Besluit 2025/802 - Standpunt EU in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de EU en Euratom ingestelde Gemengd Comité, over de overeenkomstig artikel 23, lid 5, punt a), van Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité af te geven verklaring - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/802 |
25.4.2025 |
BESLUIT (EU) 2025/802 VAN DE RAAD
van 14 april 2025
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comité, over de overeenkomstig artikel 23, lid 5, punt a), van Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité af te geven verklaring
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 50, lid 2,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1) (het “terugtrekkingsakkoord”) werd op 30 januari 2020 door de Unie bij Besluit (EU) 2020/135 van de Raad (2) gesloten en is op 1 februari 2020 in werking getreden. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 182 van het terugtrekkingsakkoord maakt het Windsor-kader (3) integrerend deel uit van dat akkoord. |
(3) |
Op grond van artikel 23, lid 5, van Besluit nr. 1/2023 van het bij artikel 164, lid 1, van het terugtrekkingsakkoord ingestelde Gemengd Comité (4) (het “Gemengd Comité”) zijn artikel 7, lid 1, punt a), iii), artikel 13 en artikel 15, lid 3, van dat besluit van toepassing met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de laatste van de in artikel 23, lid 5, punten a) en b), van dat besluit bedoelde verklaringen, die respectievelijk door de Unie en het Verenigd Koninkrijk moeten worden afgegeven, in het Gemengd Comité is afgegeven. |
(4) |
Vanaf de eerste dag van de maand volgende op die waarin de laatste van de in de vorige overweging vermelde verklaringen in het Gemengd Comité is afgegeven, dienen de vereenvoudigde douaneformaliteiten van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1128 van de Commissie (5) van toepassing te worden. |
(5) |
Op grond van artikel 23, lid 5, punt a), van Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité moet de Unie in het Gemengd Comité een verklaring afgeven waarin zij bevestigt: i) dat het Verenigd Koninkrijk de netwerken, informatiesystemen en databanken heeft opgezet met betrekking tot de in artikel 141, lid 1, punt d), vii), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (6) bedoelde gegevens die aan de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk moeten worden verstrekt, en ii) dat het Verenigd Koninkrijk uitvoering geeft aan artikel 5 van Besluit nr. 6/2020 van het Gemengd Comité (7) door toegang te verlenen tot informatie in die netwerken, informatiesystemen en databanken. |
(6) |
In april 2024 heeft het Verenigd Koninkrijk een systeem opgezet om bij de vergunninghoudende vervoerders de desbetreffende gegevens te verzamelen voor B2C-pakketten (“Business to Consumer”) die zij vanuit een ander deel van het Verenigd Koninkrijk naar Noord-Ierland verzenden (het “systeem”). Sindsdien is het systeem verder ontwikkeld en is het door de in het kader van de UK Carrier Scheme geregistreerde exploitanten tijdens de testfase op vrijwillige basis gebruikt om gegevens te delen over B2C-pakketten die vanuit een bedrijf in het Verenigd Koninkrijk (met uitzondering van Noord-Ierland) worden verzonden naar een in Noord-Ierland verblijvende particulier. De gegevens die in het systeem worden verstrekt door de vergunninghoudende vervoerders die in het kader van de UK Carrier Scheme zijn geregistreerd, zijn de gegevens waarin bijlage 52-03 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 voorziet. |
(7) |
Ten behoeve van de uitvoering van artikel 5 van Besluit nr. 6/2020 met betrekking tot het systeem heeft het Verenigd Koninkrijk ervoor gezorgd dat in zijn rechtsstelsel de desbetreffende ambtenaren van de Europese Commissie, met inbegrip van de in artikel 12, lid 2, van het Windsor-kader bedoelde vertegenwoordigers van de Unie, toegang wordt verleend tot de informatie die in het systeem is opgenomen door de in het kader van de UK Carrier Scheme geregistreerde exploitanten. De ambtenaren van de Commissie hebben de werking van het systeem en de tot dusver ingediende gegevens getest. Uit de resultaten van de testfase blijkt dat het systeem voldoet aan de vereiste technische parameters. |
(8) |
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat bij artikel 164, lid 1, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie is ingesteld (het “Gemengd Comité”), over de unilaterale verklaring die de Unie op grond van artikel 23, lid 5, punt a), van Besluit nr. 1/2023 in het Gemengd Comité moet afgeven, is opgenomen in het aan dit besluit gehechte ontwerp van unilaterale verklaring.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Luxemburg, 14 april 2025.
Voor de Raad
De voorzitter
-
K.KALLAS
-
Besluit (EU) 2020/135 van de Raad van 30 januari 2020 betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/135/oj).
-
Gezamenlijke Verklaring nr. 1/2023 van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comité van 24 maart 2023 (PB L 102 van 17.4.2023, blz. 87).
-
Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité dat is ingesteld bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van 24 maart 2023 tot vaststelling van regelingen met betrekking tot het Windsor-kader (PB L 102 van 17.4.2023, blz. 61, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/819/oj).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1128 van de Commissie van 24 maart 2023 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 om te voorzien in vereenvoudigde douaneformaliteiten voor betrouwbare handelaren en voor het verzenden van pakketten naar Noord-Ierland vanuit een ander deel van het Verenigd Koninkrijk (PB L 149 van 9.6.2023, blz. 26, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/1128/oj).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2015/2446/oj).
-
Besluit nr. 6/2020 van het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comité van 17 december 2020 tot vaststelling van de praktische werkafspraken voor de uitoefening van de rechten van vertegenwoordigers van de Unie als bedoeld in artikel 12, lid 2, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland (PB L 443 van 30.12.2020, blz. 16, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/2250/oj).
BIJLAGE
ONTWERP VAN UNILATERALE VERKLARING VAN DE UNIE IN HET BIJ HET AKKOORD INZAKE DE TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND UIT DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE INGESTELDE GEMENGD COMITÉ
van … 2025
overeenkomstig artikel 23, lid 5, punt a), van Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité
Op grond van artikel 23, lid 5, punt a), van Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité dat is ingesteld bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van 24 maart 2023 tot vaststelling van regelingen met betrekking tot het Windsor-kader, verklaart de Unie te bevestigen dat het Verenigd Koninkrijk de netwerken, informatiesystemen en databanken heeft opgezet met betrekking tot de in artikel 141, lid 1, punt d), vii), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie bedoelde gegevens die aan de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk moeten worden verstrekt, en dat het Verenigd Koninkrijk uitvoering geeft aan artikel 5 van Besluit nr. 6/2020 van het Gemengd Comité door toegang te verlenen tot informatie in deze netwerken, informatiesystemen en databanken.
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/802/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.