Verordening 2025/13 - Verzameling en de doorgifte van advance passenger information met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/13 |
8.1.2025 |
VERORDENING (EU) 2025/13 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 19 december 2024
betreffende de verzameling en de doorgifte van advance passenger information met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit, en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/818
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 82, lid 1, punt d), en artikel 87, lid 2, punt a),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt
(1) |
De transnationale dimensie van ernstige criminaliteit en georganiseerde criminaliteit en de aanhoudende dreiging van terroristische aanslagen op Europees grondgebied nopen de Unie tot actie met het oog op het vaststellen van maatregelen om de veiligheid in een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen te waarborgen. Informatie over passagiers, zoals passagiersgegevens (passenger name records — PNR) en met name “advance passenger information” (API), speelt een essentiële rol bij het identificeren van hoogrisicopassagiers, met inbegrip van die hoogrisicopassagiers die niet op een andere manier bekend zijn bij rechtshandhavingsinstanties, bij het vaststellen van banden tussen leden van criminele groepen en bij het tegengaan van terroristische activiteiten. |
(2) |
Richtlijn 2004/82/EG van de Raad (3) bevat een rechtskader voor het verzamelen en doorgeven van API-gegevens door luchtvaartmaatschappijen met als doel de grenscontrole te verbeteren en illegale immigratie tegen te gaan, maar bepaalt ook dat de lidstaten API-gegevens kunnen gebruiken voor rechtshandhavingsdoeleinden. Het louter creëren van een dergelijke mogelijkheid leidt echter tot meerdere leemten en tekortkomingen. Het heeft met name tot gevolg dat luchtvaartmaatschappijen niet stelselmatig API-gegevens verzamelen en doorgeven voor rechtshandhavingsdoeleinden. De mogelijkheid om API-gegevens te gebruiken voor rechtshandhavingsdoeleinden heeft ook tot gevolg dat luchtvaartmaatschappijen in de lidstaten die van die mogelijkheid gebruikmaken, te maken krijgen met uiteenlopende nationaalrechtelijke voorschriften over het tijdstip en de wijze waarop API-gegevens voor deze doeleinden moeten worden verzameld en doorgegeven. Die verschillen leiden niet alleen tot onnodige kosten en complicaties voor luchtvaartmaatschappijen, maar zijn ook nadelig voor de interne veiligheid van de Unie en voor een doeltreffende samenwerking tussen de bevoegde rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten. Bovendien zijn vergemakkelijking van grenscontroles en rechtshandhaving twee doeleinden van uiteenlopende aard en is het daarom passend om voor elk van die doelen apart een afzonderlijk rechtskader voor het verzamelen en doorgeven van API-gegevens vast te stellen. |
(3) |
Bij Richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn regels vastgesteld over het gebruik van PNR-gegevens voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit. Krachtens die richtlijn moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen PNR-gegevens, met inbegrip van verzamelde API-gegevens, doorgeven aan de op grond van die richtlijn opgerichte nationale passagiersinformatie-eenheid (PIE) voor zover zij dergelijke gegevens in het kader van hun normale bedrijfsvoering reeds hebben verzameld. Die richtlijn waarborgt dus niet dat in alle gevallen API-gegevens worden verzameld en doorgegeven, aangezien het verzamelen van een volledige reeks van dergelijke gegevens voor luchtvaartmaatschappijen geen zakelijk doel dient. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat PIE’s API-gegevens samen met PNR-gegevens ontvangen, aangezien die gegevens gezamenlijk moeten worden verwerkt, willen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit doeltreffend kunnen voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen. Gezamenlijke verwerking van die gegevens maakt met name een accurate identificatie mogelijk van passagiers die overeenkomstig het toepasselijke recht aan nader onderzoek door die autoriteiten zouden kunnen worden onderworpen. In die richtlijn wordt niet gespecificeerd welke informatie-elementen API-gegevens zijn. Om die redenen moeten aanvullende regels worden vastgesteld die van luchtvaartmaatschappijen vereisen dat ze een specifiek omschreven reeks API-gegevens verzamelen en vervolgens doorgeven; die vereisten moeten van toepassing zijn voor zover luchtvaartmaatschappijen krachtens die richtlijn PNR-gegevens over dezelfde vlucht moeten verzamelen en doorgeven. |
(4) |
Op het niveau van de Unie moeten duidelijke, geharmoniseerde en doeltreffende regels worden vastgesteld over de verzameling en de doorgifte van API-gegevens met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit. |
(5) |
Deze verordening moet worden opgevat als een aanvulling op de regels van Richtlijn (EU) 2016/681, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU), gezien het nauwe verband tussen beide handelingen. Daarom mogen de API-gegevens uitsluitend worden verzameld en doorgegeven uit hoofde van deze verordening overeenkomstig de specifieke vereisten van deze verordening, onder meer wat betreft de situaties waarin en de wijze waarop dat moet gebeuren. De regels van die richtlijn zijn echter van toepassing op onderwerpen die niet specifiek onder deze verordening vallen, met name waar het gaat om verdere verwerking van de door de PIE’s ontvangen API-gegevens, uitwisseling van informatie tussen de lidstaten, voorwaarden voor toegang van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol), doorgifte aan derde landen, bewaring en depersonalisering, alsmede bescherming van persoonsgegevens. Voor zover die regels van toepassing zijn, zijn ook de regels van die richtlijn over sancties en de nationale toezichthoudende autoriteiten van toepassing. De onderhavige verordening mag geen afbreuk doen aan die regels en moet derhalve met name de vereisten en waarborgen met betrekking tot de verwerking van API-gegevens door de PIE’s onverlet laten. |
(6) |
De verzameling en de doorgifte van API-gegevens raken aan de privacy van natuurlijke personen en gaan gepaard met de verwerking van hun persoonsgegevens. Met het oog op de volledige eerbiediging van hun grondrechten, met name het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens, overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”), moeten passende beperkingen en waarborgen worden vastgesteld. Bijvoorbeeld, de verwerking van API-gegevens, en in het bijzonder van API-gegevens die persoonsgegevens zijn, moet strikt beperkt blijven tot wat noodzakelijk is voor en evenredig is aan de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening. Daarnaast moet ervoor worden gezorgd dat de verwerking van uit hoofde van deze verordening verzamelde en doorgegeven API-gegevens niet leidt tot op grond van het Handvest verboden discriminatie. |
(7) |
Aangezien deze verordening complementair is aan Richtlijn (EU) 2016/681, moeten de verplichtingen die uit hoofde van deze verordening op luchtvaartmaatschappijen van toepassing zijn, gelden voor alle vluchten waarvoor de lidstaten luchtvaartmaatschappijen moeten verplichten PNR-gegevens door te geven uit hoofde van Richtlijn (EU) 2016/681, ongeacht de plaats van vestiging van de luchtvaartmaatschappijen die deze vluchten uitvoeren. Hierbij moet het gaan om zowel geregelde als niet-geregelde vluchten, zowel tussen lidstaten en derde landen (vluchten naar of vanuit derde landen) als tussen verschillende lidstaten (vluchten binnen de EU), mits dergelijke vluchten binnen de EU vertrekken van, landen op of een tussenlanding maken op het grondgebied van ten minste één lidstaat die kennis heeft gegeven van zijn besluit om Richtlijn (EU) 2016/681 toe te passen op vluchten binnen de EU overeenkomstig artikel 2, lid 1, van die richtlijn en in overeenstemming met de rechtspraak van het HvJ-EU. Met betrekking tot de vluchten binnen de EU die onder deze verordening vallen, moet een dergelijke gerichte aanpak, in toepassing van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2016/681 en gericht op het waarborgen van een doeltreffende rechtshandhaving, ook noodzakelijk zijn gelet op de naleving van de vereisten van het Unierecht inzake de noodzakelijkheid en evenredigheid van de gegevensverwerking, inzake het vrije verkeer van personen en inzake de afschaffing van controles aan de binnengrenzen. Het verzamelen van gegevens in verband met andere civieleluchtvaartactiviteiten, zoals vluchten van vliegscholen, medische vluchten en noodvluchten, alsook in verband met militaire vluchten, valt niet binnen het toepassingsgebied van deze verordening. Deze verordening staat niet in de weg aan het verzamelen van gegevens over dergelijke vluchten zoals voorgeschreven in nationaal recht dat in overeenstemming is met het Unierecht. De Commissie moet de haalbaarheid beoordelen van een Unieregeling die exploitanten van particuliere vluchten ertoe verplicht gegevens van luchtpassagiers te verzamelen en door te geven. |
(8) |
De verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen om API-gegevens te verzamelen en door te geven uit hoofde van deze verordening moeten betrekking hebben op alle passagiers en bemanningsleden op vluchten naar de Unie, transitpassagiers en bemanningsleden van wie de eindbestemming buiten de Unie ligt en alle bemanningsleden die geen dienst hebben en in verband met hun taken meevliegen op een vlucht van hun luchtvaartmaatschappij. |
(9) |
Aangezien Richtlijn (EU) 2016/681 niet van toepassing is op binnenlandse vluchten die van het grondgebied van een lidstaat vertrekken en op het grondgebied van dezelfde lidstaat landen zonder tussenlanding op het grondgebied van een andere lidstaat of een derde land, en gezien de transnationale dimensie van de onder deze verordening vallende terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit, mogen dergelijke vluchten evenmin binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Deze verordening mag niet zodanig worden uitgelegd dat zij de lidstaten beperkt in hun mogelijkheid om krachtens hun nationale recht en in overeenstemming met het Unierecht luchtvaartmaatschappijen te verplichten API-gegevens over dergelijke binnenlandse vluchten te verzamelen en door te geven. |
(10) |
Gezien het nauwe verband tussen de betrokken rechtshandelingen van de Unie en met het oog op consistentie en samenhang, moeten de definities van deze verordening in voorkomend geval worden afgestemd op en worden uitgelegd en toegepast in het licht van de definities van Richtlijn (EU) 2016/681 en Verordening (EU) 2025/12 van het Europees Parlement en de Raad (5). |
(11) |
Met name moeten de gegevenselementen die samen de uit hoofde van deze verordening te verzamelen en vervolgens door te geven API-gegevens vormen, duidelijk en volledig worden opgesomd, en zowel informatie over elke passagier en elk bemanningslid als informatie over de vlucht van die passagier en dat bemanningslid omvatten. Uit hoofde van deze verordening en overeenkomstig internationale normen moet dergelijke vluchtinformatie alleen in voorkomend geval, en niet wanneer de API-gegevens betrekking hebben op vluchten binnen de EU, informatie over de zitplaats en over de bagage, mits dergelijke informatie beschikbaar is, alsook informatie over de grensdoorlaatpost van binnenkomst op het grondgebied van de betrokken lidstaat bevatten. Wanneer informatie over de bagage of de zitplaats beschikbaar is in andere IT-systemen waarover de luchtvaartmaatschappij, haar grondafhandelaar, haar systeemaanbieder of de luchthavenautoriteit beschikt, moeten luchtvaartmaatschappijen die informatie opnemen in de API-gegevens die aan de PIE’s moeten worden gestuurd. API-gegevens als omschreven en gereguleerd bij deze verordening omvatten geen biometrische gegevens. |
(12) |
Om reizen zonder reisdocument mogelijk te maken wanneer de lidstaten een dergelijke praktijk op grond van het nationale recht overeenkomstig het Unierecht toestaan, onder meer op basis van een internationale overeenkomst, moet het voor een lidstaat mogelijk zijn luchtvaartmaatschappijen te verplichten passagiers de mogelijkheid te bieden vrijwillig API-gegevens via geautomatiseerde middelen te uploaden en dergelijke gegevens door de luchtvaartmaatschappij te laten opslaan met het oog op de doorgifte van de gegevens voor toekomstige vluchten. |
(13) |
Om flexibiliteit en innovatie mogelijk te maken, moet het in beginsel aan elke luchtvaartmaatschappij worden overgelaten om te bepalen hoe zij voldoet aan haar in deze verordening uiteengezette verplichtingen met betrekking tot het verzamelen van API-gegevens, rekening houdend met de verschillende soorten luchtvaartmaatschappijen zoals gedefinieerd in deze verordening en hun respectieve bedrijfsmodellen, onder meer wat betreft inchecktijden en samenwerking met luchthavens. Aangezien geschikte technologische oplossingen voorhanden zijn die het mogelijk maken dat bepaalde API-gegevens automatisch worden verzameld, waarbij wordt gewaarborgd dat de betrokken API-gegevens juist, volledig en actueel zijn, en aangezien het gebruik van dergelijke technologie voordelen biedt op het vlak van doeltreffendheid en efficiëntie, moeten luchtvaartmaatschappijen worden verplicht dergelijke API-gegevens met behulp van geautomatiseerde middelen te verzamelen door informatie uit de machineleesbare gegevens van het reisdocument te halen. Wanneer het in uitzonderlijke omstandigheden technisch onmogelijk is om gebruik te maken van die geautomatiseerde middelen, moeten luchtvaartmaatschappijen de API-gegevens bij wijze van uitzondering handmatig verzamelen, hetzij in het kader van de online-incheckprocedure, hetzij als onderdeel van de incheckprocedure op de luchthaven, en op zodanige wijze dat hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening worden nageleefd. |
(14) |
De verzameling van API-gegevens door middel van geautomatiseerde middelen moet strikt beperkt blijven tot de verzameling van de alfanumerieke gegevens in het reisdocument en mag niet leiden tot het verzamelen van biometrische gegevens in het reisdocument. Aangezien de verzameling van API-gegevens onderdeel vormt van het incheckproces, hetzij online of op de luchthaven, vereist deze verordening niet van luchtvaartmaatschappijen dat zij een reisdocument van de passagier bij het instappen controleren. Naleving van deze verordening legt passagiers geen verplichting op om bij het instappen een reisdocument bij zich te hebben. Dit mag geen afbreuk doen aan verplichtingen die voortvloeien uit andere rechtshandelingen van de Unie of uit nationaal recht dat in overeenstemming is met het Unierecht. |
(15) |
De verzameling van API-gegevens van reisdocumenten moet ook in overeenstemming zijn met de normen van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) inzake machineleesbare reisdocumenten, die in het Unierecht zijn opgenomen door middel van Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad (6), Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad (7) en Richtlijn (EU) 2019/997 van de Raad (8). |
(16) |
Om te voorkomen dat er een situatie ontstaat waarin luchtvaartmaatschappijen voor de doorgifte van de uit hoofde van deze verordening verzamelde API-gegevens meerdere verbindingen met de PIE’s van de lidstaten tot stand moeten brengen en moeten onderhouden en om te voorkomen dat als gevolg daarvan inefficiënties en veiligheidsrisico’s ontstaan, moet worden voorzien in één enkele router die overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2025/12 op Unieniveau wordt opgezet en geëxploiteerd en die dient als verbindings- en distributiepunt voor die doorgiften. Met het oog op efficiëntie en kosteneffectiviteit moet voor de router, voor zover dat technisch mogelijk is en mits de regels van deze verordening en Verordening (EU) 2025/12 daarbij volledig in acht worden genomen, gebruik worden gemaakt van technische componenten van andere relevante systemen die in het kader van het Unierecht zijn opgezet, met name de in Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad (9) bedoelde webdienst, het in Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (10) bedoelde toegangsportaal voor vervoerders en het in Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (11) bedoelde toegangsportaal voor vervoerders. Om de gevolgen voor luchtvaartmaatschappijen te beperken en te zorgen voor een geharmoniseerde aanpak ten aanzien van luchtvaartmaatschappijen, moet het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), dat is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad (12) de router, voor zover dat technisch en operationeel mogelijk is, zodanig ontwerpen dat deze coherent en consistent is met de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen uit hoofde van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, en (EU) 2018/1240. |
(17) |
Om de leesbaarheid van PNR-gegevens door de PIE’s en de goede werking van hun PNR-systemen te waarborgen, moeten de digitale berichten die door een luchtvaartmaatschappij worden verzonden en die een of meer Passenger Name Records (PNR-berichten) bevatten, door luchtvaartmaatschappijen worden doorgegeven en door de router worden doorgezonden in een gestandaardiseerd formaat, met gestandaardiseerde gegevensvelden of -codes, zowel qua inhoud als qua structuur. Voordat de router in gebruik wordt genomen met betrekking tot andere PNR-gegevens, moeten de door eu-LISA uit te voeren tests ervoor zorgen dat de router over voldoende capaciteit en snelheid beschikt en voldoende betrouwbaar is om een dergelijke standaardisering mogelijk te maken. De Commissie moet hiertoe de stappen zetten die nodig zijn om de bestaande op grond van artikel 16 van Richtlijn (EU) 2016/681 vastgestelde uitvoeringhandelingen met daarin gemeenschappelijke protocollen en ondersteunde dataformaten, te herzien. Dergelijke herziening moet plaatsvinden in nauw overleg met vertegenwoordigers van de lidstaten om gebruik te maken van hun deskundigheid en te waarborgen dat op het niveau van de Unie rekening wordt gehouden met de beste praktijken die zij bij de uitvoering van Richtlijn (EU) 2016/681 op nationaal niveau hebben ontwikkeld, met het oog op de goede werking van de router. De API-PNR-contactgroep moet bij dergelijke herziening ondersteuning bieden. |
(18) |
Om de doorzending van luchtverkeersgegevens efficiënter te maken en de monitoring van de naar de PIE’s doorgezonden API-gegevens te ondersteunen, moet de router realtime luchtverkeersinformatie ontvangen die is verzameld door andere organisaties, zoals de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (“Eurocontrol”). |
(19) |
De router moet alleen dienen om het voor luchtvaartmaatschappijen gemakkelijker te maken API-gegevens en andere PNR-gegevens overeenkomstig deze verordening aan de PIE’s door te geven, en mag niet dienen voor de opslag van API-gegevens of andere PNR-gegevens. Om daarmee rekening te houden, alsook om het risico op ongeoorloofde toegang of ander misbruik tot een minimum te beperken en om het beginsel van minimale gegevensverwerking in acht te nemen, mogen API-gegevens en andere PNR-gegevens niet worden opgeslagen tenzij dit strikt noodzakelijk is voor technische doeleinden met betrekking tot de doorzending, en moeten de API-gegevens en andere PNR-gegevens onmiddellijk, definitief en op geautomatiseerde wijze van de router worden gewist zodra de doorzending is voltooid of, in voorkomend geval op grond van deze verordening, wanneer de API-gegevens of andere PNR-gegevens helemaal niet mogen worden doorgezonden. |
(20) |
Om ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen zo snel mogelijk kunnen profiteren van de voordelen van het gebruik van de door eu-LISA overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2025/12 ontwikkelde router en ervaring kunnen opdoen met het gebruik van de router, moeten zij de mogelijkheid maar niet de verplichting krijgen om tijdens een tussentijdse periode de router te gebruiken voor het doorgeven van de krachtens Richtlijn 2004/82/EG vereiste gegevens. Die tussentijdse periode moet beginnen wanneer de router in gebruik wordt genomen en moet aflopen wanneer de verplichtingen uit hoofde van die richtlijn vervallen. Om ervoor te zorgen dat een dergelijk vrijwillig gebruik van de router op een verantwoorde manier plaatsvindt, moet de voorafgaande schriftelijke toestemming van de lidstaat die de informatie moet ontvangen, vereist zijn, op verzoek van de luchtvaartmaatschappij en nadat die lidstaat de nodige verificaties heeft verricht en waarborgen heeft gekregen. Om te voorkomen dat luchtvaartmaatschappijen herhaaldelijk beginnen en stoppen met het gebruik van de router, moeten luchtvaartmaatschappijen die de router vrijwillig in gebruik hebben genomen, worden verplicht deze te blijven gebruiken, tenzij er objectieve redenen zijn om het gebruik van de router voor de doorgifte van de informatie aan de betrokken lidstaat stop te zetten, bijvoorbeeld omdat is gebleken dat de informatie niet op een rechtmatige, beveiligde, doeltreffende en snelle manier wordt doorgegeven. Om ervoor te zorgen dat de mogelijkheid om de router op vrijwillige basis te gebruiken, correct wordt toegepast, met inachtneming van de rechten en belangen van alle betrokken partijen, moeten in deze verordening de nodige regels inzake raadpleging en informatieverstrekking worden vastgesteld. Een dergelijk vrijwillig gebruik van de router in het kader van de toepassing van Richtlijn 2004/82/EG overeenkomstig deze verordening mag op geen enkele wijze afbreuk doen aan de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen en lidstaten uit hoofde van die richtlijn. |
(21) |
De voorschriften van deze verordening en de bijbehorende gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen moeten leiden tot de uniforme uitvoering van deze verordening door de luchtvaartmaatschappijen, zodat de kosten van de koppeling van hun systemen zo beperkt mogelijk blijven. Om de geharmoniseerde uitvoering van de voorschriften door luchtvaartmaatschappijen te bevorderen, met name wat de structuur, het formaat en het protocol voor de doorzending van gegevens betreft, moet de Commissie ervoor zorgen dat de praktische handleiding die zij moet opstellen alle noodzakelijke instructies en toelichtingen bevat, waarbij zij zich moet baseren op haar samenwerking met de PIE’s, andere relevante autoriteiten van de lidstaten, luchtvaartmaatschappijen en de relevante agentschappen van de Unie. |
(22) |
Om de kwaliteit van API-gegevens te verbeteren, moet de krachtens deze verordening in te stellen router een functie bevatten waarmee wordt geverifieerd of de door luchtvaartmaatschappijen aan de router doorgegeven API-gegevens in overeenstemming zijn met de ondersteunde gegevensformaten. Wanneer uit de verificatie blijkt dat de gegevens niet in overeenstemming zijn met die gegevensformaten, moet de router de betrokken luchtvaartmaatschappij onmiddellijk en op geautomatiseerde wijze in kennis stellen. |
(23) |
Passagiers moeten de mogelijkheid krijgen om tijdens het online inchecken zelf, via geautomatiseerde middelen, bepaalde API-gegevens te verstrekken, bijvoorbeeld via een beveiligde app op hun smartphone, een computer of een webcam die de machineleesbare gegevens van het reisdocument kan lezen. Passagiers die niet online inchecken, moeten van luchtvaartmaatschappijen de mogelijkheid krijgen om de vereiste machineleesbare API-gegevens tijdens het inchecken op de luchthaven te verstrekken via een self-servicekiosk of met de hulp van het personeel van de luchtvaartmaatschappij aan de incheckbalie. Onverminderd de vrijheid van luchtvaartmaatschappijen om passagierstarieven vast te stellen en hun commercieel beleid te bepalen, is het belangrijk dat de verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet leiden tot onevenredige belemmeringen voor passagiers die niet in staat zijn om via onlinemiddelen API-gegevens te verstrekken, zoals het aanrekenen van bijkomende kosten voor het verstrekken van API-gegevens op de luchthaven. Voorts moet deze verordening voorzien in een overgangsperiode waarin passagiers de mogelijkheid wordt geboden API-gegevens handmatig te verstrekken tijdens het online inchecken. In dergelijke gevallen moeten luchtvaartmaatschappijen gebruikmaken van gegevensverificatietechnieken. |
(24) |
Het is belangrijk dat de systemen voor geautomatiseerde gegevensverzameling en andere processen, zoals ingevoerd bij deze verordening, geen negatieve gevolgen hebben voor de werknemers in de luchtvaartsector, die bij- en omscholing moeten kunnen volgen, met als doel de doeltreffendheid en betrouwbaarheid van gegevensverzameling en -doorgifte te vergroten en de arbeidsomstandigheden in de sector te verbeteren. |
(25) |
Om de gezamenlijke verwerking van API-gegevens en PNR-gegevens met het oog op een doeltreffende bestrijding van terrorisme en ernstige criminaliteit in de Unie te waarborgen en tegelijkertijd de inmenging in de door het Handvest beschermde grondrechten van passagiers tot een minimum te beperken, moeten de PIE’s als bevoegde autoriteiten van de lidstaten belast worden met het ontvangen, verwerken en beschermen van uit hoofde van deze verordening verzamelde en doorgegeven API-gegevens. Met het oog op efficiëntie en optimale beperking van veiligheidsrisico’s moet de door eu-LISA overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2025/12 ontworpen, ontwikkelde, gehoste en technisch beheerde router de API-gegevens die luchtvaartmaatschappijen uit hoofde van deze verordening hebben verzameld en aan de router hebben doorgegeven, doorzenden naar de relevante PIE’s. Om API-gegevens die persoonsgegevens zijn, overeenkomstig het vereiste niveau te beschermen, onder meer om de vertrouwelijkheid van de betrokken informatie te waarborgen, moeten de API-gegevens via de router op geautomatiseerde wijze naar de relevante PIE’s worden doorgezonden. Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de mogelijkheid voor de lidstaten om te voorzien in een centraal punt voor gegevensontvangst, dat de verbinding en de integratie met de router waarborgt. |
(26) |
Om te waarborgen dat de in het Handvest verankerde rechten worden geëerbiedigd en om te zorgen voor toegankelijke en inclusieve reismogelijkheden, met name ten behoeve van kwetsbare groepen en personen met een handicap, en in overeenstemming met de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen, zoals neergelegd in Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad (13), moeten luchtvaartmaatschappijen, bijgestaan door de lidstaten, ervoor zorgen dat passagiers te allen tijde de mogelijkheid hebben om op de luchthaven de nodige gegevens te verstrekken. |
(27) |
Wat vluchten naar of vanuit derde landen betreft, moeten de PIE’s van de lidstaten op wiens grondgebied de vluchten zullen landen of van wiens grondgebied de vluchten zullen vertrekken, de API-gegevens via de router ontvangen voor al die vluchten waarvoor PNR-gegevens worden verzameld overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/681. De router moet de vlucht en de betrokken PIE’s identificeren aan de hand van de informatie van de PNR-bestandslocatie, een gegevenselement dat zowel in de API- als in de PNR-gegevensreeks aanwezig is en dat de gezamenlijke verwerking van API- en PNR-gegevens door de PIE’s mogelijk maakt. |
(28) |
Wat vluchten binnen de EU betreft, moet, in overeenstemming met de jurisprudentie van het HvJ-EU, een selectieve aanpak worden voorzien, om te voorkomen dat de betrokken door het Handvest beschermde grondrechten van passagiers ten onrechte worden geschonden en om de naleving van de vereisten van het Unierecht inzake het vrije verkeer van personen en de afschaffing van controles aan de binnengrenzen te waarborgen. Gezien het belang van de gezamenlijke verwerking van API- en PNR-gegevens moet die aanpak worden afgestemd op die van Richtlijn (EU) 2016/681. Om die redenen mogen de API-gegevens over die vluchten alleen via de router naar de relevante PIE’s worden doorgezonden als de lidstaten de betrokken vluchten in toepassing van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2016/681 en in overeenstemming met de selectieve aanpak zoals voorzien in deze verordening hebben geselecteerd. Uitsluitend in situaties waarin sprake is van een reële en actuele of voorzienbare terroristische dreiging en op basis van een besluit dat berust op een dreigingsbeoordeling, dat niet langer van kracht is dan strikt noodzakelijk en dat effectief kan worden getoetst, moeten de lidstaten Richtlijn (EU) 2016/681 kunnen toepassen op alle vluchten binnen de EU die aankomen op of vertrekken vanaf hun grondgebied. In andere situaties moet een selectieve aanpak worden voorzien. Zoals het HvJ-EU in herinnering heeft gebracht, houdt de selectie in dat de lidstaten de betrokken vereisten alleen mogen toepassen op, onder meer, bepaalde routes, reispatronen of luchthavens en dat die selectie regelmatig wordt geëvalueerd. Voorts moet de selectie berusten op een objectieve, naar behoren gemotiveerde en niet-discriminerende beoordeling, waarbij uitsluitend criteria worden gehanteerd die relevant zijn met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit met een, direct dan wel indirect, objectief verband met het luchtvervoer van passagiers. De lidstaten moeten alle relevante documentatie met betrekking tot de beoordeling bewaren om passend toezicht mogelijk te maken en moeten hun beoordeling regelmatig en ten minste om de twaalf maanden evalueren overeenkomstig artikel 13, lid 7, van deze verordening. |
(29) |
Om in het kader van deze verordening de toepassing van de selectieve aanpak op vluchten binnen de EU mogelijk te maken, moeten de lidstaten worden verplicht lijsten van de door hen geselecteerde vluchten of routes op te stellen en deze in te voeren in de router, zodat eu-LISA ervoor kan zorgen dat alleen API-gegevens met betrekking tot die vluchten of routes via de router naar de relevante PIE’s worden doorgezonden en dat de API-gegevens over andere vluchten binnen de EU onmiddellijk en definitief worden gewist. |
(30) |
Om samenhang in de selectieve aanpak van de verschillende lidstaten te vergroten, moet de Commissie een regelmatige gedachtewisseling faciliteren over de keuze van selectiecriteria, in het kader waarvan beste praktijken worden uitgewisseld, alsook, op vrijwillige basis, de uitwisseling van informatie over geselecteerde vluchten. |
(31) |
Om te voorkomen dat de doeltreffendheid van het bij deze verordening ingestelde systeem dat gebaseerd is op de verzameling en doorgifte van API-gegevens, en van PNR-gegevens in het kader van het bij Richtlijn (EU) 2016/681 ingestelde systeem, met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit in gevaar wordt gebracht, met name doordat een risico op omzeiling wordt gecreëerd, dient informatie over welke vluchten binnen de EU door de lidstaten zijn geselecteerd, vertrouwelijk te worden behandeld. Daarom mag die informatie niet met luchtvaartmaatschappijen worden gedeeld en moeten luchtvaartmaatschappijen derhalve worden verplicht API-gegevens te verzamelen over alle vluchten die onder deze verordening vallen, met inbegrip van alle vluchten binnen de EU, en die gegevens vervolgens door te geven aan de router, waar de nodige selectie moet worden uitgevoerd. Doordat API-gegevens over alle vluchten binnen de EU worden verzameld, weten de passagiers bovendien niet over welke geselecteerde vluchten binnen de EU API-gegevens, en dus ook PNR-gegevens, worden doorgezonden naar de PIE’s overeenkomstig de beoordeling door de lidstaten. Met deze aanpak kan de selectie ook snel en doeltreffend worden gewijzigd, zonder dat aan luchtvaartmaatschappijen onnodige economische en operationele lasten worden opgelegd. |
(32) |
De verordening staat verzameling of doorgifte van API-gegevens over vluchten binnen de EU met het oog op de bestrijding van illegale immigratie niet toe, in overeenstemming met het Unierecht en de rechtspraak van het HvJ-EU. |
(33) |
Met het oog op de naleving van het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens moet deze verordening bepalen wie de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker zijn en voorzien in regels inzake audits. Met het oog op doeltreffende monitoring, adequate bescherming van persoonsgegevens en optimale beperking van beveiligingsrisico’s moeten ook regels worden vastgesteld over het aanleggen van logbestanden, de beveiliging van de verwerking en zelfmonitoring. Wanneer die regels betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens, moeten zij in overeenstemming zijn met de algemeen toepasselijke rechtshandelingen van de Unie inzake de bescherming van persoonsgegevens, met name Verordeningen (EU) 2016/679 (14) en (EU) 2018/1725 (15) van het Europees Parlement en de Raad. |
(34) |
Onverminderd in deze verordening vastgestelde specifiekere voorschriften inzake de verwerking van persoonsgegevens, moet Verordening (EU) 2016/679 van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens door luchtvaartmaatschappijen overeenkomstig deze verordening. Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad (16) moet van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening door nationale bevoegde autoriteiten, zoals gedefinieerd in die richtlijn, met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid. Wanneer eu-LISA in het kader van zijn taken uit hoofde van deze verordening uitvoert, is Verordening (EU) 2018/1725 van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens. |
(35) |
Rekening houdend met het recht van passagiers om te worden geïnformeerd over de verwerking van hun persoonsgegevens, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat passagiers op het moment van boeking en bij het inchecken nauwkeurige informatie krijgen over de verzameling van API-gegevens, de doorgifte van die gegevens aan de PIE en hun rechten als betrokkenen en dat die informatie gemakkelijk toegankelijk en begrijpelijk is. |
(36) |
De audits inzake de bescherming van persoonsgegevens waarvoor de lidstaten verantwoordelijk zijn, moeten worden uitgevoerd door de toezichthoudende autoriteiten als bedoeld in artikel 41 van Richtlijn (EU) 2016/680 of een controlerende instantie die hiermee door de toezichthoudende autoriteit is belast. |
(37) |
De verwerkingsactiviteiten in het kader van deze verordening, met name de doorzending van de door luchtvaartmaatschappijen doorgeven API-gegevens via de router naar de PIE’s van de lidstaten, hebben tot doel die autoriteiten beter in staat te stellen hun verplichtingen en taken overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/681 uit te voeren. Daarom moeten de lidstaten autoriteiten aanwijzen als verwerkingsverantwoordelijken voor de verwerking van de gegevens in de router, de doorzending van de gegevens van de router naar de PIE en de daaropvolgende verwerking van die gegevens overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/681. De lidstaten moeten aan de Commissie en eu-LISA meedelen welke autoriteiten dit zijn. Voor de verwerking van persoonsgegevens in de router moeten de lidstaten gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken zijn overeenkomstig artikel 21 van Richtlijn (EU) 2016/680. De luchtvaartmaatschappijen moeten op hun beurt afzonderlijke verwerkingsverantwoordelijken zijn voor de verwerking van API-gegevens die persoonsgegevens zijn uit hoofde van deze verordening. De luchtvaartmaatschappijen en de PIE’s moeten dus afzonderlijke verwerkingsverantwoordelijken zijn voor de verwerkingsactiviteiten met betrekking tot API-gegevens uit hoofde van deze verordening. Aangezien eu-LISA verantwoordelijk is voor het ontwerpen, ontwikkelen, hosten en het technische beheer van de router, moet eu-LISA de verwerker zijn voor de verwerking van API-gegevens die persoonsgegevens zijn met gebruikmaking van de router, met inbegrip van de doorzending van de gegevens van de router naar de PIE’s en de opslag van die gegevens op de router, voor zover een dergelijke opslag noodzakelijk is voor technische doeleinden. |
(38) |
De technische verbindingen die nodig zijn voor de doorgifte van API-gegevens uit hoofde van deze verordening moeten door de op grond van deze verordening en Verordening (EU) 2025/12 opgezette en geëxploiteerde router, worden verminderd in aantal, vereenvoudigd en beperkt tot één verbinding per luchtvaartmaatschappij en per PIE. Daarom moet deze verordening de PIE’s en luchtvaartmaatschappijen verplichten om elk een dergelijke verbinding op te zetten, en de vereiste integratie te verwezenlijken, met de router, zodat het bij deze verordening ingestelde systeem voor de doorgifte van API-gegevens naar behoren kan functioneren. Bij het ontwerpen en ontwikkelen van de router moet eu-LISA ervoor zorgen dat de systemen en infrastructuren van luchtvaartmaatschappijen op effectieve en efficiënte wijze kunnen worden aangesloten op en geïntegreerd met de router door alle relevante normen en technische vereisten in acht te nemen. Met het oog op de goede werking van het bij deze verordening ingestelde systeem moeten gedetailleerde regels worden vastgesteld. Bij het ontwerpen en ontwikkelen van de router moet eu-LISA erop toezien dat de API-gegevens en andere PNR-gegevens die door luchtvaartmaatschappijen worden doorgegeven en naar de PIE’s worden doorgezonden, tijdens de overdracht versleuteld zijn. |
(39) |
Gezien de belangen van de Unie die op het spel staan, moeten alle kosten die door eu-LISA in verband met de uitvoering van zijn taken uit hoofde van deze verordening met betrekking tot de router worden gemaakt, ten laste komen van de begroting van de Unie, waaronder de kosten in verband met het ontwerpen en ontwikkelen van de router, het hosten en het technische beheer van de router, en de governancestructuur bij eu-LISA ter ondersteuning van het ontwerpen, ontwikkelen, hosten en het technische beheer van de router. Hetzelfde kan gelden voor de kosten die door de lidstaten worden gemaakt voor de door deze verordening voorgeschreven verbindingen en integratie met de router en het onderhoud daarvan, overeenkomstig het toepasselijke Unierecht. Het is belangrijk dat op de begroting van de Unie wordt voorzien in passende financiële steun voor de lidstaten ter dekking van die kosten. Daartoe moeten de financiële behoeften van de lidstaten worden ondersteund door de algemene begroting van de Unie, met inachtneming van de regels inzake subsidiabiliteit en de medefinancieringspercentages zoals vastgesteld in de relevante rechtshandelingen van de Unie. De jaarlijkse aan eu-LISA toegewezen bijdrage van de Unie moet voorzien in de behoeften in verband met het hosten en het technische beheer van de router, gebaseerd op een door eu-LISA uitgevoerde beoordeling. De begroting van de Unie moet ook de ondersteuning dekken, zoals opleidingen, van eu-LISA aan luchtvaartmaatschappijen en PIE’s om de doeltreffende doorgifte en doorzending van API-gegevens via de router mogelijk te maken. De kosten die door de onafhankelijke nationale toezichthoudende autoriteiten worden gemaakt in verband met de hun uit hoofde van deze verordening opgedragen taken, moeten worden gedragen door de respectieve lidstaten. |
(40) |
Overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1726 kunnen de lidstaten eu-LISA belasten met de taak de connectiviteit met luchtvaartmaatschappijen te vergemakkelijken teneinde de lidstaten te helpen bij de uitvoering van Richtlijn (EU) 2016/681, met name door PNR-gegevens te verzamelen en door te geven via een router. Met het oog daarop, en om redenen van kosteneffectiviteit en efficiëntie voor zowel de lidstaten als luchtvaartmaatschappijen, moet deze verordening luchtvaartmaatschappijen ertoe verplichten de router te gebruiken voor de doorgifte aan de databanken van hun respectieve PIE’s van andere PNR-gegevens die onder Richtlijn (EU) 2016/681 vallen, als onderdeel van nationale maatregelen om uitvoering te geven aan de in die richtlijn opgenomen verplichting voor lidstaten om ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen door middel van de “push”-methode PNR-gegevens doorgeven aan de relevante PIE’s. |
(41) |
Om ervoor te zorgen dat de betrokken gegevens rechtmatig, veilig, doeltreffend en snel worden verwerkt, moeten de bij deze verordening vastgestelde regels met betrekking tot de router en de doorzending van API-gegevens van de router naar de PIE’s eveneens van toepassing zijn op andere PNR-gegevens. Die regels omvatten ook de verplichtingen van deze verordening met betrekking tot de doorgifte en doorzending van gegevens in verband met vluchten binnen de EU, in overeenstemming met de rechtspraak van het HvJ-EU, en met betrekking tot de verbindingen van luchtvaartmaatschappijen en PIE’s met de router. Wat betreft de regels inzake het tijdstip van doorgifte, de protocollen voor doorzending en de dataformaten waarin de PNR-gegevens aan de router moeten worden doorgegeven, zijn de relevante bepalingen van Richtlijn (EU) 2016/681 van toepassing. |
(42) |
Er moet worden verduidelijkt dat het gebruik van de router in verband met andere PNR-gegevens alleen van invloed is op de wijze waarop die gegevens worden doorgegeven en doorgezonden naar de databanken van de PIE’s van de betrokken lidstaten. De verplichtingen van deze verordening met betrekking tot het verzamelen van API-gegevens zijn niet van toepassing op al die andere PNR-gegevens. Die verzameling moet uitsluitend onder Richtlijn (EU) 2016/681 blijven vallen, uitsluitend voor zover luchtvaartmaatschappijen dergelijke gegevens reeds hebben verzameld in het kader van hun normale bedrijfsvoering in de zin van de relevante bepaling van die richtlijn. Zoals het geval is voor API-gegevens die door luchtvaartmaatschappijen worden verzameld en naar de PIE’s worden doorgegeven overeenkomstig deze verordening, moeten de regels van die richtlijn met betrekking tot aangelegenheden die niet specifiek onder deze verordening vallen, met name de regels inzake de latere verwerking van andere door de PIE’s ontvangen PNR-gegevens, bovendien onverlet worden gelaten. Die regels blijven derhalve van toepassing op dergelijke gegevens. |
(43) |
Het kan niet worden uitgesloten dat in uitzonderlijke omstandigheden en ondanks alle redelijke maatregelen die overeenkomstig deze verordening zijn getroffen, de centrale infrastructuur of een van de technische componenten van de router of de communicatie-infrastructuur waarmee de PIE’s en luchtvaartmaatschappijen met de router verbonden zijn, niet naar behoren functioneert, waardoor het technisch onmogelijk wordt voor de luchtvaartmaatschappijen om API-gegevens door te geven of voor PIE’s om API-gegevens te ontvangen. Als de router niet beschikbaar is en het normaal gezien voor de luchtvaartmaatschappijen redelijkerwijs niet mogelijk is de API-gegevens die hinder ondervinden van de storing, op een rechtmatige, veilige, doeltreffende en snelle wijze via alternatieve middelen door te geven, moet de verplichting voor de luchtvaartmaatschappijen om dergelijke API-gegevens aan de router door te geven, vervallen zolang die technische storing blijft duren. Om echter de beschikbaarheid van API-gegevens die nodig zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit te waarborgen, moeten luchtvaartmaatschappijen doorgaan met het verzamelen en opslaan van API-gegevens, zodat deze kunnen worden doorgegeven zodra de technische storing is verholpen. Om de duur en de negatieve gevolgen van dergelijke technische storingen tot een minimum te beperken, moeten de betrokken partijen elkaar in een dergelijk geval onmiddellijk op de hoogte brengen en onmiddellijk alle maatregelen nemen die nodig zijn om de technische storing te verhelpen. Deze regeling mag geen afbreuk doen aan de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen op grond waarvan alle betrokken partijen ervoor moeten zorgen dat de router en hun respectieve systemen en infrastructuur naar behoren functioneren, noch aan het feit dat aan luchtvaartmaatschappijen sancties worden opgelegd indien zij deze verplichtingen niet nakomen, ook in gevallen waarin zij ten onrechte gebruik willen maken van deze regeling. Om dergelijk misbruik tegen te gaan en het toezicht en, waar nodig, het opleggen van sancties te vergemakkelijken, moeten luchtvaartmaatschappijen die vanwege een storing in hun eigen systeem en infrastructuur gebruikmaken van deze regeling, hierover verslag uitbrengen aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit. |
(44) |
Wanneer luchtvaartmaatschappijen rechtstreekse verbindingen onderhouden met PIE’s voor de doorgifte van API-gegevens, kunnen die verbindingen, als zij het vereiste niveau van gegevensbeveiliging waarborgen, een passend middel zijn om API-gegevens rechtstreeks aan de PIE’s door te geven indien het technisch onmogelijk is om dat via de router te doen. PIE’s moeten, in het uitzonderlijke geval dat het technisch onmogelijk is om gebruik te maken van de router, luchtvaartmaatschappijen kunnen verzoeken API-gegevens op dergelijke wijze door te geven, wat evenwel voor luchtvaartmaatschappijen niet de verplichting mag inhouden om dergelijke rechtstreekse verbindingen te onderhouden of te voorzien in andere passende middelen die het noodzakelijke niveau van gegevensbeveiliging waarborgen voor de rechtstreekse doorgifte van API-gegevens aan de PIE’s. Bij de uitzonderlijke doorgifte van API-gegevens via andere passende middelen, zoals versleutelde e-mailberichten of een beveiligd webportaal, met uitsluiting van het gebruik van niet-gestandaardiseerde elektronische formaten, moet het noodzakelijke niveau van gegevensbeveiliging, gegevenskwaliteit en gegevensbescherming worden gewaarborgd. Verdere verwerking van API-gegevens die door de PIE’s via dergelijke andere passende middelen worden ontvangen, moet plaatsvinden overeenkomstig de regels en waarborgen inzake gegevensbescherming van Richtlijn (EU) 2016/681. Nadat eu-LISA heeft meegedeeld dat de technische storing is verholpen en als bevestigd is dat de doorzending van de API-gegevens via de router aan de PIE is voltooid, moet de PIE de eerder via andere passende middelen ontvangen API-gegevens onmiddellijk wissen. Dat wissen van gegevens mag niet de specifieke gevallen omvatten waarin door PIE’s via andere passende middelen ontvangen API-gegevens inmiddels overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/681 zijn verwerkt met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van terroristische misdrijven of ernstige criminaliteit. |
(45) |
Om ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen de regels van deze verordening daadwerkelijk toepassen, moet worden voorzien in de aanwijzing en machtiging van nationale autoriteiten als nationale autoriteiten voor toezicht inzake API die belast zijn met het monitoren van de toepassing van die regels. De lidstaten kunnen hun PIE’s aanwijzen als nationale autoriteiten voor toezicht inzake API. De in deze verordening vastgestelde regels over dat monitoren, ook met betrekking tot het opleggen van eventuele sancties, mogen geen afbreuk doen aan de taken en bevoegdheden van de overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn (EU) 2016/680 ingestelde toezichthoudende autoriteiten, onder meer op het gebied van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening. |
(46) |
Ten aanzien van luchtvaartmaatschappijen die hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening, waaronder de verplichtingen inzake de geautomatiseerde verzameling van API-gegevens en inzake de doorgifte van gegevens in overeenstemming met de vereiste termijnen, formaten en protocollen, niet nakomen, moeten de lidstaten voorzien in doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, waaronder zowel financiële als niet-financiële sancties. Meer bepaald moeten de lidstaten ervoor zorgen dat herhaalde niet-naleving door luchtvaartmaatschappijen in hun hoedanigheid van rechtspersoon van de krachtens deze verordening op hen rustende verplichting om API-gegevens aan de router door te geven, bestraft wordt met evenredige financiële sancties van ten hoogste 2 % van de wereldwijde omzet van de luchtvaartmaatschappij in het voorgaande boekjaar. Daarnaast moeten de lidstaten luchtvaartmaatschappijen sancties kunnen opleggen, waaronder financiële sancties, voor andere vormen van niet-naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening. |
(47) |
Bij het vaststellen van regels inzake de sancties die krachtens deze verordening op luchtvaartmaatschappijen van toepassing zijn, kunnen de lidstaten rekening houden met de vraag in hoeverre volledige nauwkeurigheid van gegevens technisch en operationeel haalbaar is. Bovendien moet bij het opleggen van sancties, de toepassing en de hoogte ervan worden bepaald. Nationale autoriteiten voor toezicht inzake API kunnen rekening houden met de maatregelen die de luchtvaartmaatschappij heeft genomen om het probleem te beperken en in hoeverre zij de nationale autoriteiten medewerking verleent. |
(48) |
Aangezien de router moet worden ontworpen, ontwikkeld, gehost en technisch beheerd door eu-LISA, moet Verordening (EU) 2018/1726 aldus worden gewijzigd dat die taak aan het takenpakket van eu-LISA wordt toegevoegd. Met het oog op de opslag van verslagen en statistieken van de router in het bij Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (17) ingestelde centraal register voor rapportage en statistieken (CRRS), moet die verordening worden gewijzigd. Ter ondersteuning van de handhaving van deze verordening door de nationale autoriteit voor toezicht inzake API, is het nodig dat de wijzigingen aan Verordening (EU) 2019/818 bepalingen bevatten inzake statistieken betreffende de juistheid en volledigheid van de API-gegevens, waarbij bijvoorbeeld wordt aangegeven of de gegevens op geautomatiseerde wijze werden verzameld. Het is tevens van belang dat er met betrekking tot de tenuitvoerlegging van deze verordening betrouwbare en bruikbare statistieken worden verzameld, ter ondersteuning van de doelstellingen van de verordening en ter onderbouwing van de evaluaties uit hoofde van deze verordening. eu-LISA moet de Commissie op verzoek statistische gegevens verstrekken over specifieke aspecten die verband houden met de tenuitvoerlegging van deze verordening, waaronder geaggregeerde statistische gegevens over de doorzending van API-gegevens naar de PIE’s. Dergelijke statistieken mogen geen persoonsgegevens bevatten. Daarom mag het CRRS alleen statistieken gebaseerd op API-gegevens verstrekken met het oog op de uitvoering en doeltreffende monitoring van de toepassing van deze verordening. De gegevens die de router daartoe automatisch doorzendt aan het CRRS mogen de identificatie van de betrokken passagiers niet mogelijk maken. |
(49) |
Teneinde de duidelijkheid en de rechtszekerheid te vergroten, om bij te dragen tot het waarborgen van een goede gegevenskwaliteit, het waarborgen van een verantwoord gebruik van de geautomatiseerde middelen voor het verzamelen van machineleesbare API-gegevens uit hoofde van deze verordening en het waarborgen van het handmatig verzamelen van API-gegevens in uitzonderlijke omstandigheden en tijdens de overgangsperiode, en om duidelijkheid te verschaffen over de technische voorschriften die van toepassing zijn op luchtvaartmaatschappijen en die ervoor moeten zorgen dat de API-gegevens die zij uit hoofde van deze verordening verzamelen, op een beveiligde, doeltreffende en snelle manier aan de router worden doorgegeven en dat de impact ervan op de reizen van passagiers en op luchtvaartmaatschappijen niet groter is dan noodzakelijk, alsook om ervoor te zorgen dat gegevens die onjuist, onvolledig of niet meer actueel zijn, worden gecorrigeerd, aangevuld of bijgewerkt, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen ter beëindiging van de overgangsperiode voor de handmatige verzameling van API-gegevens; tot vaststelling van maatregelen inzake de technische voorschriften en operationele regels die luchtvaartmaatschappijen moeten naleven met betrekking tot het gebruik van geautomatiseerde middelen voor het verzamelen van machineleesbare API-gegevens uit hoofde van deze verordening en voor het handmatig verzamelen van API-gegevens in uitzonderlijke omstandigheden en tijdens de overgangsperiode, waaronder voorschriften inzake gegevensbeveiliging; tot vaststelling van gedetailleerde regels inzake de gemeenschappelijke protocollen en ondersteunde dataformaten voor de versleutelde doorgifte van API-gegevens aan de router, waaronder voorschriften inzake gegevensbeveiliging; en tot vaststelling van gedetailleerde regels voor het corrigeren, aanvullen en bijwerken van API-gegevens. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden overgaat tot passende raadplegingen met relevante belanghebbenden, waaronder luchtvaartmaatschappijen, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (18). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. Rekening houdend met de stand van de techniek zouden die technische vereisten en operationele regels in de loop der tijd kunnen veranderen. |
(50) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, met name wat betreft de ingebruikneming van de router, de technische en procedurele regels voor de gegevensverificaties en kennisgevingen, de technische en procedurele voorschriften voor de doorzending van API-gegevens van de router aan de PIE’s op een wijze die waarborgt dat de overdracht veilig, doeltreffend en snel is en geen grotere gevolgen dan nodig heeft voor de reizen van passagiers en voor luchtvaartmaatschappijen, en wat betreft de verbindingen en integratie van de PIE’s met de router, om de verantwoordelijkheden van de lidstaten als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, zoals met betrekking tot de identificatie en het beheer van beveiligingsincidenten, waaronder inbreuken in verband met persoonsgegevens, te specificeren, en om de verhouding te specificeren tussen de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en eu-LISA als verwerker, met inbegrip van de ondersteuning door eu-LISA van de verwerkingsverantwoordelijken door middel van passende technische en organisatorische maatregelen, voor zover mogelijk, met oog op de naleving van de verplichting van de verwerkingsverantwoordelijke om te antwoorden op verzoeken tot uitoefening van de rechten van betrokkenen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (19). |
(51) |
Alle belanghebbende partijen, en met name de luchtvaartmaatschappijen en de PIE’s, moeten voldoende tijd krijgen om de nodige voorbereidingen te treffen om aan hun respectieve verplichtingen uit hoofde van deze verordening te kunnen voldoen, rekening houdend met het feit dat sommige van die voorbereidingen, zoals die betreffende de verplichtingen inzake de verbinding en integratie met de router, pas kunnen worden voltooid nadat de router ontworpen en ontwikkeld is en in gebruik is genomen. Daarom mag de toepassing van deze verordening pas ingaan op een passende datum na de door de Commissie overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2025/12 gespecificeerde datum van ingebruikneming van de router. Niettemin moet de Commissie reeds vanaf een eerdere datum gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen in het kader van deze verordening kunnen vaststellen om ervoor te zorgen dat het bij deze verordening ingestelde systeem zo spoedig mogelijk operationeel is. |
(52) |
De ontwerp- en de ontwikkelingsfase van de router, zoals opgezet krachtens deze verordening en Verordening (EU) 2025/12, moeten zo spoedig mogelijk van start gaan en worden voltooid, zodat de router zo spoedig mogelijk in gebruik kan worden genomen, wat ook vereist dat de relevante uitvoeringshandelingen worden vastgesteld waarin deze verordening voorziet. Met het oog op een vlot en doeltreffend verloop van die fasen moet een specifieke programmabestuursraad worden opgericht, die tot taak heeft toezicht te houden op de uitvoering door eu-LISA van zijn taken tijdens deze fasen. Twee jaar nadat de router in gebruik is genomen moet de programmabestuursraad ophouden te bestaan. Voorts moet overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1726 een specifiek adviesorgaan, de API-PNR-adviesgroep, worden opgericht, met als doel eu-LISA en de programmabestuursraad te ondersteunen met deskundigheid tijdens de ontwerp- en de ontwikkelingsfase van de router, alsook eu-LISA te ondersteunen met deskundigheid inzake het hosten en het beheer van de router. De programmabestuursraad en de API-PNR-adviesgroep moeten worden opgericht en beheerd naar het model van bestaande programmabestuursraden en adviesgroepen. |
(53) |
De in deze verordening bedoelde verduidelijking over de toepassing van specificaties betreffende het gebruik van geautomatiseerde middelen overeenkomstig Richtlijn 2004/82/EG moet eveneens onverwijld worden verstrekt. Daarom moeten de bepalingen over die aangelegenheden van toepassing zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Om ervoor te zorgen dat de router zo snel mogelijk op vrijwillige basis kan worden gebruikt, moeten de bepalingen over een dergelijk gebruik alsook bepaalde andere bepalingen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat een dergelijk vrijwillig gebruik op een verantwoorde manier plaatsvindt, zo snel mogelijk van toepassing worden, dat wil zeggen zodra de router in gebruik wordt genomen. |
(54) |
Er moet voorzien worden in een gemeenschappelijke governancestructuur voor de toepassing van deze verordening en Verordening (EU) 2025/12. Om de communicatie tussen de vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen en de vertegenwoordigers van de autoriteiten van de lidstaten die op grond van deze verordening en Verordening (EU) 2025/12 bevoegd zijn om API-gegevens van de router te ontvangen, mogelijk te maken en te bevorderen, moeten uiterlijk twee jaar na de ingebruikneming van de router twee specifieke organen worden opgericht. Technische kwesties in verband met het gebruik en de werking van de router moeten worden besproken in de API-PNR-contactgroep, waarbij ook vertegenwoordigers van eu-LISA aanwezig moeten zijn. Beleidskwesties, zoals in verband met sancties, moeten in de API-deskundigengroep worden besproken. |
(55) |
De verordening moet regelmatig worden geëvalueerd om de monitoring van de doeltreffende toepassing ervan te waarborgen. Meer bepaald mag het verzamelen van API-gegevens niet ten koste gaan van de reiservaring van bonafide passagiers. Daarom moet de Commissie in haar periodieke evaluatieverslagen over de toepassing van deze verordening een beoordeling opnemen van het effect van deze verordening op de reiservaring van bonafide passagiers. De evaluatie moet ook een beoordeling omvatten van de kwaliteit van de door de router verzonden gegevens en de werking van de router vanuit het oogpunt van de PIE’s. |
(56) |
Aangezien deze verordening leidt tot extra kosten in verband met aanpassingen en extra administratieve kosten voor luchtvaartmaatschappijen, moet de totale regeldruk voor de luchtvaartsector nauwlettend in het oog worden gehouden. In het licht daarvan moet in het evaluatieverslag over de werking van deze verordening worden beoordeeld in hoeverre de doelstellingen van deze verordening zijn verwezenlijkt en in hoeverre zij van invloed is geweest op het concurrentievermogen van de sector. |
(57) |
Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk bijdragen tot het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit, aangezien de betrokken strafbare feiten een transnationale dimensie hebben en slechts aan de hand van grensoverschrijdende samenwerking doeltreffend kunnen worden aangepakt, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken. |
(58) |
Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten met betrekking tot het nationale recht inzake nationale veiligheid, mits dat recht in overeenstemming is met het Unierecht. |
(59) |
Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om overeenkomstig hun nationale recht passagiersgegevens te verzamelen van andere dan de in deze verordening genoemde vervoerders, mits dat nationale recht in overeenstemming is met het Unierecht. |
(60) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening; deze is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. |
(61) |
Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het VEU en het VWEU, heeft Ierland kennisgegeven van zijn wens deel te nemen aan de vaststelling en toepassing van deze verordening. |
(62) |
Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd en op 8 februari 2023 heeft hij een advies uitgebracht (20), |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
Met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit worden bij deze verordening regels vastgesteld over:
a) |
de verzameling, door luchtvaartmaatschappijen, van “advance passenger information” (API) over vluchten naar of vanuit derde landen en over vluchten binnen de EU; |
b) |
de doorgifte, door luchtvaartmaatschappijen, van API-gegevens en andere PNR-gegevens aan de router; |
c) |
de doorzending van API-gegevens en andere PNR-gegevens over vluchten naar of vanuit derde landen en over geselecteerde vluchten binnen de EU via de router naar de passagiersinformatie-eenheden (“PIE’s”). |
Deze verordening laat Verordening (EU) 2016/679, Verordening (EU) 2018/1725 en Richtlijn (EU) 2016/680 onverlet.
Artikel 2
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op luchtvaartmaatschappijen die de volgende vluchten uitvoeren:
a) |
vluchten naar of vanuit derde landen; |
b) |
vluchten binnen de EU die vertrekken van, landen op of een tussenlanding maken op het grondgebied van ten minste één lidstaat die aan de Commissie kennis heeft gegeven van zijn besluit om Richtlijn (EU) 2016/681 toe te passen op vluchten binnen de EU, overeenkomstig artikel 2, lid 1, van die richtlijn. |
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1) |
“luchtvaartmaatschappij”: een luchtvaartmaatschappij zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Richtlijn (EU) 2016/681; |
2) |
“vlucht naar of vanuit derde landen”: een vlucht naar of vanuit derde landen zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 2, van Richtlijn (EU) 2016/681; |
3) |
“vlucht binnen de EU”: een vlucht binnen de EU zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 3, van Richtlijn (EU) 2016/681; |
4) |
“geregelde vlucht”: een geregelde vlucht zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 5), van Verordening (EU) 2025/12; |
5) |
“niet-geregelde vlucht”: een niet-geregelde vlucht zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 6), van Verordening (EU) 2025/12; |
6) |
“passagier”: een passagier zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 4, van Richtlijn (EU) 2016/681; |
7) |
“bemanning”: alle personen, anders dan passagiers, die zich tijdens de vlucht aan boord van een luchtvaartuig bevinden en die in het luchtvaartuig werkzaamheden uitvoeren of het luchtvaartuig besturen, met inbegrip van cockpit- en cabinepersoneel; |
8) |
“advance passenger information” of “API-gegevens”: de in artikel 4, lid 2, bedoelde gegevens en de in artikel 4, lid 3, bedoelde vluchtinformatie; |
9) |
“andere PNR-gegevens”: het passenger name record of PNR, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 5, van Richtlijn (EU) 2016/681, en de gegevens zoals opgesomd in bijlage I bij die richtlijn, uitgezonderd punt 18 van die bijlage; |
10) |
“passagiersinformatie-eenheid” of “PIE”: de passagiersinformatie-eenheid zoals opgenomen in de door de Commissie op grond van artikel 4, lid 5, van Richtlijn (EU) 2016/681 bekendgemaakte kennisgevingen van de lidstaten aan de Commissie en eventuele wijzigingen daarvan; |
11) |
“terroristische misdrijven”: terroristische misdrijven zoals bedoeld in de artikelen 3 tot en met 12 van Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad (21); |
12) |
“ernstige criminaliteit”: ernstige criminaliteit zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 9, van Richtlijn (EU) 2016/681; |
13) |
“de router”: de router zoals bedoeld in artikel 9 van deze verordening en artikel 11 van Verordening (EU) 2025/12; |
14) |
“persoonsgegevens”: persoonsgegevens zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 1), van Richtlijn (EU) 2016/680 en artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679; |
15) |
“realtime luchtverkeersgegevens”: informatie over de inkomende en uitgaande vluchten op een onder deze verordening vallende luchthaven. |
HOOFDSTUK 2
VERZAMELING, DOORGIFTE, OPSLAG EN WISSING VAN API-GEGEVENS
Artikel 4
Verzameling van API-gegevens door luchtvaartmaatschappijen
-
1.Luchtvaartmaatschappijen verzamelen de API-gegevens van elke passagier en elk bemanningslid over de in artikel 2 bedoelde vluchten, die overeenkomstig artikel 5 aan de router moeten worden doorgegeven. Bij een code-sharingvlucht tussen luchtvaartmaatschappijen rust de verplichting om de API-gegevens door te geven op de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.
-
2.De API-gegevens omvatten uitsluitend de volgende gegevens met betrekking tot elke passagier en elk bemanningslid op de vlucht:
a) |
de achternaam, de voornaam of voornamen; |
b) |
de geboortedatum, het geslacht en de nationaliteit; |
c) |
het type en het nummer van het reisdocument en de drielettercode van het land dat het reisdocument heeft afgegeven; |
d) |
de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument verstrijkt; |
e) |
het identificatienummer van de PNR dat door de luchtvaartmaatschappij wordt gebruikt om de passagier in haar informatiesysteem te lokaliseren (PNR-bestandslocatie); |
f) |
informatie over de zitplaats die in het luchtvaartuig aan de passagier is toegewezen, indien dergelijke informatie beschikbaar is; |
g) |
het bagagelabelnummer of -nummers en het aantal ingecheckte koffers en tassen en het gewicht daarvan, indien dergelijke informatie beschikbaar is; |
h) |
een code die aangeeft welke methode is gebruikt om de in de punten a) tot en met d) bedoelde gegevens vast te leggen en te valideren. |
-
3.De API-gegevens omvatten daarnaast uitsluitend de volgende vluchtinformatie over de vlucht van elke passagier en elk bemanningslid:
a) |
het vluchtidentificatienummer of, bij een code-sharingvlucht tussen luchtvaartmaatschappijen, de vluchtidentificatienummers of, indien een dergelijk nummer niet bestaat, andere duidelijke en geschikte middelen om de vlucht te identificeren; |
b) |
in voorkomend geval, de grensdoorlaatpost van binnenkomst op het grondgebied van de lidstaat; |
c) |
de code van de luchthaven van aankomst of, indien volgens planning geland zal worden op een of meer luchthavens op het grondgebied van een of meer lidstaten waarop deze verordening van toepassing is, de codes van de luchthavens die worden aangedaan op het grondgebied van de betrokken lidstaten; |
d) |
de code van de luchthaven van vertrek van de vlucht; |
e) |
de code van de luchthaven die het eerste instappunt is, indien beschikbaar; |
f) |
de lokale datum en het tijdstip van vertrek; |
g) |
de lokale datum en het tijdstip van aankomst; |
h) |
de contactgegevens van de luchtvaartmaatschappij; |
i) |
het voor de doorgifte van API-gegevens gebruikte formaat. |
-
4.Luchtvaartmaatschappijen verzamelen de API-gegevens op zodanige wijze dat gewaarborgd wordt dat de API-gegevens die zij overeenkomstig artikel 5 doorgeven, juist, volledig en actueel zijn. Luchtvaartmaatschappijen zijn op grond van deze verplichting niet gehouden het reisdocument te controleren op het moment dat passagiers instappen in het luchtvaartuig, onverminderd bepalingen van nationaal recht die verenigbaar zijn met het Unierecht.
-
5.Passagiers zijn op grond van deze verordening niet verplicht bij het reizen een reisdocument bij zich te hebben, onverminderd andere rechtshandelingen van de Unie of bepalingen van nationaal recht die verenigbaar zijn met het Unierecht.
-
6.Lidstaten kunnen luchtvaartmaatschappijen verplichten passagiers de mogelijkheid te bieden vrijwillig de in artikel 4, lid 2, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2025/12 bedoelde gegevens op geautomatiseerde wijze te uploaden en deze gegevens door de luchtvaartmaatschappij te laten opslaan met het oog op de doorgifte van de gegevens voor toekomstige vluchten, overeenkomstig artikel 5 van deze verordening en op een wijze die in overeenstemming is met de vereisten van de leden 4, 7 en 8 van dit artikel. Een lidstaat die een dergelijke verplichting oplegt, stelt de regels en waarborgen betreffende gegevensbescherming overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 vast, waaronder regels inzake opslagtermijnen. De gegevens worden echter gewist wanneer de passagier niet langer instemt met de opslag van de gegevens, doch ten laatste op de datum waarop het reisdocument verstrijkt.
-
7.Luchtvaartmaatschappijen verzamelen de in lid 2, punten a) tot en met d), bedoelde API-gegevens met behulp van geautomatiseerde middelen voor de verzameling van de machineleesbare gegevens van het reisdocument van de betrokken passagier. Zij doen dit overeenkomstig de in lid 12 bedoelde gedetailleerde technische voorschriften en operationele regels, zodra dergelijke regels zijn vastgesteld en van toepassing zijn.
Wanneer luchtvaartmaatschappijen voorzien in de mogelijkheid om online in te checken, bieden zij de passagiers de gelegenheid de in lid 2, punten a) tot en met d), bedoelde API-gegevens tijdens dat online inchecken via geautomatiseerde middelen te verstrekken. Luchtvaartmaatschappijen bieden passagiers die niet online inchecken de mogelijkheid om die API-gegevens tijdens het inchecken op de luchthaven via geautomatiseerde middelen te verstrekken, via een self-servicekiosk of met de hulp van personeel van de luchtvaartmaatschappij aan de balie.
Als het technisch niet mogelijk is om gebruik te maken van geautomatiseerde middelen, verzamelen luchtvaartmaatschappijen de in lid 2, punten a) tot en met d), bedoelde API-gegevens bij wijze van uitzondering handmatig, hetzij in het kader van de online-incheckprocedure, hetzij als onderdeel van de incheckprocedure op de luchthaven, en op zodanige wijze dat de naleving van lid 4 wordt gewaarborgd.
-
8.De geautomatiseerde middelen die luchtvaartmaatschappijen voor de verzameling van API-gegevens op grond van deze verordening gebruiken, zijn betrouwbaar, beveiligd en actueel. Luchtvaartmaatschappijen zorgen ervoor dat API-gegevens tijdens de doorgifte van dergelijke gegevens van de passagier aan de luchtvaartmaatschappijen versleuteld zijn.
-
9.Tijdens een overgangsperiode, en in aanvulling op de in lid 7 bedoelde geautomatiseerde middelen, bieden luchtvaartmaatschappijen passagiers de mogelijkheid om API-gegevens handmatig te verstrekken in het kader van de online-incheckprocedure. In dergelijke gevallen maken luchtvaartmaatschappijen gebruik van gegevensverificatietechnieken om de naleving van lid 4 te waarborgen.
-
10.De in lid 9 bedoelde overgangsperiode doet geen afbreuk aan het recht van luchtvaartmaatschappijen om, overeenkomstig het toepasselijke Unierecht, API-gegevens die in het kader van de online-incheckprocedure zijn verzameld om de naleving lid 4 te waarborgen, op de luchthaven te verifiëren voordat de passagiers instappen in het luchtvaartuig.
-
11.De Commissie is bevoegd, vanaf vier jaar na ingebruikneming van de router met betrekking tot de in artikel 34 bedoelde API-gegevens en op basis van een evaluatie van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van geautomatiseerde middelen voor de verzameling van API-gegevens, overeenkomstig artikel 43 een gedelegeerde handeling vast te stellen ter beëindiging van de in lid 9 van dit artikel bedoelde overgangsperiode.
-
12.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 43 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen met gedetailleerde technische voorschriften en operationele regels voor het verzamelen van de in lid 2, punten a) tot en met d), van dit artikel bedoelde API-gegevens met behulp van geautomatiseerde middelen overeenkomstig de leden 7 en 8 van dit artikel, en voor de handmatige verzameling van API-gegevens in uitzonderlijke omstandigheden overeenkomstig lid 7 van dit artikel en tijdens de in lid 9 van dit artikel bedoelde overgangsperiode. Die technische voorschriften en operationele regels omvatten vereisten voor gegevensbeveiliging en voor het gebruik van de meest betrouwbare geautomatiseerde middelen die beschikbaar zijn voor de verzameling van de machineleesbare gegevens van een reisdocument.
Artikel 5
Verplichtingen voor luchtvaartmaatschappijen met betrekking tot de doorgifte van API-gegevens en andere PNR-gegevens
-
1.Luchtvaartmaatschappijen geven de versleutelde API-gegevens langs elektronische weg door aan de router ten behoeve van het doorzenden ervan naar de bevoegde grensautoriteiten overeenkomstig artikel 12. Luchtvaartmaatschappijen geven de API-gegevens door overeenkomstig de in lid 4 van dit artikel bedoelde gedetailleerde regels, zodra dergelijke regels zijn vastgesteld en van toepassing zijn.
-
2.Bij de vaststelling van maatregelen overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/681 verplichten de lidstaten luchtvaartmaatschappijen om alle andere PNR-gegevens die zij in het kader van hun normale bedrijfsvoering verzamelen, uitsluitend aan de router door te geven, in overeenstemming met de gemeenschappelijke protocollen en dataformaten die zijn opgesteld op grond van artikel 16 van die richtlijn.
-
3.Luchtvaartmaatschappijen geven de API-gegevens door:
a) |
voor passagiers:
|
b) |
van alle bemanningsleden, onmiddellijk na het sluiten van de vlucht, d.i. zodra de bemanning aan boord is van het luchtvaartuig dat gereedstaat voor vertrek en de bemanningsleden niet meer aan of van boord kunnen gaan. |
-
4.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 43 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen met de nodige gedetailleerde regels inzake de gemeenschappelijke protocollen en ondersteunde dataformaten voor de versleutelde doorgifte van API-gegevens aan de router als bedoeld in lid 1 van dit artikel, met inbegrip van de doorgifte van API-gegevens bij het inchecken, en met voorschriften inzake gegevensbeveiliging. Dergelijke gedetailleerde regels waarborgen dat luchtvaartmaatschappijen bij de doorgifte van API-gegevens gebruikmaken van dezelfde structuur en inhoud.
Artikel 6
Opslagtermijn en wissing van API-gegevens
Luchtvaartmaatschappijen slaan de door hen op grond van artikel 4 verzamelde API-gegevens met betrekking tot alle passagiers en bemanningsleden op gedurende een termijn van 48 uur vanaf het tijdstip waarop de router de overeenkomstig artikel 5, lid 3, punt a), ii), en artikel 5, lid 3, punt b), doorgegeven API-gegevens heeft ontvangen. Onverminderd de mogelijkheid voor luchtvaartmaatschappijen om dergelijke API-gegevens te bewaren en te gebruiken wanneer dat voor de normale bedrijfsvoering overeenkomstig het toepasselijke recht nodig is en onverminderd artikel 16, leden 1 en 3, wissen luchtvaartmaatschappijen dergelijke gegevens onmiddellijk en definitief als die termijn is verstreken.
Artikel 7
Correctie, aanvulling en bijwerking van API-gegevens
-
1.Wanneer een luchtvaartmaatschappij constateert dat gegevens die zij uit hoofde van deze verordening opslaat, onrechtmatig zijn verwerkt of geen API-gegevens zijn, wist zij die gegevens onmiddellijk en definitief. Indien die gegevens zijn doorgegeven aan de router, stelt de luchtvaartmaatschappij het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) daarvan onmiddellijk in kennis. Bij ontvangst van dergelijke informatie stelt eu-LISA de PIE’s die de via de router doorgezonden gegevens hebben ontvangen, onmiddellijk daarvan in kennis.
-
2.Wanneer een luchtvaartmaatschappij constateert dat de gegevens die zij uit hoofde van deze verordening opslaat, onjuist, onvolledig of niet meer actueel zijn, zorgt zij ervoor dat die gegevens onmiddellijk worden gecorrigeerd, aangevuld of bijgewerkt. Dit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van luchtvaartmaatschappijen om de gegevens te bewaren en te gebruiken wanneer dat nodig is voor de normale bedrijfsvoering overeenkomstig het toepasselijke recht.
-
3.Wanneer een luchtvaartmaatschappij na de doorgifte van API-gegevens uit hoofde van artikel 5, lid 3, punt a), i), maar vóór de doorgifte uit hoofde van artikel 5, lid 3, punt a), ii), constateert dat de door haar doorgegeven gegevens onjuist zijn, geeft zij de gecorrigeerde API-gegevens onmiddellijk door aan de router.
-
4.Wanneer een luchtvaartmaatschappij na de doorgifte van API-gegevens uit hoofde van artikel 5, lid 3, punt a), ii), of artikel 5, lid 3, punt b), constateert dat de door haar doorgegeven gegevens onjuist, onvolledig of niet meer actueel zijn, geeft zij de gecorrigeerde, aangevulde of bijgewerkte API-gegevens onmiddellijk door aan de router.
-
5.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 43 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen met de nodige gedetailleerde regels inzake het corrigeren, aanvullen en bijwerken van API-gegevens in de zin van dit artikel.
Artikel 8
Grondrechten
-
1.De verzameling en verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2025/12 door luchtvaartmaatschappijen en bevoegde autoriteiten leidt niet tot discriminatie van personen op de in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”) genoemde gronden.
-
2.In deze verordening worden de menselijke waardigheid en de grondrechten en beginselen die zijn erkend in het Handvest ten volle geëerbiedigd, met inbegrip van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, op asiel, op bescherming van persoonsgegevens, op vrijheid van verplaatsing en op een doeltreffende voorziening in rechte.
-
3.Bijzondere aandacht wordt geschonken aan kinderen, ouderen, personen met een handicap en kwetsbare personen. Bij de tenuitvoerlegging van deze verordening staat het belang van het kind voorop.
HOOFDSTUK 3
BEPALINGEN BETREFFENDE DE ROUTER
Artikel 9
De router
-
1.Teneinde het voor luchtvaartmaatschappijen gemakkelijker te maken versleutelde API-gegevens en andere PNR-gegevens aan de PIE’s door te geven overeenkomstig deze verordening, wordt door eu-LISA overeenkomstig de artikelen 25 en 26 een router ontworpen, ontwikkeld, gehost en technisch beheerd.
-
2.De router bestaat uit:
a) |
een centrale infrastructuur, met inbegrip van een reeks technische componenten voor de ontvangst en de doorzending van versleutelde API-gegevens en andere PNR-gegevens; |
b) |
een beveiligd communicatiekanaal tussen de centrale infrastructuur en de PIE’s, en een beveiligd communicatiekanaal tussen de centrale infrastructuur en de luchtvaartmaatschappijen, voor de doorgifte en doorzending van API-gegevens en andere PNR-gegevens en voor alle daarmee verband houdende communicatie, en voor het invoeren door de lidstaten van de in artikel 12, lid 4, bedoelde geselecteerde vluchten in de router en eventuele bijwerkingen van dergelijke informatie; |
c) |
een beveiligd kanaal voor het ontvangen van realtime luchtverkeersgegevens. |
-
3.Onverminderd artikel 10 van deze verordening worden voor de router, in voorkomend geval en voor zover dat technisch mogelijk is, de technische componenten, met inbegrip van hardware- en softwarecomponenten, gebruikt en hergebruikt van de in artikel 13 van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde webdienst, het in artikel 6, lid 2, punt k), van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde toegangsportaal voor vervoerders en het in artikel 45 quater van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde toegangsportaal voor vervoerders.
eu-LISA ontwerpt de router, voor zover dat technisch en operationeel mogelijk is, zodanig dat deze coherent en consistent is met de verplichtingen voor luchtvaartmaatschappijen die zijn uiteengezet in Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226 en (EU) 2018/1240.
-
4.De router extraheert de gegevens automatisch en stelt die overeenkomstig artikel 39 van deze verordening automatisch ter beschikking van het centraal register voor rapportage en statistieken (CRRS) dat is ingesteld bij artikel 39 van Verordening (EU) 2019/818.
-
5.eu-LISA ontwerpt en ontwikkelt de router op zodanige wijze dat de API-gegevens en andere PNR-gegevens bij doorgifte ervan door de luchtvaartmaatschappijen aan de router overeenkomstig artikel 5 en bij doorzending ervan door de router naar de PIE’s overeenkomstig artikel 12 en naar het CRRS overeenkomstig artikel 39, lid 2, tijdens de overdracht van begin tot eind versleuteld zijn.
Artikel 10
Exclusief gebruik van de router
Voor de toepassing van deze verordening wordt de router uitsluitend gebruikt:
a) |
door luchtvaartmaatschappijen om versleutelde API-gegevens en andere PNR-gegevens door te geven overeenkomstig deze verordening; |
b) |
door PIE’s om versleutelde API-gegevens en andere PNR-gegevens te ontvangen overeenkomstig deze verordening; |
c) |
op basis van internationale overeenkomsten die de doorgifte van PNR-gegevens via de router mogelijk maken, door de Unie gesloten met derde landen die een overeenkomst hebben gesloten inzake de wijze waarop zij worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. |
Dit artikel laat artikel 12 van Verordening (EU) 2025/12 onverlet.
Artikel 11
Verificatie van het gegevensformaat en van de doorgifte
-
1.De router verifieert op geautomatiseerde wijze en op basis van realtime luchtverkeersgegevens of de luchtvaartmaatschappij de API-gegevens heeft doorgegeven overeenkomstig artikel 5, lid 1, of andere PNR-gegevens heeft doorgegeven overeenkomstig artikel 5, lid 2.
-
2.De router verifieert onmiddellijk en op geautomatiseerde wijze of de overeenkomstig artikel 5, lid 1, aan de router doorgegeven API-gegevens voldoen aan de in artikel 5, lid 4, bedoelde gedetailleerde regels inzake de ondersteunde gegevensformaten.
-
3.De router verifieert onmiddellijk en op geautomatiseerde wijze of de overeenkomstig artikel 5, lid 2, aan de router doorgegeven andere PNR-gegevens voldoen aan de in artikel 16 van Richtlijn (EU) 2016/681 bedoelde regels inzake de ondersteunde gegevensformaten.
-
4.Indien de in lid 1 bedoelde verificatie uitwijst dat de gegevens door de luchtvaartmaatschappij niet werden doorgegeven of indien de in lid 2 of lid 3 bedoelde verificatie uitwijst dat gegevens niet voldoen aan de gedetailleerde regels inzake de ondersteunde gegevensformaten, stelt de router de betrokken luchtvaartmaatschappij en de PIE’s van de lidstaten waaraan de gegevens overeenkomstig artikel 12, lid 1, moesten worden doorgezonden hiervan onmiddellijk en op geautomatiseerde wijze in kennis. In dergelijke gevallen geeft de luchtvaartmaatschappij de API-gegevens en andere PNR-gegevens onmiddellijk door overeenkomstig artikel 5.
-
5.De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin de nodige gedetailleerde technische en procedurele regels inzake de in de leden 1 tot en met 4 van dit artikel bedoelde verificaties en de kennisgevingen worden gespecificeerd. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 12
Doorzending van API-gegevens en andere PNR-gegevens van de router naar de PIE’s
-
1.Direct na de in artikel 11 bedoelde verificatie van het gegevensformaat en van de doorgifte zendt de router de versleutelde API-gegevens en andere PNR-gegevens die de luchtvaartmaatschappijen op grond van artikel 5, leden 1 en 2, en in voorkomend geval artikel 7, leden 3 en 4, aan de router hebben doorgegeven, door naar de PIE van de lidstaat op wiens grondgebied de vlucht zal landen of van wiens grondgebied de vlucht zal vertrekken, of naar beide PIE’s wanneer het vluchten binnen de EU betreft. De router zendt die gegevens onmiddellijk en op geautomatiseerde wijze door, zonder de inhoud ervan op enigerlei wijze te wijzigen. Wanneer een vlucht een of meer tussenlandingen heeft op het grondgebied van andere lidstaten dan de lidstaat waar zij is vertrokken, zendt de router de API-gegevens en andere PNR-gegevens door naar de PIE’s van alle betrokken lidstaten.
Met het oog op een dergelijke doorzending stelt eu-LISA een lijst op van de verschillende luchthavens van vertrek en aankomst en de bijbehorende landen, en houdt het deze lijst actueel.
Voor vluchten binnen de EU zendt de router echter alleen API-gegevens en andere PNR-gegevens die betrekking hebben op de vluchten die zijn opgenomen in de in lid 4 bedoelde lijst door naar de relevante PIE’s.
-
2.De router zendt de API-gegevens en andere PNR-gegevens door overeenkomstig de in lid 6 bedoelde gedetailleerde regels, zodra dergelijke regels zijn vastgesteld en van toepassing zijn.
-
3.Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn PIE na ontvangst van API-gegevens en andere PNR-gegevens overeenkomstig lid 1 de ontvangst van dergelijke gegevens onmiddellijk en op geautomatiseerde wijze bevestigt aan de router.
-
4.De lidstaten die besluiten Richtlijn (EU) 2016/681 toe te passen op vluchten binnen de EU overeenkomstig artikel 2 van die richtlijn, stellen elk een lijst op van de geselecteerde vluchten of routes binnen de EU. De lidstaten kunnen de code van de luchthaven van vertrek en de luchthaven van aankomst gebruiken om de geselecteerde vluchten of routes aan te geven. De betrokken lidstaten zorgen voor een regelmatige evaluatie en, waar nodig, bijwerking van die lijsten overeenkomstig artikel 2 van die richtlijn en artikel 13 van deze verordening. Een lidstaat kan alle vluchten of routes binnen de EU selecteren, mits naar behoren gemotiveerd, overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/681 en artikel 13 van deze verordening.
De lidstaten voeren uiterlijk op de relevante in artikel 45, tweede alinea, bedoelde datum van toepassing van deze verordening de geselecteerde vluchten of routes in de router in via geautomatiseerde middelen via het in artikel 9, lid 2, punt b), bedoelde beveiligde communicatiekanaal, en verstrekken de router daarna alle bijwerkingen daarvan.
-
5.De door de lidstaten in de router ingevoerde informatie wordt vertrouwelijk behandeld en de personeelsleden van eu-LISA hebben slechts toegang tot die informatie indien dat strikt noodzakelijk is met het oog op het verhelpen van technische problemen. eu-LISA zorgt ervoor dat de router, na ontvangst door de router van die informatie of eventuele bijwerkingen daarvan van een lidstaat, de API-gegevens en andere PNR-gegevens met betrekking tot de geselecteerde vluchten of routes onmiddellijk doorzendt naar de PIE van die lidstaat overeenkomstig lid 1.
-
6.De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin de gedetailleerde technische en procedurele regels inzake de in lid 1 van dit artikel bedoelde doorzending van API-gegevens en andere PNR-gegevens via de router en inzake het invoeren van informatie in de router als bedoeld in lid 4 van dit artikel, met inbegrip van voorschriften inzake gegevensbeveiliging, nader worden gespecificeerd. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 13
Selectie van vluchten binnen de EU
-
1.De lidstaten die overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn (EU) 2016/681 besluiten die richtlijn en bijgevolg deze verordening toe te passen op vluchten binnen de EU, selecteren dergelijke vluchten binnen de EU overeenkomstig dit artikel.
-
2.De lidstaten kunnen Richtlijn (EU) 2016/681 en bijgevolg deze verordening alleen toepassen op alle vluchten binnen de EU die aankomen op of vertrekken vanaf hun grondgebied in situaties waarin sprake is van een werkelijke en actuele of voorzienbare terroristische dreiging en op basis van een besluit dat berust op een dreigingsbeoordeling en dat niet langer van kracht is dan strikt noodzakelijk en dat effectief kan worden getoetst door een rechterlijke instantie of door een onafhankelijk bestuursorgaan waarvan de beslissing bindend is.
-
3.Indien er geen sprake is van een werkelijke en actuele of voorzienbare terroristische dreiging, selecteren de lidstaten die Richtlijn (EU) 2016/681 en bijgevolg deze verordening toepassen op vluchten binnen de EU, dergelijke vluchten binnen de EU op basis van de resultaten van een beoordeling die is uitgevoerd op basis van de vereisten van de leden 4 tot en met 7 van dit artikel.
-
4.De in lid 3 bedoelde beoordeling:
a) |
wordt uitgevoerd op objectieve en niet-discriminerende wijze en wordt naar behoren gemotiveerd in overeenstemming met artikel 2 van Richtlijn (EU) 2016/681; |
b) |
berust uitsluitend op criteria die relevant zijn voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit met een direct dan wel indirect objectief verband met het luchtvervoer van passagiers, en is niet louter gegrond op de in artikel 21 van het Handvest genoemde redenen voor passagiers of groepen passagiers; |
c) |
berust uitsluitend op informatie die een objectieve, naar behoren gemotiveerde en niet-discriminerende beoordeling kan ondersteunen. |
-
5.Op basis van de in lid 3 bedoelde beoordeling selecteren de lidstaten alleen vluchten binnen de EU in verband met specifieke routes, reispatronen of luchthavens met betrekking waartoe er aanwijzingen zijn voor terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit op grond waarvan verwerking van API-gegevens en andere PNR-gegevens gerechtvaardigd is. De selectie van vluchten binnen de EU gaat niet verder dan strikt noodzakelijk is om de doelstellingen van Richtlijn (EU) 2016/681 en deze verordening te verwezenlijken.
-
6.De lidstaten bewaren alle documentatie die verband houdt met de in lid 3 bedoelde beoordeling en, in voorkomend geval, evaluaties daarvan en stellen deze overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/680 desgevraagd ter beschikking van hun onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten en hun nationale toezichthoudende autoriteiten.
-
7.De lidstaten evalueren, overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn (EU) 2016/681, hun in lid 3 bedoelde beoordeling regelmatig en ten minste om de twaalf maanden, om rekening te houden met veranderingen in de omstandigheden waarop de selectie van vluchten binnen de EU werd gebaseerd en om ervoor te zorgen dat de selectie van vluchten binnen de EU niet verder gaat dan strikt noodzakelijk is.
-
8.De Commissie faciliteert een regelmatige gedachtewisseling over de selectiecriteria in verband met de in lid 3 bedoelde beoordeling, met inbegrip van het uitwisselen van beste praktijken, alsook, op vrijwillige basis, de uitwisseling van informatie over geselecteerde vluchten.
Artikel 14
Wissing van API-gegevens en andere PNR-gegevens van de router
API-gegevens en andere PNR-gegevens die op grond van deze verordening aan de router worden doorgegeven, worden alleen op de router opgeslagen voor zover dat noodzakelijk is om de doorzending ervan naar de relevante PIE’s overeenkomstig deze verordening te voltooien, en worden in de twee volgende situaties onmiddellijk, definitief en op geautomatiseerde wijze van de router gewist:
a) |
wanneer overeenkomstig artikel 12, lid 3, is bevestigd dat de doorzending van de API-gegevens en andere PNR-gegevens naar de relevante PIE’s is voltooid; |
b) |
wanneer de API-gegevens of andere PNR-gegevens betrekking hebben op andere vluchten binnen de EU dan de vluchten die zijn opgenomen in de in artikel 12, lid 4, bedoelde lijsten. |
De router informeert eu-LISA en de PIE’s automatisch over de onmiddellijke wissing van de in punt b) bedoelde vluchten binnen de EU.
Artikel 15
Verwerking van API-gegevens en andere PNR-gegevens door PIE’s
API-gegevens en andere PNR-gegevens die overeenkomstig deze verordening aan PIE’s worden doorgezonden, worden vervolgens door de PIE’s verwerkt overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/681, met name de voorschriften inzake de verwerking van API-gegevens en andere PNR-gegevens door PIE’s, onder meer in de artikelen 6, 10, 12 en 13 van die richtlijn, en uitsluitend met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit.
De PIE’s of andere bevoegde autoriteiten verwerken in geen geval API-gegevens en andere PNR-gegevens met het oog op profilering, als bedoeld in artikel 11, lid 3, van Richtlijn (EU) 2016/680.
Artikel 16
Maatregelen ingeval het gebruik van de router technisch onmogelijk is
-
1.Wanneer het vanwege een storing van de router technisch onmogelijk is de router te gebruiken om API-gegevens of andere PNR-gegevens door te zenden, stelt eu-LISA de luchtvaartmaatschappijen en de PIE’s daarvan onmiddellijk op geautomatiseerde wijze in kennis. In dat geval neemt eu-LISA onmiddellijk maatregelen om de technische storing die het gebruik van de router belet, te verhelpen en stelt het, wanneer de storing verholpen is, de luchtvaartmaatschappijen en PIE’s daarvan onmiddellijk in kennis.
In de periode tussen die kennisgevingen is artikel 5, lid 1, niet van toepassing, voor zover de technische storing de doorgifte van API-gegevens of andere PNR-gegevens aan de router belet. De luchtvaartmaatschappijen slaan de API-gegevens of andere PNR-gegevens op totdat de technische storing is verholpen. Zodra de technische storing is verholpen, geven de luchtvaartmaatschappijen de gegevens door aan de router overeenkomstig artikel 5, lid 1.
Indien het technisch onmogelijk is om de router te gebruiken en in uitzonderlijke gevallen die verband houden met de doelstellingen van deze verordening die het voor PIE’s noodzakelijk maken onmiddellijk API-gegevens of andere PNR-gegevens te ontvangen tijdens de technische storing die het gebruik van de router belet, kunnen PIE’s luchtvaartmaatschappijen verzoeken gebruik te maken van andere passende middelen, die het nodige niveau van gegevensbeveiliging, gegevenskwaliteit en gegevensbescherming waarborgen, om de API-gegevens of andere PNR-gegevens rechtstreeks aan de PIE’s door te geven. De PIE’s verwerken de API-gegevens of andere PNR-gegevens die zij via andere passende middelen hebben ontvangen overeenkomstig de regels en waarborgen van Richtlijn (EU) 2016/681.
Nadat eu-LISA heeft meegedeeld dat de technische storing is verholpen en indien overeenkomstig artikel 12, lid 3, is bevestigd dat de doorzending van de API-gegevens of andere PNR-gegevens via de router naar de betreffende PIE is voltooid, wist de PIE de via andere passende middelen ontvangen API-gegevens of andere PNR-gegevens onmiddellijk.
-
2.Wanneer het vanwege een storing van de in artikel 23 bedoelde systemen of infrastructuur van een lidstaat technisch onmogelijk is de router te gebruiken om API-gegevens of andere PNR-gegevens door te zenden, stelt de PIE van die lidstaat de andere PIE’s, eu-LISA en de Commissie daarvan onmiddellijk op geautomatiseerde wijze in kennis. In dat geval neemt die lidstaat onmiddellijk maatregelen om de technische storing die het gebruik van de router belet, te verhelpen en stelt hij, wanneer de storing verholpen is, de andere PIE’s, eu-LISA en de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis. De router slaat de API-gegevens of andere PNR-gegevens op totdat de technische storing is verholpen. Zodra de technische storing is verholpen, zendt de router de gegevens door overeenkomstig artikel 12, lid 1.
Als het technisch onmogelijk is om de router te gebruiken en in uitzonderlijke gevallen die verband houden met de doelstellingen van deze verordening die het voor PIE’s noodzakelijk maken onmiddellijk API-gegevens of andere PNR-gegevens te ontvangen tijdens de technische storing die het gebruik van de router belet, kunnen PIE’s luchtvaartmaatschappijen verzoeken gebruik te maken van andere passende middelen, die het nodige niveau van gegevensbeveiliging, gegevenskwaliteit en gegevensbescherming waarborgen, om de API-gegevens of andere PNR-gegevens rechtstreeks aan de PIE’s door te geven. De PIE’s verwerken de API-gegevens of andere PNR-gegevens die zij via andere passende middelen hebben ontvangen overeenkomstig de regels en waarborgen van Richtlijn (EU) 2016/681.
Nadat eu-LISA heeft meegedeeld dat de technische storing is verholpen en indien overeenkomstig artikel 12, lid 3, is bevestigd dat de doorzending van de API-gegevens of andere PNR-gegevens via de router aan de betreffende PIE is voltooid, wist de PIE de via andere passende middelen ontvangen API-gegevens of andere PNR-gegevens onmiddellijk.
-
3.Wanneer het vanwege een storing van de in artikel 24 bedoelde systemen of infrastructuur van een luchtvaartmaatschappij technisch onmogelijk is de router te gebruiken om API-gegevens of andere PNR-gegevens door te geven, stelt die luchtvaartmaatschappij de PIE’s, eu-LISA en de Commissie daarvan onmiddellijk op geautomatiseerde wijze in kennis. In dat geval neemt die luchtvaartmaatschappij onmiddellijk maatregelen om de technische storing die het gebruik van de router belet, te verhelpen en stelt zij, wanneer de storing verholpen is, de PIE’s, eu-LISA en de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
In de periode tussen die kennisgevingen is artikel 5, lid 1, niet van toepassing, voor zover de technische storing de doorgifte van API-gegevens of andere PNR-gegevens aan de router belet. De luchtvaartmaatschappijen slaan de API-gegevens of andere PNR-gegevens op totdat de technische storing is verholpen. Zodra de technische storing is verholpen, geven de luchtvaartmaatschappijen de gegevens door aan de router overeenkomstig artikel 5, lid 1.
Als het technisch onmogelijk is om de router te gebruiken en in uitzonderlijke gevallen die verband houden met de doelstellingen van deze verordening die het voor PIE’s noodzakelijk maken onmiddellijk API-gegevens of andere PNR-gegevens te ontvangen tijdens de technische storing die het gebruik van de router belet, kunnen PIE’s luchtvaartmaatschappijen verzoeken gebruik te maken van andere passende middelen, die het nodige niveau van gegevensbeveiliging, gegevenskwaliteit en gegevensbescherming waarborgen, om de API-gegevens of andere PNR-gegevens rechtstreeks aan de PIE’s door te geven. De PIE’s verwerken de API-gegevens of andere PNR-gegevens die zij via andere passende middelen hebben ontvangen overeenkomstig de regels en waarborgen van Richtlijn (EU) 2016/681.
Nadat eu-LISA heeft meegedeeld dat de technische storing is verholpen en als overeenkomstig artikel 12, lid 3, is bevestigd dat de doorzending van de API-gegevens of andere PNR-gegevens via de router aan de betreffende PIE is voltooid, wist de PIE de via andere passende middelen ontvangen API-gegevens of andere PNR-gegevens onmiddellijk.
Wanneer de technische storing die het gebruik van de router belet, is verholpen, dient de betrokken luchtvaartmaatschappij bij de in artikel 37 bedoelde nationale autoriteit voor toezicht inzake API onverwijld een verslag in met alle nodige details over de technische storing, met inbegrip van de redenen voor de storing, de omvang en de gevolgen van de storing en de maatregelen die zijn genomen om de storing te verhelpen.
HOOFDSTUK 4
SPECIFIEKE BEPALINGEN INZAKE DE BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS EN BEVEILIGING
Artikel 17
Bijhouden van logbestanden
-
1.Luchtvaartmaatschappijen leggen logbestanden aan van alle met API-gegevens verband houdende verwerkingsactiviteiten die uit hoofde van deze verordening met behulp van de in artikel 4, lid 7, bedoelde geautomatiseerde middelen worden uitgevoerd. Die logbestanden bevatten de datum, het tijdstip en de plaats van doorgifte van de API-gegevens. Die logbestanden bevatten geen andere persoonsgegevens dan de informatie die nodig is om het betrokken personeelslid van de luchtvaartmaatschappij te identificeren.
-
2.eu-LISA houdt logbestanden bij van alle verwerkingsactiviteiten die verband houden met de doorgifte en doorzending van API-gegevens en andere PNR-gegevens via de router uit hoofde van deze verordening. In die logbestanden wordt het volgende vermeld:
a) |
de luchtvaartmaatschappij die de API-gegevens en andere PNR-gegevens aan de router heeft doorgegeven; |
b) |
de luchtvaartmaatschappij die andere PNR-gegevens aan de router heeft doorgegeven; |
c) |
de PIE’s waarnaar de API-gegevens via de router zijn doorgezonden; |
d) |
de PIE’s waarnaar andere PNR-gegevens via de router zijn doorgezonden; |
e) |
de datum, het tijdstip en de plaats van de in de punten a) tot en met d) bedoelde doorgifte of doorzending; |
f) |
voor het onderhoud van de router vereiste toegang van de personeelsleden van eu-LISA, als bedoeld in artikel 26, lid 3; |
g) |
alle andere gegevens met betrekking tot de verwerkingsactiviteiten die nodig zijn om de beveiliging en de integriteit van de API-gegevens en andere PNR-gegevens en de rechtmatigheid van die verwerkingsactiviteiten te monitoren. |
Die logbestanden bevatten geen andere persoonsgegevens dan de informatie ter identificatie van het in de eerste alinea, punt f), bedoelde betrokken personeelslid van eu-LISA.
-
3.De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde logbestanden worden uitsluitend gebruikt om de beveiliging en de integriteit van de API-gegevens en andere PNR-gegevens en de rechtmatigheid van de verwerking te waarborgen, met name wat betreft de naleving van de voorschriften van deze verordening, met inbegrip van sanctieprocedures voor inbreuken op die voorschriften overeenkomstig de artikelen 37 en 38.
-
4.De luchtvaartmaatschappijen en eu-LISA nemen passende maatregelen om de logbestanden die zij op grond van de leden 1 en 2, respectievelijk, hebben aangelegd, te beschermen tegen ongeoorloofde toegang en andere beveiligingsrisico’s.
-
5.De in artikel 37 bedoelde nationale autoriteit voor toezicht inzake API en de PIE’s hebben toegang tot de in lid 1 van dit artikel bedoelde logbestanden indien dat noodzakelijk is voor de in lid 3 van dit artikel bedoelde doeleinden.
-
6.De luchtvaartmaatschappijen en eu-LISA bewaren de logbestanden die zij op grond van de leden 1 en 2, respectievelijk, hebben aangelegd, gedurende één jaar vanaf het moment waarop die bestanden zijn aangelegd. Zij wissen de logbestanden onmiddellijk en definitief zodra die termijn verstrijkt.
Indien de logbestanden echter nodig zijn voor procedures met het oog op het monitoren of waarborgen van de beveiliging en de integriteit van de API-gegevens of de rechtmatigheid van de verwerkingsactiviteiten, als bedoeld in lid 3, en die procedures reeds zijn gestart voor het verstrijken van de in de eerste alinea van dit lid genoemde termijn, bewaren luchtvaartmaatschappijen en eu-LISA de logbestanden zo lang als nodig is voor die procedures. In dat geval wissen zij de logbestanden zodra deze niet langer nodig zijn voor die procedures.
Artikel 18
Verantwoordelijkheden inzake gegevensbescherming
-
1.De luchtvaartmaatschappijen zijn verwerkingsverantwoordelijken in de zin van artikel 4, punt 7), van Verordening (EU) 2016/679 voor de verwerking van API-gegevens en andere PNR-gegevens die persoonsgegevens zijn, met betrekking tot de verzameling van dergelijke gegevens en de doorgifte ervan aan de router uit hoofde van deze verordening.
-
2.Elke lidstaat wijst een bevoegde autoriteit aan als verwerkingsverantwoordelijke overeenkomstig dit artikel. De lidstaten delen aan de Commissie, eu-LISA en de andere lidstaten mee welke autoriteiten dit zijn.
Voor de verwerking van persoonsgegevens in de router zijn alle door de lidstaten aangewezen bevoegde autoriteiten gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken overeenkomstig artikel 21 van Richtlijn (EU) 2016/680.
-
3.eu-LISA is een verwerker in de zin van artikel 3, punt 12, van Verordening (EU) 2018/1725 voor de verwerking, met gebruikmaking van de router, uit hoofde van deze verordening van API-gegevens en andere PNR-gegevens die persoonsgegevens zijn, waaronder de doorzending van de gegevens van de router naar de PIE’s en de opslag om technische redenen van die gegevens op de router. eu-LISA zorgt ervoor dat de router wordt beheerd in overeenstemming met deze verordening.
-
4.De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de respectieve verantwoordelijkheden van de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en de respectieve verplichtingen van de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en de verwerker. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 19
Informatie voor passagiers
Overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2016/679 verstrekken luchtvaartmaatschappijen passagiers op onder deze verordening vallende vluchten informatie over het doel waarvoor hun persoonsgegevens worden verzameld, het soort persoonsgegevens dat wordt verzameld, wie de persoonsgegevens ontvangt en de wijze waarop zij hun rechten als betrokkenen kunnen uitoefenen.
Die informatie wordt passagiers schriftelijk in een gemakkelijk toegankelijk formaat meegedeeld bij het boeken en het inchecken, ongeacht de middelen die tijdens het inchecken worden gebruikt om de persoonsgegevens te verzamelen, overeenkomstig artikel 4.
Artikel 20
Beveiliging
-
1.eu-LISA zorgt voor de beveiliging en versleuteling van de API-gegevens en andere PNR-gegevens, in het bijzonder gegevens die persoonsgegevens zijn, die het krachtens deze verordening verwerkt. De PIE’s en de luchtvaartmaatschappijen zorgen voor de beveiliging van de API-gegevens, in het bijzonder API-gegevens die persoonsgegevens zijn, die zij op grond van deze verordening verwerken. eu-LISA, de PIE’s en de luchtvaartmaatschappijen werken, overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden en met inachtneming van het Unierecht, met elkaar samen om dergelijke beveiliging te waarborgen.
-
2.eu-LISA zorgt voor de beveiliging en vertrouwelijkheid van de gegevens met betrekking tot vluchten en routes die door de lidstaten zijn geselecteerd overeenkomstig artikel 12, lid 4. De PIE’s en de luchtvaartmaatschappijen zorgen voor de beveiliging van de API-gegevens, in het bijzonder API-gegevens die persoonsgegevens zijn, die zij op grond van deze verordening verwerken. eu-LISA, de PIE’s en de luchtvaartmaatschappijen werken, overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden en met inachtneming van het Unierecht, met elkaar samen om die beveiliging te waarborgen.
-
3.eu-LISA neemt de maatregelen die nodig zijn om de beveiliging van de router en de via de router doorgezonden API-gegevens en andere PNR-gegevens, met name gegevens die persoonsgegevens zijn, te waarborgen, onder meer door een beveiligingsplan, een bedrijfscontinuïteitsplan en een uitwijkplan op te stellen en uit te voeren en deze regelmatig bij te werken, teneinde:
a) |
de router fysiek te beschermen, onder meer door middel van noodplannen voor de bescherming van kritieke componenten van de router; |
b) |
onrechtmatige verwerking van de API-gegevens of andere PNR-gegevens, met inbegrip van ongeoorloofde toegang tot deze gegevens en het kopiëren, wijzigen of wissen ervan, met name door middel van passende versleutelingstechnieken, te voorkomen, zowel tijdens de doorgifte van de API-gegevens of andere PNR-gegevens aan en via de router als tijdens de eventuele opslag van de API-gegevens of andere PNR-gegevens op de router, wanneer die opslag nodig is om de doorzending te voltooien; |
c) |
ervoor te zorgen dat de personen die toegangsrechten hebben tot de router alleen toegang hebben tot de gegevens waarop hun toegangsrechten betrekking hebben; |
d) |
ervoor te zorgen dat kan worden geverifieerd en vastgesteld naar welke PIE’s de API-gegevens of andere PNR-gegevens via de router worden doorgezonden; |
e) |
eventuele functionele storingen in de router correct te rapporteren bij de raad van bestuur van eu-LISA; |
f) |
de doeltreffendheid van de uit hoofde van dit artikel en Verordening (EU) 2018/1725 vereiste beveiligingsmaatregelen te monitoren en die beveiligingsmaatregelen te beoordelen en bij te werken wanneer dat in het licht van technologische of operationele ontwikkelingen nodig is. |
De in de eerste alinea van dit lid bedoelde maatregelen laten artikel 32 van Verordening (EU) 2016/679, artikel 33 van Verordening (EU) 2018/1725 en artikel 29 van Richtlijn (EU) 2016/680 onverlet.
Artikel 21
Zelfmonitoring
De luchtvaartmaatschappijen en de PIE’s monitoren of zij uit hoofde van deze verordening de op hen rustende verplichtingen nakomen, met name wat betreft de verwerking van API-gegevens die persoonsgegevens zijn. Voor luchtvaartmaatschappijen omvat de monitoring frequente verificatie van de in artikel 17 bedoelde logbestanden.
Artikel 22
Audits inzake de bescherming van persoonsgegevens
-
1.De in artikel 41 van Richtlijn (EU) 2016/680 bedoelde toezichthoudende autoriteiten voeren ten minste om de vier jaar een audit uit van de door de PIE’s met het oog op deze verordening uitgevoerde verwerkingsactiviteiten met betrekking tot API-gegevens die persoonsgegevens zijn. De lidstaten zorgen ervoor dat hun onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten over voldoende middelen en deskundigheid beschikken om hun taken uit hoofde van deze verordening te kunnen vervullen.
-
2.De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voert ten minste eenmaal per jaar overeenkomstig de relevante internationale auditnormen een audit uit van de door eu-LISA met het oog op deze verordening uitgevoerde verwerkingsactiviteiten met betrekking tot API-gegevens en andere PNR-gegevens die persoonsgegevens zijn. Een verslag van die audit wordt toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, de lidstaten en eu-LISA. Voordat de verslagen worden goedgekeurd, wordt eu-LISA in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken.
-
3.Met betrekking tot de in lid 2 bedoelde verwerkingsactiviteiten verstrekt eu-LISA op verzoek de door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming gevraagde informatie, verleent eu-LISA de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming toegang tot alle documenten waarom deze verzoekt en tot de in artikel 17, lid 2, bedoelde logbestanden, en verleent eu-LISA de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming te allen tijde toegang tot alle gebouwen en terreinen van eu-LISA.
HOOFDSTUK 5
DE ROUTER
Artikel 23
Verbindingen van de PIE’s met de router
-
1.De lidstaten zorgen ervoor dat hun PIE’s verbonden zijn met de router. Zij zorgen ervoor dat hun nationale systemen en infrastructuur voor de ontvangst en verdere verwerking van op grond van deze verordening doorgegeven API-gegevens en andere PNR-gegevens met de router worden geïntegreerd.
De lidstaten zorgen ervoor dat de verbinding en de integratie met de router van dien aard zijn dat de PIE’s die API-gegevens en andere PNR-gegevens kunnen ontvangen en verder kunnen verwerken en alle daarmee verband houdende communicatie op een rechtmatige, beveiligde, doeltreffende en snelle wijze kunnen uitwisselen.
-
2.De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin de nodige gedetailleerde regels inzake de verbinding en integratie met de router als bedoeld in lid 1 van dit artikel worden gespecificeerd, waaronder voorschriften inzake gegevensbeveiliging. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 24
Verbindingen van luchtvaartmaatschappijen met de router
-
1.luchtvaartmaatschappijen zorgen ervoor dat zij verbonden zijn met de router. Zij zorgen ervoor dat hun systemen en infrastructuur voor de doorgifte van API-gegevens en andere PNR-gegevens aan de router op grond van deze verordening, worden geïntegreerd met de router.
Luchtvaartmaatschappijen zorgen ervoor dat de verbinding en de integratie met de router van dien aard zijn dat zij die API-gegevens en andere PNR-gegevens kunnen doorgeven en alle daarmee verband houdende communicatie op een rechtmatige, beveiligde, doeltreffende en snelle wijze kunnen uitwisselen. Daartoe voeren luchtvaartmaatschappijen in samenwerking met eu-LISA tests uit met betrekking tot de doorgifte van API-gegevens en andere PNR-gegevens aan de router, overeenkomstig artikel 27, lid 3.
-
2.De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin de nodige gedetailleerde regels inzake de verbinding en integratie met de router als bedoeld in lid 1 van dit artikel worden gespecificeerd, waaronder voorschriften inzake gegevensbeveiliging. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 25
Taken van eu-LISA met betrekking tot het ontwerp en de ontwikkeling van de router
-
1.eu-LISA is verantwoordelijk voor het ontwerp van de fysieke architectuur van de router, waaronder het vaststellen van de technische specificaties ervan.
-
2.eu-LISA is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de router, met inbegrip van alle technische aanpassingen die nodig zijn voor de werking van de router.
De ontwikkeling van de router omvat de uitwerking en implementatie van de technische specificaties, het testen, het algemeen projectbeheer en het coördineren van de ontwikkelingsfase.
-
3.eu-LISA zorgt ervoor dat de router zodanig wordt ontworpen en ontwikkeld dat de router de in deze verordening gespecificeerde functionaliteiten heeft en dat de router in gebruik wordt genomen zo spoedig mogelijk nadat de Commissie de gedelegeerde handelingen als bedoeld in artikel 4, lid 12, artikel 5, lid 3, artikel 7, lid 2, de uitvoeringshandelingen als bedoeld in artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, artikel 23, lid 2, en artikel 24, lid 2, van deze verordening en de uitvoeringshandelingen als bedoeld in artikel 16, lid 3, van Richtlijn (EU) 2016/681 heeft vastgesteld, en nadat een gegevensbeschermingseffectbeoordeling is uitgevoerd overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) 2016/679.
-
4.eu-LISA verstrekt de PIE’s, andere relevante autoriteiten van de lidstaten en luchtvaartmaatschappijen een conformiteitstestpakket. Het conformiteitstestpakket bestaat uit een testomgeving, een simulator, testgegevensreeksen en een testplan. Het conformiteitstestpakket maakt het mogelijk om de in de leden 5 en 6 bedoelde uitgebreide tests van de router uit te voeren, en blijft beschikbaar na voltooiing van die tests.
-
5.Wanneer eu-LISA van oordeel is dat de ontwikkelingsfase met betrekking tot API-gegevens is voltooid, voert het, in samenwerking met de PIE’s, de andere relevante autoriteiten van de lidstaten en de luchtvaartmaatschappijen, onverwijld een uitgebreide test van de router uit en stelt het de Commissie in kennis van het resultaat van die test.
-
6.Wanneer eu-LISA van oordeel is dat de ontwikkelingsfase met betrekking tot andere PNR-gegevens is voltooid, voert het onverwijld uitgebreide tests van de router uit om de betrouwbaarheid van de verbindingen van de router met luchtvaartmaatschappijen en PIE’s, de noodzakelijke gestandaardiseerde doorgifte van andere PNR-gegevens door luchtvaartmaatschappijen en de doorgifte en doorzending van andere PNR-gegevens overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn (EU) 2016/681 te waarborgen, met inbegrip van het gebruik van de gemeenschappelijke protocollen en ondersteunde gestandaardiseerde gegevensformaten als bedoeld in artikel 16, leden 2 en 3, van die richtlijn om de leesbaarheid van de andere PNR-gegevens te waarborgen. Dergelijke tests worden uitgevoerd in samenwerking met de PIE’s en andere relevante autoriteiten van de lidstaten en luchtvaartmaatschappijen. eu-LISA stelt de Commissie in kennis van het resultaat van die tests.
Artikel 26
Taken van eu-LISA met betrekking tot het hosten en het technische beheer van de router
-
1.eu-LISA host de router op zijn technische locaties.
-
2.eu-LISA is verantwoordelijk voor het technische beheer van de router, met inbegrip van het onderhoud en de technische ontwikkeling ervan, en zorgt er daarbij voor dat de API-gegevens en andere PNR-gegevens beveiligd, doeltreffend en snel via de router worden doorgezonden, in overeenstemming met deze verordening.
Het technische beheer van de router bestaat uit de uitvoering van alle taken en technische oplossingen die nodig zijn om de router zeven dagen per week en 24 uur per dag ononderbroken naar behoren te laten functioneren overeenkomstig deze verordening. Het omvat de onderhoudswerkzaamheden en technische ontwikkelingen die nodig zijn voor een toereikende technische kwaliteit van de werking van de router, in het bijzonder wat betreft de beschikbaarheid, juistheid en betrouwbaarheid van de doorzending van de API-gegevens en andere PNR-gegevens, in overeenstemming met de technische specificaties en, voor zover mogelijk, met de operationele behoeften van de PIE’s en de luchtvaartmaatschappijen.
-
3.Personeelsleden van eu-LISA hebben geen toegang tot de API-gegevens of andere PNR-gegevens die via de router worden doorgezonden. Strikt voor het onderhoud en het technische beheer van de router vereiste toegang door personeelsleden van eu-LISA valt evenwel niet onder dit verbod.
-
4.Onverminderd lid 3 van dit artikel en artikel 17 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, zoals vastgesteld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (22), past eu-LISA passende voorschriften inzake het beroepsgeheim of een gelijkwaardige geheimhoudingsplicht toe op zijn personeelsleden die moeten werken met de via de router doorgezonden API-gegevens en andere PNR-gegevens. Deze verplichting blijft ook gelden nadat dergelijke personeelsleden hun functie of dienstverband hebben beëindigd of hun werkzaamheden hebben stopgezet.
Artikel 27
Ondersteunende taken van eu-LISA met betrekking tot de router
-
1.eu-LISA biedt PIE’s, andere relevante autoriteiten van de lidstaten en luchtvaartmaatschappijen op hun verzoek opleiding over het technische gebruik van de router en over hun verbinding en integratie met de router.
-
2.eu-LISA biedt PIE’s ondersteuning met betrekking tot de ontvangst van API-gegevens en andere PNR-gegevens via de router op grond van deze verordening, met name in verband met de toepassing van de artikelen 12 en 23.
-
3.Overeenkomstig artikel 24, lid 1, en met gebruikmaking van het in artikel 25, lid 4, bedoelde conformiteitstestpakket voert eu-LISA tests uit inzake de doorgifte van API-gegevens en andere PNR-gegevens aan de router in samenwerking met de luchtvaartmaatschappijen.
HOOFDSTUK 6
GOVERNANCE
Artikel 28
Programmabestuursraad
-
1.Uiterlijk op 28 januari 2025 richt de raad van bestuur van eu-LISA een programmabestuursraad op. De programmabestuursraad bestaat uit de volgende tien leden:
a) |
zeven door de raad van bestuur van eu-LISA uit zijn eigen leden of plaatsvervangers aangewezen leden; |
b) |
de voorzitter van de in artikel 29 bedoelde API-PNR-adviesgroep; |
c) |
een door de uitvoerend directeur van eu-LISA aangewezen personeelslid van eu-LISA, en |
d) |
een door de Commissie aangewezen lid. |
Wat punt a) betreft, worden de door de raad van bestuur van eu-LISA aangewezen leden uitsluitend gekozen uit de leden of plaatsvervangers afkomstig uit de lidstaten waarop deze verordening van toepassing is.
-
2.De programmabestuursraad stelt zijn reglement van orde op, dat door de raad van bestuur van eu-LISA moet worden goedgekeurd.
Het voorzitterschap wordt bekleed door een lidstaat die lid is van de programmabestuursraad.
-
3.De programmabestuursraad controleert of eu-LISA zijn taken in verband met het ontwerp en de ontwikkeling van de router overeenkomstig artikel 25 op doeltreffende wijze uitvoert.
eu-LISA verstrekt de programmabestuursraad op verzoek gedetailleerde en bijgewerkte informatie over het ontwerp en de ontwikkeling van de router, alsook over de door eu-LISA daartoe toegewezen middelen.
-
4.De programmabestuursraad dient regelmatig, en ten minste driemaal per kwartaal, bij de raad van bestuur van eu-LISA schriftelijke verslagen in over de voortgang die wordt geboekt met betrekking tot het ontwerp en de ontwikkeling van de router.
-
5.De programmabestuursraad heeft geen beslissingsbevoegdheid of mandaat om de raad van bestuur van eu-LISA of de leden daarvan te vertegenwoordigen.
-
6.De programmabestuursraad houdt op te bestaan op de in artikel 45, tweede alinea, bedoelde datum van toepassing van deze verordening.
Artikel 29
API-PNR-adviesgroep
-
1.Met ingang van 28 januari 2025 verstrekt de op grond van artikel 27, lid 1, punt de), van Verordening (EU) 2018/1726 opgerichte API-PNR-adviesgroep de raad van bestuur van eu-LISA de nodige expertise in verband met API-PNR, met name in de context van de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma en het jaarlijkse activiteitenverslag van eu-LISA.
-
2.eu-LISA verstrekt de API-PNR-adviesgroep de versies, ook de tussentijdse versies, van de technische specificaties en de conformiteitstestpakketten als bedoeld in artikel 25, leden 1, 2 en 4.
-
3.De API-PNR-adviesgroep vervult de volgende taken:
a) |
het ondersteunen van eu-LISA en de programmabestuursraad met deskundigheid op het gebied van het ontwerp en de ontwikkeling van de router overeenkomstig artikel 25; |
b) |
het ondersteunen van eu-LISA met deskundigheid op het gebied van het hosten en het technische beheer van de router overeenkomstig artikel 26; |
c) |
het adviseren van de programmabestuursraad, op diens verzoek, over de voortgang met betrekking tot het ontwerp en de ontwikkeling van de router, waaronder de voortgang met betrekking tot de in lid 2 bedoelde technische specificaties en conformiteitstestpakketten. |
-
4.De API-PNR-adviesgroep heeft geen beslissingsbevoegdheid of mandaat om de raad van bestuur van eu-LISA of de leden daarvan te vertegenwoordigen.
Artikel 30
API-PNR-contactgroep
-
1.Uiterlijk op de relevante in artikel 45, tweede alinea, bedoelde datum van toepassing van deze verordening richt de raad van bestuur van eu-LISA een API-PNR-contactgroep op.
-
2.De API-PNR-contactgroep faciliteert de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en luchtvaartmaatschappijen over technische aangelegenheden in verband met hun respectieve taken en verplichtingen uit hoofde van deze verordening.
-
3.De API-PNR-contactgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de relevante autoriteiten van de lidstaten en luchtvaartmaatschappijen, de voorzitter van de API-PNR-adviesgroep en deskundigen van eu-LISA.
-
4.De raad van bestuur van eu-LISA stelt, na advies van de API-PNR-adviesgroep, het reglement van orde van de API-PNR-contactgroep vast.
-
5.Wanneer dit nodig wordt geacht, kan de raad van bestuur van eu-LISA ook subgroepen van de API-PNR-contactgroep oprichten, die specifieke technische aangelegenheden in verband met de respectieve taken en verplichtingen van de relevante autoriteiten van de lidstaten en luchtvaartmaatschappijen uit hoofde van deze verordening bespreken.
-
6.De API-PNR-adviesgroep en de subgroepen daarvan hebben geen beslissingsbevoegdheid of mandaat om de raad van bestuur van eu-LISA of de leden daarvan te vertegenwoordigen.
Artikel 31
API-deskundigengroep
-
1.Uiterlijk op de in artikel 45, tweede alinea, punt a), bedoelde datum van toepassing van deze verordening richt de Commissie een API-deskundigengroep op overeenkomstig de horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van deskundigengroepen van de Commissie.
-
2.De API-deskundigengroep faciliteert de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en luchtvaartmaatschappijen over beleidskwesties in verband met hun respectieve taken en verplichtingen uit hoofde van deze verordening, waaronder met betrekking tot de in artikel 38 bedoelde sancties.
-
3.De API-deskundigengroep wordt voorgezeten door de Commissie en wordt samengesteld overeenkomstig de horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van deskundigengroepen van de Commissie. Zij bestaat uit vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen en deskundigen van eu-LISA. Indien dit voor de uitvoering van haar taken relevant is, kan de API-deskundigengroep relevante belanghebbenden, met name vertegenwoordigers van het Europees Parlement, van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en van de onafhankelijke nationale toezichthoudende autoriteiten, uitnodigen om aan haar werkzaamheden deel te nemen.
-
4.De API-deskundigengroep voert haar taken uit in overeenstemming met het transparantiebeginsel. De Commissie publiceert de notulen van de vergaderingen van de API-deskundigengroep en andere relevante documenten op de website van de Commissie.
Artikel 32
Door eu-LISA, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, de nationale toezichthoudende autoriteiten en de lidstaten gemaakte kosten
-
1.De kosten die eu-LISA maakt in verband met het opzetten en de werking van de router uit hoofde van deze verordening komen ten laste van de algemene begroting van de Unie.
-
2.De kosten die de lidstaten maken in verband met de tenuitvoerlegging van deze verordening, met name in verband met hun verbinding en de integratie met de router als bedoeld in artikel 23, worden ondersteund met middelen uit de algemene begroting van de Unie, overeenkomstig de subsidiabiliteitsregels en medefinancieringspercentages zoals vastgesteld in de toepasselijke rechtshandelingen van de Unie.
-
3.De kosten die de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming maakt in verband met de hem uit hoofde van deze verordening opgedragen taken, komen ten laste van de algemene begroting van de Unie.
-
4.De kosten die de onafhankelijke nationale toezichthoudende autoriteiten maken in verband met de hun uit hoofde van deze verordening opgedragen taken, worden gedragen door de lidstaten.
Artikel 33
Aansprakelijkheid met betrekking tot de router
Indien de router schade oploopt omdat een lidstaat of een luchtvaartmaatschappij de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen, is die lidstaat of luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor dergelijke schade overeenkomstig het toepasselijke Unie- of nationale recht, tenzij en voor zover is aangetoond dat eu-LISA, een andere lidstaat of een andere luchtvaartmaatschappij heeft nagelaten redelijke stappen te ondernemen om het optreden van de schade te voorkomen of de omvang ervan zo veel mogelijk te beperken.
Artikel 34
Ingebruikneming van de router met betrekking tot API-gegevens
Zodra eu-LISA de Commissie heeft meegedeeld dat de in artikel 25, lid 5, bedoelde uitgebreide test van de router met succes is voltooid, stelt de Commissie onverwijld bij uitvoeringshandeling vast op welke datum de router met betrekking tot API-gegevens in gebruik wordt genomen. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
De Commissie stelt de in de eerste alinea bedoelde datum vast op uiterlijk dertig dagen na de datum van vaststelling van die uitvoeringshandeling.
Artikel 35
Ingebruikneming van de router met betrekking tot andere PNR-gegevens
Zodra eu-LISA de Commissie heeft meegedeeld dat de in artikel 25, lid 6, bedoelde uitgebreide tests van de router met succes zijn voltooid, waaronder de tests met betrekking tot de betrouwbaarheid van de verbindingen van de router met luchtvaartmaatschappijen en PIE’s en de leesbaarheid van andere PNR-gegevens die door luchtvaartmaatschappijen worden doorgegeven en door de router worden doorgezonden in het noodzakelijke gestandaardiseerde formaat, overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn (EU) 2016/681, stelt de Commissie onverwijld bij uitvoeringshandeling vast op welke datum de router met betrekking tot andere PNR-gegevens in gebruik wordt genomen. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
De Commissie stelt de in de eerste alinea bedoelde datum vast op uiterlijk dertig dagen na de datum van vaststelling van die uitvoeringshandeling.
Artikel 36
Vrijwillig gebruik van de router
-
1.Luchtvaartmaatschappijen hebben het recht de router te gebruiken om de in artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2004/82/EG bedoelde informatie of op grond van artikel 8 van Richtlijn (EU) 2016/681 verzamelde andere PNR-gegevens overeenkomstig die richtlijnen door te geven aan een of meer verantwoordelijke PIE’s, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat met een dergelijk gebruik heeft ingestemd en met ingang van een door die lidstaat vastgestelde passende datum. Die lidstaat geeft zijn toestemming pas nadat hij heeft vastgesteld dat de informatie, met name ten aanzien van de verbinding van zijn eigen PIE’s met de router en die van de betrokken luchtvaartmaatschappij, op een rechtmatige, beveiligde, doeltreffende en snelle wijze kan worden verstrekt.
-
2.Wanneer een luchtvaartmaatschappij de router overeenkomstig lid 1 van dit artikel in gebruik neemt, blijft zij de router gebruiken voor het verstrekken van dergelijke informatie aan de PIE van de betrokken lidstaat, tot de relevante in artikel 45, tweede alinea, bedoelde datum van toepassing van deze verordening. Dat gebruik wordt echter met ingang van een door die lidstaat bepaalde, passende datum stopgezet wanneer die lidstaat een dergelijke stopzetting op objectieve gronden noodzakelijk acht en hij de luchtvaartmaatschappij daarvan in kennis heeft gesteld.
-
3.De betrokken lidstaat:
a) |
raadpleegt eu-LISA alvorens in te stemmen met het vrijwillige gebruik van de router overeenkomstig lid 1; |
b) |
biedt de betrokken luchtvaartmaatschappij, behalve in naar behoren gemotiveerde spoedeisende situaties, de kans om opmerkingen te maken over zijn voornemen tot stopzetting van een dergelijk gebruik overeenkomstig lid 2, en raadpleegt hij, in voorkomend geval, ook eu-LISA hierover; |
c) |
stelt eu-LISA en de Commissie onmiddellijk in kennis van elk dergelijk vrijwillig gebruik waarmee hij heeft ingestemd en van elke eventuele stopzetting van dat gebruik, en verstrekt daarbij alle nodige informatie, met inbegrip van, naargelang het geval, de datum waarop het gebruik is begonnen, de datum van stopzetting en de redenen voor de stopzetting. |
HOOFDSTUK 7
TOEZICHT, SANCTIES, STATISTIEKEN EN HANDLEIDING
Artikel 37
Nationale autoriteit voor toezicht inzake API
-
1.De lidstaten wijzen een of meer nationale autoriteiten voor toezicht inzake API aan die de taak krijgen te monitoren hoe de luchtvaartmaatschappijen de bepalingen van deze verordening toepassen op hun grondgebied, en de naleving van die bepalingen te waarborgen.
-
2.De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale autoriteiten voor toezicht inzake API over de middelen en de onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden beschikken die noodzakelijk zijn om hun taken uit hoofde van deze verordening uit te voeren en om, in voorkomend geval, ook de in artikel 38 bedoelde sancties op te leggen. De lidstaten zorgen ervoor dat de uitoefening van de aan de nationale autoriteit voor toezicht inzake API verleende bevoegdheden onderworpen is aan passende waarborgen, in overeenstemming met de door het Unierecht beschermde grondrechten.
-
3.Uiterlijk op de relevante in artikel 45, tweede alinea, bedoelde datum van toepassing van deze verordening stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de naam en de contactgegevens van de autoriteiten die zij op grond van lid 1 van dit artikel hebben aangewezen. Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van latere veranderingen of wijzigingen daarvan.
-
4.Dit artikel doet geen afbreuk aan de in artikel 51 van Verordening (EU) 2016/679, artikel 41 van Richtlijn (EU) 2016/680 en artikel 15 van Richtlijn (EU) 2016/681 bedoelde bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteiten.
Artikel 38
Sancties
-
1.De lidstaten stellen voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.
-
2.De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de relevante in artikel 45, tweede alinea, bedoelde datum van toepassing van deze verordening in kennis van deze voorschriften en maatregelen en stellen haar onverwijld in kennis van latere wijzigingen daarvan.
-
3.De lidstaten zorgen ervoor dat de nationale autoriteiten voor toezicht inzake API, wanneer zij besluiten om al dan niet een sanctie op te leggen en wanneer zij het type en de omvang van de sanctie bepalen, rekening houden met alle relevante omstandigheden, waaronder:
a) |
de aard, de ernst en de duur van de inbreuk; |
b) |
de mate van schuld van de luchtvaartmaatschappij; |
c) |
eerdere inbreuken door de luchtvaartmaatschappij; |
d) |
de mate waarin de luchtvaartmaatschappij medewerking verleent aan de bevoegde autoriteiten; |
e) |
de omvang van de luchtvaartmaatschappij, zoals het aantal passagiers dat jaarlijks wordt vervoerd; |
f) |
de vraag of andere nationale autoriteiten voor toezicht inzake API dezelfde luchtvaartmaatschappij al eerder sancties hebben opgelegd voor dezelfde inbreuk. |
-
4.De lidstaten zorgen ervoor dat herhaalde niet-naleving van de verplichting om API-gegevens door te geven overeenkomstig artikel 5, lid 1, bestraft wordt met evenredige financiële sancties van ten hoogste 2 % van de wereldwijde omzet van de luchtvaartmaatschappij in het voorgaande boekjaar. De lidstaten zorgen ervoor dat bij niet-naleving van andere in deze verordening vastgestelde verplichtingen evenredige sancties, waaronder financiële sancties, worden opgelegd.
Artikel 39
Statistieken
-
1.Ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging en monitoring van de toepassing van deze verordening publiceert eu-LISA op basis van de in de leden 5 en 6 bedoelde statistische informatie elk kwartaal statistieken over de werking van de router en over de naleving door luchtvaartmaatschappijen van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen. Aan de hand van die statistieken kunnen geen personen worden geïdentificeerd.
-
2.Met het oog op de in lid 1 vermelde doelstellingen zendt de router de in de leden 5 en 6 vermelde gegevens automatisch door naar het CRRS.
-
3.Ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging en monitoring van de toepassing van deze verordening verzamelt eu-LISA elk jaar statistische gegevens in een jaarverslag voor het voorgaande jaar. eu-LISA publiceert dat jaarverslag en zendt het toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, het Europees Grens- en kustwachtagentschap en de in artikel 37 bedoelde nationale autoriteiten voor toezicht inzake API. Het jaarverslag onthult geen vertrouwelijke werkmethoden en schaadt geen lopende onderzoeken die worden uitgevoerd door bevoegde autoriteiten van de lidstaten.
-
4.Op verzoek van de Commissie verstrekt eu-LISA de Commissie statistieken over specifieke aspecten van de tenuitvoerlegging van deze verordening, alsmede de in lid 3 bedoelde statistieken.
-
5.Het CRRS verstrekt eu-LISA de volgende statistische informatie die nodig is voor de in artikel 44 bedoelde rapportage en met het oog op het genereren van statistieken overeenkomstig dit artikel, zonder dat aan de hand van dergelijke statistieken over API-gegevens de betrokken passagiers kunnen worden geïdentificeerd:
a) |
of de gegevens betrekking hebben op een passagier of een bemanningslid; |
b) |
de nationaliteit, het geslacht en het geboortejaar van de passagier of het bemanningslid; |
c) |
de instapdatum en het eerste instappunt, de datum en luchthaven van vertrek en de datum en luchthaven van aankomst; |
d) |
het type reisdocument, de drielettercode van het land dat het reisdocument heeft afgegeven, en de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument verstrijkt; |
e) |
het aantal op dezelfde vlucht ingecheckte passagiers; |
f) |
de code van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert; |
g) |
of het een geregelde of een ongeregelde vlucht betreft; |
h) |
of API-gegevens zijn doorgegeven onmiddellijk na het sluiten van de vlucht; |
i) |
of de persoonsgegevens van de passagier juist, volledig en actueel zijn; |
j) |
de technische middelen die zijn gebruikt om de API-gegevens vast te leggen. |
-
6.Het CRRS verstrekt eu-LISA de volgende statistische informatie die nodig is voor de in artikel 44 bedoelde rapportage en met het oog op het genereren van statistieken overeenkomstig dit artikel, zonder dat aan de hand van deze statistieken over andere PNR-gegevens de betrokken passagiers kunnen worden geïdentificeerd:
a) |
de datum en het tijdstip waarop het PNR-bericht door de router werd ontvangen; |
b) |
vluchtinformatie in de reisroute in het specifieke PNR-bericht; |
c) |
informatie over code-sharing in het specifieke PNR-bericht. |
-
7.Met het oog op de in artikel 44 bedoelde rapportage en met het oog op het genereren van statistieken overeenkomstig dit artikel slaat eu-LISA de in de leden 5 en 6 van dit artikel bedoelde gegevens op in het CRRS. eu-LISA slaat dergelijke gegevens overeenkomstig lid 2 gedurende vijf jaar op en zorgt ervoor dat aan de hand van de gegevens de betrokken passagiers niet kunnen worden geïdentificeerd. Met het oog op de tenuitvoerlegging en monitoring van de toepassing van deze verordening verstrekt het CRRS het naar behoren gemachtigd personeel van de PIE’s en andere relevante autoriteiten van de lidstaten verslagen en statistieken op maat over API-gegevens, zoals bedoeld in lid 5 van dit artikel, en over PNR-gegevens, zoals bedoeld in lid 6 van dit artikel.
-
8.Het gebruik van de in de leden 5 en 6 van dit artikel bedoelde gegevens mag niet resulteren in de profilering van personen zoals bedoeld in artikel 11, lid 3, van Richtlijn (EU) 2016/680 of in discriminatie van personen op de in artikel 21 van het Handvest genoemde gronden. De in de leden 5 en 6 van dit artikel bedoelde gegevens mogen niet worden gebruikt voor het maken van een vergelijking of het vinden van een match met persoonsgegevens of voor het combineren met persoonsgegevens.
-
9.De door eu-LISA ingevoerde procedures voor het monitoren van de ontwikkeling en de werking van de router als bedoeld in artikel 39, lid 2, van Verordening (EU) 2019/818 voorzien in de mogelijkheid om regelmatig statistieken op te stellen voor het waarborgen van die monitoring.
Artikel 40
Praktische handleiding
De Commissie stelt in nauwe samenwerking met de PIE’s, andere relevante autoriteiten van de lidstaten, de luchtvaartmaatschappijen en de relevante organen en agentschappen van de Unie een praktische handleiding op met richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken voor de tenuitvoerlegging van deze verordening, onder meer inzake de naleving van de grondrechten en inzake sancties overeenkomstig artikel 38, en maakt deze openbaar beschikbaar.
In de praktische handleiding wordt rekening gehouden met andere relevante handleidingen.
De Commissie stelt de praktische handleiding vast in de vorm van een aanbeveling.
HOOFDSTUK 8
VERHOUDING TOT ANDERE BESTAANDE INSTRUMENTEN
Artikel 41
Wijziging van Verordening (EU) 2019/818
In artikel 39 van Verordening (EU) 2019/818 worden de leden 1 en 2 vervangen door:
“1) Er wordt een centraal register voor rapportage en statistieken (CRRS) ingesteld om de doelstellingen van Eurodac, SIS en ECRIS-TCN in overeenstemming met de voor die systemen respectievelijk geldende rechtsinstrumenten te ondersteunen en om te voorzien in systeemoverschrijdende statistische gegevens en analytische verslagen voor doeleinden op het gebied van beleid, operationaliteit en gegevenskwaliteit. Het CRRS ondersteunt tevens de doelstellingen van Verordening (EU) 2025/13 van het Europees Parlement en de Raad (*1).
-
2)eu-LISA zorgt op zijn technische locaties voor het instellen, implementeren en hosten van het CRRS, met daarin de logisch per EU-informatiesysteem gescheiden gegevens en statistieken als bedoeld in artikel 74 van Verordening (EU) 2018/1862 en artikel 32 van Verordening (EU) 2019/816. eu-LISA verzamelt ook de gegevens en statistieken van de router als bedoeld in artikel 39, lid 1, van Verordening (EU) 2025/13. Toegang tot het CRRS wordt door middel van een gecontroleerde en beveiligde toegang en specifieke gebruikersprofielen uitsluitend met het oog op het opstellen van rapporten en statistieken verleend aan de in artikel 74 van Verordening (EU) 2018/1862, artikel 32 van Verordening (EU) 2019/816 en artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) 2025/13 bedoelde autoriteiten.
HOOFDSTUK 9
SLOTBEPALINGEN
Artikel 42
Comitéprocedure
-
1.De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
-
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht, neemt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 43
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
-
1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
-
2.De in artikel 4, leden 11 en 12, artikel 5, lid 4, en artikel 7, lid 5, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 28 januari 2025. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
Met betrekking tot een op grond van artikel 4, lid 11, vastgestelde gedelegeerde handeling geldt dat indien het Europees Parlement of de Raad op grond van lid 6 van dit artikel bezwaar heeft gemaakt, noch het Europees Parlement noch de Raad bezwaar kan maken tegen de in de eerste alinea van dit lid bedoelde stilzwijgende verlenging.
-
3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, lid 12, artikel 5, lid 4, en artikel 7, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
-
4.Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
-
5.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
-
6.Een op grond van artikel 4, lid 11 of lid 12, artikel 5, lid 4, of artikel 7, lid 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 44
Monitoring en evaluatie
-
1.eu-LISA zorgt ervoor dat er procedures zijn om de ontwikkeling van de router te monitoren in het licht van de doelstellingen inzake planning en kosten, en om de werking van de router te monitoren in het licht van de doelstellingen inzake technische resultaten, kosteneffectiviteit, beveiliging en kwaliteit van de dienstverlening.
-
2.Uiterlijk op 29 januari 2026, en vervolgens ieder jaar tijdens de ontwikkelingsfase van de router, stelt eu-LISA een verslag op over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de router en dient het dat verslag in bij het Europees Parlement en de Raad. Het verslag bevat gedetailleerde informatie over de gemaakte kosten en over eventuele risico’s die van invloed kunnen zijn op de totale kosten die overeenkomstig artikel 32 ten laste komen van de algemene begroting van de Unie.
-
3.Zodra de router in gebruik is genomen, stelt eu-LISA een verslag op waarin uitvoerig wordt uiteengezet hoe de doelstellingen, met name met betrekking tot planning en kosten, zijn bereikt, met opgave van de redenen voor eventuele afwijkingen daarvan, en dient het dit verslag in bij het Europees Parlement en de Raad.
-
4.Uiterlijk op 29 januari 2029 en vervolgens om de vier jaar stelt de Commissie een verslag op met een algemene evaluatie van deze verordening, met inbegrip van een evaluatie van de noodzaak en de toegevoegde waarde van het verzamelen van API-gegevens, met daarin onder meer een beoordeling van:
a) |
de toepassing van deze verordening; |
b) |
de mate waarin deze verordening haar doelstellingen heeft bereikt; |
c) |
de gevolgen van deze verordening voor krachtens het Unierecht beschermde grondrechten; |
d) |
het effect van deze verordening op de reiservaring van bonafide passagiers; |
e) |
de gevolgen van deze verordening voor het concurrentievermogen van de luchtvaartsector en de lasten voor het bedrijfsleven; |
f) |
de kwaliteit van de gegevens die via de router naar de PIE’s worden doorgezonden; |
g) |
de werking van de router met betrekking tot de PIE’s. |
Voor de toepassing van punt e) van de eerste alinea wordt in het verslag van de Commissie ook ingegaan op de interactie van deze verordening met andere relevante wetgevingshandelingen van de Unie, met name de Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226 en (EU) 2018/1240, en worden, teneinde de algemene impact van de daaruit voortvloeiende rapportageverplichtingen voor luchtvaartmaatschappijen te beoordelen, bepalingen in kaart gebracht die in voorkomend geval kunnen worden bijgewerkt en vereenvoudigd om de lasten voor luchtvaartmaatschappijen te verlichten, en eventueel te nemen acties en maatregelen besproken om de totale kostendruk op luchtvaartmaatschappijen te verminderen.
-
5.De in lid 4 bedoelde evaluatie omvat ook een beoordeling van de noodzaak, de evenredigheid en de doeltreffendheid van het opnemen van de verplichte verzameling en doorgifte van API-gegevens met betrekking tot vluchten binnen de EU binnen het toepassingsgebied van deze verordening.
-
6.De Commissie zendt het evaluatieverslag toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten. In voorkomend geval dient de Commissie in het licht van de evaluatie een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening in bij het Europees Parlement en de Raad.
-
7.De lidstaten en luchtvaartmaatschappijen verstrekken eu-LISA en de Commissie op verzoek de informatie die nodig is om de in de leden 2, 3 en 4 bedoelde verslagen op te stellen. De lidstaten verstrekken met name kwantitatieve en kwalitatieve informatie over de verzameling van API-gegevens vanuit operationeel perspectief. De verstrekte informatie bevat geen persoonsgegevens. De lidstaten kunnen afzien van het verstrekken van dergelijke informatie indien en voor zover dat nodig is om te beletten dat vertrouwelijke werkmethoden openbaar worden of lopende, door hun PIE’s of andere bevoegde autoriteiten uitgevoerde onderzoeken in het gedrang komen. De Commissie ziet erop toe dat alle verstrekte vertrouwelijke informatie adequaat wordt beschermd.
Artikel 45
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing:
a) |
in verband met API-gegevens: twee jaar na de door de Commissie overeenkomstig artikel 34 bepaalde datum van ingebruikneming van de router, en |
b) |
in verband met andere PNR-gegevens: vier jaar na de door de Commissie overeenkomstig artikel 35 bepaalde datum van ingebruikneming van de router. |
Daarbij geldt evenwel het volgende:
a) |
artikel 4, lid 12, artikel 5, lid 3, artikel 7, lid 5, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 6, artikel 18, lid 4, artikel 23, lid 2, artikel 24, lid 2, de artikelen 25, 28 en 29, artikel 32, lid 1, en de artikelen 34, 35, 42 en 43 zijn van toepassing met ingang van 28 januari 2025; |
b) |
artikel 6, artikel 17, leden 1, 2 en 3, artikel 18, leden 1, 2 en 3, en de artikelen 19, 20, 26, 27, 33 en 36 zijn van toepassing met ingang van de door de Commissie overeenkomstig de artikelen 34 en 35 bepaalde datum van ingebruikneming van de router. |
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Brussel, 19 december 2024.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
R.METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
BÓKA J.
-
Standpunt van het Europees Parlement van 25 april 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 12 december 2024.
-
Richtlijn 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 24).
-
Richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 132).
-
Verordening (EU) 2025/12 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2024 betreffende de verzameling en de doorgifte van advance passenger information met het oog op het versterken en vergemakkelijken van de controles aan de buitengrenzen, tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726 en (EU) 2019/817, en tot intrekking van Richtlijn 2004/82/EG van de Raad (PB L, 2025/12, 8.1.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2025/12/oj).
-
Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (PB L 188 van 12.7.2019, blz. 67).
-
Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten (PB L 385 van 29.12.2004, blz. 1).
-
Richtlijn (EU) 2019/997 van de Raad van 18 juni 2019 tot vaststelling van een EU-noodreisdocument en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB (PB L 163 van 20.6.2019, blz. 1).
-
Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).
-
Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
-
Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).
-
Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1).
-
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
-
Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
-
Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).
-
Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2011/182/oj).
-
Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6).
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2025/13/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.