening en moet beperkt blijven tot producten die zijn aangemerkt als crisisrelevante goederen en in de tijd worden beperkt tot de duur van de noodfase voor de interne markt.

 

(57)

In geval van aanzienlijke risico’s voor de werking van de interne markt, ernstige en aanhoudende tekorten aan of een uitzonderlijk grote vraag naar crisisrelevante goederen, kunnen Uniemaatregelen om de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen te waarborgen, zoals als prioritair aangemerkte verzoeken, onmisbaar blijken om de goede werking van de interne markt en de toeleveringsketens ervan te waarborgen.

 

(58)

Als een laatste redmiddel om de instandhouding van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten op de interne markt te waarborgen wanneer de productie of levering van bepaalde crisisrelevante goederen niet door middel van andere maatregelen kon worden verwezenlijkt, moet de Commissie verzoeken kunnen richten tot in de Unie gevestigde marktdeelnemers om bepaalde crisisrelevante goederen te produceren of te leveren. Bij het indienen van een verzoek moet de Commissie rekening houden met de eventuele negatieve gevolgen voor de mededinging op de interne markt en het risico op ernstigere verstoring van de markt. Bovendien moet de keuze van de ontvangers en begunstigden van de verzoeken op niet-discriminerende wijze gebeuren.

 

(59)

Het als prioritair aangemerkte verzoek moet gebaseerd zijn op objectieve, feitelijke, meetbare en onderbouwde gegevens. Bij dergelijke verzoeken moet rekening worden gehouden met de rechtmatige belangen van de marktdeelnemers en de kosten en inspanningen die een wijziging van de productievolgorde met zich meebrengt. In het als prioritair aangemerkte verzoek moet duidelijk worden vermeld dat de keuze om het verzoek te aanvaarden of af te wijzen volledig bij de marktdeelnemer berust. Wanneer de marktdeelnemer ervoor kiest het als prioritair aangemerkte verzoek af te wijzen, staat het de marktdeelnemer ook vrij om te beslissen of hij een uitdrukkelijke afwijzing verstrekt en of hij een motivering geeft wanneer hij de Commissie van de afwijzing in kennis stelt.

 

(60)

Wanneer het verzoek wordt aanvaard, moet de verplichting tot uitvoering van het als prioritair aangemerkte verzoek voorrang hebben op elke privaat- of publiekrechtelijke uitvoeringsverbintenis. Elk als prioritair aangemerkt verzoek moet tegen een billijke en redelijke prijs worden ingediend. Het moet mogelijk zijn die prijs te berekenen op basis van de gemiddelde marktprijzen in de afgelopen jaren, mits eventuele verhogingen of verlagingen worden gemotiveerd, bijvoorbeeld rekening houdend met inflatie of inputkosten. Gezien het belang van het waarborgen van de levering van crisisrelevante goederen die onontbeerlijk zijn voor de instandhouding van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten op de interne markt, mag uit het voldoen aan de verplichting om een als prioritair aangemerkt verzoek uit te voeren, geen aansprakelijkheid jegens derden voortvloeien voor schade die het gevolg kan zijn van een schending van contractuele verbintenissen die onder het recht van een lidstaat vallen, voor zover de schending van contractuele verbintenissennoodzakelijk was om te voldoen aan de opgelegde prioritering. Marktdeelnemers die mogelijk voor een als prioritair aangemerkt verzoek in aanmerking komen, moeten worden toegestaan om in de voorwaarden van hun commerciële contracten voorzieningen te treffen voor de mogelijke gevolgen van een als prioritair aangemerkt verzoek. Onverminderd de toepasselijkheid van andere bepalingen moet deze ontheffing van aansprakelijkheid de in Richtlijn 85/374/EEG van de Raad (38) bepaalde aansprakelijkheid voor producten met gebreken, onverlet laten.

 

(61)

Wanneer de marktdeelnemer een als prioritair aangemerkt verzoek uitdrukkelijk heeft aanvaard en de Commissie na die aanvaarding een uitvoeringshandeling heeft vastgesteld, moet de marktdeelnemer voldoen aan alle voorwaarden van die uitvoeringshandeling. Wanneer de marktdeelnemer de in de uitvoeringshandeling vastgestelde voorwaarden niet naleeft, moet dit ertoe leiden dat de marktdeelnemer het voordeel van de ontheffing van contractuele aansprakelijkheid verliest. Wanneer de niet-naleving opzettelijk is of te wijten is aan grove nalatigheid, kan de marktdeelnemer ook een geldboete worden opgelegd, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel. Het mag niet mogelijk zijn om geldboeten op te leggen aan marktdeelnemers die een als prioritair aangemerkt verzoek niet uitdrukkelijk hebben aanvaard.

 

(62)

Wanneer de Commissie door een of meer lidstaten in kennis wordt gesteld van tekorten aan crisisrelevante goederen en diensten of van het risico daarop, moet de Commissie de lidstaten kunnen aanbevelen maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen en diensten snel toeneemt. De Commissie moet rekening houden met het effect van de beoogde maatregelen op de betrokken marktdeelnemers. Dergelijke aanbevelingen kunnen maatregelen omvatten ter vergemakkelijking van de uitbreiding, de herbestemming of de totstandbrenging van nieuwe productiecapaciteit voor crisisrelevante goederen of nieuwe capaciteiten in verband met crisisrelevante dienstenactiviteiten, alsook maatregelen die gericht zijn op het versnellen van de relevante en toepasselijke goedkeurings-, vergunnings- en registratieprocedures.

 

(63)

Wanneer de Commissie door een of meer lidstaten in kennis wordt gesteld van tekorten aan crisisrelevante goederen of diensten, moet de Commissie die informatie doorgeven aan alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de coördinatie van de respons stroomlijnen. Voorts moet de Commissie, om de beschikbaarheid van bepaalde crisisrelevante goederen en diensten tijdens een noodsituatie op de interne markt te waarborgen en om een einde te maken aan deze noodsituatie, de lidstaten kunnen aanbevelen die goederen of diensten te verdelen, met inachtneming van de beginselen van solidariteit, noodzakelijkheid en evenredigheid. De Commissie moet ondersteuning bieden bij het coördineren van deze verdeling.

 

(64)

In aanvulling op de mogelijkheid van gezamenlijke aanbesteding tussen de Commissie en een of meer lidstaten, en zoals bepaald in Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 van het Europees Parlement en de Raad (39) (het “Financieel Reglement”), moeten een of meer lidstaten de Commissie ook kunnen verzoeken om namens of voor rekening van de lidstaten een aanbesteding uit te schrijven voor de aankoop van goederen en diensten van kritiek belang of van crisisrelevante goederen en diensten, teneinde de koopkracht en onderhandelingspositie van de Commissie tijdens de waakzaamheids- of de noodfase voor de interne markt optimaal te benutten. Dergelijke aanbestedingen moeten betrekking hebben op de verwerving door de aanbestedende dienst of de aanbestedende instantie, door middel van een overeenkomst, van crisisrelevante werken, leveringen of diensten en de verwerving of verhuur van grond, gebouwen of andere onroerende goederen van marktdeelnemers die door die aanbestedende dienst of aanbestedende instantie zijn geselecteerd om op de crisis te reageren. De Commissie moet de desbetreffende aanbestedingsprocedure in naam of voor rekening van de lidstaten kunnen uitvoeren op basis van een overeenkomst tussen de partijen, of moet kunnen optreden als groothandelaar door het aankopen, opslaan en doorverkopen of schenken van leveringen en diensten, inclusief het verhuren van land, gebouwen of andere onroerende goederen, aan de deelnemende lidstaten of geselecteerde partnerorganisaties.

 

(65)

Tijdens de COVID-19-crisis is gebleken dat de Commissie crisisrelevante goederen en diensten moet kunnen aankopen samen met landen buiten de Unie, zoals de staten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) en landen buiten de Unie, zoals de Europese microstaten. Gezamenlijke aanbestedingsprocedures voor de aankoop van crisisrelevante goederen en diensten of goederen en diensten van kritiek belang mogen geen afbreuk doen aan de werking van de interne markt, mogen geen discriminatie of beperking van de handel opleveren, mogen niet leiden tot verstoring van de mededinging en mogen geen rechtstreekse financiële gevolgen hebben voor de begroting van de landen die niet deelnemen aan de gezamenlijke aanbestedingsprocedure. Het is ook van essentieel belang ervoor te zorgen dat de lidstaten hun acties met steun van de Commissie en de raad coördineren alvorens een aanbesteding uit te schrijven voor crisisrelevante goederen en diensten. Tijdens de noodfase moeten de lidstaten een systeem opzetten om de aanbestedende diensten en aanbestedende instanties te kunnen identificeren die onder Richtlijnen 2014/24/EU (40) en 2014/25/EU (41) van het Europees Parlement en de Raad vallen en tijdens noodsituaties de crisisrelevante goederen en diensten aankopen. De lidstaten moeten kunnen vertrouwen op de centrale verbindingsbureaus voor het verzamelen en doorgeven van informatie over lopende en geplande aanbestedingen van de aanbestedende diensten en aanbestedende instanties op hun grondgebied om de naleving van de coördinatieclausule uit hoofde van deze verordening te waarborgen.

 

(66)

De overeenkomst betreffende de aanbesteding door de Commissie in naam of voor rekening van een of meer lidstaten of de gezamenlijke aanbesteding tussen de Commissie en een of meer lidstaten moet, in voorkomend geval, voorzien in een exclusiviteitsclausule op grond waarvan de deelnemende lidstaten zich ertoe verbinden de crisisrelevante goederen of diensten in kwestie niet via andere kanalen aan te kopen en geen parallelle onderhandelingen te voeren. Wanneer in een dergelijke exclusiviteitsclausule is voorzien, moet daarin worden bepaald dat, indien lidstaten aanvullende aanbestedingsbehoeften hebben en een dergelijke aanbesteding volgens een beoordeling van de Commissie de lopende gezamenlijke aanbesteding of aanbesteding in naam of voor rekening van de lidstaten niet ondermijnt, de deelnemende lidstaten de mogelijkheid hebben hun eigen aanbestedingsprocedure te starten. Ten behoeve van de gezamenlijke aanbesteding moeten EVA-staten en kandidaat-lidstaten van de Unie, alsook het Vorstendom Andorra, het Vorstendom Monaco, de Republiek San Marino en Vaticaanstad worden beschouwd als deelnemende lidstaten ingeval zij besluiten om aan de gezamenlijke aanbesteding deel te nemen. Het doel van de exclusiviteitsclausule is ervoor te zorgen dat de lopende gezamenlijke aanbesteding of aanbesteding in naam of voor rekening van de lidstaten niet wordt ondermijnd. De-minimisaanbestedingen zijn niet van invloed op dergelijke aanbestedingen, waardoor het de aanbestedende diensten en aanbestedende instanties van de lidstaten moet worden toegestaan een aanbestedingsprocedure te starten die onder de drempels van Richtlijn 2014/24/EU en Richtlijn 2014/25/EU ligt. Aangezien aanbestedingsopdrachten bij een marktdeelnemer die niet deelneemt aan de lopende aanbestedingsprocedure, de lopende aanbesteding niet ondermijnen, mag de exclusiviteitsclausule van deze verordening bovendien niet van toepassing zijn op dergelijke aanbestedingen. Wanneer een lidstaat besluit deel te nemen aan een gezamenlijke aanbesteding of aanbesteding in naam of voor rekening van de lidstaten voor de aankoop van crisisrelevante goederen en diensten, moet de lidstaat gebruik kunnen maken van de centrale verbindingsbureaus waarin deze verordening voorziet om alle aanbestedende diensten en aanbestedende instanties op zijn grondgebied in kennis te stellen van de lopende aanbesteding die de toepassing van de exclusiviteitsclausule in gang zet.

 

(67)

Transparantie is een fundamenteel beginsel van doeltreffende openbare aanbestedingen, dat bijdraagt aan de bevordering van concurrentie, meer doeltreffendheid en de totstandbrenging van een gelijk speelveld. Het Europees Parlement moet in kennis worden gesteld van procedures voor gezamenlijke aanbestedingen in het kader van deze verordening en moet, op verzoek, toegang krijgen tot de contracten die als gevolg van die procedures worden gesloten, onder voorbehoud van de adequate bescherming van de geheimhouding en van alle persoonsgegevens, de nationale veiligheid van de lidstaten en commercieel gevoelige informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen.

 

(68)

Het is nodig houders van gegevens waarborgen te verstrekken dat de informatie die zij in het kader van de toepassing van deze verordening hebben verstrekt, wordt verwerkt en gebruikt met inachtneming van de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid. De in het kader van monitoring, informatieverzoeken en als prioritair aangemerkte verzoeken ontvangen informatie mogen dan ook uitsluitend worden gebruikt door de instellingen, organen of instanties van de Unie en hun personeel, de autoriteiten van de lidstaten en hun personeel, of door particulieren, met inbegrip van de leden en waarnemers van de raad, voor het doel waarvoor om dergelijke informatie is verzocht.

 

(69)

Gezien de raad fungeert als adviesorgaan voor de Commissie, moet deze voldoen aan de beginselen, normen en voorschriften van de Commissie voor de bescherming van gerubriceerde informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie, waaronder de voorschriften betreffende de verwerking en opslag van dergelijke informatie, zoals vastgesteld in Besluit (EU, Euratom) 2015/443 (42) en Besluit (EU, Euratom) 2015/444 (43) van de Commissie. Personeelsleden van de Commissie en andere instellingen en organen van de Unie die toegang hebben tot de gerubriceerde informatie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie in verband met de werkzaamheden van de raad, moeten gebonden zijn aan de vertrouwelijkheidsvereisten uit hoofde van artikel 339 VWEU, zelfs na afloop van hun functie.

 

(70)

Wanneer de krachtens deze verordening uit te voeren activiteiten gepaard gaan met de verwerking van persoonsgegevens, moet die verwerking in overeenstemming zijn met de desbetreffende Uniewetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens, namelijk Verordeningen (EU) 2016/679 (44) en (EU) 2018/1725 (45) van het Europees Parlement en de Raad.

 

(71)

Het is nodig regels voor digitale instrumenten vast te stellen met het oog op paraatheid om tijdig en doeltreffend te reageren op mogelijke toekomstige noodsituaties, teneinde de ononderbroken goede werking van de interne markt, het vrije verkeer van goederen, diensten en personen in tijden van crisis en de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen en diensten voor burgers, bedrijven en overheden te waarborgen. In deze verordening moeten ook regels worden vastgesteld voor digitale instrumenten om de prioritering en versnelling van vergunnings-, registratie- of aangifteprocedures te garanderen teneinde het vrije verkeer van personen en de beveiligde overdracht en uitwisseling van informatie te vergemakkelijken. De Commissie en de lidstaten moeten hun bestaande digitale instrumenten zo veel mogelijk hergebruiken of uitbreiden. Wanneer dit niet mogelijk is, moeten de Commissie en de lidstaten, indien nodig en gerechtvaardigd, nieuwe digitale instrumenten in het leven roepen. De Commissie moet de technische aspecten van dergelijke instrumenten of infrastructuur door middel van uitvoeringshandelingen vaststellen.

 

(72)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend ten aanzien van de specificaties van het paraatheidskader betreffende paraatheid, samenwerking, informatie-uitwisseling en crisiscommunicatie in het kader van de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt. Bovendien moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend met betrekking tot de mogelijkheid om beperkende maatregelen vast te stellen, met name administratieve regelingen, digitale instrumenten en modellen, teneinde het vrije verkeer van personen te vergemakkelijken. Bovendien moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend wat betreft de activering van specifieke responsmaatregelen tijdens een noodfase voor de interne markt, om een snelle en gecoördineerde respons mogelijk te maken. Voorts moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de vaststelling van technische aspecten van specifieke digitale instrumenten ter ondersteuning van de doelstellingen van deze verordening. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (46).

 

(73)

De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met de gevolgen van de crisis op de interne markt, om dwingende redenen van urgentie noodzakelijk is.

 

(74)

Deze verordening is in overeenstemming met de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) worden erkend. De verordening eerbiedigt met name het recht op eerbiediging van het privéleven van de marktdeelnemers zoals neergelegd in artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 8 van het Handvest, de bij artikel 16 van het Handvest beschermde vrijheid van ondernemerschap en contractvrijheid, het bij artikel 17 van het Handvest beschermde recht op eigendom, het bij artikel 28 van het Handvest beschermde recht op collectieve onderhandelingen en op collectieve actie, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht als bedoeld in artikel 47 van het Handvest.

 

(75)

Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de bij het VWEU erkende autonomie van de sociale partners.

 

(76)

Deze verordening mag niet worden uitgelegd als een aantasting van het recht op milieubescherming, het recht op collectieve onderhandelingen en het recht om collectieve actie te voeren overeenkomstig het Handvest, met inbegrip van het recht van werknemers en werkgevers om collectieve actie te voeren om hun belangen te verdedigen, met inbegrip van stakingsacties, en het recht of de vrijheid om te staken of om enige andere actie te voeren die onder de specifieke stelsels van arbeidsverhoudingen van de lidstaten valt, overeenkomstig het nationale recht of de nationale praktijk.

 

(77)

Andere rechtshandelingen van de Unie, zoals handelingen die voorzien in verplichtingen voor marktdeelnemers om gegevens ter beschikking te stellen van overheidsinstanties, doen geen afbreuk aan deze verordening. Wanneer andere rechtshandelingen van de Unie ook bepalingen bevatten in verband met informatieverzoeken van de Commissie die hetzelfde doel hebben als die waarin deze verordening voorziet, moeten, nadat de noodfase voor de interne markt door de Raad is geactiveerd, alleen de relevante bepalingen van deze verordening met betrekking tot informatieverzoeken van toepassing zijn.

 

(78)

De Unie blijft zich ten volle inzetten voor internationale solidariteit en staat volledig achter het beginsel dat alle noodzakelijk geachte maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, waaronder die welke nodig zijn om kritieke tekorten te voorkomen of te verhelpen, op doelgerichte, transparante, evenredige wijze en op tijdelijke basis worden uitgevoerd en in overeenstemming zijn met de verplichtingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie.

 

(79)

Het Uniekader moet interregionale elementen omvatten om samenhangende, multisectoriële en grensoverschrijdende nood- en waakzaamheidsmaatregelen en responsmaatregelen bij een noodsituatie op de interne markt vast te stellen, met name rekening houdend met de middelen, capaciteiten en kwetsbaarheden in naburige regio’s, in het bijzonder grensregio’s.

 

(80)

De Commissie moet regelmatig een evaluatie uitvoeren van de werking en de doeltreffendheid van deze verordening en bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen met een evaluatie van de werkzaamheden van de raad, stresstests, opleidings- en crisisprotocollen, de criteria voor de activering van de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt en het gebruik van digitale instrumenten. Verslagen moeten bovendien worden ingediend uiterlijk vier maanden na de deactivering van de waakzaamheids- of de noodfase voor de interne markt, naargelang het geval. Die verslagen moeten een evaluatie bevatten van de maatregelen die in het kader van deze verordening zijn uitgevoerd naar aanleiding van de crisis die tot de activering van die fase heeft geleid, met name wat betreft de doeltreffendheid van die maatregelen. Zo nodig kunnen in deze verslagen verbeteringen worden voorgesteld en kunnen deze in voorkomend geval vergezeld gaan van wetgevingsvoorstellen ter zake.

 

(81)

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad (47) voorziet in een mechanisme voor bilateraal overleg over en kennisgeving van belemmeringen voor de werking van de interne markt. Om overlapping van regels te voorkomen bij een activering van de noodfase voor de interne markt, moet die verordening dienovereenkomstig worden gewijzigd. Verordening (EG) nr. 2679/98 mag geenszins afbreuk doen aan de uitoefening van de grondrechten zoals die op Unieniveau en in de lidstaten zijn erkend, met inbegrip van het recht of de vrijheid om te staken of om enige andere actie te voeren die onder de specifieke stelsels van arbeidsverhoudingen van de lidstaten valt, overeenkomstig het nationale recht of de nationale praktijk. Die verordening mag evenmin afbreuk doen aan het recht om over collectieve overeenkomsten te onderhandelen, deze te sluiten, en om collectieve actie te voeren overeenkomstig het nationale recht of de nationale praktijk.

 

(82)

Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het waarborgen van de goede en onverstoorde werking van de interne markt door op de interne markt nood- en waakzaamheidsmaatregelen in te voeren teneinde de responsmaatregelen in geval van een crisis gemakkelijker te kunnen coördineren, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van de maatregelen beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK I

Onderwerp, doelstellingen, toepassingsgebied en definities

Artikel 1

Onderwerp en doelstellingen

  • 1. 
    Deze verordening voorziet in een kader met geharmoniseerde maatregelen om doeltreffend te anticiperen, zich voor bereiden en te reageren op de gevolgen van crises voor de interne markt.
  • 2. 
    Het in lid 1 bedoelde kader is erop gericht om:
 

a)

het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, te waarborgen en te vergemakkelijken;

 

b)

de beschikbaarheid van goederen en diensten van kritiek belang en crisisrelevante goederen en diensten op de interne markt te waarborgen wanneer de lidstaten uiteenlopende nationale maatregelen hebben genomen of waarschijnlijk zullen nemen, en

 

c)

het ontstaan van belemmeringen voor de goede werking van de interne markt te voorkomen.

  • 3. 
    Deze verordening voorziet in het bijzonder in:
 

a)

regels voor de oprichting en werking van een raad inzake noodsituaties op en veerkracht van de interne markt om de Commissie bij te staan en te adviseren met betrekking tot het anticiperen op, voorkomen van of reageren op de gevolgen van een crisis voor de interne markt;

 

b)

noodmaatregelen gericht op anticipatie, planning en veerkracht;

 

c)

maatregelen, tijdens de waakzaamheidsfase voor de interne markt, om het hoofd te bieden aan de gevolgen van een dreiging van een crisis die kan escaleren tot een noodsituatie op de interne markt;

 

d)

maatregelen, tijdens de noodfase voor de interne markt, om de gevolgen van een crisis voor de interne markt aan te pakken, met inbegrip van maatregelen die het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, tijdens die fase vergemakkelijken;

 

e)

regels inzake overheidsopdrachten tijdens de waakzaamheids- en noodfases voor de interne markt;

 

f)

regels voor het aanbieden van digitale instrumenten en de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten.

Artikel 2

Toepassingsgebied

  • 1. 
    Deze verordening is van toepassing op goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, op de interne markt.
  • 2. 
    Deze verordening is niet van toepassing op:
 

a)

geneesmiddelen als gedefinieerd in artikel 1, punt 2, van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad (48);

 

b)

medische hulpmiddelen als gedefinieerd in artikel 2, punt e), van Verordening (EU) 2022/123;

 

c)

andere medische tegenmaatregelen als bedoeld in artikel 3, punt 10), van Verordening (EU) 2022/2371 en opgenomen in de overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2372 opgestelde lijst;

 

d)

halfgeleiders als gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Verordening (EU) 2023/1781 van het Europees Parlement en de Raad (49);

 

e)

energieproducten in de zin van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad (50), elektriciteit in de zin van artikel 2, lid 2, van die richtlijn en de andere producten als bedoeld in artikel 2, lid 3, van die richtlijn;

 

f)

financiële diensten, zoals bankdiensten, kredietverstrekking, verzekering en herverzekering, individuele en bedrijfspensioenen, effecten, beleggingsfondsen, betalingen en beleggingsadviezen, met inbegrip van de diensten en activiteiten die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (51), alsmede afwikkelings- en clearingactiviteiten en advies-, bemiddelings- en andere ondersteunende financiële diensten;

 

g)

defensiegerelateerde producten zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (52) of zoals gedefinieerd in het nationale recht van de lidstaten in overeenstemming met het recht van de Unie.

  • 3. 
    In afwijking van lid 2, punten a), b) en c) van dit artikel, zijn de artikelen 20 tot en met 23 en artikel 44 van deze verordening van toepassing op de in die punten bedoelde producten.
  • 4. 
    Deze verordening laat andere rechtshandelingen van de Unie tot vaststelling van specifieke regels inzake crisisrespons of crisisbeheersing, onverlet, zoals:
 

a)

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad (53) betreffende het Uniemechanisme voor civiele bescherming;

 

b)

de relevante bepalingen van Verordening (EU) 2015/479 met betrekking tot de bevoegdheid van de Commissie om te beoordelen of het passend is beperkingen op de uitvoer van goederen op te leggen die stroken met de internationale rechten en verplichtingen van de Unie;

 

c)

Verordeningen (EU) 2022/2371 en (EU) 2022/2372 met betrekking tot het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging;

 

d)

Besluit 2014/415/EU tot vaststelling van de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (Integrated Political Crisis Response — IPCR), met inbegrip van de politieke coördinerende rol van de IPCR, en Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1993 tot vaststelling van regels voor de werking van die regelingen.

  • 5. 
    Deze verordening laat de mededingingsregels van de Unie, met inbegrip van de regels inzake antitrust, fusies en staatssteun, onverlet.
  • 6. 
    Deze verordening laat de verantwoordelijkheid van de lidstaten om de nationale veiligheid te waarborgen en hun bevoegdheid om essentiële staatsfuncties te waarborgen onverlet, met inbegrip van het waarborgen van de territoriale integriteit van de staat en het handhaven van de openbare orde. Met name de nationale veiligheid blijft de uitsluitende verantwoordelijkheid van elke lidstaat.
  • 7. 
    Deze verordening doet geen afbreuk aan de uitoefening van fundamentele rechten, overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“het Handvest”). Deze verordening doet met name geen afbreuk aan het stakingsrecht of het recht om conform de in de lidstaten bestaande specifieke stelsels van arbeidsverhoudingen andere acties te voeren, overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk. Zij doet evenmin afbreuk aan het recht om over collectieve overeenkomsten te onderhandelen, deze te sluiten en naleving ervan af te dwingen, of om collectieve actie te voeren overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

 

1)

“crisis”: een uitzonderlijke onverwachte en plotselinge, natuurlijke of door de mens veroorzaakte gebeurtenis van buitengewone aard en omvang die binnen of buiten de Unie plaatsvindt en die ernstige negatieve gevolgen heeft of kan hebben voor de goede werking van de interne markt en die het vrije verkeer van goederen, diensten of personen of de werking van de toeleveringsketens van de interne markt verstoort;

 

2)

“waakzaamheidsfase voor de interne markt”: een kader voor het aanpakken van de dreiging van een crisis die binnen zes maanden kan escaleren tot een noodsituatie op de interne markt;

 

3)

“noodfase voor de interne markt”: een kader voor het aanpakken van een crisis met aanzienlijke negatieve gevolgen voor de interne markt die het vrije verkeer van goederen, diensten en personen ernstig verstoren of, indien een dergelijke ernstige verstoring aan uiteenlopende nationale maatregelen is of waarschijnlijk zal worden onderworpen, de werking van toeleveringsketens van de interne markt;

 

4)

“sectoren van kritiek belang”: sectoren die van systemisch of vitaal belang zijn voor de Unie en haar lidstaten in verband met de handhaving van de openbare veiligheid, de staatsveiligheid, de openbare orde of de volksgezondheid, en waarvan de verstoring, het falen, het verlies of de vernietiging aanzienlijke negatieve gevolgen kan hebben voor de werking van de interne markt wanneer er een crisis dreigt;

 

5)

“goederen van kritiek belang” of “diensten van kritiek belang”, samen “goederen en diensten van kritiek belang” genoemd: goederen of diensten die niet-vervangbaar, niet-diversifieerbaar of onmisbaar zijn voor het behoud van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten teneinde de goede werking van de interne markt en de toeleveringsketens ervan in sectoren van kritiek belang te waarborgen, en die zijn opgenomen in een door de Raad op grond van artikel 14, lid 1, vastgestelde uitvoeringshandeling;

 

6)

“crisisrelevante goederen” of “crisisrelevante diensten”, samen “crisisrelevante goederen en diensten” genoemd: goederen of diensten die niet-vervangbaar, niet-diversifieerbaar of onmisbaar zijn voor het behoud van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten teneinde de goede werking van de interne markt en de toeleveringsketens ervan te waarborgen, en die essentieel worden geacht voor de respons op een crisis en die zijn opgenomen in een door de Raad op grond van artikel 18, lid 4, vastgestelde uitvoeringshandeling;

 

7)

“significante incidenten”: incidenten die de werking van de interne markt en de toeleveringsketens ervan significant verstoren of kunnen verstoren;

 

8)

“relevante marktdeelnemer”: een marktdeelnemer in de toeleveringsketen die het vermogen of de capaciteit heeft om een van de volgende producten te vervaardigen of te verdelen:

 

a)

goederen van kritiek belang of diensten van kritiek belang;

 

b)

crisisrelevante goederen of crisisrelevante diensten;

 

c)

componenten van de in de punten a) en b) bedoelde goederen;

 

9)

“micro-, kleine en middelgrote ondernemingen”: micro-, kleine en middelgrote ondernemingen als gedefinieerd in artikel 2 van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (54).

HOOFDSTUK II

Governance

Artikel 4

Raad inzake noodsituaties op en veerkracht van de interne markt

  • 1. 
    Er wordt een raad inzake noodsituaties op en veerkracht van de interne markt (de “raad”) opgericht.
  • 2. 
    De raad bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat en één vertegenwoordiger van de Commissie. Iedere lidstaat wijst een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aan. Daarnaast kunnen de lidstaten, afhankelijk van de aard van de crisis, in voorkomend geval een sectorspecifieke ad-hocvertegenwoordiger aanwijzen.
  • 3. 
    Een vertegenwoordiger van de Commissie zit de raad voor en de Commissie verzorgt het secretariaat van de raad.
  • 4. 
    De voorzitter van de raad (de “voorzitter”) nodigt een vertegenwoordiger van het Europees Parlement uit als permanente waarnemer in de raad.
  • 5. 
    De voorzitter kan deskundigen met specifieke kennis uitnodigen om, als waarnemer, deel te nemen aan de werkzaamheden van de raad en specifieke vergaderingen bij te wonen, op ad-hocbasis, wanneer die aanwezigheid relevant is met het oog op de agenda van de vergadering. Tot deze deskundigen kunnen vertegenwoordigers van marktdeelnemers, organisaties van belanghebbenden en sociale partners behoren.
  • 6. 
    De voorzitter nodigt de vertegenwoordigers van andere crisisrelevante organen op Unieniveau als waarnemers uit voor de desbetreffende vergaderingen van de groep.
  • 7. 
    De voorzitter nodigt vertegenwoordigers van internationale organisaties en landen buiten de Unie uit voor relevante vergaderingen van de raad in overeenstemming met de relevante bilaterale of internationale overeenkomsten.
  • 8. 
    Waarnemers hebben echter geen stemrecht en nemen niet deel aan het formuleren van de aanbevelingen of adviezen van de raad. In voorkomend geval kan de voorzitter die waarnemers uitnodigen om informatie en inzichten te verstrekken.
  • 9. 
    De raad komt ten minste driemaal per jaar bijeen. Tijdens zijn eerste vergadering stelt de raad, op voorstel van en in overleg met de Commissie, zijn reglement van orde vast.
  • 10. 
    De raad kan in het kader van zijn in artikel 5 omschreven taken adviezen, aanbevelingen of verslagen aannemen. De Commissie neemt die adviezen, aanbevelingen of verslagen op transparante wijze terdege ter harte.

Artikel 5

Taken van de raad

  • 1. 
    Voor de toepassing van de noodplanning voor de interne markt uit hoofde van de artikelen 9 tot en met 13 verleent de raad de Commissie bijstand en advies met betrekking tot het:
 

a)

voorstellen van regelingen voor administratieve samenwerking met het oog op het vergemakkelijken van de informatieuitwisseling tussen de Commissie en de lidstaten tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt, die in het in artikel 9 bedoelde paraatheidskader worden opgenomen;

 

b)

beoordelen van incidenten waarvoor de lidstaten de Commissie hebben gewaarschuwd overeenkomstig artikel 13, en de gevolgen ervan voor de interne markt en de toeleveringsketens daarvan;

 

c)

verzamelen van informatie ten behoeve van prognoses met betrekking tot de mogelijkheid van een crisis, uitvoeren van gegevensanalyses en verstrekken van marktinformatie;

 

d)

raadplegen van vertegenwoordigers van marktdeelnemers, met inbegrip van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, en van de bedrijfstak en, indien van toepassing, de sociale partners, om marktinformatie te verzamelen overeenkomstig artikel 43;

 

e)

analyseren van geaggregeerde gegevens die van andere crisisrelevante organen op Unie- en internationaal niveau zijn ontvangen;

 

f)

bijhouden van een register van crisismaatregelen op nationaal en Unieniveau die zijn getroffen tijdens eerdere crises die gevolgen hebben gehad voor de interne markt en de toeleveringsketens ervan, en

 

g)

adviseren over de te kiezen maatregelen om te anticiperen op en te plannen voor een crisis, en tegelijkertijd de veerkracht van de interne markt te versterken, en adviseren over de uitvoering van de gekozen maatregelen.

  • 2. 
    Voor de toepassing van de in artikel 14 bedoelde waakzaamheidsfase voor de interne markt verleent de raad de Commissie bijstand en advies bij het:
 

a)

vaststellen of aan de criteria voor activering of deactivering van de waakzaamheidsfase voor de interne markt is voldaan om te bepalen of de in artikel 3, punt 2), bedoelde dreiging van een crisis aanwezig is, en vaststellen van de omvang van die dreiging;

 

b)

coördineren en faciliteren van het uitwisselen en delen van informatie, onder meer met andere relevante organen en andere crisisrelevante organen op Unieniveau, alsook, in voorkomend geval, met landen buiten de Unie, in het bijzonder kandidaat-lidstaten van de Unie en ontwikkelingslanden, en internationale organisaties, en

 

c)

analyseren en bespreken van de gevolgen van een dreigende crisis voor de interne markt, met aandacht voor de situatie in grensregio’s, teneinde mogelijke oplossingen te vinden.

  • 3. 
    Voor de toepassing van de in artikel 18 bedoelde noodfase voor de interne markt verleent de raad de Commissie bijstand en advies bij het:
 

a)

analyseren van door de lidstaten of de Commissie verzamelde crisisrelevante informatie;

 

b)

vaststellen of aan de criteria voor activering of deactivering van de noodfase voor de interne markt is voldaan;

 

c)

adviseren over de te kiezen maatregelen om op Unieniveau te reageren op een noodsituatie op de interne markt, en adviseren over de uitvoering van de gekozen maatregelen;

 

d)

evalueren van nationale crisismaatregelen;

 

e)

coördineren en faciliteren van het uitwisselen en delen van informatie, onder meer met andere crisisrelevante organen op Unieniveau, alsook, in voorkomend geval, met landen buiten de Unie, in het bijzonder kandidaat-lidstaten van de Unie en ontwikkelingslanden, en internationale organisaties;

 

f)

analyseren en bespreken van de gevolgen van de crisis voor de interne markt, met aandacht voor de situatie in grensregio’s, teneinde mogelijke oplossingen te vinden, en

 

g)

opstellen, in voorkomend geval, van een lijst van categorieën personen die betrokken zijn bij de productie of levering van crisisrelevante goederen en diensten voor wie het nodig is gemeenschappelijke modellen en formulieren vast te stellen die op vrijwillige basis door de lidstaten kunnen worden gebruikt.

  • 4. 
    De Commissie zorgt ervoor dat alle voor de betreffende crisis relevante organen op Unieniveau betrokken zijn bij de werkzaamheden van de raad. In voorkomend geval werkt de raad nauw samen en coördineert met andere crisisrelevante organen op Unieniveau en de bij Verordening (EU) 2024/1252 opgerichte Europese raad voor kritieke grondstoffen. De Commissie zorgt voor coördinatie met de maatregelen die via andere mechanismen van de Unie worden uitgevoerd, zoals het Uniemechanisme voor civiele bescherming (Union Civil Protection Mechanism — UCPM), de IPCR, het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging en het Europese kader voor kritieke grondstoffen. De raad zorgt voor informatie-uitwisseling met het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties in het kader van het UCPM en het vermogen ter ondersteuning van de geïntegreerde situatiekennis en -analyse in het kader van de IPCR.
  • 5. 
    De raad stelt in samenwerking met de Commissie een jaarlijks activiteitenverslag vast en zendt het toe aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 6

Nood- en veerkrachtdialoog

  • 1. 
    Om de dialoog tussen de instellingen van de Unie te bevorderen en te zorgen voor een grotere transparantie, verantwoordingsplicht en coördinatie, kan de bevoegde commissie van het Europees Parlement de Commissie in haar hoedanigheid van voorzitter van de raad verzoeken voor die commissie te verschijnen om informatie te verstrekken over alle aangelegenheden die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, in het bijzonder na elke deactivering van de waakzaamheids- of noodfase voor de interne markt.
  • 2. 
    Het Europees Parlement wordt zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van krachtens deze verordening voorgestelde of vastgestelde uitvoeringshandelingen van de Raad.
  • 3. 
    De Commissie houdt rekening met alle elementen die naar voren komen in de tijdens de nood- en veerkrachtdialoog kenbaar gemaakte standpunten, waaronder de eventuele resoluties van het Europees Parlement.

Artikel 7

Nood- en veerkrachtplatform

  • 1. 
    De Commissie richt een platform van belanghebbenden op om sectorspecifieke dialogen en sectorspecifieke partnerschappen te vergemakkelijken door de voornaamste belanghebbenden, namelijk vertegenwoordigers van economische actoren, sociale partners, onderzoekers en het maatschappelijk middenveld, bijeen te brengen. Dat platform biedt geïnteresseerde belanghebbenden met name een functionaliteit om:
 

a)

aan te geven welke vrijwillige maatregelen nodig zijn om met succes te reageren op een noodsituatie op de interne markt;

 

b)

wetenschappelijk advies, adviezen of verslagen te verstrekken over crisisgerelateerde kwesties;

 

c)

bij te dragen aan de uitwisseling van informatie en beste praktijken, met name wat betreft het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, en aan het vermijden van uiteenlopende nationale maatregelen die grensoverschrijdende beperkingen zouden veroorzaken.

  • 2. 
    De Commissie en de raad houden rekening met de resultaten van de in lid 1 bedoelde sectorspecifieke dialoog en partnerschappen, alsook met alle relevante input van belanghebbenden overeenkomstig dat lid bij de uitvoering van deze verordening.

Artikel 8

Verbindingsbureaus

  • 1. 
    Iedere lidstaat wijst één centraal verbindingsbureau aan.
  • 2. 
    Het centrale verbindingsbureau van een lidstaat is ook verantwoordelijk voor het contact, de coördinatie en de uitwisseling van informatie met:
 

a)

de centrale verbindingsbureaus van de andere lidstaten en het in lid 4 bedoelde verbindingsbureau op Unieniveau;

 

b)

de relevante bevoegde autoriteiten van die lidstaat, met name de in artikel 24 bedoelde nationale centrale contactpunten.

  • 3. 
    Om zijn taken uit hoofde van deze verordening uit te voeren, verzamelt het centrale verbindingsbureau van een lidstaat input van de relevante bevoegde autoriteiten va die lidstaat.
  • 4. 
    De Commissie wijst een verbindingsbureau op Unieniveau aan.
  • 5. 
    Het verbindingsbureau op Unieniveau waarborgt de coördinatie en informatie-uitwisseling, waaronder de uitwisseling van crisisrelevante informatie met de centrale verbindingsbureaus van de lidstaten met het oog op het beheer van de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt.

TITEL II

NOODPLANNING VOOR DE INTERNE MARKT

Artikel 9

Paraatheidskader

  • 1. 
    De Commissie kan, terdege rekening houdend met het advies van de raad en de input van de desbetreffende organen op Unieniveau, een uitvoeringshandeling vaststellen voor de vaststelling van gedetailleerde regelingen voor een paraatheidskader betreffende crisisparaatheid en -samenwerking, informatie-uitwisseling en crisiscommunicatie voor de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt. In die uitvoeringshandeling worden de nadere regelingen vastgesteld voor:
 

a)

samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en organen op Unieniveau tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt;

 

b)

veilige informatie-uitwisseling, en

 

c)

een gecoördineerde aanpak van crisiscommunicatie tijdens de waakzaamheids- en de noodfase voor de interne markt ten aanzien van het publiek met een coördinerende rol voor de Commissie.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde uitvoeringshandeling wordt overeenkomstig de in artikel 45, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
  • 3. 
    De Commissie en de lidstaten zorgen voor regelingen voor tijdige samenwerking en veilige informatie-uitwisseling tussen de Commissie, de betrokken organen op Unieniveau en de lidstaten met betrekking tot:
 

a)

een inventaris van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de overeenkomstig artikel 8 aangewezen centrale verbindingsbureaus en de in artikel 24 bedoelde centrale contactpunten, hun contactgegevens, en hun taken en verantwoordelijkheden tijdens de waakzaamheids- en de noodfase uit hoofde van deze verordening, overeenkomstig het nationale recht;

 

b)

raadpleging van de vertegenwoordigers van marktdeelnemers, met inbegrip van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, over hun initiatieven en acties om potentiële crises op de interne markt te verzachten en erop te reageren;

 

c)

raadpleging van de sociale partners over de gevolgen voor het vrije verkeer van werknemers van hun initiatieven en maatregelen om een potentiële crisis te verzachten en erop te reageren;

 

d)

technische samenwerking tijdens de waakzaamheids- en noodfases voor de interne markt;

 

e)

risico- en noodcommunicatie, met een coördinerende rol voor de Commissie, rekening houdend met bestaande structuren.

  • 4. 
    Om de werking van het in lid 1 bedoelde kader te waarborgen, kan de Commissie stresstests, simulaties en evaluaties tijdens en na afloop van de acties uitvoeren met de lidstaten en voorstellen dat de desbetreffende organen op Unie- en lidstaatniveau het kader zo nodig actualiseren.
  • 5. 
    Om het vrije verkeer van goederen en diensten tijdens een noodfase voor de interne markt te bevorderen en te vergemakkelijken, verleent de Commissie de lidstaten bijstand bij het coördineren van hun inspanningen om uniforme digitale formulieren vast te stellen met het oog op de aangifte, registratie of het vergunnen van activiteiten tussen de lidstaten.

Artikel 10

Vrijwillige crisisprotocollen

  • 1. 
    De raad kan de Commissie aanbevelen de aanzet te geven tot het opstellen van vrijwillige crisisprotocollen door marktdeelnemers voor het aanpakken van crises in het kader van de noodfase voor de interne markt.
  • 2. 
    De Commissie stimuleert en vergemakkelijkt het opstellen van deze vrijwillige crisisprotocollen door marktdeelnemers. Marktdeelnemers kunnen op vrijwillige basis besluiten om deel te nemen aan vrijwillige crisisprotocollen.
  • 3. 
    De vrijwillige crisisprotocollen omvatten:
 

a)

de specifieke parameters van de verstoring die het vrijwillige crisisprotocol beoogt aan te pakken en de doelstellingen die ermee worden nagestreefd;

 

b)

de rol van elke deelnemer in het kader van het vrijwillige crisisprotocol en de voorbereidende maatregelen die zij moeten nemen zodra de noodfase voor de interne markt is geactiveerd om de crisis te beperken en erop te reageren;

 

c)

een duidelijke procedure voor het bepalen van het tijdstip van activering en de periode waarin de maatregelen moeten worden genomen zodra het crisisprotocol is geactiveerd;

 

d)

maatregelen om potentiële crises in het kader van de noodfase voor de interne markt te verzachten en erop te reageren, strikt beperkt tot wat nodig is om deze aan te pakken.

  • 4. 
    De Commissie betrekt in voorkomend geval de autoriteiten van de lidstaten en organen en instanties van de Unie bij het opstellen van de vrijwillige crisisprotocollen. Waar noodzakelijk en passend kan de Commissie ook organisaties van het maatschappelijk middenveld of andere relevante organisaties hierbij betrekken.

Artikel 11

Opleidingen en simulaties

  • 1. 
    De Commissie ontwikkelt en organiseert regelmatig opleidingen op het gebied van crisisparaatheid, -coördinatie, samenwerking en informatie-uitwisseling voor het personeel van de centrale verbindingsbureaus. Zij organiseert simulaties voor het personeel van de centrale verbindingsbureaus uit alle lidstaten op basis van mogelijke scenario’s van noodsituaties op de interne markt.
  • 2. 
    De Commissie ontwikkelt en beheert met name een opleidingsprogramma dat is gebaseerd op de lessen die uit eerdere crises zijn getrokken, met inbegrip van aspecten van de gehele cyclus voor het beheer van noodsituaties, om snel te kunnen reageren op crises in het kader van de waakzaamheids- of noodfase voor de interne markt. Dat programma kan in het bijzonder de volgende elementen omvatten:
 

a)

het monitoren, analyseren en evalueren van alle relevante acties om het vrije verkeer van goederen, diensten en personen te vergemakkelijken;

 

b)

het bevorderen van de toepassing van beste praktijken op nationaal en Unieniveau en, in voorkomend geval, van beste praktijken die zijn ontwikkeld door landen buiten de Unie en internationale organisaties;

 

c)

het ontwikkelen van richtsnoeren voor de verspreiding van kennis en de uitvoering van verschillende taken op nationaal en, in voorkomend geval, regionaal en lokaal niveau;

 

d)

het aanmoedigen van het gebruik van relevante nieuwe technologieën en digitale instrumenten om te reageren op noodsituaties op de interne markt.

  • 3. 
    De Commissie ontwikkelt opleidingsprogramma’s en -materiaal voor belanghebbenden, met inbegrip van marktdeelnemers, en stelt deze ter beschikking. In voorkomend geval kan de Commissie belanghebbenden uitnodigen om deel te nemen aan opleidingen en simulaties.
  • 4. 
    Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie advies en ondersteuning leveren over crisisparaatheids- en crisisresponsmaatregelen, waarbij met name rekening wordt gehouden met de behoeften en belangen van die lidstaat.

Artikel 12

Stresstests

  • 1. 
    Rekening houdend met het advies van de raad voert de Commissie stresstests uit en coördineert zij deze, met inbegrip van simulaties om te anticiperen en zich voor te bereiden op een crisis op de interne markt.
  • 2. 
    Met name:
 

a)

ontwikkelt de Commissie in een specifieke sector scenario’s en parameters waarin rekening wordt gehouden met de specifieke risico’s in verband met een crisis, teneinde de mogelijke gevolgen voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen in die sector te beoordelen;

 

b)

vergemakkelijkt en stimuleert de Commissie de ontwikkeling van strategieën voor paraatheid bij noodsituaties;

 

c)

stelt de Commissie na afloop van stresstests risicobeperkende maatregelen vast, in samenwerking met alle betrokken actoren.

  • 3. 
    Bij het bepalen van de in lid 2, punt a), bedoelde specifieke sector maakt de Commissie in samenwerking met de raad gebruik van alle bestaande instrumenten waarover zij beschikt, met inbegrip van kartering.
  • 4. 
    De Commissie voert regelmatig en ten minste om de twee jaar stresstests uit op het niveau van de Unie. Daartoe nodigt de Commissie personeelsleden van de centrale verbindingsbureaus van alle lidstaten uit om deel te nemen aan simulaties. De Commissie kan ook andere relevante actoren die betrokken zijn bij de preventie van, de paraatheid voor en de respons op noodsituaties op de interne markt uitnodigen om op vrijwillige basis deel te nemen.
  • 5. 
    Op verzoek van twee of meer lidstaten kan de Commissie stresstests uitvoeren in specifieke geografische gebieden of specifieke grensregio’s in die lidstaten.
  • 6. 
    De Commissie deelt de resultaten van de op grond van dit artikel uitgevoerde stresstests mee aan de raad en publiceert hierover een verslag.

Artikel 13

Vroegtijdige ad-hocwaarschuwingen

  • 1. 
    Het centrale verbindingsbureau van een lidstaat stelt de Commissie en de centrale verbindingsbureaus van de andere lidstaten onverwijld in kennis van significante incidenten.
  • 2. 
    De centrale verbindingsbureaus en alle betrokken bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen, overeenkomstig het Unierecht en het met het Unierecht in overeenstemming zijnde interne recht, alle maatregelen vast die nodig zijn om de in lid 1 bedoelde informatie te behandelen op een wijze die het vertrouwelijke karakter ervan eerbiedigt en de veiligheid en de openbare orde van de Unie of de lidstaten alsook de veiligheid en de commerciële belangen van de betrokken marktdeelnemers beschermt.
  • 3. 
    Om te bepalen of incidenten het voorwerp van een waarschuwing als bedoeld in lid 1 moeten zijn, houdt het centrale verbindingsbureau van een lidstaat rekening met:
 

a)

de marktpositie of het aantal marktdeelnemers dat door het incident wordt getroffen;

 

b)

de duur of verwachte duur van het incident;

 

c)

het geografische gebied en het deel van de interne markt dat door het incident en de grensoverschrijdende effecten daarvan wordt getroffen, alsmede de gevolgen ervan voor geografische gebieden die bijzonder kwetsbaar of blootgesteld zijn, zoals de ultraperifere gebieden, en

 

d)

het effect van die incidenten op niet-diversifieerbare en onvervangbare goederen.

TITEL III

WAAKZAAMHEID OP DE INTERNE MARKT

HOOFDSTUK I

Waakzaamheidsfase voor de interne markt

Artikel 14

Criteria voor activering

  • 1. 
    Indien de Commissie, rekening houdend met het advies van de raad, van oordeel is dat de in artikel 3, punt 2), bedoelde voorwaarden vervuld zijn, stelt zij de Raad voor dat de Raad de waakzaamheidsfase voor de interne markt activeert. De Raad kan de waakzaamheidsfase voor de interne markt activeren door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad. De duur van die activering wordt in de uitvoeringshandeling vastgesteld en bedraagt ten hoogste zes maanden. Die uitvoeringshandeling omvat het volgende:
 

a)

een beoordeling van de mogelijke gevolgen van de crisis voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, op de interne markt en op de toeleveringsketens daarvan;

 

b)

een lijst van de betrokken goederen en diensten van kritiek belang, en

 

c)

de te nemen waakzaamheidsmaatregelen, met inbegrip van een motivering van de noodzaak en evenredigheid van deze maatregelen.

  • 2. 
    Bij de beoordeling of de in artikel 3, punt 2), vastgelegde voorwaarden vervuld zijn om te bepalen of de waakzaamheidsfase voor de interne markt moet worden geactiveerd, houden de Commissie en de Raad ten minste rekening met de volgende criteria:
 

a)

de verwachte tijd voordat een dreigende crisis naar een noodfase voor de interne markt escaleert;

 

b)

het aantal of de marktpositie van marktdeelnemers die naar verwachting door de crisis zullen worden getroffen;

 

c)

de mate waarin goederen en diensten van kritiek belang naar verwachting door de crisis zullen worden getroffen, en

 

d)

het geografische gebied dat naar verwachting door de crisis zal worden getroffen, met specifieke aandacht voor de gevolgen voor grensregio’s en ultraperifere gebieden.

Artikel 15

Verlenging en deactivering

  • 1. 
    Indien de Commissie van oordeel is dat de redenen voor de activering van de waakzaamheidsfase voor de interne markt krachtens artikel 14, lid 1, van toepassing blijven, en rekening houdend met het advies van de raad, stelt zij de Raad voor dat de Raad de waakzaamheidsfase voor de interne markt met maximaal zes maanden verlengt. Behoudens dringende en uitzonderlijke veranderingen in de omstandigheden stelt de Commissie alles in het werk om dit voorstel uiterlijk dertig dagen vóór het verstrijken van de periode waarvoor de waakzaamheidsfase voor de interne markt is geactiveerd, in te dienen. Op basis van dat voorstel kan de Raad kan de waakzaamheidsfase voor de interne markt telkens met maximaal zes maanden verlengen door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad.
  • 2. 
    Indien de Commissie, rekening houdend met het advies van de raad, vaststelt dat de in artikel 3, punt 2), bedoelde voorwaarden niet langer zijn vervuld ten aanzien van bepaalde of alle waakzaamheidsmaatregelen of bepaalde of alle goederen en diensten van kritiek belang, stelt zij de Raad voor de waakzaamheidsfase voor de interne markt geheel of gedeeltelijk te deactiveren. Op basis van dat voorstel kan de Raad de waakzaamheidsfase voor de interne markt deactiveren door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad.

HOOFDSTUK II

Waakzaamheidsmaatregelen

Artikel 16

Monitoring

  • 1. 
    Wanneer de waakzaamheidsfase voor de interne markt overeenkomstig artikel 14 is geactiveerd, monitoren de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de toeleveringsketens van goederen en diensten van kritiek belang en het vrije verkeer van personen, met inbegrip van werknemers, die betrokken zijn bij de productie en levering van die goederen en diensten.
  • 2. 
    De Commissie zorgt voor gestandaardiseerde en veilige elektronische middelen voor de verzameling van de via de in lid 1 bedoelde monitoring verkregen informatie en voor de geaggregeerde verwerking van die informatie. Onverminderd het nationale recht dat, in overeenstemming met het Unierecht, voorschrijft dat verzamelde informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen, vertrouwelijk moet blijven, wordt de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie en informatie die is gerelateerd aan de veiligheid en de openbare orde van de Unie of de lidstaten gewaarborgd.
  • 3. 
    De lidstaten stellen waar mogelijk een inventaris op, en houden die bij, van de op hun nationale grondgebied gevestigde relevante marktdeelnemers die actief zijn in de toeleveringsketens van goederen en diensten van kritiek belang. De inhoud van de inventaris is te allen tijde vertrouwelijk.
  • 4. 
    Op basis van de krachtens lid 3 opgestelde inventaris richten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, wanneer het niet mogelijk is de informatie uit andere bronnen te verkrijgen, verzoeken om vrijwillige verstrekking van informatie aan de meest relevante marktdeelnemers in de toeleveringsketens van goederen en diensten van kritiek belang die op hun respectieve nationale grondgebied actief zijn. In die verzoeken wordt met name vermeld welke informatie wordt gevraagd over factoren die van invloed zijn op de beschikbaarheid van de geïdentificeerde goederen en diensten van kritiek belang. De marktdeelnemer tot wie een verzoek is gericht verstrekt de gevraagde informatie op vrijwillige basis in overeenstemming met de mededingingsregels van de Unie die van toepassing zijn op de uitwisseling van informatie. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zenden de bevindingen onverwijld via het respectieve centrale verbindingsbureau toe aan de Commissie en de raad.
  • 5. 
    De bevoegde autoriteiten van de lidstaten houden terdege rekening met de administratieve lasten voor marktdeelnemers, en met name micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, die gepaard kunnen gaan met informatieverzoeken, en zorgen ervoor dat deze administratieve lasten tot een minimum worden beperkt en dat de vertrouwelijkheid van de informatie in acht wordt genomen.
  • 6. 
    Op basis van de informatie die via de overeenkomstig lid 1 uitgevoerde monitoringactiviteiten is verzameld, dient de Commissie bij de raad een verslag van de geaggregeerde bevindingen in.
  • 7. 
    De Commissie kan de raad verzoeken de geaggregeerde bevindingen en ontwikkelingsperspectieven te bespreken op basis van de informatie die de lidstaten op grond van de leden 1 en 4 hebben verkregen met betrekking tot hun monitoring van de toeleveringsketens van goederen en diensten van kritiek belang, en waarborgt in dat geval de vertrouwelijkheid en eerbiedigt de commerciële gevoeligheid van de betrokken informatie.
  • 8. 
    De Commissie kan ook relevante informatie met de lidstaten delen die via andere monitoringmiddelen of -systemen is verkregen.

TITEL IV

NOODSITUATIE OP DE INTERNE MARKT

HOOFDSTUK I

Noodfase voor de interne markt

Artikel 17

Criteria voor activering

  • 1. 
    Bij de beoordeling of de in artikel 3, punt 3), bedoelde voorwaarden vervuld zijn om te bepalen of de noodfase voor de interne markt moet worden geactiveerd, beoordelen de Commissie en de Raad op basis van concreet en betrouwbaar bewijsmateriaal of de crisis een of meer belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, diensten of personen opwerpt die gevolgen hebben voor ten minste één sector van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten op de interne markt.

Wanneer de crisis leidt tot een verstoring van de werking van toeleveringsketens, beoordelen de Commissie en de Raad, naast de in de eerste alinea genoemde criteria, of de goederen of diensten kunnen worden gediversifieerd of vervangen, dan wel of de betrokken werknemers kunnen worden vervangen.

  • 2. 
    Bij de toepassing van lid 1 houden de Commissie en de Raad met name rekening met de volgende indicatoren:
 

a)

het aantal significante incidenten dat op grond van artikel 13, lid 1, is gemeld;

 

b)

het feit dat de crisis heeft geleid tot de activering van een van de volgende maatregelen:

 

i)

een relevant crisisresponsmechanisme van de Raad, met inbegrip van de IPCR;

 

ii)

het UCPM, of

 

iii)

elk van de mechanismen die zijn opgezet binnen het EU-kader voor gezondheidsbeveiliging, met inbegrip van het noodkader dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2022/2372;

 

c)

een schatting van het aantal of de marktpositie van, en de marktvraag naar, marktdeelnemers, alsmede een schatting van het aantal gebruikers die voor de levering van de betrokken goederen of diensten afhankelijk zijn van de verstoorde sector of sectoren van de interne markt;

 

d)

een schatting van de soorten goederen en diensten of het aantal door de crisis getroffen personen, met inbegrip van werknemers;

 

e)

de gevolgen of potentiële gevolgen van de crisis in termen van ernst en duur van de crisis voor vitale maatschappelijke functies en economische activiteiten, het milieu en de openbare veiligheid;

 

f)

het feit dat de door de crisis getroffen marktdeelnemers er niet in zijn geslaagd binnen een redelijke termijn op vrijwillige basis een oplossing te bieden voor de specifieke aspecten van de crisis;

 

g)

het geografische gebied, met inbegrip van grensregio’s en ultraperifere gebieden, dat door de crisis wordt en kan worden getroffen, met inbegrip van eventuele grensoverschrijdende gevolgen voor de werking van toeleveringsketens die onontbeerlijk zijn voor de instandhouding van vitale maatschappelijke of economische activiteiten op de interne markt;

 

h)

het belang van de getroffen marktdeelnemers voor de handhaving van een toereikend niveau van aanvoer van de goederen en diensten, rekening houdend met de beschikbaarheid van alternatieve middelen voor de voorziening van die goederen of diensten, en

 

i)

het ontbreken van of tekorten aan alternatieven voor goederen of diensten.

Artikel 18

Activering

  • 1. 
    De noodfase voor de interne markt wordt alleen geactiveerd indien aan de criteria van artikel 17, lid 1, is voldaan.
  • 2. 
    De noodfase voor de interne markt kan worden geactiveerd zonder dat voor dezelfde goederen of diensten eerder de waakzaamheidsfase voor de interne markt is geactiveerd.

De activering van de noodfase voor de interne markt met betrekking tot bepaalde goederen en diensten belet niet dat ten aanzien van dezelfde goederen en diensten de waakzaamheidsfase voor de interne markt wordt geactiveerd of voortgezet en dat de in artikel 16 vastgestelde waakzaamheidsmaatregelen worden uitgevoerd. Wanneer de waakzaamheidsfase voor de interne markt eerder is geactiveerd, kan de noodfase voor de interne markt deze geheel of gedeeltelijk vervangen.

  • 3. 
    Wanneer de Commissie, rekening houdend met het advies van de raad, van oordeel is dat er sprake is van een noodsituatie op de interne markt, stelt zij de Raad voor de noodfase voor de interne markt te activeren en in voorkomend geval een lijst van crisisrelevante goederen en diensten vast te stellen.
  • 4. 
    De Raad kan de noodfase voor de interne markt activeren en, in voorkomend geval, een lijst van crisisrelevante goederen en/of crisisrelevante diensten vaststellen door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad op basis van een voorstel van de Commissie. De duur van de activering wordt in de uitvoeringshandeling vastgesteld en bedraagt ten hoogste zes maanden. De lijst van crisisrelevante goederen en diensten kan door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad op basis van een voorstel van de Commissie worden gewijzigd.

Artikel 19

Verlenging en deactivering

  • 1. 
    Indien de Commissie van oordeel is dat de redenen voor de activering van de noodfase voor de interne markt krachtens artikel 17, lid 1, van toepassing blijven, en rekening houdend met het advies van de raad, stelt zij de Raad voor dat de Raad de noodfase voor de interne markt verlengt. Onder voorbehoud van dringende en uitzonderlijke veranderingen in de omstandigheden stelt de Commissie alles in het werk om dit voorstel uiterlijk dertig dagen vóór het verstrijken van de periode waarvoor de noodfase voor de interne markt is geactiveerd, in te dienen. Op basis van dat voorstel kan de Raad de noodfase voor de interne markt telkens met maximaal zes maanden verlengen door middel van een uitvoeringshandeling van de Raad.
  • 2. 
    Wanneer de raad concrete en betrouwbare aanwijzingen heeft dat de noodfase voor de interne markt moet worden gedeactiveerd, kan zij een advies met die strekking opstellen en aan de Commissie overleggen. Wanneer de Commissie, rekening houdend met het advies van de raad, van oordeel is dat er niet langer sprake is van een noodsituatie op de interne markt, stelt zij de Raad onverwijld voor de noodfase voor de interne markt te deactiveren.
  • 3. 
    De maatregelen die zijn genomen in overeenstemming met de artikelen 27 tot en met 35 komen te vervallen zodra de noodfase voor de interne markt wordt gedeactiveerd.

HOOFDSTUK II

Vrij verkeer tijdens een noodsituatie op de interne markt

Deel I

Maatregelen om het vrije verkeer te vergemakkelijken

Artikel 20

Beperkingen van het vrije verkeer tijdens de noodfase voor de interne markt

  • 1. 
    Onverminderd artikel 21 zorgen de lidstaten er bij de vaststelling en toepassing van nationale maatregelen naar aanleiding van een noodsituatie op de interne markt voor dat die maatregelen in overeenstemming zijn met het Unierecht, onder meer wat betreft non-discriminatie, rechtvaardiging en evenredigheid.
  • 2. 
    De lidstaten zorgen er met name voor dat de in lid 1 bedoelde maatregelen worden ingetrokken zodra zij niet langer gerechtvaardigd of evenredig zijn.
  • 3. 
    De lidstaten zien erop toe dat verplichtingen die aan burgers of marktdeelnemers worden opgelegd, geen ongerechtvaardigde of onnodige administratieve lasten veroorzaken.
  • 4. 
    De lidstaten zien erop toe dat alle betrokken burgers en belanghebbenden op duidelijke en eenduidige wijze in kennis worden gesteld van maatregelen tot beperking van het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers en dienstverleners, voordat deze maatregelen in werking treden. De lidstaten zorgen voor een permanente dialoog met de belanghebbenden, waaronder communicatie met sociale partners en internationale partners.

Artikel 21

Verboden beperkingen van het recht van vrij verkeer tijdens een noodsituatie op de interne markt

Tijdens een noodfase voor de interne markt en bij de respons op een noodsituatie op de interne markt zien de lidstaten ervan af de volgende beperkingen in te voeren:

 

a)

maatregelen die niet in de tijd beperkt zijn;

 

b)

uitvoerverboden binnen de Unie, of maatregelen met gelijke werking, voor crisisrelevante goederen of diensten of verboden op de doorvoer van crisisrelevante goederen of maatregelen met gelijke werking;

 

c)

maatregelen die de uitvoer van goederen binnen de Unie beperken, of maatregelen met gelijke werking, of maatregelen die de grensoverschrijdende verlening of ontvangst van diensten beperken, wanneer die beperkingen leiden tot een van het volgende:

 

i)

verstoringen van de toeleveringsketens van crisisrelevante goederen en diensten, of

 

ii)

nieuwe of grotere tekorten aan dergelijke goederen en diensten op de interne markt;

 

d)

maatregelen die discriminatie inhouden tussen personen die het recht op vrij verkeer krachtens het Unierecht wensen uit te oefenen, op basis van nationaliteit of, in het geval van ondernemingen, de plaats van hun maatschappelijke zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging;

 

e)

maatregelen die begunstigden van het recht op vrij verkeer krachtens het Unierecht het volgende ontzeggen: het recht om het grondgebied van de lidstaat van nationaliteit of verblijf binnen te komen; het recht om het grondgebied van een lidstaat te verlaten om zich naar hun lidstaat van nationaliteit of van verblijf te begeven; of het recht om door een lidstaat te reizen teneinde zich naar hun lidstaat van nationaliteit of van verblijf te begeven;

 

f)

maatregelen die zakenreizen verbieden die verband houden met onderzoek en ontwikkeling, met de productie, het in de handel brengen of daarmee verband houdende inspecties en onderhoud van crisisrelevante goederen;

 

g)

maatregelen die reizen tussen lidstaten om dwingende gezinsredenen verbieden, wanneer dergelijke reizen zijn toegestaan binnen de lidstaat die een dergelijke maatregel invoert;

 

h)

maatregelen die reisbeperkingen opleggen aan dienstverleners, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en werknemers, waardoor zij niet tussen lidstaten kunnen reizen om toegang te krijgen tot hun plaats van activiteit of werkplek wanneer er geen dergelijke reisbeperkingen zijn binnen de lidstaat die een dergelijke maatregel invoert;

 

i)

maatregelen die beperkingen opleggen ter voorkoming van:

 

i)

reizen van aanbieders van crisisrelevante diensten, vertegenwoordigers en werknemers die betrokken zijn bij de productie van crisisrelevante goederen of bij de verlening van crisisrelevante diensten, of van werknemers op het gebied van civiele bescherming, of

 

ii)

het vervoer van de uitrusting van de in punt i) bedoelde personen naar de plaats waar zij werkzaam zijn.

Artikel 22

Maatregelen ter beperking van het vrije verkeer van personen

  • 1. 
    Tijdens de noodfase voor de interne markt en ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van personen als bedoeld in artikel 21, punten f) tot en met i), kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen administratieve regelingen vaststellen of de lidstaten voorzien van digitale instrumenten om de identificatie van de categorieën personen en de verificatie van de in die bepalingen bedoelde feiten door de lidstaten in samenwerking met de andere betrokken lidstaten en de Commissie te vergemakkelijken.
  • 2. 
    Indien de Commissie tijdens de noodfase voor de interne markt vaststelt dat de lidstaten modellen hebben ingevoerd waarmee een natuurlijke persoon of marktdeelnemer kan verklaren te voldoen aan de algemene vereisten vastgelegd in nationale noodmaatregelen en zij van mening is dat het gebruik van verschillende modellen door de lidstaten een belemmering vormt voor het vrije verkeer van die personen of marktdeelnemers en hun uitrusting, kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen modellen vaststellen die de lidstaten op vrijwillige basis kunnen gebruiken.
  • 3. 
    Onverminderd het relevante Unierecht en de toepasselijke nationale rechtsregels en procedures geven de lidstaten voorrang aan procedures voor verklaring, registratie of vergunningverlening met betrekking tot aanbieders van crisisrelevante diensten.
  • 4. 
    De Commissie bepaalt de categorieën personen die betrokken zijn bij de productie of levering van crisisrelevante goederen en diensten, voor wie het nodig is het vrij verkeer te vergemakkelijken, door, door middel van uitvoeringshandelingen, na overleg met de raad, modellen vast te stellen die op vrijwillige basis door de lidstaten kunnen worden gebruikt.
  • 5. 
    De in de leden 1, 2 en 4 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 45, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de interne markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.
  • 6. 
    De Commissie maakt informatie over de beperkende maatregelen die zij op grond van dit artikel heeft vastgesteld, openbaar op een speciale website.

Deel II

Transparantie en administratieve bijstand

Artikel 23

Transparantie

  • 1. 
    Wanneer de noodfase voor de interne markt overeenkomstig artikel 18, lid 4, is geactiveerd, delen de lidstaten de tekst van eventuele noodmaatregelen die in reactie op de crisis zijn genomen, onverwijld en na de vaststelling ervan mee aan de Commissie en de andere lidstaten via het verbindingsbureau op Unieniveau. Deze verplichting is alleen van toepassing wanneer die maatregelen beperkingen inhouden op de uitoefening van het recht op vrij verkeer van personen tussen de lidstaten en niet reeds onder een informatie- of kennisgevingsverplichting uit hoofde van andere Uniewetgeving vallen. Deze kennisgeving omvat:
 

a)

de redenen voor dergelijke maatregelen, met inbegrip van de redenen die aantonen dat de maatregelen gerechtvaardigd en evenredig zijn, alsmede alle onderliggende wetenschappelijke of andere gegevens die de vaststelling ervan ondersteunen;

 

b)

het toepassingsgebied van dergelijke maatregelen;

 

c)

de datum van vaststelling, de datum van toepassing en de duur van die maatregelen.

  • 2. 
    De lidstaten kunnen de Commissie en de andere lidstaten via het verbindingsbureau op Unieniveau de ontwerptekst van in lid 1 bedoelde maatregelen meedelen voordat deze worden vastgesteld, samen met de in lid 1, punten a), b) en c), bedoelde informatie.
  • 3. 
    De in lid 2 bedoelde mededeling belet de lidstaten niet de betrokken maatregelen vast te stellen.
  • 4. 
    De lidstaten verstrekken het publiek en tegelijkertijd de Commissie zo spoedig mogelijk duidelijke, volledige en tijdige informatie waarin de in lid 1 bedoelde maatregelen worden toegelicht.
  • 5. 
    De Commissie coördineert de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten en publiceert, op basis van de uit hoofde van dit artikel ontvangen informatie, op een speciale website die beschikbaar is in alle officiële talen van de instellingen van de Unie, relevante informatie over eventuele beperkingen op de uitoefening van het recht op vrij verkeer, met inbegrip van informatie over het toepassingsgebied en de duur van de betrokken nationale maatregelen, en, indien mogelijk, realtime-informatie. Die speciale website kan een interactieve kaart met relevante realtime-informatie over die maatregelen bevatten.
  • 6. 
    De Commissie stelt de op grond van de leden 1, 2 en 4 ontvangen informatie ter beschikking van de raad.
  • 7. 
    De in de leden 1, 2 en 4 bedoelde informatie wordt doorgegeven via een door de Commissie verstrekt beveiligd instrument.

Artikel 24

Centrale contactpunten in de lidstaten

  • 1. 
    Elke lidstaat beheert een nationaal centraal contactpunt dat burgers, consumenten, marktdeelnemers en werknemers en hun vertegenwoordigers het volgende verleent:
 

a)

bijstand bij het aanvragen en verkrijgen van informatie over nationale beperkingen van het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en werknemers die zijn ingevoerd tijdens de noodfase voor de interne markt;

 

b)

bijstand bij de uitvoering van eventuele crisisprocedures en -formaliteiten op nationaal niveau die zijn ingesteld wegens de activering van de noodfase voor de interne markt.

  • 2. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat burgers, consumenten, marktdeelnemers en werknemers en hun vertegenwoordigers op hun verzoek en via het relevante centrale contactpunt informatie van de bevoegde autoriteiten kunnen verkrijgen over de wijze waarop de respectieve nationale crisisresponsmaatregelen in het algemeen worden geïnterpreteerd en toegepast. In voorkomend geval omvat deze informatie een gids met stapsgewijze uitleg. Die informatie wordt in duidelijke en begrijpelijke taal verstrekt. De informatie is eenvoudig op afstand en langs elektronische weg toegankelijk en wordt bijgewerkt.
  • 3. 
    De lidstaten maken de in lid 1 bedoelde informatie ook toegankelijk in een officiële taal van de instellingen van de Unie die door een zo groot mogelijk aantal grensoverschrijdende gebruikers wordt begrepen, en stellen alles in het werk om dergelijke informatie in andere officiële talen van de instellingen van de Unie te verstrekken, met bijzondere aandacht voor de situatie en de behoeften van de grensregio’s.

Artikel 25

Centraal contactpunt op Unieniveau

  • 1. 
    De Commissie zet een centraal contactpunt op Unieniveau op en beheert dit.
  • 2. 
    Het centrale contactpunt op Unieniveau:
 

a)

biedt burgers, consumenten, marktdeelnemers, werknemers en hun vertegenwoordigers bijstand bij het aanvragen en verkrijgen van informatie over crisisresponsmaatregelen op Unieniveau die relevant zijn voor of gevolgen hebben voor het vrije verkeer van goederen, diensten en personen, met inbegrip van werknemers, tijdens de noodfase voor de interne markt;

 

b)

biedt burgers, consumenten, marktdeelnemers, werknemers en hun vertegenwoordigers bijstand bij de uitvoering van eventuele crisisprocedures en -formaliteiten die op Unieniveau zijn ingesteld wegens de activering van de noodfase voor de interne markt;

 

c)

stelt een lijst van alle nationale crisismaatregelen en nationale contactpunten vast en publiceert deze.

  • 3. 
    Aan het centrale contactpunt op Unieniveau worden voldoende personele en financiële middelen toegewezen.

HOOFDSTUK III

Responsmaatregelen bij een noodsituatie op de interne markt

Deel I

Informatieverzoeken, noodprocedures in het kader van de productwetgeving van de Unie en als prioritair aangemerkte verzoeken

Artikel 26

Vereiste van activering in twee stappen

  • 1. 
    De maatregelen uit hoofde van dit deel worden alleen door de Commissie vastgesteld wanneer een noodfase voor de interne markt is geactiveerd en de Raad op grond van artikel 18, lid 4, een lijst heeft opgesteld.
  • 2. 
    Een uitvoeringshandeling tot invoering van een maatregel uit hoofde van dit deel stelt duidelijk en specifiek vast op welke crisisrelevante goederen of diensten een dergelijke maatregel van toepassing is. Deze maatregel geldt alleen voor de duur van de noodfase voor de interne markt.

Artikel 27

Informatieverzoeken aan marktdeelnemers

  • 1. 
    De Commissie kan de relevante marktdeelnemers in de toeleveringsketens van crisisrelevante goederen of diensten verzoeken om in de volgende omstandigheden op vrijwillige basis en binnen een bepaalde termijn specifieke informatie te verstrekken:
 

a)

er zijn ernstige tekorten aan crisisrelevante goederen of diensten of er is een onmiddellijke dreiging daarvan;

 

b)

de gevraagde informatie is strikt noodzakelijk om te beoordelen of een van de in artikel 28 of de artikelen 34 tot en met 39 bedoelde maatregelen dergelijke tekorten of de onmiddellijke dreiging daarvan kan verminderen;

 

c)

de informatie die via de raad wordt verstrekt of via andere middelen van de lidstaten is verkregen in de noodfase of de waakzaamheidsfase voor de interne markt, volstaat niet, en

 

d)

de Commissie is niet in staat dergelijke informatie uit andere bronnen te verkrijgen.

De Commissie beoordeelt, na raadpleging van de raad, of er sprake is van de in de eerste alinea bedoelde voorwaarden.

  • 2. 
    De Commissie kan door middel van een uitvoeringshandeling een informatieverzoek indienen in het geval dat:
 

a)

binnen de vastgestelde termijn op grond van lid 1 geen informatie op vrijwillige basis aan de Commissie wordt verstrekt, of

 

b)

de informatie die de Commissie heeft ontvangen, via de vrijwillige verstrekking van informatie op grond van lid 1 of uit andere bronnen die beschikbaar zijn tijdens de noodfase of de waakzaamheidsfase voor de interne markt, nog steeds ontoereikend is om te beoordelen of de toepassing van de in artikel 28 of de artikelen 34 tot en met 39 vastgestelde maatregelen de ernstige tekorten aan crisisrelevante goederen of diensten of de onmiddellijke dreiging van dergelijke tekorten zou verminderen, en of dergelijke maatregelen moeten worden genomen.

  • 3. 
    Alvorens een uitvoeringshandeling als bedoeld in lid 2 vast te stellen, en rekening houdend met het advies van de raad:
 

a)

beoordeelt de Commissie of een dergelijk informatieverzoek noodzakelijk en evenredig is voor de verwezenlijking van de in lid 1, punt b), vastgestelde doelstellingen, en

 

b)

houdt de Commissie terdege rekening met de administratieve lasten die een dergelijk verzoek kan meebrengen voor de betrokken marktdeelnemers, met name voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, en stelt zij dienovereenkomstig de termijnen voor de indiening van de informatie vast.

  • 4. 
    De in de leden 1 en 2 bedoelde verzoeken om informatie worden beperkt tot gerichte informatie over:
 

a)

de productiecapaciteit en eventuele bestaande voorraden van de crisisrelevante goederen in productiefaciliteiten die in de Unie zijn gevestigd of productiefaciliteiten in een derde land die de relevante marktdeelnemers exploiteren, waarmee zij contracten sluiten of waar zij voorraden aankopen, met volledige inachtneming van handels- en bedrijfsgeheimen;

 

b)

indien beschikbaar, het tijdschema van de verwachte output van crisisrelevante goederen in productiefaciliteiten in de Unie en in derde landen waar de relevante marktdeelnemer actief is of waarmee de marktdeelnemer contracten sluit, voor de drie maanden na ontvangst van het informatieverzoek;

 

c)

eventuele relevante verstoringen van of tekorten in toeleveringsketens van crisisrelevante goederen of diensten.

  • 5. 
    De uitvoeringshandeling die voorziet in een informatieverzoek van de Commissie aan marktdeelnemers op grond van lid 2:
 

a)

specificeert welke crisisrelevante goederen en diensten relevant zijn voor het informatieverzoek;

 

b)

specificeert de relevante marktdeelnemers die in de toeleveringsketens van crisisrelevante goederen of diensten actief zijn en waarop het informatieverzoek betrekking heeft;

 

c)

specificeert de gevraagde informatie, en verstrekt, indien nodig, een model met vragen die aan de individuele relevante marktdeelnemers kunnen worden voorgelegd;

 

d)

toont aan dat er sprake is van de in lid 1, punt b), bedoelde uitzonderlijke noodzaak waarvoor om informatie wordt verzocht, en bevat de in lid 3, punt a), bedoelde beoordeling;

 

e)

licht het doel van het verzoek, het beoogde gebruik van de gevraagde informatie en de duur van dat gebruik toe, en

 

f)

specificeert de periode binnen welke de marktdeelnemer de Commissie kan verzoeken het verzoek te wijzigen.

Het informatieverzoek waarin de in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandeling voorziet, wordt opgesteld in heldere, beknopte en begrijpelijke taal en houdt rekening met de bescherming van handelsgeheimen en de inspanningen die de marktdeelnemer moet leveren om de informatie op vrijwillige basis beschikbaar te stellen, met name wanneer het een micro-, kleine of middelgrote onderneming betreft.

  • 6. 
    Naar aanleiding van het verzoek van de Commissie om informatie van de marktdeelnemers door middel van een uitvoeringshandeling op grond van lid 2, richt de Commissie een individueel besluit tot elk van de betrokken marktdeelnemers uit de in die uitvoeringshandeling gespecificeerde categorie, waarin zij hun verzoekt de in die uitvoeringshandeling gespecificeerde informatie te verstrekken of toe te lichten waarom zij dergelijke informatie niet kunnen verstrekken. De Commissie baseert zich waar mogelijk op de door de lidstaten opgestelde relevante en beschikbare inventaris van de relevante marktdeelnemers, die door de lidstaten zijn opgesteld overeenkomstig artikel 16, lid 3. De Commissie kan ook, indien relevant, bij de lidstaten de nodige informatie over de betrokken marktdeelnemers inwinnen.
  • 7. 
    De besluiten van Commissie met individuele informatieverzoeken die zijn vastgesteld op grond van lid 6 zijn naar behoren gemotiveerd en evenredig wat betreft het volume, de aard en de granulariteit van de gegevens alsook de frequentie van de toegang tot de gevraagde gegevens, en zijn noodzakelijk voor het beheersen van de noodsituatie.

Dergelijke besluiten bevat alle volgende elementen:

 

a)

een verwijzing naar de in lid 2 bedoelde uitvoeringshandeling waarop zij gebaseerd zijn;

 

b)

een beschrijving van de situaties van ernstige crisisgerelateerde tekorten of een ophanden zijnde dreiging daarvan die de aanleiding waren voor het besluit;

 

c)

waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig artikel 42 voor de niet-openbaarmaking van gevoelige bedrijfsinformatie, voor de niet-openbaarmaking van handelsgeheimen en voor de bescherming van intellectuele eigendom in het antwoord overeenkomstig artikel 43;

 

d)

informatie over de mogelijkheid om het besluit aan te vechten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie overeenkomstig het desbetreffende Unierecht;

 

e)

een redelijke termijn van maximaal twintig werkdagen waarbinnen de informatie of de motivering van de weigering om dergelijke informatie te verschaffen, moet worden verstrekt.

Bij de vaststelling van de in de tweede alinea, punt e), bedoelde termijn houdt de Commissie met name rekening met de omvang van de betrokken marktdeelnemer wat betreft werknemers en de inspanningen die nodig zijn om informatie te verzamelen en beschikbaar te stellen.

De marktdeelnemer kan om een eenmalige verlenging van de termijn tot twee dagen vóór het verstrijken ervan verzoeken indien de ernst van de situatie een dergelijke verlenging vereist. De Commissie reageert binnen één werkdag op een dergelijk verzoek om verlenging van de termijn.

  • 8. 
    Wanneer de verwerking van een informatieverzoek door een marktdeelnemer zijn activiteiten aanzienlijk kan verstoren, kan die marktdeelnemer weigeren de gevraagde informatie te verschaffen en verstrekt die marktdeelnemer in dat geval de redenen voor die weigering aan de Commissie. De Commissie maakt een dergelijke weigering om de gevraagde informatie te verstrekken, of de redenen daarvoor, niet openbaar.
  • 9. 
    De Commissie stuurt onverwijld een afschrift van elk informatieverzoek als bedoeld in de leden 1 en 2 toe aan de relevante bevoegde autoriteit van de lidstaat op het grondgebied waarvan de marktdeelnemer is gevestigd. Indien die bevoegde autoriteit daarom verzoekt, zendt de Commissie de van de desbetreffende marktdeelnemer verkregen informatie aan haar door overeenkomstig het recht van de Unie.
  • 10. 
    Na ontvangst van informatie naar aanleiding van een informatieverzoek als bedoeld in de leden 1 en 2 doet de Commissie het volgende:
 

a)

zij gebruikt de informatie uitsluitend op een wijze die verenigbaar is met het doel waarvoor de informatie is opgevraagd;

 

b)

zij zorgt, voor zover de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is, voor de uitvoering van technische en organisatorische maatregelen die de vertrouwelijkheid en integriteit van de gevraagde informatie, met name persoonsgegevens, waarborgen en die de rechten en vrijheden van de betrokken personen beschermen;

 

c)

zij wist de informatie zodra deze niet langer nodig is voor het aangegeven doel en stelt de marktdeelnemer en de relevante bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat er onverwijld van in kennis dat de informatie is gewist, tenzij archivering van de informatie vereist is voor transparantiedoeleinden overeenkomstig het nationale recht.

  • 11. 
    Elke betrokken marktdeelnemer of eenieder die naar behoren bevoegd is om die marktdeelnemer te vertegenwoordigen, verstrekt de gevraagde informatie op individuele basis in overeenstemming met de mededingingsregels van de Unie die van toepassing zijn op de uitwisseling van informatie.
  • 12. 
    De in lid 2 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de interne markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.
  • 13. 
    Informatieverzoeken uit hoofde van dit artikel hebben geen betrekking op informatie waarvan de openbaarmaking in strijd zou zijn met de wezenlijke belangen van de nationale veiligheid van de lidstaten.

Artikel 28

Activering van noodprocedures in relevante productwetgeving van de Unie

  • 1. 
    Wanneer de noodfase voor de interne markt is geactiveerd door middel van een krachtens artikel 18 van deze verordening vastgestelde uitvoeringshandeling van de Raad en er een tekort aan bepaalde crisisrelevante goederen is, kan de Commissie ten aanzien van die crisisrelevante goederen door middel van uitvoeringshandelingen de noodprocedures activeren die zijn opgenomen in de rechtshandelingen van de Unie die zijn gewijzigd bij Verordening (EU) 2024/2748 van het Europees Parlement en de Raad (55) en Richtlijn (EU) 2024/2749 van het Europees Parlement en de Raad (56). In die uitvoeringshandelingen worden de crisisrelevante goederen en noodprocedures vermeld waarop de activering van toepassing is, de redenen gegeven voor die activering en de evenredigheid ervan, en wordt de duur van die activering vermeld.
  • 2. 
    Een activering van noodprocedures zoals bedoeld in lid 1 is alleen van toepassing voor de duur van de noodfase voor de interne markt.
  • 3. 
    De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de gevolgen van de crisis op de interne markt, stelt de Commissie volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde procedure onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vast.

Artikel 29

Als prioritair aangemerkte verzoeken

  • 1. 
    De Commissie kan in uitzonderlijke situaties, na raadpleging van de lidstaten waarin de marktdeelnemers zijn gevestigd en zo veel mogelijk rekening houdend met hun inzichten, een verzoek richten tot een of meer in de Unie gevestigde marktdeelnemers om de productie of levering van crisisrelevante goederen te aanvaarden en daaraan voorrang te geven (“als prioritair aangemerkte verzoeken”), wanneer:
 

a)

er sprake is van een ernstig en aanhoudend tekort aan crisisrelevante goederen waarop het verzoek betrekking heeft, en

 

b)

de productie of levering van dergelijke goederen niet kon worden verwezenlijkt door middel van andere maatregelen waarin deze verordening voorziet, met inbegrip van de in artikel 35 of in titel V bedoelde maatregelen.

  • 2. 
    De Commissie toont aan dat de keuze van de ontvangers en begunstigden van de in dit artikel bedoelde als prioritair aangemerkte verzoeken niet-discriminerend is en in overeenstemming is met de mededingingsregels van de Unie.
  • 3. 
    De Commissie baseert de in dit artikel bedoelde als prioritair aangemerkte verzoeken op objectieve, feitelijke, meetbare en onderbouwde gegevens waaruit blijkt dat een dergelijke prioritering onontbeerlijk is om de instandhouding van vitale maatschappelijke functies of economische activiteiten op de interne markt te waarborgen, en rekening houdend met de legitieme belangen van de marktdeelnemer en de kosten en inspanningen die nodig zijn voor elke wijziging in de productievolgorde van de toeleveringsketen. De Commissie geeft in het als prioritair aangemerkte verzoek uitdrukkelijk aan dat het de marktdeelnemer vrij staat om dat verzoek te weigeren.
  • 4. 
    Wanneer de marktdeelnemer tot wie het in lid 1 bedoelde als prioritair aangemerkte verzoek is gericht, dat verzoek uitdrukkelijk heeft aanvaard, stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast die voorziet in:
 

a)

de rechtsgrondslag van het als prioritair aangemerkte verzoek waaraan de marktdeelnemer moet voldoen;

 

b)

de goederen waarop het als prioritair aangemerkte verzoek betrekking heeft en de hoeveelheid waarin zij moeten worden geleverd;

 

c)

de termijnen waarbinnen het als prioritair aangemerkte verzoek moet worden afgehandeld;

 

d)

de begunstigden van het als prioritair aangemerkte verzoek, en

 

e)

de ontheffing van contractuele aansprakelijkheid onder de in lid 6 vastgestelde voorwaarden.

  • 5. 
    Het op grond van lid 4 gedane als prioritair aangemerkte verzoek wordt ingediend tegen een billijke en redelijke prijs, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de opportuniteitskosten van de marktdeelnemer bij het voldoen aan het als prioritair aangemerkte verzoek in vergelijking met bestaande uitvoeringsverbintenissen. Dat als prioritair aangemerkte verzoek heeft voorrang op eerdere particuliere of openbare uitvoeringsverbintenissen, uit hoofde van het privaat- of publiekrecht, met betrekking tot de goederen waarop het als prioritair aangemerkte verzoek van toepassing is.
  • 6. 
    De marktdeelnemer ten aanzien waarvan op grond van lid 4 een als prioritair aangemerkt verzoek is ingediend, is niet aansprakelijk voor een schending van een contractuele verbintenis die onder het recht van een lidstaat valt, mits:
 

a)

de schending van een contractuele verbintenisnoodzakelijk is om te voldoen aan de vereiste prioritering;

 

b)

is voldaan aan de in lid 4 bedoelde uitvoeringshandeling, en

 

c)

de aanvaarding van het als prioritair aangemerkte verzoek niet uitsluitend was bedoeld om ten onrechte een eerdere contractuele verbintenis te ontlopen.

  • 7. 
    De als prioritair aangemerkte verzoeken hebben geen betrekking op goederen waarvan de productie of levering in strijd zou zijn met de wezenlijke belangen van de nationale veiligheid of defensie van de lidstaten.
  • 8. 
    De Commissie stelt de in lid 4 bedoelde uitvoeringshandeling overeenkomstig het toepasselijke Unierecht vast, met inbegrip van de beginselen van noodzakelijkheid en evenredigheid, en de internationaalrechtelijke verplichtingen van de Unie.
  • 9. 
    De in lid 4 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
  • 10. 
    Wanneer een marktdeelnemer, na uitdrukkelijk te hebben ingestemd met een als prioritair aangemerkt verzoek, opzettelijk of door grove nalatigheid niet aan dat verzoek voldoet, kan de Commissie bij besluit, indien dit noodzakelijk en evenredig wordt geacht, de betrokken marktdeelnemer een geldboete opleggen. Die geldboete bedraagt niet meer dan 100 000 EUR. Geldboeten die aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen worden opgelegd, bedragen niet meer dan 25 000 EUR.

Artikel 30

Opleggen van geldboeten voor marktdeelnemers wegens niet-inwilliging van een uitdrukkelijk aanvaard als prioritair aangemerkt verzoek

  • 1. 
    Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete als bedoeld in artikel 29, lid 10, houdt de Commissie rekening met de omvang en de economische middelen van de betrokken marktdeelnemer, alsmede met de aard, de ernst en de duur van de niet-naleving van het uitdrukkelijk aanvaarde als prioritair aangemerkte verzoek, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met het beginsel van evenredigheid en redelijkheid.
  • 2. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft volledige rechtsmacht inzake beroepen tegen besluiten van de Commissie waarbij een geldboete is vastgesteld in overeenstemming met artikel 29, lid 10. Het Hof van Justitie kan de opgelegde geldboete vernietigen, verlagen of verhogen.

Artikel 31

Verjaringstermijn voor het opleggen van geldboeten

  • 1. 
    De bevoegdheid van de Commissie om overeenkomstig artikel 29, lid 10, geldboeten op te leggen, verjaart na twee jaar.
  • 2. 
    De verjaringstermijn gaat in op de dag waarop de Commissie kennisneemt van de niet-naleving van het uitdrukkelijk aanvaarde als prioritair aangemerkte verzoek. Bij voortdurende of voortgezette niet-inwilliging gaat de verjaringstermijn echter pas in op de dag waarop de niet-naleving is beëindigd.
  • 3. 
    De verjaring wordt gestuit door de maatregelen die de Commissie of de bevoegde autoriteiten van de lidstaten nemen om de inwilliging van het als prioritair aangemerkte verzoek te waarborgen.
  • 4. 
    De stuiting van de verjaring geldt voor alle partijen die aansprakelijk worden gesteld voor de deelname aan de niet-naleving.
  • 5. 
    Na elke stuiting begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen. De verjaring treedt echter ten laatste in op de dag waarop een termijn gelijk aan tweemaal de verjaringstermijn is verstreken zonder dat de Commissie een geldboete heeft opgelegd. Die termijn wordt verlengd met de periode waarin de verjaring is gestuit omdat tegen het besluit van de Commissie een procedure aanhangig is bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Artikel 32

Verjaringstermijn voor de invordering van de betaling van geldboeten

  • 1. 
    De verjaringstermijn voor de aan de Commissie verleende bevoegdheden om op grond van artikel 29, lid 10, genomen besluiten ten uitvoer te leggen, beloopt vijf jaar.
  • 2. 
    De verjaringstermijn gaat in op de dag waarop het besluit niet meer kan worden aangevochten.
  • 3. 
    De verjaringstermijn voor de invordering van de betaling van geldboeten wordt gestuit:
 

a)

door de kennisgeving van een besluit waarbij het oorspronkelijke bedrag van de geldboete wordt gewijzigd of waarbij een daartoe strekkend verzoek wordt afgewezen;

 

b)

door elke handeling van de Commissie of van een lidstaat op verzoek van de Commissie tot inning van de geldboete.

  • 4. 
    Na elke stuiting begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen.
  • 5. 
    De verjaringstermijn voor de invordering van de betaling van geldboeten wordt gestuit zolang:
 

a)

een betalingstermijn is toegestaan;

 

b)

de invordering van de betaling krachtens een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie is opgeschort.

Artikel 33

Recht om te worden gehoord voor het opleggen van geldboeten

  • 1. 
    Alvorens een besluit uit hoofde van artikel 29, lid 10, vast te stellen, stelt de Commissie de betrokken marktdeelnemer in de gelegenheid te worden gehoord over:
 

a)

voorlopige bevindingen van de Commissie, met inbegrip van alle zaken waartegen de Commissie bezwaren heeft gemaakt;

 

b)

maatregelen die de Commissie zou kunnen nemen in het licht van de voorlopige bevindingen op grond van punt a) van dit lid.

  • 2. 
    De betrokken marktdeelnemers kunnen hun opmerkingen over de voorlopige bevindingen van de Commissie op grond van lid 1, punt a), indienen binnen een termijn die de Commissie in haar voorlopige bevindingen vastlegt en die niet minder dan 21 dagen bedraagt.
  • 3. 
    De Commissie neemt haar besluiten uitsluitend op basis van punten van bezwaar waarop de betrokken marktdeelnemers hebben kunnen reageren.
  • 4. 
    Het recht van verdediging van de betrokken marktdeelnemer wordt in de loop van elke procedure ten volle geëerbiedigd. De betrokken marktdeelnemer heeft recht tot inzage van het dossier van de Commissie volgens de voorwaarden van een overeengekomen inzageverlening, onder voorbehoud van het rechtmatige belang van de marktdeelnemers inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Het recht tot inzage van het dossier geldt niet voor vertrouwelijke inlichtingen en interne documenten van de Commissie of de autoriteiten van de lidstaten. Met name geldt het recht tot inzage niet voor de correspondentie tussen de Commissie en de autoriteiten van de lidstaten. Niets in dit lid belet de Commissie om voor het bewijs van een niet-naleving noodzakelijke inlichtingen bekend te maken of te gebruiken.

Deel II

Andere maatregelen om de beschikbaarheid van crisisrelevante goederen en diensten te waarborgen

Artikel 34

Solidariteit en gecoördineerde verdeling van crisisrelevante goederen en diensten

  • 1. 
    In het geval van een tekort aan crisisrelevante goederen en diensten dat een of meer lidstaten treft, kunnen de betrokken lidstaten de Commissie daarvan in kennis stellen, met opgave van de benodigde hoeveelheden en alle andere relevante informatie. De Commissie geeft de informatie door aan de relevante bevoegde autoriteiten en stroomlijnt de coördinatie van de reacties van de lidstaten.
  • 2. 
    Indien de Commissie, op grond van lid 1, ervan in kennis wordt gesteld dat crisisrelevante goederen of diensten in een lidstaat ontoereikend zijn om aan de behoeften in verband met de noodsituatie op de interne markt te voldoen, kan de Commissie, rekening houdend met het advies van de raad en de op grond van deze verordening verzamelde informatie, andere lidstaten aanbevelen deze goederen of diensten gericht te verdelen, waar mogelijk, rekening houdend met de noodzaak om verdere verstoringen van de interne markt te voorkomen, ook in geografische gebieden die bijzonder door dergelijke verstoringen worden getroffen waarbij de beginselen van noodzakelijkheid, evenredigheid en solidariteit in acht worden genomen, door ervoor te zorgen dat de goederen of diensten zo efficiënt mogelijk worden gebruikt met het oog op de beëindiging van de noodsituatie op de interne markt.

Artikel 35

Maatregelen om de beschikbaarheid en de aanvoer van crisisrelevante goederen of diensten te waarborgen

  • 1. 
    Wanneer de Commissie, op grond van artikel 34, lid 1, ervan in kennis is gesteld dat het risico bestaat dat crisisrelevante goederen of diensten in een lidstaat ontoereikend zijn om aan de behoeften in verband met de noodsituatie op de interne markt te voldoen, kan zij, rekening houdend met het advies van de raad, de lidstaten aanbevelen specifieke maatregelen te treffen. Deze maatregelen zorgen zo snel mogelijk voor een efficiënte reorganisatie van de toeleveringsketens en productielijnen en het gebruik van bestaande voorraden om de beschikbaarheid en de aanvoer van dergelijke goederen of diensten te vergroten.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde maatregelen kunnen betrekking hebben op maatregelen:
 

a)

ter vergemakkelijking van de uitbreiding of herbestemming van de bestaande productiecapaciteit of de totstandbrenging van nieuwe productiecapaciteit voor crisisrelevante goederen;

 

b)

ter vergemakkelijking van de uitbreiding van bestaande capaciteiten of de totstandbrenging van nieuwe capaciteiten in verband met dienstenactiviteiten;

 

c)

gericht op het versnellen van de relevante goedkeurings- en vergunningsprocedures, met inbegrip van milieuvergunningen, met betrekking tot of van invloed op de productie en distributie van crisisrelevante goederen;

 

d)

gericht op het versnellen van vergunnings- en registratieprocedures voor crisisrelevante diensten;

 

e)

gericht op het versnellen van relevante procedures voor productgoedkeuring met het oog op het in de handel brengen van crisisrelevante goederen waarvoor geen Uniewetgeving geldt waarbij de voorwaarden voor het in de handel brengen van producten worden geharmoniseerd.

TITEL V

OVERHEIDSOPDRACHTEN

HOOFDSTUK I

Overheidsopdrachten door de Commissie in naam of voor rekening van de lidstaten tijdens een waakzaamheids- of noodfase voor de interne markt

Artikel 36

Verzoek van de lidstaten aan de Commissie om in naam of voor rekening van de lidstaten goederen en diensten aan te kopen

  • 1. 
    Twee of meer lidstaten kunnen de Commissie verzoeken om in naam of voor rekening van de lidstaten die zich door de Commissie willen laten vertegenwoordigen (“deelnemende lidstaten”), een aanbesteding uit te schrijven voor de aankoop van crisisrelevante goederen en diensten of goederen en diensten van kritiek belang.
  • 2. 
    De Commissie beoordeelt onverwijld en in overleg met de raad de noodzaak en de evenredigheid van het in lid 1 bedoelde verzoek. Wanneer de Commissie voornemens is geen gevolg te geven aan dat verzoek, stelt zij de betrokken lidstaten en de raad daarvan in kennis en motiveert zij haar weigering.
  • 3. 
    Wanneer de Commissie ermee instemt om in naam of voor rekening van de deelnemende lidstaten een aanbesteding uit te schrijven:
 

a)

stelt zij alle lidstaten en de raad in kennis van haar voornemen om de aanbestedingsprocedure uit te voeren en nodigt zij de belanghebbende lidstaten uit om eraan deel te nemen;

 

b)

stelt zij een voorstel op voor een overeenkomst die met de deelnemende lidstaten moet worden gesloten en die de Commissie in staat stelt om in naam of voor rekening van de lidstaten een aanbesteding uit te schrijven.

De overeenkomst op basis van het in de eerste alinea, punt b), bedoelde voorstel bevat de gedetailleerde voorwaarden voor de aanbesteding, waaronder praktische regelingen, voorgestelde maximumhoeveelheden, voorwaarden voor de gemeenschappelijke aankoop of huur in naam of voor rekening van de deelnemende lidstaten, met inbegrip van prijzen en leveringstermijnen.

  • 4. 
    Wanneer de Commissie de aanbestedingsprocedure overeenkomstig artikel 174 van Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 (het “Financieel Reglement”) annuleert, stelt zij de deelnemende lidstaten daarvan onmiddellijk in kennis, zodat zij onverwijld hun eigen aanbestedingsprocedures kunnen inleiden.

Artikel 37

Vaststelling en uitvoering van het onderhandelingsmandaat van de Commissie

  • 1. 
    Bij de in artikel 36, lid 3, tweede alinea, bedoelde overeenkomst wordt een onderhandelingsmandaat vastgesteld voor de Commissie om, in naam of voor rekening van de deelnemende lidstaten, de desbetreffende goederen en diensten van kritiek belang of crisisrelevante goederen en diensten aan te kopen door middel van het sluiten van nieuwe contracten. Dat onderhandelingsmandaat omvat de gunningscriteria.
  • 2. 
    De Commissie nodigt de deelnemende lidstaten uit vertegenwoordigers aan te wijzen om deel te nemen aan de in artikel 36, lid 3, punt b), bedoelde onderhandelingen over de overeenkomst, alsmede aan de voorbereiding van de aanbestedingsprocedure.
  • 3. 
    In het kader van die overeenkomst heeft de Commissie het recht om, wanneer zij in naam of voor rekening van de deelnemende lidstaten inkoopt, met marktdeelnemers, waaronder individuele producenten van goederen en diensten van kritiek belang of van crisisrelevante goederen en diensten, contracten te sluiten betreffende de levering van dergelijke goederen of diensten.
  • 4. 
    Onverminderd artikel 174 van het Financieel Reglement voert de Commissie in naam of voor rekening van de deelnemende lidstaten de aanbestedingsprocedures uit, met inbegrip van de vaststelling van het gunningsbesluit en sluit zij de daaruit voortvloeiende contracten met de marktdeelnemers.
  • 5. 
    Bij de uitvoering van de daaruit voortvloeiende overeenkomsten en van de aanbestedingsprocedures ziet de Commissie erop toe dat de deelnemende lidstaten op niet-discriminerende wijze worden behandeld.

Artikel 38

Regelingen voor aanbestedingen door de Commissie in naam of voor rekening van de lidstaten

  • 1. 
    Aanbestedingen uit hoofde van deze verordening worden door de Commissie uitgevoerd overeenkomstig de regels waarin het Financieel Reglement voorziet voor haar eigen aanbestedingen.
  • 2. 
    Wanneer dit naar behoren gerechtvaardigd is in dringende gevallen of strikt noodzakelijk is voor de aanpassing aan onvoorziene omstandigheden bij de ontwikkeling van de noodsituatie op de interne markt, en mits de wijziging het voorwerp van het contract niet wezenlijk verandert, kan de Commissie in overleg met de contractant:
 

a)

toestaan dat het ondertekende contract wordt gewijzigd om de drempel van 50 % en maximaal 100 % van de oorspronkelijke waarde van het contract te overschrijden, of

 

b)

in onderlinge overeenstemming met de gewone meerderheid van de deelnemende lidstaten toestaan dat andere lidstaten zich aansluiten bij een ondertekend contract of een aanvullend contract met de geselecteerde contractant ondertekenen.

  • 3. 
    Een wijziging wordt geacht het voorwerp van het desbetreffende contract wezenlijk te wijzigen wanneer het contract wezenlijk verschilt van het oorspronkelijk gesloten contract, namelijk wanneer aan een of meer van de volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

de wijziging voorziet in of schrapt significante voorwaarden die, mochten zij deel hebben uitgemaakt van de aanvankelijke aanbestedingsprocedure, de toelating van andere dan de aanvankelijk geselecteerde inschrijvers of de aanvaarding van andere dan de aanvankelijk aanvaarde inschrijving mogelijk zouden hebben gemaakt, extra deelnemers aan de aanbestedingsprocedure zouden hebben aangetrokken, of niet tot de selectie van de geselecteerde inschrijver zouden hebben geleid;

 

b)

de wijziging verandert het economische evenwicht van het contract ten gunste van de opdrachtnemer aanzienlijk op een wijze die niet was voorzien in het oorspronkelijke contract;

 

c)

de wijziging leidt tot een aanzienlijke verruiming van het toepassingsgebied van het contract.

HOOFDSTUK II

Gezamenlijke aanbesteding tijdens de waakzaamheids- en noodfasen voor de interne markt

Artikel 39

Gezamenlijke aanbestedingsprocedure

  • 1. 
    De Commissie en een of meer aanbestedende diensten of aanbestedende instanties, zoals gedefinieerd in artikel 4 van Richtlijn 2014/25/EU, van de deelnemende lidstaten kunnen overeenkomstig de regels van artikel 168, lid 2, van het Financieel Reglement een gezamenlijke aanbestedingsprocedure uitvoeren met het oog op de levering van goederen en diensten van kritiek belang of van crisisrelevante goederen en diensten. De lidstaten kunnen de gezamenlijk aangekochte capaciteiten volledig verwerven, huren of leasen.
  • 2. 
    Deelname aan de gezamenlijke aanbestedingsprocedure staat open voor alle lidstaten, staten van de EVA en kandidaat-lidstaten van de Unie, alsook het Vorstendom Andorra, het Vorstendom Monaco, de Republiek San Marino en Vaticaanstad. Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 41 worden deze landen beschouwd als deelnemende lidstaten ingeval zij besluiten om aan de gezamenlijke aanbesteding deel te nemen.
  • 3. 
    De gezamenlijke aanbestedingsprocedure wordt voorafgegaan door een gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst tussen de Commissie en de deelnemende lidstaten om de praktische regelingen voor de aanbesteding en de gunningscriteria vast te stellen, in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht.
  • 4. 
    De Commissie stelt het Europees Parlement in kennis van de gezamenlijke aanbestedingsprocedures die overeenkomstig dit artikel worden uitgevoerd en verleent op verzoek toegang tot de contracten die als gevolg van die procedures worden gesloten, onder voorbehoud van de adequate bescherming van commercieel gevoelige informatie, met inbegrip van bedrijfsgeheimen, commerciële betrekkingen en de belangen van de Unie.

HOOFDSTUK III

Aanbesteding door de lidstaten tijdens de noodfase voor de interne markt

Artikel 40

Overleg en coördinatie betreffende individuele aanbesteding door de lidstaten

Wanneer de noodfase voor de interne markt op grond van artikel 18 is geactiveerd, stellen de lidstaten alles in het werk om elkaar en de Commissie in kennis te stellen van de lopende aanbestedingsprocedures voor crisisrelevante goederen en diensten.

Alvorens nieuwe aanbestedingsprocedures te starten overeenkomstig de Richtlijnen 2014/24/EU en 2014/25/EU:

 

a)

stellen de lidstaten elkaar in kennis van het voornemen van een van hun aanbestedende diensten of aanbestedende instanties om aanbestedingsprocedures voor crisisrelevante goederen en diensten in te leiden;

 

b)

raadplegen de lidstaten de andere lidstaten en de Commissie over de meest geschikte wijze van aanbesteding, en

 

c)

coördineren de lidstaten hun aanbestedingsprocedures in geval van een noodsituatie op de interne markt in een geest van solidariteit tussen de lidstaten.

Artikel 41

Exclusiviteitsclausule

  • 1. 
    Tijdens een noodfase voor de interne markt voorziet de overeenkomst betreffende de aanbesteding door de Commissie in naam of voor rekening van een of meer deelnemende lidstaten of de gezamenlijke aanbesteding tussen de Commissie en een of meer deelnemende lidstaten in voorkomend geval in een exclusiviteitsclausule op grond waarvan de deelnemende lidstaten zich ertoe verbinden de crisisrelevante goederen of diensten in kwestie niet via andere kanalen aan te schaffen en geen parallelle onderhandelingen te voeren.

Wanneer in een exclusiviteitsclausule is voorzien, wordt daarin bepaald dat de deelnemende lidstaten hun eigen aanbestedingsprocedure mogen starten voor de aankoop van extra hoeveelheden crisisrelevante goederen of diensten die het voorwerp uitmaken van de lopende gezamenlijke aanbesteding of aanbesteding door de Commissie in naam of voor rekening van de lidstaten, op een wijze die de lopende aanbesteding niet ondermijnt, mits de Commissie daarmee instemt en na raadpleging van alle andere deelnemende lidstaten. Het verzoek om een dergelijke instemming wordt gericht aan de Commissie, die het ter overweging doorzendt aan de andere deelnemende lidstaten.

  • 2. 
    De exclusiviteitsclausule is van toepassing op nieuwe contracten, met inbegrip van specifieke contracten in raamovereenkomsten, die de aanbestedende diensten of aanbestedende instanties van de deelnemende lidstaten zouden overwegen te sluiten tijdens de activering van de noodfase voor de interne markt.

TITEL VI

BESCHERMING VAN GEGEVENS, VERTROUWELIJKHEID, BEVEILIGINGSVOORSCHRIFTEN EN DIGITALE INSTRUMENTEN

Artikel 42

Bescherming van persoonsgegevens

  • 1. 
    Deze verordening doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (57) betreffende privacy en elektronische communicatie, noch aan de verplichtingen van de Commissie en, waar passend, andere instellingen, organen en instanties van de Unie, met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 bij het uitoefenen van hun taken.
  • 2. 
    Persoonsgegevens worden niet verwerkt of verstrekt, behalve in de gevallen waarin dat strikt noodzakelijk is voor de doeleinden van deze verordening. In dergelijke gevallen zijn naargelang het geval de voorwaarden van Verordening (EU) 2016/679 en Verordening (EU) 2018/1725 van toepassing.
  • 3. 
    Indien de verwerking van persoonsgegevens niet strikt noodzakelijk is voor de toepassing van de bij deze verordening ingestelde mechanismen, worden persoonsgegevens zodanig geanonimiseerd dat de betrokkene niet identificeerbaar is.

Artikel 43

Vertrouwelijkheids- en beveiligingsvoorschriften inzake de bescherming van de ontvangen informatie

  • 1. 
    Informatie die naar aanleiding van de toepassing van deze verordening is ontvangen, wordt slechts gebruikt voor het doel waarvoor zij werd gevraagd.
  • 2. 
    De lidstaten en de Commissie waarborgen de bescherming van handels- en bedrijfsgeheimen en andere gevoelige en vertrouwelijke informatie die bij de toepassing van deze verordening is verkregen en opgesteld, met inbegrip van informatie in verband met aanbevelingen en te nemen maatregelen, overeenkomstig het Unierecht en het nationale recht.
  • 3. 
    De Commissie deelt geen informatie die zij in het kader van deze verordening heeft ontvangen op een manier die kan leiden tot de identificatie van een individuele marktdeelnemer wanneer het delen van de informatie resulteert in potentiële commerciële of reputatieschade voor die marktdeelnemer of in de onthulling van handelsgeheimen.
  • 4. 
    De raad is gebonden aan de beveiligingsvoorschriften van de Commissie voor de bescherming van gerubriceerde informatie van de Europese Unie en gevoelige niet-gerubriceerde informatie.
  • 5. 
    De lidstaten en de Commissie zorgen ervoor dat op grond van deze verordening verstrekte of uitgewisselde gerubriceerde informatie geen lagere rubriceringsgraad krijgt of gederubriceerd wordt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opsteller van die informatie.

Artikel 44

Digitale instrumenten

  • 1. 
    Uiterlijk op 29 mei 2026 zetten de Commissie en de lidstaten, indien er geen geschikte bestaande instrumenten of IT-infrastructuur zijn, interoperabele digitale instrumenten of IT-infrastructuur ter ondersteuning van de doelstellingen van deze verordening op, onderhouden deze en werken deze regelmatig bij. Dergelijke instrumenten of infrastructuur worden ontwikkeld wanneer er geen sprake is van een noodfase voor de interne markt, teneinde tijdig en efficiënt op mogelijke toekomstige noodsituaties te kunnen reageren. Zij omvatten onder meer gestandaardiseerde, veilige en doeltreffende digitale instrumenten voor de veilige verzameling en uitwisseling van informatie, alsook één specifiek digitaal portaal of specifieke digitale website waar burgers en bedrijven aangifte-, registratie- of vergunningsformulieren kunnen vinden en indienen.
  • 2. 
    De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de technische aspecten van dergelijke instrumenten of infrastructuur vast en maakt daarbij zo mogelijk gebruik van bestaande IT-instrumenten of portalen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 45, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

TITEL VII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 45

Comité

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het “comité noodsituaties op en veerkracht van de interne markt”. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
  • 3. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011 in samenhang met artikel 5 van toepassing.

Artikel 46

Verslag, toetsing en evaluatie

  • 1. 
    Uiterlijk op 29 november 2029 en daarna om de vijf jaar voert de Commissie een evaluatie uit van en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de werking en de doeltreffendheid van deze verordening.
  • 2. 
    Bovendien voert de Commissie uiterlijk vier maanden na de deactivering van de waakzaamheidsfase voor de interne markt of de noodfase voor de interne markt, naargelang het geval, een evaluatie uit van, en dient bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over, de maatregelen die in het kader van deze verordening zijn uitgevoerd in verband met de crisis die tot de activering van die fase heeft geleid, met name over de doeltreffendheid van die maatregelen.
  • 3. 
    Zo nodig gaan de in de leden 1 en 2 bedoelde verslagen vergezeld van wetgevingsvoorstellen ter zake.
  • 4. 
    De in de leden 1 en 2 bedoelde verslagen omvatten met name een evaluatie van:
 

a)

de bijdrage van deze verordening aan de soepele en efficiënte werking van de interne markt, met name wat betreft het vrije verkeer van goederen, diensten en personen en het vermijden van uiteenlopende nationale maatregelen die grensoverschrijdende beperkingen zouden veroorzaken;

 

b)

de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden uitgevoerd, met inbegrip van een beoordeling van de beginselen van non-discriminatie en evenredigheid, met name:

 

i)

het effect van de in de noodfase uitgevoerde maatregelen, met name maatregelen met betrekking tot stresstests, opleidings- en crisisprotocollen, digitale instrumenten, veerkracht en beschikbaarheid van goederen;

 

ii)

het effect van de maatregelen die in het kader van de waakzaamheidsfase voor de interne markt worden uitgevoerd;

 

iii)

het effect van de maatregelen die tijdens de noodfase voor de interne markt zijn uitgevoerd, vooral inzake de grondrechten die in het Handvest zijn verankerd, namelijk wat betreft de vrijheid van ondernemerschap, de vrijheid om werk te zoeken en om te werken, en het recht op collectieve onderhandelingen en om actie te voeren, met inbegrip van het stakingsrecht;

 

c)

de werkzaamheden van de raad, met inbegrip van zijn werkzaamheden in verband met de werkzaamheden van andere relevante crisisrelevante organen op het niveau van de Unie, met name de IPCR, de Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied en het UCPM;

 

d)

de geschiktheid van de criteria voor de activering van de waakzaamheidsfase voor de interne markt of de noodfase voor de interne markt, naargelang van het geval.

  • 5. 
    Voor de toepassing van de leden 1 en 2 verstrekken de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de raad informatie aan de Commissie op haar verzoek.

Indien nodig kan de Commissie ook relevante gespecialiseerde of wetenschappelijke kennis opvragen bij relevante instellingen, organen en instanties van de Unie en deze verkrijgen.

Artikel 47

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 2679/98

Verordening (EG) nr. 2679/98 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

“Artikel 2

Deze verordening doet op geen enkele wijze afbreuk aan de uitoefening van de grondrechten zoals die in de lidstaten en op Unieniveau zijn erkend, met inbegrip van het stakingsrecht of de stakingsvrijheid om te staken of om andere actie te ondernemen in het kader van de in de lidstaten bestaande bijzondere stelsels van arbeidsverhoudingen, overeenkomstig het nationale recht of de nationale praktijk. Deze verordening doet geen afbreuk aan het recht van werknemers en werkgevers om, overeenkomstig het nationale recht of de nationale praktijk, over collectieve overeenkomsten te onderhandelen en deze te sluiten en, in geval van belangenconflicten, om collectieve actie te voeren om hun belangen te verdedigen, met inbegrip van stakingsacties.”.

 

2)

Het volgende artikel wordt toegevoegd:

“Artikel 5 bis

  • 1. 
    Indien de noodfase voor de interne markt zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 3), van Verordening (EU) 2024/2747 van het Europees Parlement en de Raad (*1) is geactiveerd overeenkomstig artikel 18 van die verordening zijn de artikelen 3, 4 en 5 van deze verordening niet langer van toepassing op de crisisrelevante goederen die zijn opgenomen in een op grond van artikel 18, lid 4, van die verordening vastgestelde uitvoeringshandeling voor de duur van de noodfase voor de interne markt.
  • 2. 
    Wanneer lid 1 van dit artikel van toepassing is, blijven de verplichtingen die voortvloeien uit deze verordening vóór de activering van de noodfase voor de interne markt overeenkomstig Verordening (EU) 2024/2747, onverlet.

(*1)  Verordening (EU) 2024/2747 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2024 tot vaststelling van een kader van maatregelen in verband met noodsituaties op de interne markt en met de veerkracht van de interne markt en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad (verordening inzake noodsituaties op de interne markt en veerkracht van de interne markt) (PB L, 2024/2747, 8.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2747/oj).”."

Artikel 48

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 29 mei 2026.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 9 oktober 2024.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • R. 
    METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

BÓKA J.

 

  • (3) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 24 april 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 26 september 2024.
  • (5) 
    Verordening (EU) 2022/123 van het Europees Parlement en de Raad van 25 januari 2022 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau inzake crisisparaatheid en -beheersing op het gebied van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 1).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2022/2370 van het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2022 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 851/2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 314 van 6.12.2022, blz. 1).
  • (7) 
    Verordening (EU) 2022/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2022 inzake ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen en tot intrekking van Besluit nr. 1082/2013/EU (PB L 314 van 6.12.2022, blz. 26).
  • (8) 
    Verordening (EU) 2022/2372 van de Raad van 24 oktober 2022 betreffende een kader van maatregelen ter waarborging van de levering van in een crisissituatie relevante medische tegenmaatregelen in geval van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid op Unieniveau (PB L 314 van 6.12.2022, blz. 64).
  • Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/300 van de Commissie van 19 februari 2019 tot vaststelling van een algemeen plan voor crisismanagement op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders (PB L 50 van 21.2.2019, blz. 55).
  • Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 34).
  • Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
  • Richtlijn (EU) 2022/2557 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten en tot intrekking van Richtlijn 2008/114/EG van de Raad (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 164).
  • Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).
  • Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
  • Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).
  • Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).
  • Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24).
  • Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1).
  • Richtlijn 2014/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukvaten van eenvoudige vorm (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 45).
  • Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 79).
  • Richtlijn 2014/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 251).
  • Richtlijn 2014/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 309).
  • Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 357).
  • Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG (PB L 153 van 22.5.2014, blz. 62).
  • Richtlijn 2014/68/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukapparatuur (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 164).
  • Verordening (EU) 2016/424 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende kabelbaaninstallaties en tot intrekking van Richtlijn 2000/9/EG (PB L 81 van 31.3.2016, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (PB L 81 van 31.3.2016, blz. 51).
  • Verordening (EU) 2016/426 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende gasverbrandingstoestellen en tot intrekking van Richtlijn 2009/142/EG (PB L 81 van 31.3.2016, blz. 99).
  • Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).
  • Verordening (EU) 2023/988 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 inzake algemene productveiligheid, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 87/357/EEG van de Raad (PB L 135 van 23.5.2023, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2023/1230 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2023 betreffende machines en tot intrekking van Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 73/361/EEG van de Raad (PB L 165 van 29.6.2023, blz. 1).
  • Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).
  • Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).
  • Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
  • Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).
  • Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
  • Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).
  • Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
  • Verordening (EU) 2023/1781 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 tot vaststelling van een kader voor maatregelen ter versterking van het Europese halfgeleiderecosysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/694 (chipsverordening) (PB L 229 van 18.9.2023, blz. 1).
  • Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51).
  • Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
  • Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2024/2748 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2024 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 305/2011, (EU) 2016/424, (EU) 2016/425, (EU) 2016/426, (EU) 2023/988 en (EU) 2023/1230 wat betreft noodprocedures voor conformiteitsbeoordeling, vermoeden van conformiteit, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht als gevolg van een noodsituatie op de interne markt (PB L, 2024/2748, 8.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2748/oj).
  • Richtlijn (EU) 2024/2749 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2024 tot wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EG, 2006/42/EG, 2010/35/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU en 2014/68/EU en tot invoering van noodprocedures voor conformiteitsbeoordeling, vermoeden van conformiteit, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht in geval van noodsituaties op de interne markt (PB L, 2024/2749, 8.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/2749/oj).
  • Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2747/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.