Besluit 2025/380 - Standpunt EU betreffende een wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2025/380

6.3.2025

BESLUIT (EU) 2025/380 VAN DE RAAD

van 18 februari 2025

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende een wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

 

(2)

Op grond van artikel 98 van de EER-overeenkomst kan bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

 

(3)

Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(4)

Bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(5)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2025.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    DOMAŃSKI
 

  • (3) 
    Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/1114/oj).
 

ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …

van …

tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (1), zoals gerectificeerd bij PB L, 2024/90275, 2.5.2024, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(2)

Bij het opnemen van landen op de lijst van niet-coöperatieve jurisdicties in hun nationale wetgeving houden de EVA-staten in de hoogste mate rekening met de EU-lijst van niet-coöperatieve jurisdicties.

 

(3)

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31q (Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende ingevoegd:

 

“31r.

32023 R 1114: Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40), zoals gerectificeerd bij PB L, 2024/90275, 2.5.2024.

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:

 

a)

Onverminderd de bepalingen van protocol 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, hebben de termen “lidsta(a)t(en)” en “bevoegde autoriteiten” niet alleen de in de verordening bedoelde betekenis, maar omvatten zij ook respectievelijk de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

 

b)

Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), de Europese Bankautoriteit (EBA), de Europese Centrale Bank (ECB) en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de verordening, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen.

 

c)

Verwijzingen naar de bevoegdheden van de EBA overeenkomstig artikel 9, lid 5, en artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad in deze verordening worden begrepen als verwijzingen – in de zaken als bedoeld in en overeenkomstig punt 31g van deze bijlage – naar de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot de EVA-staten.

 

d)

Verwijzingen naar de bevoegdheden van de ESMA overeenkomstig artikel 9, lid 5, en de artikelen 17 en 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad in deze verordening worden begrepen als verwijzingen – in de zaken als bedoeld in en overeenkomstig punt 31i van deze bijlage – naar de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot de EVA-staten.

 

e)

De ECB staat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bij in de uitvoering van haar taken, namelijk het uitbrengen van adviezen overeenkomstig artikel 17, lid 5, artikel 20, lid 5, artikel 24, leden 2 en 3, en artikel 25, lid 3, en het verstrekken van ramingen overeenkomstig artikel 22, lid 5, van deze verordening. De ECB en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA streven ernaar overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijk standpunt over de inhoud van het advies.

Indien geen gemeenschappelijk standpunt kan worden bereikt en de ECB het niet eens is met het advies van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of de informatie over de ramingen, kan zij een afwijkend advies voorleggen aan het Gemengd Comité van de EER. In dat geval kan de president van de ECB of het college van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de overeenkomstsluitende partijen verzoeken de kwestie voor te leggen aan het Gemengd Comité van de EER, dat deze zal behandelen overeenkomstig artikel 111 van de EER-overeenkomst, dat van overeenkomstige toepassing is. Onverminderd dit lid kan een overeenkomstsluitende partij te allen tijde op eigen initiatief de kwestie aan het Gemengd Comité van de EER voorleggen overeenkomstig de artikelen 5 of 111 van deze overeenkomst.

 

f)

Onverminderd de aanpassingen k), l), n), p) en q) brengt de ECB overeenkomstig artikel 17, lid 5, artikel 20, lid 5, artikel 24, leden 2 en 3, en artikel 25, lid 3, adviezen uit en verstrekt zij ramingen overeenkomstig artikel 22, lid 5, aan de bevoegde autoriteiten van de EER-EVA-staten wanneer het activagerelateerde token aan de euro refereert. In die gevallen brengt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geen advies uit.

 

g)

Besluiten, tijdelijke besluiten, verzoeken, intrekkingen van besluiten en andere maatregelen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van artikel 43, lid 2, artikel 44, lid 3, artikel 56, lid 1, artikel 57, lid 3, artikel 103, lid 1, artikel 104, lid 1, artikel 117, artikel 122, lid 1, artikel 123, lid 3, artikel 124, lid 5, artikel 125, artikel 130, lid 1, artikel 131, lid 1, artikel 132, lid 1, en artikel 137, lid 1, worden onverwijld vastgesteld op basis van conceptversies die de EBA of de ESMA, naargelang van het geval, op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.

 

h)

Wanneer de verordening verwijst naar de nationale centrale banken, verwijst zij, wat Liechtenstein betreft, naar het ministerie van Financiën in Liechtenstein.

 

i)

In de artikelen 6, 19, 51, 67, 98, 109 en 128 worden de woorden “het Unie- of nationale recht” vervangen door “de bepalingen van de EER-overeenkomst of het nationale recht”.

 

j)

In artikel 14, lid 1, en artikel 34, lid 6; en punt 33 van bijlage V bij deze verordening worden de woorden “de betreffende Unienormen” vervangen door “de desbetreffende normen uit hoofde van de EER-overeenkomst”.

 

k)

In artikel 17, lid 5:

 

i)

worden in de eerste alinea de woorden “of, wat betreft de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”;

 

ii)

worden in de tweede en de derde alinea de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

l)

In artikel 20:

 

i)

worden in lid 4 de woorden “of, wat betreft de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”;

 

ii)

worden in lid 5 de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

m)

In artikel 21, lid 4, worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

n)

In artikel 22, lid 5, worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

o)

In artikel 23, lid 2, worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

p)

In artikel 24, leden 2 en 3, worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

q)

In artikel 25:

 

i)

worden in lid 3, eerste alinea, de woorden “of, wat betreft de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”;

 

ii)

worden in lid 3, tweede alinea, en lid 4 de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

r)

In artikel 43, leden 2, 6 en 7, worden de woorden “of, wat betreft activagerelateerde tokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

s)

In artikel 43, lid 4, worden de woorden “en, wat betreft de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

t)

In artikel 43, lid 5, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“Wat de EVA-staten betreft, stelt de EBA, indien de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA concludeert dat een activagerelateerd token overeenkomstig lid 2 aan de criteria van lid 1 voldoet, een ontwerpbesluit op om het activagerelateerde token als significant activagerelateerd token in te delen, en stelt zij de uitgever van dat activagerelateerde token, de bevoegde autoriteit van de EVA-staat van herkomst van de uitgever, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in de in lid 4, tweede alinea, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken EER-staat in kennis van dat ontwerpbesluit.

Uitgevers van dergelijke activagerelateerde tokens, de bevoegde autoriteiten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken EER-staat beschikken over twintig werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van het ontwerpbesluit van de EBA om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt terdege rekening met deze opmerkingen alvorens een ontwerp op te stellen met het oog op een besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig lid 6.”.

 

u)

In artikel 43, lid 8:

 

i)

worden in de eerste alinea de woorden “of, wat betreft significante activagerelateerde tokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

worden de volgende alinea's toegevoegd:

“Wat de EVA-staten betreft, stelt de EBA, indien de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA concludeert dat bepaalde activagerelateerde tokens overeenkomstig lid 2 aan de criteria van lid 1 voldoen, een ontwerpbesluit op om de activagerelateerde tokens niet langer als significant in te delen, en stelt zij de uitgever van dat activagerelateerde token, de bevoegde autoriteit van de EVA-staat van herkomst van de uitgever, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in de in lid 4, tweede alinea, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken EER-staat in kennis van dat ontwerpbesluit.

Uitgevers van dergelijke activagerelateerde tokens, hun bevoegde autoriteiten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken EER-staat beschikken over twintig werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van het ontwerpbesluit van de EBA om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt terdege rekening met die opmerkingen alvorens een ontwerpbesluit voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op grond van lid 9 op te stellen.”.

 

v)

In artikel 43, leden 9 en 10, worden de woorden “of, wat betreft significante activagerelateerde tokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

w)

In artikel 44, lid 1, worden de woorden “en, wat betreft de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

x)

Aan artikel 44, lid 2, worden de volgende alinea's toegevoegd:

“Wat de EVA-staten betreft, stelt de EBA binnen twintig werkdagen na de in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving een ontwerpbesluit op met haar op het programma van werkzaamheden gebaseerde advies over de vraag of het activagerelateerde token voldoet of waarschijnlijk zal voldoen aan ten minste drie van de criteria van artikel 43, lid 1, en stelt zij de uitgever van dat activagerelateerde token, de bevoegde autoriteit van de EVA-staat van herkomst van de uitgever, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de centrale bank van de EVA-staat waar de aanvragende uitgever is gevestigd, en in de in artikel 43, lid 4, tweede alinea, bedoelde gevallen, de ECB of de centrale bank van de betrokken EER-staat in kennis van dat ontwerpbesluit.

De bevoegde autoriteiten van uitgevers van dergelijke activagerelateerde tokens, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken EER-lidstaat beschikken over twintig werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat ontwerpbesluit om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt terdege rekening met die opmerkingen alvorens een ontwerpbesluit voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op grond van lid 3 op te stellen.”.

 

y)

In artikel 44, lid 3, worden de woorden “of, wat betreft activagerelateerde tokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

z)

In artikel 44, lid 4, worden de woorden “of, wat betreft significante activagerelateerde tokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

za)

In artikel 45, lid 4, worden de woorden “of, wat betreft in een EVA-staat gevestigde uitgevers van significante activagerelateerde tokens, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zb)

In artikel 56, leden 1, 5 en 6, worden de woorden “of, wat betreft e-moneytokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zc)

In artikel 56, lid 3, worden de woorden “en, wat betreft de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”.

 

zd)

In artikel 56, lid 4, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“Wat de EVA-staten betreft, stelt de EBA, indien de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA concludeert dat een e-moneytoken overeenkomstig lid 1 van dit artikel aan de criteria van artikel 43, lid 1, voldoet, een ontwerpbesluit op om het e-moneytoken als significant e-moneytoken in te delen, en stelt zij de uitgever van dat e-moneytoken, de bevoegde autoriteit van de EVA-staat van herkomst van de uitgever, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in de in lid 3, tweede alinea, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken EER-staat in kennis van dat ontwerpbesluit.

Uitgevers van dergelijke e-moneytokens, de bevoegde autoriteiten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken EER-staat beschikken over twintig werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat ontwerpbesluit om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt terdege rekening met die opmerkingen alvorens een ontwerpbesluit voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op grond van lid 5 op te stellen.”.

 

ze)

In artikel 56, lid 7, worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zf)

In artikel 56, lid 8:

 

i)

worden in de eerste alinea de woorden “of, wat betreft significante e-moneytokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

worden de volgende alinea's toegevoegd:

“Wat de EVA-staten betreft, stelt de EBA, indien de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA concludeert dat bepaalde e-moneytokens overeenkomstig lid 1 van dit artikel niet langer aan de criteria van artikel 43, lid 1, voldoen, een ontwerpbesluit op om het e-moneytoken niet langer als significant in te delen, en stelt zij de uitgever van die e-moneytokens, de bevoegde autoriteit van de EVA-staat van herkomst van de uitgever, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in de in lid 3, tweede alinea, bedoelde gevallen, de ECB of de centrale bank van de betrokken EER-staat in kennis van dat ontwerpbesluit.

Uitgevers van dergelijke e-moneytokens, de bevoegde autoriteiten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en de centrale bank van de betrokken EER-staat beschikken over twintig werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van het ontwerpbesluit van de EBA om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt terdege rekening met die opmerkingen alvorens een ontwerpbesluit voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op grond van lid 9 op te stellen.”.

 

zg)

In artikel 56, leden 9 en 10, worden de woorden “of, wat betreft significante e-moneytokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zh)

In artikel 57:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “of, wat betreft de bevoegde autoriteiten van de EVA-staten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ECB”;

 

ii)

worden aan lid 2 de volgende alinea’s toegevoegd:

“Wat de EVA-staten betreft, stelt de EBA binnen twintig werkdagen na de in lid 1 van dit artikel bedoelde datum van kennisgeving een ontwerpbesluit op met haar op het programma van werkzaamheden van de uitgever gebaseerde advies over de vraag of het e-moneytoken voldoet of waarschijnlijk zal voldoen aan ten minste drie van de criteria van artikel 43, lid 1, en stelt zij de uitgever van dat e-moneytoken, de bevoegde autoriteit van de EVA-staat van herkomst van de uitgever, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB, en in de in artikel 56, lid 3, tweede alinea, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken EER-staat in kennis van dat ontwerpbesluit.

De bevoegde autoriteiten van uitgevers van dergelijke e-moneytokens, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken EER-lidstaat beschikken over twintig werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat ontwerpbesluit om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt terdege rekening met die opmerkingen alvorens een ontwerpbesluit voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op grond van lid 3 op te stellen.”

;

 

iii)

worden in lid 3 de woorden “of, wat betreft e-moneytokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

iv)

worden in lid 4 de woorden “of van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “van de EBA”;

 

v)

worden in lid 4 de woorden “of, wat betreft uitgevers van significante e-moneytokens, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “aan de EBA”;

 

vi)

worden in lid 5 de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zi)

In artikel 59, lid 2, wordt de tweede zin vervangen door:

“Zij hebben hun plaats van werkelijke leiding in de EER en ten minste één van de bestuurders moet ingezetene zijn van de EER of Zwitserland.”.

 

zj)

In artikel 73, lid 1, worden de woorden “Unienormen inzake gegevensbescherming” vervangen door “gegevensbeschermingsnormen uit hoofde van de EER-overeenkomst”.

 

zk)

In artikel 95:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ESMA”;

 

ii)

worden in lid 4 de woorden “of, indien er een bevoegde autoriteit van een EVA-staat bij betrokken is, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “de EBA en de ESMA”;

 

iii)

worden in lid 5 de woorden “of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, wat betreft inspectie of onderzoek in een EVA-staat,” ingevoegd na de woorden “ESMA” en “EBA”.

 

zl)

In artikel 100 worden de woorden “wetgevingshandelingen van de Unie of van de lidstaten” vervangen door de woorden “bepalingen van de EER-overeenkomst of nationale wetgevingshandelingen”.

 

zm)

In de artikelen 103, 104 en 105 worden de woorden “het Unierecht” vervangen door de woorden “de EER-overeenkomst”.

 

zn)

In artikel 103, leden 1 tot en met 7, worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ESMA”.

 

zo)

In artikel 104, leden 1 tot en met 7, worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zp)

In artikel 110:

 

i)

worden in lid 4 de woorden “of, in voorkomend geval, op initiatief van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “eigen initiatief”;

 

ii)

worden in lid 5 de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ESMA”.

 

zq)

In artikel 111:

 

i)

worden in lid 1, wat de EVA-staten betreft, de woorden “30 juni 2024” vervangen door “30 juni 2025”;

 

ii)

worden in lid 3 de woorden “het toepasselijk Unierecht” vervangen door de woorden “de bepalingen van de EER-overeenkomst”.

 

zr)

In artikel 117:

 

i)

worden in lid 1, eerste alinea, de woorden “of, wat betreft significante activagerelateerde tokens die door een in een EVA-staat gevestigde uitgever zijn uitgegeven, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

worden in lid 1, tweede alinea, en de leden 3, 4 en 5 de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zs)

In artikel 119, lid 2:

 

i)

wordt het volgende punt ingevoegd:

 

“n)

de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”

;

 

ii)

wordt de volgende alinea ingevoegd:

“De deelname van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA aan de colleges geschiedt, in gevallen die betrekking hebben op buiten de EVA-staten gevestigde uitgevers van significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens, op vrijwillige basis.”.

 

zt)

In artikel 120 worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zu)

In artikel 121 worden de woorden “of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zv)

In artikel 122:

 

i)

worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

wordt, wat de EVA-staten betreft, lid 3, punt g), vervangen als volgt:

“zij vermeldt dat tegen het besluit bezwaar kan worden gemaakt bij het EVA-Hof overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”.

 

zw)

In artikel 123:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “of, in het geval van een in een EVA-staat gevestigde uitgever die aan een onderzoek wordt onderworpen, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

wordt aan lid 1 de volgende alinea toegevoegd:

“Functionarissen van de EBA en andere door haar gemachtigde personen zijn gerechtigd de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bij te staan bij de uitvoering van haar taken uit hoofde van dit artikel en hebben het recht om op verzoek van de EBA deel te nemen aan onderzoeken.”

;

 

iii)

wordt in de leden 2, 3, 4, 5 en 6 en in de eerste zin van lid 7, wat de EVA-staten betreft, het woord “EBA” vervangen door “Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

iv)

luidt de tweede zin van lid 3, wat de EVA-staten betreft, als volgt:

“Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van het onderzoek, de overeenkomstig artikel 132 opgelegde dwangsommen en het recht om overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie tegen het besluit in beroep te gaan bij het EVA-Hof.”

;

 

v)

worden in de tweede zin van lid 7, wat de EVA-staten betreft, de woorden “het dossier van de EBA” vervangen door “het dossier van de EBA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

vi)

luidt de derde zin van lid 7, wat de EVA-staten betreft, als volgt:

“De rechtmatigheid van het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan slechts door het EVA-Hof worden getoetst krachtens de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”.

 

zx)

In artikel 124:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “of, in het geval van in EVA-staten gevestigde uitgevers, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

wordt aan lid 1 de volgende alinea toegevoegd:

“De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de ESMA onverwijld in kennis van de uit hoofde van dit artikel verkregen informatie.”

;

 

iii)

wordt in de leden 2 tot en met 10 en in de eerste zin van lid 11, wat de EVA-staten betreft, het woord “EBA” vervangen door “Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

iv)

wordt aan lid 2 de volgende alinea toegevoegd:

“Functionarissen van de EBA en andere door haar gemachtigde personen zijn gerechtigd de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bij te staan bij de uitvoering van haar taken uit hoofde van dit artikel en hebben het recht om op verzoek van de EBA deel te nemen aan inspecties ter plaatse.”

;

 

v)

luidt de tweede zin van lid 5, wat de EVA-staten betreft, als volgt:

“Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van het onderzoek, op welke datum het onderzoek een aanvang neemt, de overeenkomstig artikel 132 opgelegde dwangsommen en het recht om overeenkomstig artikel 36 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie tegen het besluit in beroep te gaan bij het EVA-Hof.”

;

 

vi)

worden in de tweede zin van lid 11, wat de EVA-staten betreft, de woorden “het dossier van de EBA” vervangen door “het dossier van de EBA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

vii)

luidt de derde zin van lid 11, wat de EVA-staten betreft, als volgt:

“De rechtmatigheid van het besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA kan slechts door het EVA-Hof worden getoetst krachtens de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie.”.

 

zy)

In artikel 125:

 

i)

worden de woorden “of, in voorkomend geval, van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “van de EBA”;

 

ii)

worden de woorden “en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zz)

In artikel 128 worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.

 

zza)

In artikel 129:

 

i)

worden de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het eerste gebruik van het woord “EBA”;

 

ii)

worden de woorden “, voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het tweede gebruik van het woord “EBA”;

 

iii)

worden de woorden “of de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het derde en het vierde gebruik van het woord “EBA”.

 

zzb)

In artikel 130:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “of, in het geval van een in een EVA-staat gevestigde uitgever van significante activagerelateerde tokens, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

worden in lid 2 de woorden “of, in het geval van een in een EVA-staat gevestigde uitgever van significante e-moneytokens, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

iii)

wordt in lid 3, wat de EVA-staten betreft, het woord “EBA” vervangen door “Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

iv)

worden in de leden 4 en 5 de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

v)

wordt aan lid 6 de volgende alinea toegevoegd:

“De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de in een EVA-staat gevestigde uitgever van significante activagerelateerde tokens of uitgever van significante e-moneytokens die voor de inbreuk aansprakelijk is, onverwijld in kennis van elke op grond van de leden 1 en 2 genomen maatregel en deelt die maatregel mee aan de bevoegde autoriteiten, de EBA en de Commissie. De EBA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maken dergelijke besluiten binnen tien werkdagen vanaf de datum waarop dat besluit is vastgesteld, openbaar, tenzij een dergelijke openbaarmaking de stabiliteit van de financiële markten ernstig in gevaar zou brengen of onevenredige schade zou berokkenen aan de betrokkenen. De openbaar gemaakte informatie mag geen persoonsgegevens omvatten.”

;

 

vi)

wordt aan lid 7 de volgende alinea toegevoegd:

“De openbaarmaking door de EBA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van de in lid 6 bedoelde besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA omvat het volgende:

 

a)

een verklaring dat de voor de inbreuk aansprakelijke persoon het recht heeft tegen het besluit beroep in te stellen bij het EVA-Hof;

 

b)

in voorkomend geval, een verklaring dat beroep is ingesteld, met de vermelding dat een dergelijk beroep geen schorsende werking heeft;

 

c)

een verklaring dat het EVA-Hof overeenkomstig artikel 40 van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie de toepassing van het bestreden besluit kan schorsen.”.

 

zzc)

In artikel 131:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “of, in het geval van een in een EVA-staat gevestigde uitgever van significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

worden in lid 2 de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het eerste gebruik van het woord “EBA”;

 

iii)

worden in lid 2 de woorden “en, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het tweede gebruik van het woord “EBA”.

 

zzd)

In artikel 132:

 

i)

worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

worden de woorden “of, in voorkomend geval, van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na de woorden “het besluit van de EBA”.

 

zze)

In artikel 133:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

wordt aan lid 4 de volgende alinea toegevoegd:

“Het Permanent Comité van de EVA-staten bepaalt waaraan de bedragen van de door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geïnde boeten en dwangsommen worden toegewezen.”

;

 

iii)

wordt aan lid 5 de volgende alinea toegevoegd:

“Wanneer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA het besluit neemt om geen geldboeten of dwangsommen op te leggen, stelt zij het Permanent Comité van de EVA-staten en de bevoegde autoriteiten van de betrokken EVA-staat hiervan in kennis en geeft zij de redenen voor haar besluit.”.

 

zzf)

In artikel 134:

 

i)

wordt aan lid 1 de volgende alinea toegevoegd:

“Wanneer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bij de uitoefening van haar toezichthoudende verantwoordelijkheden uit hoofde van artikel 117 vaststelt dat er duidelijke en aantoonbare redenen zijn om te vermoeden dat er een in de bijlage V of VI genoemde inbreuk is gepleegd of zal worden gepleegd, stelt zij na overleg met de EBA intern een onafhankelijke onderzoeksfunctionaris aan om de zaak te onderzoeken. De onderzoeksfunctionaris mag niet betrokken zijn bij of niet direct of indirect betrokken zijn geweest bij het toezicht op de betrokken uitgevers van significante activagerelateerde tokens of uitgevers van significante e-moneytokens en vervult zijn taken onafhankelijk van het college van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EBA.”

;

 

ii)

worden in de leden 4, 5 en 7, wat de EVA-staten betreft, de woorden “en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

iii)

worden in de leden 7 en 9 de woorden “of van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

(iv)

luidt de tekst na de woorden “artikel 135” in lid 8, wat de EVA-staten betreft, als volgt:

“De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA neemt een besluit over de vraag of de aan het onderzoek onderworpen uitgever van de significante activagerelateerde tokens of uitgever van de significante e-moneytokens een in de bijlagen V of VI vermelde inbreuk heeft gemaakt, en in een dergelijk geval neemt zij een toezichtmaatregel overeenkomstig artikel 130 of legt zij een geldboete overeenkomstig artikel 131 op.

De Toezichthoudende Autoriteit verstrekt de EBA alle informatie en dossiers die noodzakelijk zijn voor de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van dit lid.”

;

 

v)

wordt in lid 11, wat de EVA-staten betreft, het woord “EBA” vervangen door “Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

 

zzg)

In artikel 135:

 

i)

worden aan lid 1 de volgende alinea’s toegevoegd:

“Voordat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van de artikelen 130, 131 of 132 een ontwerp opstelt, stelt de EBA de aan het onderzoek onderworpen personen in de gelegenheid te worden gehoord met betrekking tot haar bevindingen. De EBA baseert haar ontwerpen enkel op bevindingen waarover de aan een dergelijk onderzoek onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld opmerkingen te maken.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA baseert haar besluiten uit hoofde van de artikelen 130, 131 of 132 alleen op bevindingen waarover de aan de procedure onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld hun opmerkingen te maken.”

;

 

ii)

wordt aan lid 2 de volgende alinea toegevoegd:

“De tweede en de derde alinea van lid 1 zijn niet van toepassing indien dringende maatregelen vereist zijn om aanzienlijke en dreigende schade aan de financiële stabiliteit of aan de houders van cryptoactiva, met name individuele houders, te voorkomen. In een dergelijk geval kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een voorlopig besluit vaststellen en worden de betrokkenen zo spoedig mogelijk na de vaststelling van het besluit in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.”

;

 

iii)

worden in lid 3 de woorden “het dossier van de EBA” vervangen door de woorden “het dossier van de EBA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

 

iv)

worden in lid 3 de woorden “interne voorbereidende documenten van de EBA” vervangen door de woorden “interne voorbereidende documenten van de EBA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

 

zzh)

In artikel 137, lid 1, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“Wat betreft in een EVA-staat gevestigde uitgevers van significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens, rekent de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vergoedingen aan op dezelfde basis als de vergoedingen die aan andere uitgevers van significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens worden aangerekend overeenkomstig deze verordening en de in lid 3 bedoelde gedelegeerde handeling van de Commissie.

De uit hoofde van dit lid door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geïnde bedragen worden onverwijld overgemaakt aan de EBA.”.

 

zzi)

In artikel 138:

 

i)

worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”;

 

ii)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“5.   Alvorens taken worden gedelegeerd, plegen de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EBA onderling overleg.”.

 

zzj)

In artikel 149:

 

i)

worden in lid 1 de woorden “of op een in het nationale recht bepaalde datum, uiterlijk twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. [nn/jjjj] van [maand/jaar] van het Gemengd Comité van de EER (Dit besluit)” ingevoegd na het woord “Unie”;

 

ii)

in lid 2 worden de woorden “30 december 2024” vervangen door “de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. [nn/yyyy] van het Gemengd Comité van de EER van [maand/jaar] (Dit besluit) of een in het nationale recht bepaalde datum, uiterlijk twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. [nn/yyyy] van [maand/jaar] van het Gemengd Comité van de EER (Dit besluit)”;

 

iii)

zijn de leden 3 en 4 zijn, wat de EVA-staten betreft, niet van toepassing.

 

zzk)

In punt 76 van bijlage V en punt 35 van bijlage VI worden de woorden “of, in voorkomend geval, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “EBA”.”.

 

2.

In de punten 14 (Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad), 31g (Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad) en 31i (Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad) van bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt het volgende streepje toegevoegd:

 

“—

32023 R 1114: Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40), gerectificeerd bij PB L, 2024/90275, 2.5.2024.”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken tekst in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2024/1114, zoals gerectificeerd bij PB L, 2024/90275 van 2.5.2024, is authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de veertiende dag na die van de laatste kennisgeving uit hoofde van artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER

 

(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/380/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.