Besluit 2025/799 - Standpunt EU in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU en Euratom ingestelde Gemengd Comité wat betreft de vaststelling van een besluit tot toevoeging van een vastgestelde nieuwe Uniehandeling aan bijlage 2 bij het Windsor-kader - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/799 |
25.4.2025 |
BESLUIT (EU) 2025/799 VAN DE RAAD
van 14 april 2025
tot vaststelling van het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comité wat betreft de vaststelling van een besluit tot toevoeging van een vastgestelde nieuwe Uniehandeling aan bijlage 2 bij het Windsor-kader
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 50, lid 2,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1) (het “terugtrekkingsakkoord”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2020/135 van de Raad (2) en is op 1 februari 2020 in werking getreden. |
(2) |
Krachtens artikel 13, lid 4, van het Windsor-kader (3), dat integrerend deel uitmaakt van het terugtrekkingsakkoord, is het bij artikel 164, lid 1, van dat akkoord ingestelde Gemengd Comité (het “Gemengd Comité”) gemachtigd besluiten vast te stellen tot wijziging van de desbetreffende bijlagen bij het Windsor-kader waarbij de vastgestelde nieuwe Uniehandelingen worden toegevoegd die binnen het toepassingsgebied van het Windsor-kader vallen, maar die geen Uniehandelingen wijzigen of vervangen die in de bijlagen bij het Windsor-kader zijn vermeld. |
(3) |
De artikelen 66 en 68 van Verordening (EU) 2024/2847 van het Europees Parlement en de Raad (4) zijn van toepassing op grond van artikel 13, lid 3, van het Windsor-kader. De overige bepalingen van die verordening zijn bepalingen van een vastgestelde nieuwe Uniehandeling die binnen het toepassingsgebied van het Windsor-kader valt en die aan bijlage 2 bij het Windsor-kader moet worden toegevoegd. Dit geldt niet voor de artikelen 5 en 67 van die Verordening (EU) 2024/2847. |
(4) |
Het Gemengd Comité moet op zijn volgende vergadering een besluit op grond van artikel 13, lid 4, van het Windsor-kader vaststellen waarbij deze vastgestelde nieuwe Uniehandeling, met uitzondering van de artikelen 5 en 67 van die Uniehandeling, aan bijlage 2 bij het Windsor-kader zal worden toegevoegd. |
(5) |
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité wat betreft de vaststelling van een besluit tot toevoeging van de vastgestelde nieuwe Uniehandeling aan bijlage 2 bij het Windsor-kader, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is ingesteld uit hoofde van artikel 164, lid 1, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het “Gemengd Comité”), is opgenomen in het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Luxemburg, 14 april 2025.
Voor de Raad
De voorzitter
-
K.KALLAS
-
Besluit (EU) 2020/135 van de Raad van 30 januari 2020 betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/135/oj).
-
Gezamenlijke Verklaring nr. 1/2023 van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comité van 24 maart 2023 (PB L 102 van 17.4.2023, blz. 87).
-
Verordening (EU) 2024/2847 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 betreffende horizontale cyberbeveiligingsvereisten voor producten met digitale elementen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 168/2013 en (EU) 2019/1020 en Richtlijn (EU) 2020/1828 (verordening cyberweerbaarheid) (PB L, 2024/2847, 20.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2847/oj).
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/2025 VAN HET GEMENGD COMITÉ DAT IS INGESTELD BIJ HET AKKOORD INZAKE DE TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND UIT DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE
van…
waarbij een vastgestelde nieuwe Uniehandeling aan bijlage 2 bij het Windsor-kader wordt toegevoegd
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1) (“het terugtrekkingsakkoord”), en met name artikel 13, lid 4, van het Windsor-kader (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 13, lid 4, van het Windsor-kader machtigt het bij artikel 164, lid 1, van het terugtrekkingsakkoord ingestelde Gemengd Comité (het “Gemengd Comité”) besluiten vast te stellen waarbij vastgestelde nieuwe Uniehandelingen die binnen het toepassingsgebied van het Windsor-kader vallen, aan de desbetreffende bijlagen bij het Windsor-kader worden toegevoegd. |
(2) |
Krachtens artikel 166, lid 2, van het terugtrekkingsakkoord zijn de besluiten van het Gemengd Comité bindend voor de Unie en het Verenigd Koninkrijk. De Unie en het Verenigd Koninkrijk moeten die besluiten, die hetzelfde rechtsgevolg hebben als het terugtrekkingsakkoord, uitvoeren. |
(3) |
De artikelen 66 en 68 van Verordening (EU) 2024/2847 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 betreffende horizontale cyberbeveiligingsvereisten voor producten met digitale elementen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 168/2013 en (EU) 2019/1020 en Richtlijn (EU) 2020/1828 (verordening cyberweerbaarheid) (3) zijn van toepassing op grond van artikel 13, lid 3, van het Windsor-kader. De overige bepalingen van die verordening, met uitzondering van de artikelen 5 en 67 daarvan, zijn bepalingen van een vastgestelde nieuwe Uniehandeling die binnen het toepassingsgebied van het Windsor-kader vallen en die aan bijlage 2 bij het Windsor-kader moeten wordt toegevoegd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) 2024/2847 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 betreffende horizontale cyberbeveiligingsvereisten voor producten met digitale elementen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 168/2013 en (EU) 2019/1020 en Richtlijn (EU) 2020/1828 (verordening cyberweerbaarheid) wordt, met uitzondering van de artikelen 5 en 67 van die verordening, aan bijlage 2 bij het Windsor-kader onder punt 47 “Overig” toegevoegd.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de vaststelling ervan.
Gedaan te …, …
Voor het Gemengd Comité
De medevoorzitters
-
Gezamenlijke Verklaring nr. 1/2023 van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comité van 24 maart 2023 (PB L 102 van 17.4.2023, blz. 87).
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/799/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.